Handelingen

,s-Gravenhage, Nassaulaan 12 - Willemskerk (1856 - 1962)

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Willemskerk
Genootschap: Ned. Hervormde Kerk
Provincie: Zuid-Holland
Gemeente: 's-Gravenhage
Plaats: 's-Gravenhage
Adres: Nassaulaan 12
Postcode: 2514JS
Sonneveld-index: 01991
Jaar ingebruikname: 1856
Architect: Brouwer, G.
Huidige bestemming: kantoorruimten
Monument status: Rijksmonument 17788

Geschiedenis

Buiten gebruik als kerk in 1962, nu kantoor na verbouwing. Daarbij is de grote, imposante ruimtewerking geheel verloren gegaan.

Oorspronkelijk gebouwd als manege, in 1853 door Willem III aan de Hervormde Gemeente geschonken en na een verbouwing door E. Saraber, waarbij o.a. de toren van een klokkenverdieping werd voorzien, in 1856 als kerk in gebruik genomen. Met uitzondering van de toren en de voorgevel in 1971-1972 gesloopt. Rechthoekig gebouw in de trant van de Engelse neogotiek met aan de Nassaulaan baksteengevel met spitsboogvensters, waarin bakstenen laatgotische traceringen. Steunberen bekroond door pinakels. Voor het midden van de gevel een vierkante toren zonder spits met polygonale beren op de hoeken. Gepleisterd interieur met galerijen op dunne, ijzeren zuilen, gestucadoord houten stergewelven met zeer vlakke welvingslijn. De neogotische kansel kreeg een nieuwe bestemming in de Grote Kerk te Vlaardingen.

Geschiedenis vervolg

Manege

In 1840 besteeg Willem II (1792-1849) de troon. Al voor die tijd kocht hij een stuk land buiten de stadsingels van Den Haag om er te kunnen paardrijden. Hij liet er een Engelse tuin aanleggen, die later het Willemspark genoemd werd. Langs de noordzijde bouwde hij in 1845-1846 een manege en in 1846 kwam er een aantal huizen naast voor de officieren van de Frederikskazerne. De manege kreeg een neogotische gevel, een stijl die Willem II in Engeland had gezien, met spitsboogvensters. Het is onzeker wie de architect was, G. Brouwer Sr. of J.G.W. Merkes van Gendt.[1] De aannemer was Johannes Engelbertus van Ellinkhuizen. Van de manege liep een rechte laan met linden (de huidige Sophialaan) door het park naar de Noordmolen aan de Zeestraat. Op 26 mei 1845 legde prinses Sophie de eerste steen. Al voordat de manege werd opgeleverd gaf koning Willem II de aannemer Van Ellinkhuizen de opdracht aan weerszijden van de manege in totaal 22 woningen te bouwen, de huidige Nassaulaan. Niet lang na het overlijden van zijn vader in 1849 verkocht koning Willem III het Willemspark aan de gemeente Den Haag, die er een villapark wilde aanleggen. Willem III kon de dure manege niet in stand houden en schonk die in 1853 aan de Nederlandse Hervormde Kerk. De stallen werden in 1856 als kerkgebouw in gebruik genomen. De verbouwing werd ontworpen door architect Elie Saraber (1808-1878). De kerk had 2.086 zitplaatsen en was daarmee lange tijd de kerk met het grootste aantal zitplaatsen van Nederland. Het doopvont, de preekstoel en het avondmaalservies waren het ontwerp van de Architect des Konings H.F.G.N. Camp. De toren kreeg een verdieping voor de kerkklokken. De koninginnen Wilhelmina en Juliana zijn in deze kerk gedoopt.

  • (Bron:Wikipedia)

Orgels

Kam-orgel

In 1856 werd voor de Willemskerk een orgel gemaakt door de Rotterdamse orgelbouwer W.H. Kam. Het had drie manualen, 43 registers en een vrij pedaal. Het gold blijkens de loftuitingen als een instrument van topkwaliteit.[2] In 1929-1930 onderging het een grondige restauratie en uitbreiding, waarbij de mechanische tractuur aangevuld werd met een elektro-pneumatische.

Bätz-orgel

Er kwam in 1949 een tweede orgel, dat uiterlijk opviel door de opstelling van de pijpen in een U-vormige ronding. Het was in 1841 gebouwd door Jonathan Bätz van de Utrechtse orgelbouwersfirma Bätz & Co voor de Gotische zaal van het Paleis Kneuterdijk, en in 1855 overgebracht naar de Koninklijke Muziekschool (het latere Koninklijk Conservatorium) aan de Prinsegracht. Van 1883 tot 1949 stond het in de nieuwe concertzaal van het conservatorium, dat inmiddels was verhuisd naar de Korte Beestenmarkt. Het orgel, met twee manualen en 18 registers, had een vrij pedaal gekregen en het nevenwerk was in een zwelkast geplaatst. Het kwam naar de Willemskerk omdat de Koninklijke Zangvereniging Excelsior een repetitieorgel nodig had.

Sluiting

Na 1950 liep het aantal kerkgangers sterk terug, onder meer doordat de omgeving geleidelijk veranderde van een woonwijk in een werkgebied met veel kantoren. Op 1 januari 1962 sloot de Hervormde Gemeente de Willemskerk. Het doopvont en het avondmaalservies werden overgebracht naar de Vredeskapel in de Malakkastraat in Den Haag. De preekstoel kwam terecht in de Grote Kerk te Vlaardingen. Het koororgel van Bätz stond van 1965 tot 1984 in de Sionskerk in Haarlem, maar is in 1990 teruggeplaatst in de Gotische zaal van het paleis aan de Kneuterdijk (inmiddels de zetel van de Raad van State), waarvoor het oorspronkelijk is gebouwd. Voor het hoofdorgel van Kam werd geen koper gevonden en in 1965 werd het gesloopt door de firma Pels & Van Leeuwen, die delen van het pijpwerk opnieuw gebruikte bij de revisie van het orgel van de Hervormde kerk in Meerkerk.

Kantoor

In 1971 werd de Willemskerk afgebroken met uitzondering van de toren en de gevel. Er werd een kantoorgebouw achter de gevel gebouwd, dat in 1975 werd geopend door kroonprinses Beatrix. Het kantoorgebouw werd de Willemshof genoemd. Gebruiker zijn de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en een aantal daaraan gelieerde verenigingen, zoals de Wethoudersvereniging, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en de Vereniging van Gemeentesecretarissen. In 2008 werd het kantoor aangepast aan nieuwe wensen en eisen door architect Freek Claessens. De monumentale voorgevel werd weer zichtbaar door het hele pand. Op 22 september 2009 volgde de officiële opening door (opnieuw) koningin Beatrix.

Bijzonderheden

Op de gevel zijn drie gevelstenen ingemetseld met de teksten W anno 1846 II, Door Willem III geschonken in 1853 en Tot kerk verbouwd in 1854-1856. Op 4 juni 2012 werden twee glazen zuilen, ontworpen door Jan van Nuenen, bij het gebouw geplaatst. Op de zuilen staat de geschiedenis van het complex weergegeven. Ze staan op de hoek van de Nassaulaan en de Sophialaan, in het verlengde van de paardenkastanjes, die er in 1936 geplant werden nadat de iepen uit 1846 aan de iepenziekte waren bezweken.

  • Bronnen, noten en/of referenties

1.↑ De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noemt Brouwer als de architect, maar vermeldt ook een foutief bouwjaar (1895) voor de manege, zie hier.

Monumentomschrijving Rijksdienst

Voormalige Willemskerk, in 1895 gebouwd als manege naar ontwerp van G. Brouwer Sr.

In de media

  • Uit Het Vaderland, 14 juni 1928.

Men schrijft ons: In de Willemskerk aan de Nassaulaan staat een schitterend orgel, bestaande uit 3 klavieren en vrij pedaal, 43 sprekende stemmen en vele honderden pijpen. Dit pijpenmateriaal is van zoon uitstekende samenstelling, dat deskundigen in Nederland verklaard hebben, dat er registers bij zijn, die heden wel f 3000 zouden moeten kosten. Dit orgel nu, in 1850 gebouwd, begint langzamerhand gebreken te vertonen, waardoor het niet in zijn geheel bruikbaar is. De soloregisters (de mooiste van het orgel) zijn bij de minste temperatuurswisseling onbruikbaar. De speelaard behoeft dringend voorziening, aangezien de toetsen niet gelijkmatig nedergaan. Zooveel mogelijk wordt natuurlijk gedaan om deze gebreken te ondervangen, maar de resultaten zijn bedroevend. De organist der kerk, de heer Willem Hubert Jr. (giro 108412), heeft aan verschillende bekwame orgelbouwers in Nederland een onderhoud verzocht en deze zijn eenparig van oordeel, dat het instrument schitterend is. Door sommigen wordt het een monument genoemd. Wanneer nu dit orgel volgens moderne wijze gerestaureerd zou worden, waardoor het een der mooiste van geheel Nederland wordt, is hiervoor een bedrag van f 8500 noodig. Dit bedrag bij elkander te brengen, heeft de organist zich voorgesteld. Kerkvoogden hebben direct ruim f 2OOO toegezegd en een dame heeft al f 1000 gezonden. Dr. Den Hertog beeft in de Jeugddienst gewezen op de noodzakelijkheid, dat dit prachtige orgel tot zijn recht moet komen, waarop zich een 30-tal dames en heeren aangemeld hebben, met het doel, voor deze restauratie te collecteeren.

  • Uit Het Vaderland, 22 april 1929.

Zooals wij indertijd berichtten, is de organist der Willemskerk de heer W. Hubert er in geslaagd, kerkvoogden te bewegen tot restauratie van dit prachtinstrument, in 1856 door den orgelbouwer Kam geplaatst, over te gaan. In overleg met den orgelbouwer werd het zg. Barkersysteem gekozen waarbij het orgel half pneumatisch, half mechanisch zou worden verbouwd. Hiervoor waren echter toestellen noodig welke te groot van omvang bleken om in de kast, met 43 sprekende stemmen, te worden geplaatst. Men stond dus voor de keus dit systeem toe te passen en daaraan eenige registers op te offeren of een ander plan te beramen. Dit laatste is nu geschied. De firma G. v. Leeuwen te Leiderdorp aan wie het werk is opgedragen heeft kerkvoogden thans een systeem voorgelegd, dat in overleg met den organist hun goedkeuring kon wegdragen, nl. het toepassen van electriciteit op de drie klavieren. Het registreeren blijft dan mechanisch. Hierdoor behoeft niets van het inwendige van het orgel opgeofferd te worden. Het geluidvolume blijft intact en de organist krijgt volop gelegenheid het instrument op moderne wijze te bespelen. Daartoe zullen een 14-tal koppelingen worden aangebracht. Naast het orgel wordt van de tribune een gedeelte afgenomen waar behalve voor de speeltafel, ruimte voor het opstellen van een klein koor gewonnen wordt. De totale kosten zullen thans f 10.500 bedragen waaraan nog een bedrag van ruim f 3.500 ontbreekt Dat deze uitgave volkomen gewettigd is moge blijken uit het feit, dat het aanwezige materiaal geschat wordt op pl.m. f 50.000. De prijs van een modern kerkorgel van gelijke dispositie bedraagt nog geen f 20.000. Het orgel wordt geleidelijk verbouwd, zoodat het niet aan den dienst onttrokken behoeft te worden.

  • Uit Het Vaderland, 19 december 1930.

Bijgewoond door een breede schare belangstellenden -— de Willemskerk was bijna geheel gevuld — had gisterenavond de inwijding plaats van het nieuwe, of liever gezegd, belangrijk vernieuwde orgel in de Willemskerk. Ds. Straatsma opende met een kort woord deze plechtigheid, waarna de gemeente zong Gezang 194 vers 1. Daarna was de beurt aan den organist, den heer Hubert, die als beginnummer gekozen had de bekende Toccata en Fuga in d Dorisch (en niet, zooals het programma vermeldde in d moll). De verdere stukken, waarmede hij solieerde en ons het vernieuwde instrument in alle nuanceeringen liet hooren, waren de „Suite gothique" van L. Boëllmann. Choral-Vorspiel "Es ist ein Ros' entsprungen" van J. Brahms en tot slot het «Hallelujah" van Händel. De heer Hubert houdt blijkbaar van vlugge, soms van haastige tempi, hetgeen met altijd aan zijn spel ten goede komt. Zoo werden de filigram-figuren in Bach's Toccata onduidelijk door het vlugge tempo; hetzelfde kon getuigd worden van het laatste deel van Volckmann's Suite, de Toccata; de Fuga van Bach had ik gaarne zonder 16-voet willen hooren; wij kregen door het gebruik daarvan geen duidelijk exposé van het thema. Niettemin heeft de heer Hubert zich doen kennen als een organist, die er wezen mag; hij beheerscht zijn instrument volkomen, en dit is geen geringe taak. Want het aantal registers is belangrijk uitgebreid en de tijd om zich met al die nieuwe geluiden vertrouwd te maken was niet zoo heel lang. In het Choral-Vorspiel van Brahms en in het Gebed (3de gedeelte) van Boëllmann kregen wij mooie geluiden en fijngevoelige registratie te hooren De heer Hubert had zich verzekerd van de medewerking van twee Scheveningsche koren, waarvan hij directeur is en die onder zijn leiding hun beste beentje voorzetten en veel bijdroegen tot het welslagen van dezen inwijdingsavond: de gemengde koren zongen heel beschaafd. Een apart compliment verdient het mannenkoor voor het zingen van „Ecce nuomodo morilur" van Händel: dit maakte door zijn fraaie uitvoering een diepen indruk op alle aanwezigen. In de rede die Ds. Straatsma hield, wenschte hij allereerst de Kerkvoogden geluk met het „nieuwe orgel", daarna kreeg de organist een goede beurt; hij memoreerde dat de heer Hubert reeds lang de vernieuwing had voorbereid en er zich veel moeite voor had gegeven; Ds. Straatsma wenschte in 't bijzonder den heer Hubert hartelijk geluk met zijn koninklijk instrument: Hij is zijn plaats op het orgel volkomen waard" en Ds. Straatsma is zeer verheugd dat hij den heer Hubert Zondags van aangezicht tot aangezicht kan zien. Tenslotte feliciteerde hij zichzelf en daardoor tevens zijn collega's die tot zijn spijt niet aanwezig konden zijn wegens de drukke dagen vóór Kerstmis. Hij eindigde zijn rede met de woorden: God geve zijne Gemeente een nieuw lied! In 't kort mogen hier de voornaamste veranderingen, die het orgel onder de vakkundige leiding van den orgelmaker, den heer Van Leeuwen, heeft ondergaan, vermeld worden. Door de restauratie is het orgel mechanisch electrisch-pneumatisch geworden: de abstracten (houten trekkers) zijn geheel vervallen; de trekregisters zijn intact gebleven, doch enkele wipregisters en drukknopjes zijn aan de reeds bestaande registers toegevoegd. Verschillende koppelingen zijn er bijgekomen, als: super- en sub-octaafkoppel, een automatische pedaalomschakelaar en pedaal-vulstemmen-knop. De bovenste twee klavieren zijn in zwelkasten geplaatst, hetwelk het crescendeeren mogelijk maakt; van het derde klavier zijn de Viola en de Vox humana vernieuwd. De speeltafel, die zich vroeger achter het orgel bevond, is nu opzij geplaatst, waardoor de organist den geheelen dienst goed kan volgen. Door het nieuwe mechaniek is het orgel zeer goed bespeelbaar, hetgeen ondergeteekende persoonlijk heeft beproefd, tot zijn groote ingenomenheid. Het geheel klinkt machtig in de tutti en liefelijk in de pp. Wij besluiten met den wensch dat de heer Hubert nog vele jaren van zijn nu mooie instrument zal mogen genieten en dat zijn spel veel zal mogen bijdragen tot de verheffing van het godsdienstig leven.

Externe link

Afbeeldingen