Handelingen

Breukelen, Straatweg 37 - Pauluskerk

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Pauluskerk
Genootschap: PKN Protestantse Gemeente Breukelen
Provincie: Utrecht
Gemeente: Stichtse Vecht
Plaats: Breukelen
Adres: Straatweg 37
Postcode: 3621BB
Inventarisatienummer: 03958
Jaar ingebruikname: 1908
Architect: Griffioen, A.
Huidige bestemming: kerk
Monument status: Rijksmonument 520644


Geschiedenis

© SBK.

Belangrijk, karakteristiek kerkgebouw met toren. Gebouwd als Gereformeerde Kerk. Het exterieur is vrijwel geheel intact. In het interieur hebben begin jaren 2000 wel vele vernieuwingen plaatsgevonden.

Monumentomschrijving Rijksdienst

KERK van het type (pseudo-)kruiskerk, in opdracht van de Gereformeerde kerken in Nederland in 1908/9 ontworpen door architect A. Griffioen in een gemengde stijl met invloeden van het Rationalisme.

De Gereformeerde kerk van Breukelen is in 1893 ontstaan door het samengaan van twee gemeenschappen van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Vanaf 1903 startte binnen de kerk de discussie over een nieuw kerkgebouw met pastorie en paardenstalling. De nieuwe kerk werd in 1908/9 uitgevoerd met centrale verwarming en gasverlichting. Het bankenplan en de meubels waren van de hand van J. de Jager.

In 1965 zijn de ingangspartij en de trappen naar de galerij gewijzigd. Bovendien werden podium, doopvont, banken en deuren vernieuwd. Daarnaast is het glas-in-lood vervangen. In 1978 liet de kerkeraad van de Gereformeerde kerk het kerkgebouw aan de achterzijde uitbreiden met een vergaderruimte en jeugdwerkaccomodatie naar ontwerp van Leicher B.V. Deze uitbreiding is voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang. In 1998/9 is de kerk opnieuw verbouwd, waarbij onder meer het entreeportaal betrokken is.

In 2011 is het interieur van de kerk geheel vernieuwd. De groene basiskleur is aangebracht. De preekstoel, het bankenplan en balkon zijn verwijderd en heeft plaats gemaakt voor een multifunctionele ruimte met losse stoelen.

N.B. Het interieur is voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang, omdat de inventaris en de interne indeling niet meer oorspronkelijk zijn.

N.B. De ten zuiden van de kerk gelegen pastorie uit 1905/06, eveneens van architect A. Griffioen, valt buiten de bescherming van rijkswege omdat deze van onvoldoende architectonische waarde wordt geacht voor plaatsing op de rijksmonumentenlijst.

Omschrijving

De kerk heeft een T-vormige plattegrond en bestaat uit een noordoost-zuidwest georiënteerd, drie traveeën lang schip met transepten.
Op de rechterhoek van de voorgevel van het kerkgebouw bevindt zich een in de gevelwand opgenomen klokkentoren met tentdak.
De linkerhoek wordt door een soort laag opgemetseld opzetstuk, voorzien van een tentdak gemarkeerd.
Het schip heeft een zadeldak, dat aan beide uiteinden is afgesloten met een tuitgevel met ezelsruggen en is voorzien van bakgoten.
De transepten zijn uitgevoerd met tuitgevels. In beide oksels van het T-vormig grondvlak bevindt zich een éénlagige uitbouw onder lessenaarsdak, waarin een entree gesitueerd is. De kerk is kruisverband, met boven een trasraam en in baksteen opgetrokken. Vensters en deuren zijn uitgevoerd met hardstenen dorpels en lateien en zandstenen raamtraceringen. De vensters komen in twee hoofdtypen voor. Er zijn rechtgesloten enkele of gekoppelde vensters onder ontlastingsbogen met gemetselde penanten. De vensters bevatten glas-in-lood ramen. De overige vensters zijn rondboogvormige twee- en drielichtvensters onder rollaag met bakstenen penanten en traceringen, afgeschuinde of inspringende dagkanten en bakstenen afzaten en glas-in-lood ramen. De entree's hebben een geprofileerde bovendorpel en de dagkanten zijn aan weerszijden in het vlak bezet met gebeeldhouwde zuiltjes. De houten deuren zijn voorzien van ruiten en hebben rijk beslag. De daken zijn gedekt met leien in maasdekking.
Ten zuidwesten van dit kerkgebouw is een samengesteld volume op rechthoekige plattegrond gebouwd, waarin zich onder meer de kosterswoning en de consistorie bevinden. Dit volume heeft een dwars op de kerk geplaatst zadeldak, dat aan de zuidzijde met een tuitgevel en aan de noordzijde met een dakschild is afgesloten. Het dak is gedekt met gesmoorde Tuiles du Nord. De dakvoeten zijn voorzien van bakgoten met houten lijsten en geprofileerde klossen. Aan de zuidoostzijde van dit volume bevindt zich een volume van anderhalve bouwlaag met plat dak. De drie assen tellende voorgevel aan de Straatweg (noordoostzijde) bevat een middenas met de licht risalerende hoofdentree en daarboven een groot rondboogvormig venster.
De entree bestaat uit een dubbele rechtgesloten deur voorzien van dubbele rondboogvormige ruiten met glas-in-lood. Boven het natuurstenen kalf bevindt zich een driehoekig tympaan, dat afgesloten wordt met een schuine, bakstenen lijst. Hierin is een rondboogvormige tracering met pilasters aangebracht, waarboven een cirkelvormige opening. Het grote rondboogvormige venster heeft een tracering bestaande uit een achtdelig rozetvenster, onderverdeeld door pilasters met ionische kapitelen. In de topgevel komen twee kleine rondboogvensters. Aan weerszijden van de middenas komen op de begane grond een smal rechtgesloten venstervoor met daarnaast een gekoppeld venster met een natuurstenen penant in de vorm van een geprofileerd zuiltje.
Op de verdieping bevindt zich links en rechts van het grote venster een enkel rechtgesloten venster. Links bovenin bevindt zich een gekoppelde, rondboogvormige blindnis. Rechts van het rondvenster bevindt zich een driedelig rechtgesloten venster. Ter hoogte van de nok van het schip is de toren aan drie zijden opengewerkt door grote rondboogvormige openingen die zijn voorzien van een bakstenen balustrade, afgewerkt met afgewerkt met natuurstenen lijsten. Aan vier zijden zijn op de hoeken sierankers aangebracht. In de licht uitkragende bovenste geleding bevat ieder gevelvlak twee rondboogvormige vensters. De gevels worden afgesloten met uitgemetselde sierranden. De torenhelm is licht ingesnoerd en bevat een ijzeren windvaan. De eerste as van de rechterzijgevel van de toren (noordwestzijde) bevat een entree met gemetselde stoep en enkele houten deur met zes ruiten. De latei fungeert tevens als lekdorpel van een twee-delig rechtgesloten venster. Daarboven bevindt zich een enkel en een driedelig rechtgesloten venster.

De nagenoeg identieke zijgevels van het schip kenmerken zich door de strakke driedeling, ontstaan door uitgemetselde, zich tweemaal verjongende steunberen met natuurstenen dekplaten. Tussen de steunberen worden de gevelvlakken afgesloten met uitgemetselde sierranden met zaagtandlijsten. Voorts hebben de zijgevels telkens een gekoppeld rechtgesloten venster met daarboven een rondboogvenster. De kopgevels van de transepten bevatten elk een vierdelig rechtgesloten venster met daarboven een drielichtvenster met een hoog midden venster, voorzien van neoromaanse bakstenen traceringen. De entree's onder lessenaarsdak zijn aan de noordoostzijde uitgevoerd met dubbele deuren met zes ruiten en bakstenen sierlijsten (gedetailleerd als de gevels van het hoofdvolume). In beide, met een ezelsrug afgesloten zijgevels (noordwest- en zuidoostzijde), bevindt zich een enkel rechtgesloten venster. De twee assen tellende voorgevel van de consistorie/kosterswoning heeft in de eerste bouwlaag links een entree met een enkele houten één-ruits paneeldeur, houten luifel op geprofileerde klossen, gedragen door tuien en een twaalfdelig bovenlicht en rechts een houten kruisvenster met negenruits bovenramen. Op de verdieping bevinden zich twee kruisvensters. Deuren en venster worden afgesloten door segmentbogen met decoratieve boogvulling. Het dakschild wordt doorbroken door een dakkapel met steekkap. In de achtergevel (zuidwestzijde) bevinden zich in de eerste laag twee kruisvensters en rechts op de verdieping twee vensters.

In het interieur is de T-vormige kerkruimte met de twee snijdende houten tongewelven met houten kraaldelen van belang. Ter plaatse van de kruising, waar orgel en preekstoel geplaatst zijn, bevindt zich een achtdelig kruisribgewelf. Orgel en orgelkas zijn niet van waarde uit het oogpunt van monumentenzorg. De aanzetten van de gewelven steunen op decoratief uitgemetselde bakstenen consoles in geel en rood. De gordelbogen lopen door ter plaatse van deze consoles en worden ondersteund door houten, langgerekte sleutelstukken. Deze forse, geprofileerde sleutelstukken zijn via een anker met geslagen ijzeren kopplaat met de bakstenen consoles verbonden. De gevels zijn bepleisterd. De boven- en onderdorpels en traceringen van de venster bestaan uit schoon metselwerk.

Waardering

De Gereformeerde kerk is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als uitwendig gaaf bewaard voorbeeld van een (pseudo-)kruiskerk met een aangebouwde kosterswoning uit 1908/1909 in een gemengde stijl met invloeden van het neoromaans en het Rationalisme; vanwege de karakteristieke hoofdvorm; vanwege de situationele waarde door de beeldbepalende ligging op de hoek van de Straatweg en de Willink van Collenstraat.

In 1965 zijn de ingangspartij en de trappen naar de galerij gewijzigd. Bovendien werden podium, doopvont, banken en deuren vernieuwd. Daarnaast is het glas-in-lood vervangen. In 1978 liet de kerkenraad van de Gereformeerde kerk het kerkgebouw aan de achterzijde uitbreiden met een vergaderruimte en jeugdwerkaccomodatie naar ontwerp van Leicher B.V. Deze uitbreiding is voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang. In 1998/99 is de kerk opnieuw verbouwd, waarbij onder meer het entreeportaal betrokken is.

Gebouwomschrijving SKKN

De huidige kerk werd gebouwd in 1908-1910 naar ontwerpen van de lokale architect Arie Griffioen. De directe voorganger was de kerk die uit de vereniging van de kerken A en B voortkwam in 1893. Feitelijk was dit een verbouwing en vergroting van het kerkgebouw-A aan de Hazeslinger. dit gebvouw werd later het verenigingsgebouw Pro Rege en tussen 1955 en 1965 een vestiging van het Sociaal Werkvoorzieningschap Het westelijke gebied van Utrecht. In 1905-1906 werd alvast de nieuwe pastorie gebouwd, eveneens door Griffioen, met als aannemer J. Vonk uit Zeist. In 1906 besloot men een nieuwe kerk te bouwen. Op 28 juli 1908 werd het werk gegund aan aannemer R. Varenkamp uit 's-Gravenzande. De timmerman en het gemeentelid Jac. de Jager tekende het bankenplan. Op 1 september 1909 werd de kerk geopend. In 1926 werden een fietsenstalling annex kerkeraadskamer gebouwd met als aannemer F. Verver. In 1939 werden galerijen geplaatst. In 1965 werd het interieur grotendeels vervangen en een liturgisch centrum ingericht, hetgeen uit cultuurhistorisch oogpunt te betreuren valt. De plannen uit 1963 waren door de architect Dick Egberts uit Hilversum opgesteld. In 1978-1979 is het gebouw aan de achterzijde vergroot met een vergaderzaal, dit door de firma Leicher BV (J. Leicher, Loenen). In 1998-1999 werd de kerk wederom verbouwd.

Gebouwomschrijving website PKN Breukelen

De Pauluskerk werd gebouwd in 1908-1910 naar een ontwerp van de lokale architect Arie Griffioen. In het najaar 2011 is het interieur volledig vernieuwd. Architect Johan de Koning uit Middelburg is verantwoordelijk voor het ontwerp.

De Pauluskerk kent een moderne uitstraling. De kleur groen heeft de architect ontleend aan de groene mantel waarmee de apostel Paulus in de beeldende kunst vaak wordt afgebeeld. Door het plafond een oude kleur groen te verven en de stoelen een heldere kleur groen te geven, is er een verbinding gelegd tussen het historische karakter van het gebouw en de huidige moderne functie.

De huidige ruimte met losse stoelen en een podium maakt de kerk flexibel. In de erediensten kan er gespeeld worden met de opstelling van de stoelen. Het podium is ideaal voor o.a. concerten. De kerk is door de natuurlijke lichtinval ook zeer geschikt voor exposities. Er is dan ook voortdurend een expositie die om de drie maanden wordt gewisseld. Het liturgisch meubilair (tafel, doopvont en preekstoel) bestaat voornamelijk uit roestvrij staal, verwijzend naar het zwaard dat Paulus als attribuut heeft. De basisvorm is de driehoek en refereert daarmee aan de heilige Drie-eenheid (Vader, Zoon en heilige Geest).

De Pauluskerk is ook te huur.

Orgel

Het orgel is in 1953 door de firma J. de Koff & Zoon (Utrecht) gebouwd, met gebruikmaking van het front en pijpwerk van het door de Gebr. Franssen (Roermond) in 1870 gebouwde orgel, dat in 1896 in deze kerk geplaatst werd. Dit instrument was afkomstig uit de St. Josephkerk te Rotterdam. De kas van het rugpositief werd in 1953 nieuw gemaakt. In 1982 wordt het orgel gerestaureerd door de firma Flentrop Orgelbouw (Zaandam).

Dispositie:

  • Hoofdwerk (manuaal 2): Prestant 8' (1870) - Roerfluit 8' (1870) - Salicionaal 8' (1870) - Octaaf 4' - Fluit 4' (1870) - Gemsquint 3' (1870) - Mixtuur 2' 5-6 sterk - Trompet 8'.
  • Rugwerk (manuaal 1): Holpijp 8' - Quintadena 8' - Prestant 4' - Roerfluit 4' - Octaaf 2' - Sexquialter 2⅔' 2-3 sterk (1982) - Scherp 1' 3-4 sterk - Dulciaan 8' - Tremulant.
  • Pedaal: Subbas 16' - Prestantbas 8' - Koraalbas 4' - Bazuin 16'.
  • Koppelingen: Hoofdwerk aan Pedaal - Rugwerk aan Pedaal - Manuaalkoppeling.

Mechanische sleepladen. Manuaalomvang: C-f3. Pedaalomvang: C-d1.

N.B. Het interieur is voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang, omdat de inventaris en de interne indeling niet meer oorspronkelijk zijn.

N.B. De ten zuiden van de kerk gelegen pastorie uit 1905/06, eveneens van architect A. Griffioen, valt buiten de bescherming van rijkswege omdat deze van onvoldoende architectonische waarde wordt geacht voor plaatsing op de rijksmonumentenlijst.

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur