Handelingen

Berkel en Rodenrijs, Kerksingel 1 - Dorpskerk

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Dorpskerk
Genootschap: PKN Hervormde gemeente Berkel
Provincie: Zuid-Holland
Gemeente: Lansingerland
Plaats: Berkel en Rodenrijs
Adres: Kerksingel 1
Postcode: 2651CC
Inventarisatienummer:
Jaar ingebruikname: 1733
Architect: Stolk, David van
Huidige bestemming: hervormde kerk
Monument status: Rijksmonument 9346 (kerk); 9347 (toren)

Geschiedenis

Rechtgesloten zaalkerk, gebouwd in 1732 door David van Stolk uit Rotterdam, opgetrokken bij 15de eeuwse toren, die aan drie zijden werd ingebouwd. Meubilair uit de 17de en 18de eeuw.

De oorspronkelijke patroonheilige van de middeleeuwse kerk was St. Nicolaas.

Het kerkgebouw

De kerk, in de vorm zoals hij er nu staat, dateert uit 1732 en de toren uit 1500. In 1731 was de kerk, die oorspronkelijk stamt uit 1347, zo slecht dat deze in 1732 vanaf de grond opnieuw is opgebouwd. De reden daartoe was slecht onderhoud. En toen op eerste kerstdag 1731 het kerkgebouw zo kraakte dat de meeste gemeenteleden de dienst van die dag niet uitzaten en voor afloop het gebouw verlieten, besloot men tot nieuwbouw. Een aardigheid om te weten is dat de bouw van de kerk ongeveer Fl. 11.000,= heeft gekost, voor die tijd een enorm bedrag dat de kerkvoogdij moest lenen van gemeenteleden.

De kerk had in die tijd een "zak" in het dak waarin regenwater werd opgevangen. Het dak bestond dus uit twee daken met daartussen een diepe goot, de 'zak'. Het regenwater dat hierin werd opgevangen werd via een pijpenstelsel naar de dorpspomp gevoerd. De pomp staat nog steeds net voor de kerk buiten het hek. Bij de laatste restauratie in 1989 zijn beide daken middels een plat dak met elkaar verbonden.

De inrichting van de kerk was in die tijd heel anders. De preekstoel en het koorhek waren geplaatst tegen de oostzijde (de kant van de consistorie) en de banken stonden in de lengterichting opgesteld. Deze opstelling is rond 1910 veranderd toen bleek dat er te weinig zitplaatsen waren. Er is toen besloten om de kansel te verplaatsen naar de zuidzijde, de plaats waar hij nu nog steeds hangt, en aan de oostzijde een galerij te bouwen.

De kerk is in 1989 voor het laatst helemaal gerestaureerd.

De toren dateert uit 1500. Of het kerkgebouw voor die tijd een toren had is onzeker. Wat wel zeker is, is dat de toren niet gebouwd is met het doel de inwoners van het dorp te beschermen in tijden van gevaar. De toren is een geheel houten constructie en alleen bedoeld als klokkentoren. De toren heeft men laten staan toen de kerk opnieuw gebouwd werd, dat is begrijpelijk wanneer je weet welke betekenis de toren vroeger had. De toren was niet alleen de vinger die omhoog wijst, maar ook de wachter, die de kerk aan de westzijde beschermde tegen duivelse machten.

Het luiden van de klok had een grote betekenis bij begrafenissen. Ook nu wordt deze klok nog geluid bij aanvang en na afloop van een rouwdienst en begrafenis. De luidklok werd in 1597 gegoten en in de toren gehangen.

In de toren is nog een gevangenis aanwezig, een zogenaamde kerker, deze werd gebruikt door de burgerlijke gemeente die eigenaar was van de toren. Op 1 april 1956 heeft de Hervormde Gemeente de toren overgenomen voor een symbolisch bedrag van Fl. 1,=.

Monumentomschrijving Rijksdienst

Kerk

Ned. Herv. Kerk. Zaalkerk gebouwd in 1732 door D. van Stolk met rondboogvensters binnen nissen, bakstenen lisenen en een houten kroonlijst. Op het hoge, omlopende schilddak aan de oostzijde een houten koepeltorentje. Houten tongewelf met trekbalken op korbelen en muurstijlen. Tot de inventaris behoren: een eikehouten preekstoel, eind 17e eeuw, met koperen lezenaar; gesneden herenbank met overhuiving in Lodewijk XIV-vormen; drie gesneden en gepolychromeerde rouwborden, 18e eeuw; twee grote tekstborden, met gecanneleerde pilasters en gebroken frontons, omstreeks 1700 (opschriften in moderne tijd overgeschilderd); twee eenvoudige tekstborden, 18e eeuw; gesneden orgelkas in Lodewijk XVI-vormen op galerij, welke gedragen wordt door twee gecanneleerde houten zuilen; zeven koperen kronen, waarschijnlijk 17e eeuw; een aantal muurarmen van koper, 17e eeuw; 17e eeuws doophek, thans onder de toren geplaatst; een aantal grafzerken uit de 17e en 18e eeuw. Hardstenen, gotisch doopvont. Klokkenstoel met klok van W. Wegewaert, 1594, diam. 121,3 cm. Mechanisch smeedijzeren torenuurwerk, circa 1600, wordt elektrisch opgewonden.

Toren

Gepleisterd laat-gotisch bouwwerk, ingebouwd in de 18e eeuwse kerk, met in de klokkenverdieping dubbele galmgaten en een boogfries. Slanke, ingesnoerde naaldspits, met aan de westzijde een door een fronton gedekte wijzerplaat. In de toren een luidklok uit 1594, gegoten door Willem Wegewaert te Deventer.

Orgel

In zijn huidige vorm stamt het orgel uit 1956, toen het door de firma J. Reil (Heerde) werd gebouwd, met gebruikmaking het front (het middengedeelte van de huidige hoofdkas) en een deel van het pijpwerk van het oorspronkelijke orgel. Dat was in eerste instantie in 1801 door H. Knipscheer (Amsterdam) gebouwd. In 1810 is het instrument geschikt gemaakt voor de dorpskerk en is op 14 oktober geplaatst. In 1810 had het orgel 2 klavieren en aangehangen pedaal. In 1889 bouwt J. van Gelder (Leiden) een nieuw orgel achter het oude front. Er werden enkele stemmen van knipscheer hergebruikt. Van Van Gelder bevindt zich nog pijpwerk in het orgel. In 1989 restaureert de firma A. Nijsse & Zonen (Wolphaartsdijk) het instrument en breidt het uit. Windvoorziening, windladen en mechanieken worden door Nijsse geheel vernieuwd.

Dispositie 1810 (knipscheer):

  • Bovenwerk: Praestant 8’D, Holpijp 8’ B/D, Praestant 4’B/D, Fluit 4’B/D, Quint 3’B, Octaaf 2’B, Quintadena 8’B, Fluit traver 4’B, Viool de Gamba 8’D, Waltfluit 4’D, Sesquialter D, Afsluiting
  • Onderwerk: Bourdon 16’B/D, Praestant 8’B, Holfluit 8’B/D, Octaaf 4’B/D, Fluit doux 4’B/D, Quint 3’D, Quint 1 ½’B, Flagiolet 1’B, Tertiaan D, Ventiel
  • Aangehangen pedaal

Huidige dispositie

1810 - Knipscheer, 1889 - van Gelder, 1920 - Vermeulen, 1956 - Reil, 1989 - Nijsse

  • Hoofdwerk: Bourdon 16’ (1989), Prestant 8’ (1889/1956), Roerfluit 8’ (1889), Viola 8’ (1889), Octaaf 4’ (1810), Speelfluit 4’ (1956), Quint 2 2/3’ (1956), Octaaf 2’ (1920), Mixtuur 2' 5-6 st (1956), Cornet 8'5 st disc. (1989), Trompet 8’ (1956), Tremulant (1989).
  • Rugwerk: Prestant 8’ (1989), Holpijp 8’(1810), Octaaf 4’(?), Roerfluit 4’ (1989), Nasard 2 2/3’ (1989), Nachthoorn 2’ (1956), Terts 1 3/5’ (1989), Quint 1 1/3’, Scherp 1' 3-4 st (1956), Dulciaan 8’ (1956), Tremulant (1989).
  • Pedaal: Subbas 16’ (1889), Gedekt 8’ (1889), Prestant 8’ (1956), Octaaf 4’ (1956), Bazuin 16’ (1956), Trompet 8’ (1989)
  • Koppelingen: Hoofdwerk aan Pedaal (1989) - Rugwerk aan Pedaal (1989) - Rugwerk aan Hoofdwerk (1989) - Hoofdwerk aan rugwerk (2004).

Mechanische sleepladen. Manuaalomvang: C-f3. Pedaalomvang: C-f1. Winddruk: 78 mm. WK. (Hoofdwerk, Pedaal), 66 mm. WK. (Rugwerk).

Externe link

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur