Handelingen

Arnhem, Rosendaalseweg 700 - Jozef

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Jozef
Genootschap: Rooms Katholieke Kerk
Provincie: Gelderland
Gemeente: Arnhem
Plaats: Arnhem
Adres: Rosendaalseweg 700
Postcode: 6824KS
Sonneveld-index: 11008
Jaar ingebruikname: 1929
Architect: Beers, H.C.M. van
Huidige bestemming: skatepark (vanaf 2011)
Monument status: Gemeentelijk monument


Geschiedenis

Imposant, kolossaal, beeldbepalend kerkgebouw met dakruiter. Gesitueerd op een heuvel in het noordoosten van Arnhem. Vermoedelijk het grootste kerkgebouw naar ontwerp van architect Van Beers.

Na de R.K. St. Nicolaaskerk in Presikhaaf en de R.K. Verrijzeniskerk op Alteveer is nu ook de R.K. Sint Josephkerk (1929, H.C.M. van Beers), verkocht. De kerk is in 2005 gesloten, maar blijft hoogstwaarschijnlijk staan en zou wel eens de studio van Radio en TV Gelderland kunnen worden. Verder kunnen er bij de kerk nog woningen komen. Wanneer dit plan werkelijkheid gaat worden is nog niet helemaal duidelijk. De banken zijn verkocht aan de Hersteld Hervormde Gemeente te Wijk en Aalburg. Het in Cararamarmer uitgevoerde altaar is geschonken aan een kerk in Libanon. (57-07/59-08), In november 2011 is de leeggehaalde kerkruimte in (tijdelijk) gebruik genomen als "skatehal", in principe tot 2015. In 2020 ontstaan plannen om de kerk om te bouwen tot supermarkt.

Inleiding

Rooms Katholieke SINT JOZEFKERK, in 1928 gebouwd naar ontwerp van architect H.C.M. VAN BEERS. De onderbouw dateert uit 1924. De opzet van de kerk en de bouwstijl zijn in hoge mate ontleend aan de gotische vormentaal (basilicaal schema, spitsbogen, steunberen, dakruiter) en voorzien van een expressionistische detaillering in kleur- en materiaalgebruik (polychroom siermetselwerk). De georiënteerde kerk is overhoeks gesitueerd op de hoek van de Rosendaalseweg en de Kloosterstraat en heeft een voorplein. De kerk maakt onderdeel uit van een rooms katholiek parochiecomplex uit het tweede kwart van de twintigste eeuw, dat omsloten wordt door de Rosendaalseweg, Kloosterstraat en Vondelstraat en verder bestaat uit: een pastorie, klooster, scholen en parochiehuis. Alleen de kerk wordt van rijkswege beschermd.

Omschrijving

Driebeukige basilicale KRUISKERK bestaande uit: een voorbouw van twee traveeën, een driebeukig schip van vier traveeën, een diep dwarsschip, een koor van één travee en een recht gesloten absis van vier traveeën. Deze in hoogte klimmende bouwdelen worden elk afzonderlijk overkapt door een zadeldak. De voorbouw en de absis zijn even breed en hebben dezelfde nokhoogte. Hetzelfde geldt voor het schip en het koor. Het dwarsschip is het breedste en hoogste bouwdeel en heeft midden op de nok een achtzijdige dakruiter met koper bedekte spits. De kerk heeft kortom een naar het centrum toe in hoogte klimmende, en in de breedte uitdijende bouwmassa. Het zadeldak van het dwarsschip heeft in beide dakschilden een aangekapt lager zadeldak. De zijbeuken van het schip en het dwarsschip hebben per travee een zadeldak (nokken haaks op de zijgevels van de kerk). Rechts van de absis, aan de zuidzijde, bevindt zich de sacristie (zadeldak) en rechts van de voorbouw een kapel. Sacristie en kapel liggen in het verlengde van de zijbeuk en bevinden zich binnen de gevellijn. De geplande toren links van de voorbouw, aan de noordzijde, is nooit gebouwd.

Alle daken zijn belegd met leien in Maasdekking. De zadeldaken van de voorbouw, het middenschip, de absis en de sacristie zijn voorzien van houten dakkapellen met vierruits draairaam, uitkragend zadeldakje met schildeind (leien) en gekrulde piron.

De bakstenen gevels (bruin-rood) zijn in Vlaams verband gemetseld, hebben een tweedelige bakstenen plint in kruisverband met twee kunststenen waterlijsten en worden afgesloten door uitgemetselde rollagen. De zijgevels worden geleed door zich verjongende steunberen en hebben bloktandlijsten in gele baksteen onder de afsluitende rollagen.

VOORBOUW. De symmetrisch ingedeelde voorgevel heeft in de eerste bouwlaag een inpandig portiek met drie spitsboogopeningen en in de tweede bouwlaag een groot spitsboogvenster met natuurstenen vorktracering. Portiek en venster zijn gevat in een spitsboogvormig spaarveld. De bakstenen pijlers van het spitsboogportiek steunen op achtzijdige zandstenen basementen en zijn aan de voorzijde voorzien van zandstenen muursculpturen: de aartsengelen S. Michael met zwaard en schild (links) en S. Raphael met staf (rechts). De dagkanten en de archivolten van de spitsboogopeningen springen drie maal in. Het inpandige portiek heeft een leien tegelvloer, een zandstenen plint met kunststenen waterlijsten, rood bakstenen muurwerk in Noors verband, gordelbogen in bruin-rode baksteen een drie kruisgewelven in gele baksteen. In het verlengde van de spitsboogopeningen bevinden zich drie identieke ingangen: dubbele opgeklampte deuren van verticale delen en smeedijzeren beslag, kunststenen lateien met vers-opschriften, spitsboogvormige bovenlichten met vorktracering. De zijwanden van het portiek worden geleed door een spitsboogstelling op twee zandstenen zuilen en hebben in het midden een opgeklampte spitsboogdeur. In de rechter wand is een steen ingemetseld met het opschrift: 'Deze steen is gelegd op den feestdag van den heiligen Jozef, patroon dezer kerk 1928'.

Boven het portiek zijn twee natuurstenen vierkante blokken ingemetseld met voorstellingen in reliëf: links de Ark van Noach, en rechts het schip van Petrus. Het grote glas-in-lood spitsboogvenster op de verdieping is voorzien van vorktracering en een vier maal inspringende bakstenen omlijsting. De topgevel heeft bovenin een rechthoekige opening met schoepen en wordt afgesloten door twee uitgemetselde rollagen en natuurstenen schouders en topbeëindiging (met kruis).

De rechter zijgevel van de voorbouw heeft vijf kleine glas-in-lood spitsboogvensters; de linker zijgevel heeft twee van dergelijke vensters.

SCHIP. De zijgevels van de zijbeuken hebben per travee drie gekoppelde glas-in-lood lancetvenstertjes en een afsluitende topgevel met ingemetselde natuurstenen blokjes. De lichtbeuk van het middenschip bestaat per travee uit één groot spitsboogvenster met vorktracering.

DWARSSCHIP en KOOR. De zijgevels van de zijbeuken hebben per travee drie gekoppelde glas-in-lood lancetvenstertjes en een afsluitende topgevel met ingemetselde natuurstenen blokjes. In het dwarsschip bevindt zich boven de zijbeuken een groot spitsboogvenster met vorktracering en aan weerszijden een ingemetselde natuurstenen blok. Het koor heeft eenzelfde venster in een kleinere variant.

ABSIS. De linker zijgevel heeft een lichtbeuk van glas-in-lood spitsboogvensters met vorktracering. Onder de lichtbeuk bevinden zich per travee drie gekoppelde glas-in-lood spitsboogvenstertjes. De blinde achtergevel heeft in het midden een ondiepe, spitsboogvormig afgesloten nis waarin een polychroom beschilderd reliëf van Jozef met Christuskind op de arm. De boog heeft een omlijsting van zeven koppenlagen. De uitkragende sluitsteen, waterlijsten en kraagsteen zijn van natuursteen. De SACRISTIE tegen de rechter zijgevel van de absis heeft in de rechter zijgevel drie gekoppelde spitsboogvensters met vorktracering en twee kleine spitsboogvensters. De achtergevel heeft twee gekoppelde lancetvensters, één enkele en twee gekoppelde spitsboogvenstertjes.

De tweelaags ONDERBOUW bevindt zich ter plaatse van het dwarsschip, koor en absis. De overgang tussen boven- en onderbouw wordt gemarkeerd door twee waterlijsten. De onderbouw is voorzien van een groot aantal rechthoekige, samengestelde vensters in diverse afmetingen met vaste tussendorpels en stijlen. De roedenverdeling is voornamelijk horizontaal. Naast de ingang in de linker zijgevel is een steen ingemetseld met het opschrift: 'XVIII oct. MCMXXIV'. Het gedeelte van de achtergevel onder de sacristie heeft een paneeldeur met luifel en spitsboog-bovenlicht, twee gekoppelde lancetvensters en twee maal twee gekoppelde spitsboogvensters. De kerk heeft een zeer rijk uitgevoerd INTERIEUR. Alle ruimtes worden overspannen door in gele baksteen gemetselde graatgewelven in diverse varianten: enkele en gekoppelde (zesdelige-) kruisgewelven en stergewelven. De muuropstand bestaat uit een lichtbeuk en een spitsboogarcade op bakstenen kruispijlers en zandstenen zuilen, die via gordelbogen de druk van het gewelf opvangen. Tussen pijler/zuil en gordelboog bevinden zich blokvormige kraagstenen met daarop gestileerde voorstellingen van de tien geboden. De zuilen hebben bladlijstkapitelen met schapekoppen op de hoeken. De pijlers en de zuilen zijn aan de zijde van het middenschip en het dwarsschip voorzien van zandstenen heiligenbeelden in reliëf (middenschip: Thomas, Philippus, Joannes, Mattheus, Bartholomaeus, Jacobus, Simon, Thadeus; dwarsschip: Andreas, Petrus, Jacobus, Paulus, Lucas, Marcus). De lichtbeuk en de vensters in de zijbeuken zijn beglaasd met gekleurd glas-in-lood in geometrische patronen. De houten kerkbanken en biechtstoelen zijn origineel. De geschilderde kruiswegstaties zijn van J. Collette. Het hoger gelegen koor en de absis worden van het dwarsschip gescheiden door een spitse triomfboog van veelkleurige baksteen als ware het een regenboog. Aan weerszijden van de triomfboog bevindt zich een nevenaltaar. De wit marmeren vloer is voorzien van banden met gekleurd tegelmozaïek. De wanden van gele baksteen in Noors verband hebben een plint van geglazuurde baksteen met (rol-)lagen in groen en oranje. De absisruimte wordt in oostelijke richting optisch versmald doordat de opeenvolgende, uitgemetselde gordelbogen telkens een iets smallere ruimte overspannen, hetgeen een toename van het aantal wit marmeren zuilen van één tot drie tot gevolg heeft. De achterwand heeft een spitsboognis met een mozaïekvoorstelling van de heilige drieëenheid en Maria geflankeerd door de twaalf apostelen (J. Collette, 1943). De communiebanken en het hoofdaltaar zijn van wit marmer. De dagkapel aan de zuidwest-zijde bezit drie figuratieve glas-in-lood vensters, voorstellende: 'Jozef als mensch' (timmerattributen), 'Jozef als kerkpatroon' (kerkgevel), 'Jozef als heilige' (witte lelies).

Waardering

Rooms Katholieke SINT JOZEFKERK uit 1924-1928.

  • Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een zeer grote parochiekerk in een gecombineerde bouwstijl van gotische en expressionistische vormentaal met hoogwaardige esthetische kwaliteiten in in- en exterieur, zoals de bijzondere en rijke ornamentiek (bouwsculpturen, absismozaek), het materiaal- en kleurgebruik (zandstenen zuilen, polychroom metsel- en tegelwerk) en de authentieke interieurelementen (houten kerkbanken en biechtstoelen, wit marmeren communiebanken en hoofdaltaar). Als zodanig is de Jozefkerk een goed en belangrijk werk binnen het oeuvre van de architect H.C.M. VAN BEERS.
  • Van stedebouwkundige waarde als onderdeel van een rooms-katholiek parochiecomplex. De kerk heeft ensemblewaarde in relatie met de haar omringende bebouwing (scholen, klooster, pastorie). Door haar grote omvang, de hoge ligging en de markante situering aan een kruising is de kerk van bijzondere betekenis voor het aanzien van Arnhem.
  • Van cultuurhistorische waarde vanwege de verschijningsvorm (herkenbaarheid als kerk) en de bestemming als godshuis, welke verbonden zijn met de religieuze ontwikkeling en uitbreiding van Arnhem gedurende het interbellum.
  • Bouwjaar: 1928
  • Bouwstijl: Baksteen-expressionisme
  • Architect: H.C.M. van Beers

Motivering:

Object van belang voor de gemeente Arnhem vanwege zijn architectonische en stedebouwkundige waarde.

Toelichting:

De kerk is gelegen op een perceel dat aan de noord-west zijde begrensd wordt door de Rosendaalseweg, aan de westzijde en aan de zuid-oost zijde door de Kloosterstraat en aan de oostzijde door de Vondellaan. Het gebied ten zuiden van dit perceel is een stuk lager gelegen, waardoor de kerk gezien vanuit het zuiden boven alle bebouwing uitsteekt. De kerk staat georiënteerd, dat wil zeggen met de voorgevel gericht naar het westen en het koor naar het oosten. Op de overgang van schip naar transept loopt het terrein waar de kerk op staat plotseling sterk af, het niveauverschil bedraagt enige meters, waardoor het mogelijk was om onder het transept en de koorruimte een schooltje te projecteren dat zelfs uit twee bouwlagen bestaat. Dit schooltje is opgenomen in de bouwmassa van de kerk zelf. Op het terrein staan verder nog een aantal andere bouwwerken daterend uit dezelfde periode. Ten zuidwesten van de kerk staat de pastorie die door een gang met de kerk is verbonden. Achter de pastorie ligt een forse tuin met fraaie beuken. Deze tuin wordt door de Kloosterstraat omgeven. Deze straat maakt in de zuidhoek van de tuin een haakse bocht. Voor de kerk liggen twee plantsoentjes met struiken en bomen, omgeven door een ringweg, die vanaf de Kloosterstraat voor de pastorie en de kerk langs weer op de Rosendaalseweg uitkomt. Aan de zijde van de Rosendaalseweg staan achtereenvolgens een parochiegebouw en een schoolgebouw, nu in gebruik bij een Stichting die tweedehands spullen verkoopt en als kantoor en studio van Omroep Gelderland. Ten oosten van de kerk, omgeven door de Kloosterstraat en de Vondellaan, ligt een klein kloostergebouw met kapel ook van Van Beers (zie adviesnummer 45). Ten zuiden van de kerk staat nog een huis uit de jaren '50. Op het terrein staan een aantal forse beuken. Het geheel vormt een karakteristiek katholiek ensemble uit de late jaren '20.

Korte karakteristiek: De architect Van Beers waarvan tot op heden nog weinig bekend bouwde ook in Heteren en Rotterdam sterk op de Sint Jozef gelijkende kerken. Hij bouwde bij de Sint Jozef verder ook het klooster met een kapelletje (adviesnummer 45). De hoofdopzet van de kerk bestaat uit vijf onderling in hoogte en breedte verschillende partijen, waardoor het gebouw een markant slihouet bezit met een indrukwekkende bouwmassa. Al deze partijen zijn voorzien van zadeldaken tussen topgevels.

De opeenvolging van trapsgewijs hoger en lager geplaatste zadeldaken en topgevels geeft de kerk haar herkenbare uiterlijk. Een andere indruk die men van de kerk krijgt, met name wanneer men de kerk aanschouwt vanuit het zuid-oosten, is die van een massief bakstenen gevaarte, met onderling sterk in hoogte en volume verschillende onderdelen. De zijbeuken hebben een reeks topgevels met dwars op de middenbeuken geplaatste kappen. De vensters zijn spits met zeer spitse door elkaar gevlochten vork-traceringen. Deze traceringen zijn kenmerkend voor de late gotiek in Nederland (15de/16de eeuw). De spitsboogvorm is dus zowel in de venstervorm als in de traceringen het overheersende element. In het interieur valt onmiddelijk de indrukwekkende brede en hoge ruimte op van schip, viering en koor. De zijbeuken zijn in verhouding met deze ruimten zeer smal en laag. Het gebruik van baksteen in verschillende kleuren geeft de ruimte een sfeervol karakter. De ingangsruimte is overwelfd door twee segmenten van koepel¬gewelven, tussen spitsboogvormige vierkante brede gordelbogen (dit gewelftype treffen we ook veel aan bij contemporaine kerken van ondere andere de bekende architect H.W. Valk). De middenbeuk van schip en koor bevatten beide ook bijzondere gewelven, bestaande uit twee vierdelige kruisrib- of graatgewelven naast elkaar geplaatst per travee, rustend op brede forse gordelbogen. Een dergelijke ruimtewerking met zeer brede middenruimten met forse gordelbogen is karakteristiek voor de kerkenbouw in Nederland uit de periode 1920-35. Het interieur van de Sint Jozef bevat nog een zeer waardevolle en gaaf bewaard gebleven inventaris. De ramen van de schoolruimte onder het koor en transept bestaan uit onderramen met grote ramen daarboven en vervolgens bovenlichten, waarin de horizontale roedeverdeling overheerst, wat typerend is voor die tijd en onder andere ook bij het kloostergebouwtje is toegepast.

Beschrijving:

Van het westen naar het oosten gezien bezit de kerk een ingangspartij met een zadeldak achter een topgevel. Deze ingangspartij wordt aan de zuidzijde geflankeerd door een lage rechthoekige dagkapel met zadeldak tussen topgevels. Aan de noordzijde van de ingangspartij was een toren gepland die echter nooit is gebouwd. Op de ingangspartij volgt een hoger en breder schip van vier traveeën met weer een zadeldak met topgevel en smalle zijbeuken met per travee een dwars op het schip geplaatst zadeldak achter een topgevel. Op het schip volgt het dwarsschip dat weer hoger is en ook is voorzien van een zadeldak tussen topgevels. Op de nok van dit dak is een dakruiter geplaatst met een achtzijdige koperen spits. De transeptgevels hebben elk een topgevel met een steekkap die dwars op het hoge zadeldak aansluiten.

Het transept heeft aan beide zijden weer een lage smalle zijbeuk van drie traveeën met dwarsgeplaatste zadeldaken achter topgevels. Op dit transept volgt een smalle iets lagere koortravee met zadeldak en topgevel, die slechts aan de zuidzijde voorzien is van een lage nevenruimte met weer een dwarsgeplaatst zadeldak met topgevel. Op deze koortravee volgt tenslotte een rechtgesloten koorruimte met zadeldak en topgevel boven de rechte sluiting. Aan de zuidzijde wordt dit koor geflankeerd door een rechthoekige lagere aanbouw met een zadeldak tussen topgevels, waarin de sacristie en een bergruimte zijn ondergebracht. Onder het transept en het koor is een schoolgebouw geplaatst met twee bouwlagen. De kerk is geheel opgetrokken in baksteen in kruisverband met natuursteen voor de lijsten, traceringen en blokvormige versieringen in de topgevels. De kerk heeft twee, langs alle gevels doorgetrokken betonnen waterlijsten, die zich bij de ingangspartij en het schip bevinden in de hoge bakstenen plint en bij het transept en koor de tweede bouwlaag van de school scheiden van de kerk erboven. De kerk bezit spitsboogvensters, die in feite bestaan uit zeer spitse venstertoppen, waarvan de bogen net boven de onderdorpels vanuit uitkragende impostlijsten ontspringen (lancetvor¬mige vensters). De natuurstenen traceringen bestaan uit door elkaar gevlochten vorktraceringen. De westgevel heeft onder een porticus met drie spitsboogopeningen op bakstenen pijlers met zandstenen plinten. In deze pijlers zijn in zandsteen uitgevoerde engelenfiguren geplaatst, uitgevoerd in diep reliëf. De overwelfde porticus heeft graatgewelven in gele steen met bogen in bruine steen en wanden in rode steen. De blankhouten toegangsdeuren hebben zandstenen lateien met bijbelteksten en daarboven spitsboogvormige bovenlichten met traceringen. In deze porticus is in de zuidwand de zandstenen stichtingssteen met het jaartal 1928 opgenomen. De daken zijn gedekt met leien in maasdekking met als opvallend element gekleurde geglazuurde nokvorsten (afwisselend twee groene en één gele nokvorst). Opvallend is verder het veelvuldig gebruik van topgevels. Elke afzonderlijke partij sluit af met een topgevel en de zijbeuken hebben een reeks van topgevels. Deze topgevels hebben, met uitzondering van die van de zijbeuken, bovenin een luchtspleet met hardstenen galmbordachtige schoepen. De hoge sluitingswand van het koor is met uitzondering van de schoolruimte eronder, geheel blind uitgevoerd met als opvallend element een gekleurd geglazuurd reliëf van Sint Jozef in een spitsboognis. De schoolruimte onder de kerk heeft brede rechthoekige vensters met betonnen boven- en onderdorpels. De ramen bestaan uit onderramen met grote ramen daarboven en vervolgens bovenlichten, waarin de horizontale roedeverdeling overheerst.

De hoofdingang van de school bevindt zich in de noordgevel met boven de blanke dubbele deur met siersmeedwerk drie hoge smalle rechthoekige vensters met fraaie figuratieve gekleurde glas-in-lood ramen.

Interieur:

In het interieur valt onmiddellijk de indrukwekkende brede en hoge ruimte op van schip, viering en koor. De zijbeuken zijn in verhouding met deze ruimten zeer smal en laag. Het gebruik van baksteen in verschillende kleuren, waaronder gele steen voor de gewelven in schip, rood voor de koorgewelven, bruine en zwarte steen voor de gordelbogen, bruine, rode en gele steen voor de schei- en triomfbogen en siermetselwerk in gekleurde steen op de onderste delen van de wanden geven de ruimte een sfeervol karakter. Het glas-in-lood bestaat in hoofdzaak uit gekleurd glas in geometrische patronen, zonder figuratieve voorstellingen. In de zijbeuk-vensters zijn in deze geometrische patronen ook kleine figuratieve voorstellingen geplaatst. De ingangspartij heeft een verdieping waarin het orgel is geplaatst. Deze ruimte is overwelfd door twee segmenten van koepelgewelven, tussen spitsboogvormige vierkante brede gordelbogen. De eerste daarop aansluitende travee van het schip is iets smaller dan de overige schiptraveeën en biedt plaats aan de bakstenen drie traveeën brede bakstenen zangerstribune. Deze tribune heeft aan schipzijde een arcade met drie spitsbogen op zandstenen rondzuilen en een hoge bakstenen borstwering. De drie traveeën zijn voorzien van graatgewelven. De opstand van het schip is tweedelig en bestaat uit een spitsboogarcade en een lichtbeuk met vensters. De arcade heeft zandstenen rondzuilen met brede kapitelen met bladwerk en schaapskoppen op de hoeken. Op deze kapitelen rusten grote zandstenen blokken, die opgenomen zijn in het muurwerk van de spitsbogen. Deze blokken zijn voorzien van apostelbeelden in diep reliëf, vergelijkbaar met de engelen van porticus in de westgevel. Deze apostelen beelden zijn ook geplaatst in de arcade van de zangerstribune. Boven de beelden vangen de brede gordelbogen van de gewelven aan, die rusten op natuurstenen blokvormige kraagstenen met daarop gestileerde voorstellingen van de tien geboden. De schipgewelven bestaan per travee uit twee in de kruin van het gewelf tegen elkaar geplaatste vierdelige kruisribgewelven, die verder nog voorzien zijn van een haaks op de nokrib geplaatste rib, komend vanuit het punt waar de diagonale ribben elkaar kruisen. De zijbeuken hebben per travee twee graatgewelven achter elkaar geplaatst, die elkaar ontmoeten in de kruin van het gewelf. De zijbeuken hebben deels inwendige steunberen, waardoor in de wanden spitsboognissen zijn ontstaan, waarin afwisselend een biechtstoel of panelen van de kruisweg zijn geplaatst.

Per travee bevatten de zijbeuken drie gekoppelde lancetvensters. De immense en hoge vieringsruimte is overwelfd door één groot stergewelf. De noord- en zuidzijde zijn weer voorzien van een lage smalle zijbeuk met dezelfde arcade als in het schip, inclusief beelden van de apostelen. Ook de gewelven en vensters zijn identiek aan die van de zijbeuken in het schip. De muurpijlers van de arcade zijn aan de oostzijde ook voorzien van een apostelbeeld en in de oostelijke sluitwand van beide zijbeuken is een nis geplaatst met daarin opgenomen een heiligenbeeld. De grote transeptvensters hebben vijfdelig traceerwerk. De koortravee die op de viering volgt is hiervan gescheiden door een brede spitse triomfboog in oranje en zwarte steen met lijsten van overhoeks geplaatste stenen aan de onderzijde. In de oostelijke sluitwanden die links en rechts de toegang naar de koorruimte flankeren zijn in dubbele spitsboognissen nevenaltaren geplaatst met daarboven weer een beeld in een spitsboognis. Deze koortravee is overwelfd door een gewelf dat bestaat uit twee naast elkaar geplaatste graatgewelven, elkaar ontmoetend in de gewelfkruin. De daarop volgende koorruimte is iets lager en heeft vier traveeën met dezelfde gewelven als die van de koortravee. Deze ruimte versmalt van west naar oost trapsgewijs doordat de gordelbogen per travee verder de ruimte inspringen. De eerste gordelboog rust op een dwars op de ruimte geplaatste spitsboog die aan de muurzijde wordt ondersteund door een muurpijler en aan koorzijde door een ronde witte marmeren zuil. De tweede gordelboog heeft twee naast elkaar geplaatste zuilen en de derde drie. De zijbeuken achter deze zuilen hebben weer drie gekoppelde lancetten. De vensters van de lichtbeuk van het koor zijn identiek aan die van het schip en de koortravee. Door de vensters van de zuiderzijbeuk is de hieropaansluitende ruimte van de sacristie zichtbaar. Een deur gevat in een spitsboogopening met bovenlicht in de spitsboog geeft via de zuiderzijbeuk toegang tot deze ruimte. De deur wordt geflankeerd door nevenlichten. De sacristie heeft ook spitsboogvensters in de buitenmuur en een fraai balkenplafond.

Orgel

Het orgel is gebouwd door Verschueren Orgelbouw in 1949. Na de sluiting van de kerk is het orgel afgebroken. Een gedeelte van het binnenwerk is door orgelbouwer Kaat & Thijhuis gebruikt voor het orgel in de Hoeksteen te IJsselmuiden.

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur