Beek en Donk, Kerkstraat 1 - Michaël
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Michaël |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Noord-Brabant |
Gemeente: | Laarbeek |
Plaats: | Beek en Donk |
Adres: | Kerkstraat 1 |
Postcode: | 5741GK |
Inventarisatienummer: | 19602 |
Jaar ingebruikname: | 1935 |
Architect: | Valk, H.W. |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 520153 |
Geschiedenis
Gebouwd ter vervanging van de eerdere Waterstaatskerk.
Zeer belangrijk werk binnen het oeuvre van architect H.W. Valk. In de kerk diverse oudere inventarisstukken.
Na de sluiting van de St. Leonarduskerk in Donk is de St. Michaëlkerk in Beek de centrale R.K. kerk,
Monumentomschrijving Rijksdienst
Kerk
- Rijksmonument 520153
De H. MICHAELKERK is een georiënteerde, zogenoemde christocentrische kruisbasiliek met westelijke toren van vijf geledingen, een driebeukig schip van vijf traveeen (met relatief smalle zijbeuken) dat door een triomfboog ten dele is afgescheiden van het diepe driebeukige transept met sterk benadrukte vieringspartij. Deze kruising vormt het liturgische middelpunt van het gebouw, wordt door een hoger dan schip, transept en koor uitgevoerde pendentiefkoepel bekroond en is aan de oostelijke zijde afgesloten door een lagere koortravee met vijfzijdig gesloten apsis. De gelovigen waren door het ontwerp aan drie zijden rond het onder de koepel opgestelde altaar geschaard. De koepel van de vieringspartij zou volgens de oudste plannen in hoogte zelfs de westelijke toren overtreffen. Deze in historiserende Delftse Schoolstijl uitgevoerde kerk werd tussen 1933 en 1935 ontworpen door de Bossche architect H.W. Valk.
Beschrijving
De bakstenen gevels van het gebouw, opgetrokken uit kloostermoppen, maken een gesloten indruk en zijn geleed door horizontale waterlijsten en geprofileerde vensteromlijstingen en bij de topgevels voorzien van vlechtingen en tufstenen afdekplaten. In elke travee van schip en zijbeuken is een laag, gedrukt spitsboogvenster geplaatst. In het schip, de transeptgevels en de vieringskoepel zijn deze vensters voorzien van een vorktracering. De vensters zijn gevuld met glas-in-lood panelen, deels afkomstig van Nunaber (1931) Gisèle Waterschoot van der Gracht (1940). Kenmerkend voor schip en transept zijn de laag aangezette zadel- en lessenaarsdaken, voorzien van monnik en non-pannen. Opvallend is dat nergens goten zijn toegepast: het forse overstek zou voor een goede waterafvoer zorg moeten dragen. Het dak rust op houten onbeschoten gordingenkappen met hangwerk. Door de toepassing van 'klimmende' vensters en topgevels in de verhoogde vieringskoepel, en enkelvoudige klokkestoelen ter bekroning van de transeptfaçades, maken deze delen van de kerk een meer verticale indruk. De westtoren van vijf geledingen maakt door de zware, drie maal versneden overhoeks geplaatste steunberen een romaanse indruk. De bovenste twee verdiepingen zijn geleed door nissen. Onder het stompe tentdak staat een ijzeren klokkestoel opgesteld, waarin enkele naoorlogse klokken zijn opgehangen (Petit en Fritsen, 1955). In de toren zijn behalve een betonnen spiltrap (de eerste meters zijn uitgevoerd in kloostermoppen), een orgeltribune (orgel in twee delen, 1958, fa. Verschueren, Heijthuisen (L)) en een portaal met gedeeld portiek ondergebracht. Het karakter van het gebouw wordt in sterke mate bepaald door de laag aangezette daken. Daartoe zijn aan alle zijden van de kerk portalen en kapellen en nevenruimten onder kleine lessenaarsdaken toegevoegd. De toren wordt geflankeerd door kleine kapellen onder lessenaarsdak. Tegen de transeptarmen staan portieken, eveneens in dergelijke lagere aanbouwtjes. Aan de oostelijke zijde ligt tussen kerk en pastorie een sacristie, voorzien van een schouw en plafond met moer- en kinderbalken. Tegen de noordelijke zijde staat tegen de transeptfaçade een brede, tot het oorspronkelijke bouwplan behorende en in stijl gebouwde, schuur onder lessenaarsdak (hier ligt de moestuin) en een in ruïneuze staat verkerende muur, waarin een poort. Hier steekt de betonnen fundering van de kerk deels boven het maaiveld uit. Het gebouw is op betonnen heipalen gefundeerd. De ruimtelijke werking van het interieur is gericht op de viering, waar op een groot podium een altaar (in de jaren '60 van de twintigste eeuw pas ter plaatse opgesteld) staat. Vanuit de gehele kerk heeft men, mede door de toepassing van ranke bakstenen pijlers, goed zicht op de offerplaats. Het schip wordt overkluisd door een netgewelf, rustend op kraagstenen, terwijl in het portaal een plat koepelgewelf is toegepast. De koepel heeft een licht gebombeerd tongewelf met transversaalribben. De koepelgalerij en de arcatuur zijn geleed door bifora's. Het hoofdaltaar in de koorapsis is oorspronkelijk en bestaat uit een marmeren mensa op drie stipites. In één van de kapellen in de oostelijke wand van het transept zijn twee bijbehorende stipites opgesteld. In de kerk zijn naast de reeds van rijkswege beschermde beelden (St. Anna-te-Drieën XVI, H. Michaël XIX, H. Barbara XV, H. Maria, XIX), twee balusterkandelaars (XVI) en een doopvont (XVIII), vooral de gipsen kruiswegstaties en een 44-tal neo-renaissance kerkbanken van belang (afkomstig uit de Waterstaatskerk).Orgel en orgelkas zijn niet van waarde uit het oogpunt van monumentenzorg.
Waardering
De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als herinnering aan de geschiedenis van het katholicisme in het zuiden en is van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de christocentrische volkskerk. Het heeft een bijzondere architectuurhistorische kwaliteit, is van groot belang als voorbeeld van de traditionalistische fase in het oeuvre van architect H.W. Valk. Het heeft ensemblewaarden als deel van een groep, die voor een belangrijk deel het silhouet en daarmee het aanzien van de kom van het dorp bepaalt. De kerk is nagenoeg geheel in de oorspronkelijke vorm bewaard gebleven.
Pastorie
Rijksmonument 520154 De PASTORIE van de H. Michaëlkerk is gelegen ten oosten van deze kerk en via de sacristie daarmee verbonden. Het gebouw is net als de kerk tussen 1933-'35 door de Bossche architect H.W. Valk ontworpen in historiserende Delftse Schoolstijl. Het woonhuis maakt door de deels laag aangezette daken en de verspringende rooilijn een landelijke indruk. Omstreeks 1970 is een deel van de vensters in de achtergevel vervangen.
Omschrijving
Het huis heeft een T-vormige plattegrond en bestaat uit twee bouwlagen. Doordat het dak deels zeer laag is aangezet ontstaat de indruk dat het huis deels eenlaags is. De deels afgewolfde, deels van eindschilden voorziene zadeldaken worden nog benadrukt door het forse overstek (ook hier zijn geen goten) en de drie bekronende schoorstenen. Het aard en ambachtelijke verwerking van het bouwmateriaal sluit aan bij die van de kerk. Ook de pastorie heeft monnik en non-pannen en is opgetrokken uit zware kloostermoppen. In het metselwerk zijn op representatieve plaatsen, zoals bij de voordeur, forse tufstenen blokken verwerkt. Mede door de toepassing van houten vensters, die deels zijn voorzien van luiken en een kleine roedenverdeling, ontstaat het beeld van een landelijk woonhuis. In de westelijke gevel heeft de pastorie drie raamassen, in de noordelijke twee. Typisch eigentijdse elementen, zoals een balkon, zijn aan de (van de straat niet zichtbare) achtergevel geconcentreerd. Materiaal, vorm en stijl staan in dienst om, zoals gebruikelijk bij het werk van Hendrik Valk, het gebouw een streekeigen identiteit te geven, waarin traditionele waarden benadrukt worden. Het grotendeels ongewijzigde interieur is voorzien van eenvoudig gestucte muren en witgeschilderd. Veel van de oorspronkelijke paneeldeuren en binnenluiken zijn nog aanwezig. Opvallend is de grootte van hal en overloop. De oorspronkelijke indeling is nog aanwezig en getuigt door de onregelmatige vorm van sommige kamers van de moeite, die de architect had met de inpassing van de ruimten. Op zolder krijgt men een indruk van de problemen die de opstelling van de draagconstructie van het brede, onregelmatig gevormde dak met zich meebracht. De onbeschoten kap bestaat uit een wirwar van schoorstenen, stijlen, trekstangen en gordingen. De tuin wordt aan de zuidelijke zijde van de straat gescheiden door een in kloostermoppen gemetselde lage tuinmuur onder ezelsrug. Een dito bakstenen trap van vier treden leidt naar de voordeur van de pastorie.
Waardering
De pastorie is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als herinnering aan de geschiedenis van het katholicisme in het zuiden en is van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de dorpspastorie. Het heeft een bijzondere architectuurhistorische kwaliteit, is van groot belang als voorbeeld van de traditionalistische fase in het oeuvre van architect H.W. Valk. Het heeft ensemblewaarden als deel van een groep, die voor een belangrijk deel het silhouet en daarmee het aanzien van de kom van het dorp bepaalt.
Monumentomschrijving
Kerk
Geschilderde kruiswegstaties uit ca. 1820 en enkele beelden, waaronder een zestiende-eeuws St. Luciabeeld, hout. Een zeventiende-eeuws H. Barbarabeeld, hout. Een vijftiende-eeuwse Sedes-Sapientiae, hout. Een vijftiende-eeuws Madonnabeeld, hout en uit het begin van de negentiende eeuw daterende beelden van St. Norbertus, de vier Evangelisten en twee kerkvaders. De inventaris is rijksmonument.
- Bijzonderheden: Deze zogenaamde "christocentrische" kerk (met de karakteristieke nadruk op de vieringspartij) heeft een basilicaal driebeukig schip, een driebeukig transept met verhoogde vieringspartij en een driezijdig gesloten koorapsis. Weselijke toren met vier geledingen.
- Bouwperiode: 1935
- Bouwstijl: Delftse school
- Architect: Valk, H.W. oomte.
- Interieur: Eiken biechtstoel ca. 1750, orgel ca. 1825, geschilderde kruiswegstaties uit ca. 1820.
- Bijgebouwen: Bakstenen tuinmuur rondom kerktuin. Bronzen H. Hartbeeld van door Falise uit 1925, in 1982 op deze locatie opgesteld.
- Dak en bedekking: Zadeldaken met zogenaamde "monniken en nonnen" pan. Toren onder stomp tentdak. Pirons.
- Vensters en Deuren: Eenvoudige rondbogige lancetvensters met bakstenen vork-tracering. Glas-in-lood. Massieve bakstenen wimbergen boven vensters vieringtoren.
- Gevels en Materialen: mitatie handvorm baksteen, fors formaat. Natuurstenen kraagstrenen en afdeklijsten. Ambachtelijk metselwerk met vlechtingen, waterlijsten, geprofileerde omlijstingen.
R.K. Pastorie
- Architect: Valk, H.W.
- Bouwperiode: 1935
- Bouwstijl: Delftse school
- Gevels en Materialen: Imitatie-handvorm baksteen, natuurstenen blokken rondom voordeur ingemetseld. Hardstenen dorpels.
- Vensters en deuren: Stolpvensters met roedenverdeling en bovenlicht. Luiken. Opgeklampte voordeur.
- Dak en Bedekking: Samengesteld dak, schild- en wolfdaken, gedekt met zogenaamde "monniken en nonnen"-pan.