Amsterdam, Bruinistengang - Bruinistenkerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam object: | Bruinistenkerk (Turksche Wacht) |
Genootschap: | Brownist Church |
Provincie: | Noord-Holland |
Gemeente: | Amsterdam |
Plaats: | Amsterdam |
Adres: | Bruinistengang (Bestaat niet meer) |
Postcode: | |
Sonneveld-index: | - |
Jaar ingebruikname: | 1668 |
Architect: | |
Huidige bestemming: | Gesloopt |
Monument status: | Geen |
Geschiedenis
De Bruinistenkerk (Brownist Church in het Engels) was een afsplitsing van de Engelse Puriteinen die ontstond in de late 16e eeuw. Ze werden geleid door Robert Browne, een voormalige Anglicaanse priester, en ze werden genoemd naar hem als "Brownists". De Bruinisten waren streng in hun interpretatie van de Bijbel en verwierpen de hiërarchie en het kerkbestuur van de Anglicaanse Kerk. Ze geloofden dat elke lokale gemeente haar eigen geestelijke moest kiezen en dat de kerkelijke hiërarchie en andere kerkelijke instituties moesten worden afgeschaft. Ze waren ook tegen de staatskerk en vonden dat religie een persoonlijke aangelegenheid was tussen elk individu en God.
De Turksche Wacht of Bruinistenkerk stond bij de verdwenen Bruinistengang, tussen de Barndesteeg en de Huidenvettersloot. Hij was gebouwd in 1668 op het terrein van het voormalige Minderbroedersklooster, als opvolger van een zes jaar eerder door brand verwoeste kerk aan de Lange Houtstraat op Vlooienburg. Het pand had een grote hoofdingang en hoge kerkramen, maar was niet zichtbaar vanaf de Barndesteeg. De gang die naar de ingang voerde kreeg de naam Bruinistengang. In 1701 telde de Bruinistenkerk nog maar vijf leden: een ouderling, een diaken en drie broeders, die zich aansloten bij de Presbyterianen van de Begijnhofkapel. Het gebouw verkochten ze aan de Nederduits Gereformeerde Diaconie.
In 1714 kwam het in bezit van Heiliger Jacob Wunder, die het pand liet vertimmeren tot vele kleine wooneenheden verspreid over vier verdiepingen. De huurders behoorden zonder uitzondering tot de zelfkant van de maatschappij. Het merendeel was werkloos en leefde bij de dag. Aan onderhoud werd niets gedaan; de vroegere kerk verpauperde.