Aalst, Koningin Julianalaan 12 - Agnus Dei
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Agnus Dei |
Genootschap: | PKN Protestantse Gemeente Agnus Dei Waalre |
Provincie: | Noord-Brabant |
Gemeente: | Waalre |
Plaats: | Aalst (NB) |
Adres: | Koningin Julianalaan 12 |
Postcode: | 5582JV |
Inventarisatienummer: | 06952 |
Jaar ingebruikname: | 1959 |
Architect: | Pothoven, H.A. en G. |
Huidige bestemming: | protestantse kerk |
Monument status: | geen |
Geschiedenis
Gebouwd als Ned. Hervormde Kerk. Later Samen-Op-Wegkerk en nu Protestantse Kerk Aalst en Waalre.
Aardige wederopbouwkerk met torentje.
Monumentomschrijving; Cultuur Historische Waardekaart
- Plattegrond: 2 haaks op elkaar staande rechthoeken van kerkzaal en bijgebouw
- Bijgebouwen: vergaderruimtes, onder bijgebouw vermoedelijk kelder
- Toren: klokkenstoel
- Materiaalgebruik: baksteen met platvolle voegen
- Dak: zadeldaken met pannen
- Bouwstijl: Traditionalisme / Delftse school
- Bouwperiode: 1959
- Bijzonderheden: entree in bijgebouw met kleine ronde vensters.
Orgel
Het orgel is in 1975 in deze kerk geplaatst, nadat het een jaar dienst had gedaan in de Hervormde Kerk in Kloetinge tijdens de restauratie van het Hess-orgel aldaar. Het orgel is gebouwd door de firma Flentrop Orgelbouw (Zaandam) waarbij Jan Jongepier optrad als adviseur.De mensuren zijn ruim bemeten en sluiten in stijl aan bij een 17e-eeuws klankconcept. Het front met zijn spitse middentoren, zijn fraaie snijwerk en de orgelluiken gaven het orgel een zekere grandeur. Bij de plaatsing in Aalst werd de bas van de Terts 1 3/5 vt opgeschoven tot een bas voor een Quint 1 1/3’. De behoefte tot een volwaardiger orgel voor zowel literatuurspel als gemeentezangbegeleiding, leidde in 1998 tot de vorming van een Orgelcomité AD2000. Doelstelling was aan het begin van dit millennium te komen tot een orgel met twee klavieren en zelfstandig pedaal. Uiteraard beijverde het comité zich ook voor het verkrijgen van de benodigde geldmiddelen. Een belangrijke bijdrage werd hierbij verkregen van het Prins Bernard Cultuurfonds, daar het orgel na uitbreiding ook in zijn concertfunctie een rol kan spelen in het plaatselijke en regionale muziekleven. Daarnaast werden belangrijke particuliere bijdragen verkregen. Dankzij een extra gift kon uiteindelijk een tremulant boven het bestek worden besteld. Evenals in 1975 werd contact opgenomen met Jan Jongepier, die als adviseur betrokken werd bij dit project. Deze suggereerde een rugpositief toe te voegen. Uiteindelijk leidde dit tot een ontwerp door Flentrop Orgelbouw, waarbij het oude orgel op een verhoging werd geplaatst en een rugwerk als verkleinde kopie van het hoofdwerk – eveneens voorzien van orgelluiken – in de balustrade werd geplaatst. De Bourdon werd van c tot d’ gecombineerd met de Gedekt 8’. De Prestant 4’ van het rugwerk staat van Fis tot h in het front, de grootste 5 pijpen zijn als gedekten uitgevoerd. Op deze wijze is een 3-voets rugwerkfront ontstaan. De ladeopstelling van hoofd- en rugwerk is conform het front in C- en Cis-kant vanaf de zijkanten aflopend, echter met de grootste 7 pijpen in het midden geplaatst.
De wens een tongwerk in de dispositie op te nemen, heeft geleid tot wijziging van de dispositie van het oude orgel, het huidige hoofdwerk. Een Kromhoorn 8 vt. (in zuidelijke factuur) werd achter op de hoofdwerklade geplaatst in de plaats van de 3 sterke mixtuur. De Terts 1 3/5 vt. discant werd verschoven tot een Quint 1 1/3 vt. discant, zodat deze stem nu volledig in bas en discant kan klinken. Op deze wijze kan deze enkelvoudige vulstem in de plaats van de mixtuur een kroon verzorgen in een plenumklank. Het rugwerk kreeg een Sesquialter 2-3 sterk voor c.f.-vorming. Hierbij werd, evenals voor de discant van de Prestant 4 vt. gebruik gemaakt van pijpwerk van de voormalige Mixtuur. Voor de Nachthoorn 2 vt. van het rugwerk werd bestaand pijpwerk uit 1955 van Flentrop gebruikt. De registers van het rugwerk werden aan de rechterzijde in de achterwand van de rugwerkkas opgenomen als schuifregisters. De registertrekker van de Bourdon 16 vt. van het pedaal werd in de rechterstijl naast de klaviatuur aangebracht.
- Dispositie
- Hoofdwerk (manuaal 2): Holpijp 8' bas/discant - Prestant 4' - Roerfluit 4' bas/discant - Quint 2⅔' discant - Octaaf 2' - Quint 1⅓' bas/discant - Kromhoorn 8' (2002).
- Rugwerk (manuaal 1): Gedekt 8' - Prestant 4' - Nachthoorn 2' (1955) - Sexquialter 2-3 sterk.
- Pedaal: Bourdon 16' (C-H zelfstandig, c-d1 gecombineerd met Holpijp 8').
- Koppelingen: P + Rugwerk of P + Hoofdwerk (wisselkoppel) - Manuaalkoppeling.
- Tremulant.
Mechanische sleepladen. Manuaalomvang: C-g3. Pedaalomvang: C-d1. Temperatuur: Werckmeister III. Winddruk: 65 mm. WK.