Handelingen

's-Gravenhage, Nieuwe Laantjes 120 - Eben Haëzer

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Eben Haëzer
Genootschap: Geref. Gemeenten / Oud Geref. Gemeenten in Nederland
Provincie: Zuid-Holland
Gemeente: 's-Gravenhage
Plaats: 's-Gravenhage (Scheveningen)
Adres: Nieuwe Laantjes 120
Postcode: 2584RX
Sonneveld-index: 2046-16265-16266
Jaar ingebruikname: 1893
Architect: Kuipers, Roelof
Huidige bestemming: buiten gebruik
Monument status: Gemeentelijk monument

Geschiedenis

Belangrijk kerkgebouw zonder toren in neorenaissancestijl. In 2016 gesloten voor kerkdiensten, nu evangelisatie post.

Gemeente gesticht in 1871 als Oud-Geref. Gemeente, in 1933 overgegaan naar de Gereformeerde Gemeenten. Kerkgebouw uit 1890. Van 1890 tot 1921 Gereformeerde Kerk, met de naam Pniëlkerk. In 1921 aangekocht door de Oud-Gereformeerde Gemeente die de naam wijzigde in Eben Haëzer, gelijk aan die van hun vorige gebouw aan de Havenkade 19. Vanaf 9 oktober 1933 Gereformeerde Gemeente. De Oud-Gereformeerde Gemeente nam het kerkgebouw aan de Westduinweg in gebruik.

Gerestaureerd in 1964. 425 zitplaatsen. Ook ingang aan Keizerstraat 179.

Omschrijving

Deze eenbeukige kerk uit 1892 heeft een T-vormige plattegrond met aan de straatzijde puntgevels in neo-renaissancestijl. In de Oostelijke gevel bevindt zich een roosvenster met gemetselde tracering. Het hoofd volume wordt geflankeerd door paviljoens met hoge schilddaken. Het in de jaren ’60 witgepleisterde interieur bezit een houten overkapping met korbelen en trekstangen. Het gebouw was oorspronkelijk gebouwd voor de Dolerende kerk en heette toen Pniëlkerk. In 1921 is de kerk in gebruik genomen door de Oud-Gereformeerde Gemeente. Sinds 1933 is de Gemeente aangesloten bij de Gereformeerde Gemeenten. Dit kerkverband is in 1907 ontstaan uit het samengaan van gemeenten die zich in de loop van de 19e eeuw van de Nederlandse Hervormde Kerk hadden losgemaakt. In 2001 werd door orgelbouwer Scheuerman het Van der Zwan-orgel uit 1964 vervangen door het elektro-pneumatische kerkorgel van Fonteijn en Gaal, afkomstig uit de kerk van de Gereformeerde Gemeente in Den Haag-Zuid. De heer A.J. den Heijer ontwierp en plaatste het orgelfront.

Omschrijving Monumentenzorg Den Haag

Eenbeukige kerk op T-vormige plattegrond, gebouwd in neorenaissance- stijl door Roelof Kuipers in 1892.

Aanvankelijk bedehuis voor de Dolerende kerk - het gebouw heette toen Pniélkerk - en in 1921 aangekocht door de Oud-Gereformeerde Gemeente. Sinds 1933 in gebruik voor de Gereformeerde Gemeente. De Voorgevel aan de Nieuwe Laantjes is een bakstenen puntgevel met geverfde deklijst op voluutconsoles aan de uiteinden. Het grote rond- boogvenster, voorzien van bakstenen traceringen, wordt geflankeerd door plat te steunberen met kleinde frontons als bekroning. Onder het venster drie kleine ramen met middendorpels en geprofileerde hoofdgestellen waarboven ontlastingsbogen. Aan weerszijden paviljoenvormige zijvleugels, elk met een deur onder hoofdgestel met fronton en drie gekoppelde rondboogvensters met negblokken. Deze zijvleugels dragen met leien gedekte spitsen. De gevel aan de noordzijde is blind, In de oostelijke gevel bevindt zich een roosvenster met gemetselde tracering. De kerk heeft een leien zadeldak dat aan de oostzijde wordt afgesloten door een puntgevel. De dakvlakken worden onderbroken door dakkapellen. De kerk heeft een witgepleisterd interieur met een in hout uitgevoerde, geknikte kapconstructie met spanten op door trekstangen verbonden korbelen tegen muurstijlen die rusten op stenen voluutconsoles. Het interieur is gewijzigd in 1947 en 1963, waarbij de kap een grijze beschildering kreeg en het oorspronkelijke meubilair in neo-renaissancestijl (banken, kansel en orgel, lichtarmaturen) verdween. De galerij aan de west zijde behield zijn ijzeren Toscaanse zuiltjes. De Eben Haëzerkerk vormt met de Nieuwe Kerk aan de Duinstraat het enige paar voorbeelden van de kerkelijke neorenaissancestijl in de gemeente Den Haag, dat nog voor de eredienst in gebruik is.

Kerkgebouw van algemeen belang voor de gemeente 's-Gravenhage wegens zijn schoonheid en zijn architectuur-historische waarde.

In de media

  • Uit Reformatorisch Dagblad, d.d. 26 januari 2018

Na 127 jaar worden er geen kerkdiensten meer gehouden op Nieuwe Laantjes 120 in Scheveningen. De gereformeerde gemeente ging samen met die in Den Haag. Dat lag gevoelig, dus beide gebouwen werden nog drie maanden beurtelings gebruikt. Sinds 1 januari is de Scheveningse Eben-Haëzerkerk gesloten. Dat vervult kostersechtpaar Camphens met weemoed. „Lange tijd duwden we het van ons af: dat de kerk zou dichtgaan, hebben we ons nooit echt kunnen voorstellen.” Het einde kwam geleidelijk. „We hielden steeds vaker samen diensten”, zegt koster Y. S. Camphens (69). „Na de eerste zondag waarop er hier geen kerkdienst was, vroeg de koster van de baptistengemeente tegenover ons voorzichtig of er problemen waren. We wensten elkaar vaak een goede dienst.” Beide gereformeerde gemeenten waren kleiner geworden doordat leden de stad uittrokken, en in Den Haag ook door vergrijzing. „Ook met beide gemeenten samen zit het hier lang niet vol”, zegt het echtpaar in de kerk waar ze sinds 5 augustus 1981 „kosterden.” Ze blijven het gebouw beheren. „De zangvereniging zit hier nog. En de -12 die we samen met de christelijke gereformeerde kerk hebben. In Den Haag moet de vloer worden gerepareerd, dus dan zullen we hier wel weer kerk houden. Er wordt over nagedacht of het gebouw voor evangelisatie kan worden ingezet. De kanselbijbel is ook niet gesloten.” Bedstede In Den Haag is Camphens nu hulpkoster. Het kosterschap wees het echtpaar af. „Dan hadden we naar de kosterswoning van Den Haag moeten verhuizen.” Ze bleven in het huis tegen de achtermuur van de Scheveningse kerk. „Het waren twee huisjes, ouder dan het kerkgebouw. Die zijn samengevoegd en in de bedstede werd een keukentje gemaakt. Later is de bedstee weggebroken”, zegt M. W. Camphens-van der Toorn. Ze is hier geboren, „in de voorkamer.” En ze groeide hier op. „De gemeente was ons tweede gezin.” Vader W. van der Toorn was vier jaar diaken, daarna precies 30 jaar koster. „Wij namen het werk van hem over.” De herinneringen zijn veel. „De kerk was soms zo vol dat de mensen op het trapje van de kansel zaten.” De klederdracht: „een zee van witte mutsen.” Gezelschap na de dienst. „Dan zat de kosterswoning vol.” De koster kon toen nog niet binnendoor naar de kerk; hij moest een eind omlopen. „Er zat een gaatje in de muur tussen onze keuken en de ouderlingenbank. Daardoor riepen we: Pap, eten!”

Modern interieur

Zaalruimte was er niet. „Soms vergaderde de kerkenraad in onze voorkamer; de schuifdeur dicht. Als we ’s morgens beneden kwamen, rook het nog naar sigaren.” Later werd een consistoriekamer gebouwd op de plaats van de paardenstal, en de oude consistorie werd garderobe. Het gezin Camphens groeide, en daarom kreeg de consistoriekamer een extra verdieping, met drie slaapkamers. Vader Van der Toorn verzorgde het onderhoud, met name het schilderwerk. Ook aan het verenigingsgebouw dat in 1969 op het hofje achter de consistoriekamer werd gebouwd, nadat daar huisjes waren afgebroken. „Eerder was er weleens een vergadering op het podium voor de kansel.” Het kerkinterieur werd in 1963-1964 vervangen. „Alles strak en recht, naar de mode van die tijd”, zegt Camphens. Later is het aantal banken verkleind. Het orgel komt uit de kerk van Den Haag-Zuid, die al eerder dicht ging. „Ons vorige orgel was een beetje schreeuwerig.” Via een laddertje kan de koster het orgel in, want daar zit de zoldertrap. Een afgebladderde kroonluchter die hij op de vliering vond, hangt nu in zijn keuken. Herinneringen. En nu is het voorbij. „Loslaten gaat ons aan het hart.”

Scheveningers kochten kerk tweemaal

Pniëlkerk heette het bedehuis tussen Nieuwe Laantjes en Keizerstraat nadat het in 1890 door de dolerenden op een zandplaat werd gebouwd. Waarschijnlijk zijn houten vloerdelen van bomschuiten als fundering gebruikt, zonder dat er is geheid. De oud gereformeerden namen het gebouw in 1921 over en gaven het de naam van hun vorige kerk: Eben-Haëzerkerk. De meerderheid sloot zich in 1934 aan bij de Gereformeerde Gemeenten. Die raakte het bedehuis in 1938 door een rechterlijke uitspraak kwijt, maar kon er blijven kerken door het van de oud gereformeerden te kopen. Die gemeente heet in de volksmond overigens nog altijd Hennephofkerk, naar de predikant die er van 1934 tot 1945 stond. Voor de fusie met Den Haag slonk de gereformeerde gemeente van 450 tot 150 leden.

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur