Balk, Raadhuisstraat 43 - Ludgerus
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Ludgerus |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Friesland |
Gemeente: | De Friese Meren |
Plaats: | Balk |
Adres: | Raadhuisstraat 43 |
Postcode: | 8561BG |
Sonneveld-index: | 08708 |
Jaar ingebruikname: | 1883 |
Architect: | Alfred Tepe (1840 - 1920) |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 513656 |
Geschiedenis
Neogotische kerk met toren. Verving kerk uit 1845.
Monumentomschrijving Rijksdienst
De R.K. KERK St. Ludgerus is gebouwd in 1882-1883 naar ontwerp van W.V.A. Tepe (1840-1920) in een vormentaal die gebaseerd is op de Nederrijnse Gotiek. De Neogotische driebeukige basiliek is uitgevoerd in donkerrode baksteen in kruisverband op een eveneens donkerrood trasraam en wordt gedekt door een maasdak met antracietkleurige leien. De buitenzijden van de gootboeien zijn met schubvormige leien bekleed.
De klokkentoren, die drie geledingen heeft en waarin zich de hoofdingang met portaal bevindt, heeft een naaldspits met insnoering en aan de Raadhuisstraatzijde een bescheiden dakkapel. Onder de spits bevinden zich 12 lancetvormige galmgaten waarvan er één dicht is in verband met het zadeldak van het middenschip. In de klokkentoren hangen twee klokken uit 1947 en één uit 1995. Deze vallen wegens te geringe monumentale waarde buiten de bescherming van rijkswege. Aan de westzijde van de toren bevindt zich het traptorentje. De entree ligt in een nis samen met het grote glas-in-loodvenster met tracering van het orgelkoor. Boven de dubbele houten deur met ijzerbeslag en een segmentboog zijn rozetvoegen in het metselwerk aangebracht. Hierboven zit de gemetselde afzaat van het koorvenster. De lijst van de spitsboog-nis zelf heeft een doorlopende peerkraal.
Op het zadeldak van het middenschip zijn aan weerszijden drie kleine dakkapellen aangebracht. De daken van de absis, de twee absidiolen en van de twee zijbeuken hebben elk één dakkapel.
Interieur
Zowel het middenschip als de zijbeuken hebben gemetselde kruisribgewelven. De absis en de twee flankerende absidiolen hebben een gemetseld straalgewelf waarvan het metselwerk tussen de ribben wit gepleisterd is. De kolommen van het middenschip zijn eveneens volledig uitgevoerd in metselwerk, evenals de (witgepleisterde) wanden.
In de oostelijke zijbeuk ligt naast de ingang de doopkapel. Het zeshoekige marmeren doopvont is van wit marmer en heeft een koperen deksel en een zwartmarmeren voet. In de kapel zijn fresco's, aangebracht door J.M. IJdema (1901-1990), die de doop van Jezus en de uittocht uit Egypte verbeelden. In de westelijke zijbeuk bevindt zich naast de ingang een ikoon-altaar dat sinds de jaren '30 in de kerk aanwezig is. De ingang heeft een dubbele deur met ijzerbeslag in de vorm van boomtakken met aan weerszijden van de deur wijwatervontjes.
In de zijbeuken bevindt zich per travee een glas-in-loodraam met twee variaties van gemetselde traceringen. Deze wisselen elkaar af en stemmen overeen met de ramen die er tegenover liggen. De lichtbeuk heeft per travee aan weerszijden twee glas-in-lood-ramen.
In de zijbeuken bevinden zich muurschilderingen, eveneens van de hand van J.M. IJdema, met als onderwerp de kruiswegstatie. Deze zijn aangebracht tijdens de Tweede Wereldoorlog en vervangen de oude kruiswegstatie-schilderingen uit 1886.
De scheiding tussen het middenschip en de absis wordt gevormd door een witte triomfboog waarin een kruis hangt (vervaardigd in 1911 door de Bossche kunstenaar E. de Fernelmond). Hiervoor bevindt zich het liturgisch centrum dat in 1986 naar voorbeeld van de St. Jan in 's Hertogenbosch is aangebracht.
In de driezijdige absis bevinden zich vijf glas-in-lood ramen, waarvan drie gebrandschilderde, met afwisselende tracering in de vorm van een hart of ruit. De gebrandschilderde ramen zijn in 1912 aangebracht en vervaardigd door het kunstatelier Kocken uit Utrecht. In de absis staat het zogenaamde Mengelberg-altaar. Dit neo-gotische kalkstenen beeldhouwwerk met tabernakel is in 1899 te Utrecht vervaardigd door F. W. Mengelberg voor de St. Michaëlskerk te Zwolle. Na de sloop van deze kerk in 1963 is het altaar aangekocht. In de oostelijke absidiool bevindt zich het Maria-altaar en in de westelijke absidiool het Heilig Hart-altaar. Beide altaren zijn geplaatst in 1911 en vervaardigd door Fernelmond. De drie vensters van de beide absidiolen zijn uitgevoerd in glas-in-lood, waarbij de middelste zijn gebrandschilderd en vervaardigd door kunstatelier Kocken.
Voor de twee absidiolen bevinden zich in de wanden van de zijbeuken de biechtstoelen. De twee deuren van iedere biechtstoel hebben ieder een dubbel glas-in-lood venster.
De dekvloer is van granito, onder de originele houten kerkbanken zijn houten vloeren gelegd. De vrijstaande sacristie wordt door een lage uitbouw met de kerk verbonden. De sacristie heeft een rechthoekige plattegrond en een schilddak dat in de jaren '70 vervangen is. De gevels hebben rondboogvensters met een gemetselde tracering. In het dakvlak aan de pastoriezijde bevindt zich een dakkapel. Het interieur van de sacristie is volledig vernieuwd en is derhalve voor de bescherming van ondergeschikt belang.
Waardering
De St. Ludgeruskerk te Balk is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang: - vanwege de plaats die het object inneemt in het oeuvre van de architect; - vanwege de betekenis van het object als hoofdbestanddeel van een groter geheel dat van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang is; - vanwege de gaafheid van zowel het interieur als het exterieur; - vanwege de visuele gaafheid voor het aanzien van het dorp.
Beschrijving van het kerkgebouw en inleiding in de kerkelijke symboliek
Geschreven door L.R van der Wal.
Maria-altaar
Het altaar heeft een stenen tombe (onder het altaarblad) en een houten opbouw. Voor de tombe staan vier zuiltjes, midden de op de tombe is de zogenaamde vierpas het Mariamonogram aangebracht, waarachter een lelietak is te zien. Ook zijn er aan weerszijden van het monogram op de zijpanelen lelies geschilderd, maar nu gestyleerd. De lelie is o.a. het symbool voor reinheid en maagdelijkheid en verwijst daar door naar Maria. De opbouw van het altaarblad bestaat uit een tabernakel, kaarsenbank en predella. Op de tabernakeldeur zijn de symbolen van de vier evangelisten op glas te zien. De vier dieren hebben elk vier vleugels. Die op het kruisaltaar hebben zes vleugels.De Tekens gaan als volgt Mens is Mattheus Adelaar Johannes, Leeuw, Marcus Stier Lucas. Op de kaarsenbank staat aan weerskanten in het Latijn geschreven Ave Maria, gratia plena, Dominus tecum.(Lucas 1 28 ) De predella is even hoog als het in het midden staande tabernakel en is voorzien van houtsnijwerk. Op het tabernakel staat een groot een Maria beeld ( Heilig Hart) met in haar handen een rozenkrans. Maria toont ook nog haar Onbevlekte Hart*
Hoofdaltaar
Op het priesterkoor van de H Ludgerus staat een heel groot en uitgebreid altaar
- A Tombe
Onder de eigenlijke altaartafel, de tombe zijn twee mooie mozaïeken aangebracht 02 staat het offer van Abel afgebeeld (Genesis 4 vers 4 ). Het schaap van Abel wordt God de vader aanvaart. Christus de Hogepriester.Christus houdt in zijn linkerhand een kelk en in zijn rechterhand een Hostie. Aan beide kanten Van christus het Alfa en Omega teken 03 Offer van Melchisedek aan Abraham. Melchisedek (afgebeeld met kroon en Kazuifel) bied Abraham (gekleed als soldaat) brood en wijn Genesis 14:18-19 hemel en aarde.
- B Mensa (Tafel)
Boven op de tombe ligt de Mensa de eigenlijke altaartafel
- C Kaarsenbank Op de kaarsenbank staat geschreven links Altare Privilegiatum.
En rechts Quotidianum Perpetuum. Vertaling Altaar gewijd voor blijvend dagelijks gebruik.
- D Predella (Een predella is een optrede waarop een altaar rust )
Koren van engelen 04 Cherubijnen, 05 Aartsengelen,06 de krachten,07 de Engelen en 08 de Serafijnen 09 de Vorstendommen 10 de Tronen 11 De Heerschappen,12 Machten
- E Retabel
13 Het wonderbaarlijke brood vermedevuldiging,14 het Laatste avondmaal, 15 Kerkvaders
Links Ambrosius , paus Gregorius de Grote. Rechts Hieronymus en Augustinus. 16 De evangelisten links Lucas Mattheus rechts Marcus en Johannes 17 pelikaan 18 Christus de Man van Smarten
- F Bekroning
- G Tabernakel
- H Expositietroon*
Heilig Hart altaar ( voormalig H. Josephaltaar )
Het H Heilig Hart altaar is bijna identiek aan die het Maria-altaar. Op de tombe staat niet het Maria monogram maar het Joseph monogram S.J Psalm 116 :15 " Pretiosa in conspectu Domini mors sanctorum eius". "Met pijn ziet de HEER de dood van zijn getrouwen. Op de tabernakeldeuren is een beeltenis van een pelikaan met jong op glas aangberacht Het is daardoor een symbool van Christus’ kruisdood. Het Heilig Hartbeeld boven op het tabernakel sluit goed aan bij deze symboliek. Het hart verwijst naar het alles opofferende liefde van Jezus Christus. Het hart is op het beeld midden op de borst van de Heer is in reliëf uitgevoerd, compleet met doornenkroon en een vlammend kruis.
Orgels
Hoofdorgel
Eénklaviers mechanisch orgel, gemaakt in 1906 door de firma Gebr. Adema te Leeuwarden. Het neogotische orgelfront bevat een orginele schildering met de afbeelding van de H. Caecilla met een portatief. Het instrument bezit zeven registers en een aangehangen pedaal.
Koororgel
Het koororgel is gebouwd door Klaus Becker