Handelingen

Berghuizen, Berghuizen 20 - Gereformeerde Kerk

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Gereformeerde Kerk
Genootschap: PKN Gereformeerde Kerk Ruinerwold-Koekange
Provincie: Drenthe
Gemeente: De Wolden
Plaats: Berghuizen
Adres: Berghuizen 20
Postcode: 7961LT
Sonneveld-index: 00473
Jaar ingebruikname: 1875
Architect: Meijer, P.
Huidige bestemming: gereformeerde kerk
Monument status: Rijksmonument 468530

Geschiedenis

Gereformeerd kerkgebouw. Zaalkerk in rondboogstijl, gebouwd 1875. Gepleisterde voorgevel met torentje. Gedrukt gestuct tongewelf. De totale stichtingskosten bedroegen Hfl. 9.400,-. Uitgebreid met zijvleugels in 1912 en gaanderijen in 1927, waardoor het totaal aantal plaatsen op ca 960 kwam. Door ruimere opstelling, aanpassing en modernisering van het bankenplan en het liturgisch centrum in 1972 is het aantal zitplaatsen verminderd tot maximaal 825. In 2004 werd de rechthoekige uitbouw, die tientallen jaren als vergaderzaal/consistorie dienst had gedaan, vervangen door een modern bijgebouw van 320m2.

foto. Jelle Visser. Dokkum.

In 2019 is de kerkzaal grondig gerenoveerd. Het plafond is vernieuwd, de muren zijn gestuct, alle kleuren zijn op elkaar aangepast en de lampen zijn vervangen door led verlichting. Alles is nu mooi in eenheid.

Noot: voor de ingebruikneming van de huidige kerk beschikte de kerkgemeente vanaf 1841 over een bescheiden kerkje, destijds gelegen vlak bij de huidige kerklocatie op de Jan Jochemsberg, ongeveer waar nu het oude kerkhof is. De stichtingskosten bedroegen Hfl. 1.600,-; de grond was gratis beschikbaar gesteld door een gemeentelid en tevens ouderling, de veenbaas G.J. Withaar en vele kerkleden verleenden hand- en spandiensten.

Omschrijving Rijksdienst

Gereformeerde kerk, beschermd vanwege het van oorsprong eenklaviersorgel gemaakt door Matthias Amoor in 1743 voor de Hervormde kerk te Raamsdonk. Dit orgel werd in 1850 verkocht aan de Hervormde kerk te Aartswoud en vandaar in 1884 overgeplaatst naar de Gereformeerde kerk te Berghuizen, die het instrument aankocht v oor fl. 500,-. In 1951 is het orgel gerestaureerd door K. Doornbos en uitgebreid met een rugpositief en een vrij pedaal van een register. Bij de laatste restauratie in 1978 door Flentrop bleven het rugwerk en het vrije pedaal gehandhaafd.

Orgelhistorie

Het kerkgebouw is beschermd vanwege het van oorsprong eenklaviersorgel gemaakt door Matthias Amoor in 1743 voor de Hervormde kerk te Raamsdonk. Dit orgel werd in 1850 verkocht aan de Hervormde kerk te Aartswoud en vandaar in 1884 overgeplaatst naar de Gereformeerde kerk te Berghuizen.

Daar hoort deze mooie historie bij: In de vergadering van de kerkeraad op 12 november 1883 deelde de president (ds Groenewegen) mee ‘dat de Wed.W. Geerts hem heeft laten weten dat zij 1000 gulden die zij aan de gemeente geleend had, aan de gemeente ten geschenke wenscht te geven met het doel om daarvoor een orgel te plaatsen in onze kerk. De vergadering heeft met eenparige stemmen besloten met dankbetuiging dat geschenk onder de gestelde voorwaarden aan te nemen’. Een van die voorwaarden was, dat de zaak over een jaar uitgevoerd moest zijn, dus werd er haast gemaakt. Een commissie kocht in Aartswoud (N.H.) een door Matthias Amoor (leerling van Arp Schnitger) in 1743 gebouwd orgel. Schipper L. de Haan uit Medemblik nam het vervoer aan voor Hfl. 45,-. De werkzaamheden in de kerk, zoals het maken van een galerij om het orgel te plaatsen, werden (met bijlevering van materialen) gegund aan de laagste inschrijver, timmerman Geert de Wit te Ruinerwold voor Hfl. 419,-. Dewijl smid H. van der Veen zegt dat hij geen prijsopgaaf van het ijzerwerk kan doen, is besloten hem dat zonder opgaaf te laten maken’. (Een lid van deze gemeente die mogelijk geheel of ten dele gratis zal hebben gewerkt). De Firma Proper en Van de Wetering te Kampen plaatst het orgel. De onderwijzer D. van Wijngaarden van Rees werd op verzoek van de kerkeraad de organist en Harm Kiekebos werd aangesteld als orgeltrapper in de kerk. Op zondag 8 juni 1884 is het orgel in gebruik genomen, "waarbij ‘alles' in de beste orde en tot genoegen is afgelopen."

In 1948 schreef de toenmalige organist/meester aan zijn kerkeraad o.a. “van al deze veranderingen in de kerk (aanbrengen zijvleugels in 1912 en galerijen in 1927), koude, vocht, stovendamp, kachel en centrale verwarming, heeft het ‘oude ding’ zich tot dusver niets aangetrokken”. Het orgel raakte echter meer en meer in verval en er werd een restauratieplan opgesteld. De uitvoering werd in 1951 opgedragen aan de Firma K. Doornbos te Groningen. Na diens overlijden voltooiden, na veel hindernissen, de heren K. Mateboer en P.J. Praat pas in het najaar van 1952 het werk. Ook werd toen het orgel uitgebreid met een rugpositief en een 16-voets pedaalregister (subbas). Mr A. Bouwman, orgelbouwkundige uit Amsterdam trad op als adviseur. Zijn onderzoek leverde op dat Matthias Amoor de maker was. Amoor werd geboren in Gdansk (toen nog Danzig geheten), werkte en woonde in Oost-Friesland en vestigde zich later als orgelbouwer in de stad Groningen. De orgelkas werd ontdaan van zijn verflaag (lichtblauw met bladgoud en witte engelen) en bleef nu onbeschilderd eiken. Het orgel was inmiddels door Monumentenzorg als een beschermd instrument aangemerkt. Het hoofdwerk van dit orgel is het enige gave exemplaar van de bouwer Matthias Amoor in Nederland met pijpwerk nagenoeg in originele staat. Voor de restauratie van het historisch gedeelte (het hoofdwerk) werd Rijkssubsidie ontvangen.

De restauratie had niet het gewenste resultaat. Onder adviseurschap van dr. M.A. Vente te Utrecht is een meer verantwoorde restauratie uitgevoerd. In 1974 werd aan Flentrop Orgelbouw te Zaandam de opdracht daarvoor geven, die daarmee in 1976 begon. De orgelkas werd opnieuw geschilderd in de oorspronkelijke kleuren: rood en goud en engelen in natuurlijke kleur. Naast het hoofdwerk werd ook het rugpositief en pedaal uit 1951 onder handen genomen. Op 25 oktober 1978 kon het orgel weer gebruik worden genomen. Monumentenzorg, de Provincie Drenthe, de gemeente Ruinerwold en het Prins Bernhardfonds droegen gezamenlijk ruim Hfl. 201.000,- bij aan deze restauratie en voor de kerkelijke gemeente resteerde een eigen bijdrage van Hfl. 61.100,-.

In 2011 kreeg het orgel een grondige schoonmaakbeurt en ook werden de noodzakelijke reparaties uitgevoerd, alles onder leiding van orgelbouwer en organist Jan Roeleveld.

De kerkelijke gemeente

De onvrede van vele orthodoxe gelovigen en predikanten over de vrijzinnige opvattingen en prediking in de Nederlands Hervormde Kerk leidde uiteindelijk tot een afsplitsing. Deze staat bekend als de ‘Afscheiding’, begonnen in oktober 1834 te Ulrum (Gn), waar ds. Hendrik de Cock predikant was. In Koekange en Ruinerwold werd dit voorbeeld al snel gevolgd. In Koekange werd op Hemelvaartsdag 28 mei 1835 -aanvankelijk door 22 mensen- ten huize van W. Jans Steenbergen, de ‘acte van Afscheiding of Wederkeering te Cokange’ (oude naam voor Koekange) getekend en werd een eigen ‘Christelijke Gereformeerde gemeente’ gesticht. Op 30 en 31 mei tekenden 44 personen afkomstig uit de verschillende buurtschappen van Ruinerwold ook een Afscheidingsakte en vond de stichting plaats van een 'Gereformeerde Christelijke Gemeente in de Bergen ten huize van G.J. Withaar te Weerwillige Bergen’ door ds. Hendrik de Cock, die ook in Koekange present was. Let op de verschillende benamingen die men koos.

Van huisgemeente naar kerkgemeente

In 1840 besloten de beide gemeenschapen intensief samen te werken bij het bouwen van een kerk(je) tussen de twee dorpen in, n.l. in ‘De Bergen’(voluit: Berghuizen) waartoe de al genoemde veenbaas Withaar, die ook ouderling was, een stuk grond beschikbaar stelde. Ook viel het besluit om samen een voorganger beroepen. Ten huize van Withaar vonden al jarenlang 'Oefeningen' plaats. Dat zijn huisgodsdienstoefeningen, waar het orthodoxe geloof hoog werd gehouden. Pas in 1842 verenigden Koekange en Ruinerwold zich formeel en materieel tot één kerkelijke gemeente. Maar eerder was er al het Koninklijk besluit nr. 99 van 2 september 1841 en werd het ingediende reglement goedgekeurd. Daarmee was de ‘Christelijke afgescheiden gemeente te Ruinerwold-Koekange’ zoals de naam ging luiden, eindelijk erkend. De hoge overheid keurde het woord ‘gereformeerd’ in de tenaamstelling echter niet goed.

Een paar jaar na de Afscheiding kwam er een eigen begraafplaats in ‘De Bergen’, vlak bij de plaats waar later de huidige kerk zou komen. Ook werd toegewerkt naar een eigen school, maar het duurde nog tot 1859 voordat er een eigen schoolgebouw met onderwijzerswoning was. Kerk, school, begraafplaats, alles bij elkaar. De school groeide, maar er was ook vraag uit Koekange en Ruinerwold. De afstand naar Berghuizen was toch wel erg groot. Er kwamen drie zelfstandige gereformeerde schoolverenigingen die elk eigen school gingen besturen. De kerk droeg de school in Berghuizen hieraan over. In 1908 kwam voor Ruinerwold en Oosteinde een school aan de Dijkmansweg/hoek Wolddijk. En ook in Koekange kwam de chr. school tot stand. Nog lang werden kinderen uitgescholden voor ‘Cocksianen’ en daar niet alleen. Met de afscheiding plaatste men zich min of meer buiten de (gesloten) dorpsgemeenschap. Een afgescheidene vond bv. niet altijd werk als boerenknecht bij een Hervormde werkgever. Volgens de volkstelling van 1849 behoorden 269 Ruinerwoldigers tot dit nieuwe kerkgenootschap op een totaal inwoneraantal van 1829; bijna 15%. Voor Koekange, als dorp deel uitmakend van de burgerlijke gemeente De Wijk geen aparte gegevens bekend. Totaal De Wijk: 170 ‘afgescheidenen’ op 2018 inwoners. In Ruinen ging het om slechts 88 mensen op een totaal van 2220. In 1892, het jaar waarin Afscheiding en Doleantie fuseerden, ging men krachtens kerkeraadsbesluit van 4 juli 1892 verder als Gereformeerde Kerk van Ruinerwold-Koekange (incl. de gereformeerde gelovigen in Ruinen en De Wijk).

Noot: de Doleantie was een tweede uittocht uit de Hervormde Kerk, begonnen in 1886 o.l.v. dr. Abraham Kuyper. De Doleantie maakte in Drenthe weinig opgang en bleef in hoofdzaak een provincie van de Afscheiding.

In 2004 fuseerden de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederand en de Evangelisch Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden tot Protestantse Kerk in Nederland (afgekort:PKN). De Gereformeerde Kerk van Ruinerwold-Koekange maakt daar deel van uit en telde in 2011 iets meer dan 1100 belijdende en doopleden. De gereformeerden in Ruinen echter maakten van die landelijke fusiesituatie gebruik door zich aan te sluiten bij de Protestantse gemeente Ruinen. Hun bescheiden kerkgebouwtje aan De Netten (oorspronkelijk gebouwd als kleuterschool 'De Hummelhof', verworven en verbouwd in 1971) werd verkocht.

In de media

  • Uit Weekblad 'De Bazuin' , 13 juni 1884

Den 8 Juni was ons een waar genot bereid. In tegenwoordigheid van eene groote schare werd ons orgel tot gebruik der gemeente overgegeven. Sprekende over Ps. 89:16a wees onze Leeraar J. Groenewegen op de muziek onder Israël; beschouwde het geklank der zilveren trompetten als aanduiding van de instellingen die God Zijn oude volk had gegeven en wekte allen op om naar het geklank van Gods Woord te hooren. De heer J. proper, neef van den heer Z. van Dijk, orgelmaker te Kampen, die ons orgel, dat tot aller genoegen is, geeft geplaatst en bij deze gelegenheid bespeelde, heeft door zijn voortreffelijke spel veel bijgedragen tot verhooging van onze vreugde. Moge nog lang ons orgel tot eer van God en tot stichting der gemeente dienst doen. Namens den kerkeraad der Christ. Ger.Gem. te Ruinerwold en Koekange A. Middelveld

Noot: Ondertitel van dit in 1853 opgerichte blad: Stemmen uit de Christelijke Afgescheidene Gereformeerde Kerk in Nederland. Kerk-, nieuws- en advertentieblad; (ten voordeele der Theologische School te Kampen).

  • Uit Reformatorisch Dagblad, 9 maart 2011.

Het orgel van de gereformeerde kerk in het Drentse Berghuizen (bij Ruinerwold) wordt opgeknapt. Over vijf weken moet de beurt klaar zijn. Het instrument stamt uit 1743, toen orgelbouwer Matthias Amoor voor de hervormde kerk van Raamsdonk een eenklaviers instrument bouwde dat qua front op de stijl van Schnitger lijkt. In 1850 werd het orgel overgeplaatst naar de hervormde kerk van Aartswoud. In 1884 verhuisde het naar Ruinerwold. Daar breidde orgelbouwer K. Doornbos het orgel in 1951 uit met onder andere een rugwerk. Later, in 1978, voegde de firma Flentrop een vrij pedaal met een Subbas 16’ toe.*) Ook werd het orgel weer in de oorspronkelijke roodbruine kleur geschilderd. Momenteel telt het instrument twintig stemmen. Destijds maakte weduwe Geerts het mogelijk dat het orgel naar Berghuizen kwam. Een achterkleinzoon, Wim Geerts uit Epe, wil als eerbetoon aan zijn familie het orgel weer in zijn volle glorie laten klinken. Daartoe geeft orgelbouwer Jan Roeleveld het orgel een grote schoonmaakbeurt. *) Het krantenbericht is op dit punt niet juist; het pedaalregister is al in 1951 geplaatst.

Het Nieuwsblad van het Noorden plaatst met een wat kortere tekst ook dit nieuwsfeit, maar voegt er nog aan toe: "Met een speciaal concert door de organisten Martin Zonneberg en Marjolein de Wit wordt zaterdag 3 september een hommage gebracht aan het gerestaureerde orgel en de schenkers van weleer. Initiatiefnemer is Wim Geerts."

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur

Belangrijkste bronnen

  • 'Opgaan naar de Berg(en)...' 170 jaar kerk- en schoolgeschiedenis Ruinerwold-Koekange van J. Moes, 2005;
  • 'Ruinerwold, rondgang door het verleden en heden',1991 Stichting Historie Ruinerwold, hoofdstuk 14, geschreven door Jac.v.d.Veen, een nazaat van smid H.v.d.Veen (1830-1926), die in 1884 aan het orgel werkte. Eigen waarnemingen.