Handelingen

Bredevoort, Kerkstraat 16 - Heilig Hart van Jezus

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: H. Hart van Jezus
Genootschap: Rooms Katholieke Kerk
Provincie: Gelderland
Gemeente: Aalten
Plaats: Bredevoort
Adres: Kerkstraat 16
Postcode: 7126AM
Inventarisatienummer: 11145
Jaar ingebruikname: 1876
Architect: Alfred Tepe (1840 - 1920)
Huidige bestemming: kerk
Monument status: Gemeentelijk monument


Geschiedenis

Charmante neogotische dorpskerk met toren. Gebouwd ter vervanging van een eerder klein R.K. kerkje. Bij de ingebruikname in 1876 heeft dit kerkgebouw de naam "Heilig Hart van Jezus" gekregen, vermoedelijk om twee redenen:

  • ter onderscheid van de historisch, al eeuwenlang Protestantse, St. Joriskerk (~ St. Georgiuskerk);
  • de omstreeks die tijd begonnen R.K. devotie aan het Heilig Hart van Jezus.

Restauratie 1961 onder leiding van architect A.J.M Vosman.

  • 2018 Uiterlijk 1 januari 2026 wordt de kerk aan de eredienst onttrokken

Gebouwomschrijving SKKN

Historie

De oudste katholieke kerk te Bredevoort werd vermoedelijk gebouwd omstreeks 1480. In die tijd werden de eerste vicarieën te Bredevoort gesticht (de oudste bekende vicarie te Bredevoort dateert uit 1484). In 1535 werd Bredevoort officieel een parochie, gewijd aan de H. Georgius. In 1597 werd Bredevoort veroverd door prins Maurits. Hierbij brak een brand uit waarbij deze vroege katholieke kerk bijna geheel afbrandde. Tijdens de reformatie werd de katholieke eredienst verboden. Degenen die het katholicisme trouw bleven gingen in het geheim ter kerke in Vragender en Lichtenvoorde. Vanaf 1652 werden kerkdiensten gehouden in een boerenschuur te Hemden. In 1676 bouwde pastoor Busch, met steun van de bisschop van Münster, vlak over de grens aan de zandweg van Aalten naar Bocholt een houten kapel. Deze kapel werd gewijd aan het H. Kruis en werd in de volksmond Kreuzkapelle genoemd. In 1710 werd deze kapel vervangen door een iets grotere kapel.

Kerkje uit 1798

Na de Bataafse revolutie krijgen de katholieken meer vrijheid en ontstaan er plannen een nieuwe kerk in Bredevoort te bouwen. In 1798 werd daadwerkelijk een eenvoudig kerkje en pastorie gebouwd, gelegen tussen de Koppelstraat en de Officierstraat. Hiertoe werden 2 bestaande huisjes aan elkaar gebouwd. Het kerkje werd gewijd aan de H. Georgius, die ook de patroon was geweest van de middeleeuwse katholieke kerk. Op 24 januari 1798 werd dit kerkje ingezegend door pastoor Kösters. Er waren zes of acht banken. Tussen 1819 en 1820 werd het kerkje gerenoveerd en werd er o.a. een koorzolder getimmerd. In 1853-1854 werd een stenen toren tegen het kerkje aangebouwd. In 1856 werd de toren met leien gedekt en werd de pastorie gerenoveerd. In 1869 werd geconstateerd dat de bouwkundige toestand van de kerk heel slecht was. Architect W. te Riele uit Deventer werd om advies gevraagd. De balken van de kerk werden daarna van onderen gestut en geschoord en van boven van ijzeren ankers voorzien.

Huidige kerk uit 1876

In 1871 kwam werd A.E. Smorenburg pastoor te Bredevoort. Pastoor Smorenburg had van de aartsbisschop de opdracht meegekregen om in Bredevoort een nieuwe kerk te bouwen. In 1873 werd er een stuk grond aangekocht genaamd de 'Ossenkop' gelegen op de wal rechts van de Nieuw Dijk (nu een deel van de Koppelstraat). Het terrein was eigendom van de gemeente Aalten. De gemeenteraad was bereid 1420 vierkante meter te schenken en 1420 vierkante meter te verkopen voor de prijs van 795,20 gulden. De koop ging door en later werd er door grondruil met de gemeente nog een deel aan toegevoegd. Uiteindelijk was het kerkbestuur in het bezit gekomen van 28 are van de 'Ossekop' en een gedeelte van de daarachter liggende gracht. Het eerste ontwerp voor de nieuwe kerk werd gemaakt door Pierre Cuypers. Hij maakte een schetsontwerp naar voorbeeld van de kerk die door hem in Ruurlo was gebouwd. Met dit ontwerp werd verder niets gedaan. In 1874 werd een ontwerp gemaakt door Alfred Tepe. Hij ontwierp een neogotische eenbeukige kruiskerk met drie traveeën gedekt door kruisribgewelven. De kerk is aan de zuidzijde voorzien van een slanke toren van drie geledingen met ingesnoerde naaldspits. Op 6 juli 1876 had mgr. Schaepman ingestemd met het verzoek om de nieuwe kerk onder het patronaat van het H. Hart van Jezus te brengen. De oude beschermheilige, de H. Georgius, bleef als 'patroni minor' aan de kerk verbonden. Het werk voor kerk en pastorie werd gegund aan Tony Ubbink uit Bredevoort. Kerk, sacristie en toren waren begroot op 16.564 gulden. Het werk startte in 1875. Op 3 oktober 1876 werd de kerk gewijd door pastoor Smorenburg en in gebruik genomen. Het oude kerkje werd afgebroken en de grond verkocht. In 1879 werd pastoor Smorenburg opgevolgd door pastoor Henricus Sanderink. Onder zijn pastoraat werd in 1884 een hoogaltaar geplaatst, vermoedelijk afkomstig uit het atelier Cuypers-Stoltzenberg. Onder pastoor Bernardus Mulder (1894-1903) werden de nodige renovatiewerkzaamheden verricht aan kerk en pastorie. In 1897 werd het honderdjarig bestaan van de parochie gevierd en werd de kerk verrijkt met een uurwerk en drie klokken. In 1898 werd door Felice Monasso uit Bocholt een terrazzovloer gelegd en werden de muren beschilderd door Muermans en zoon uit Roermond. Zij schilderden o.a. een voorstelling van Christus en de apostelen in de Hof van Olijven.

In de Tweede Wereldoorlog raakten kerk en pastorie beschadigd. De gebrandschilderde ramen werden verwoest. In augustus 1946 werden de ramen voorlopig gerestaureerd met kathedraalglas. In 1958 werden in het koor nieuwe ramen geplaatst naar ontwerp van de Heerlense glazenier Eugiène Laudy. In 1959 werd het oude hoogaltaar vervangen door een altaar naar ontwerp van A. Vosman uit Deventer. Na 1959 werd het priesterkoor vernieuwd, de vloeren kregen een lijst van geelbruin marmer waarin Noorse leisteen was gevat. De wanden van het koor werden gevoegd met 'marmerstrips'. Verder werd een nieuw tabernakel en een nieuwe ambo geplaatst. De oude preekstoel werd verwijderd. In 1960 werden nieuwe mahoniehouten kerkbanken geplaatst. Ze werden vervaardigd door de fa. Nijenhuis uit Beek. Tevens werd de kerk opnieuw geschilderd door H.J. Wensink. De oude schilderingen van Muermans verdwenen onder de kalk. In 1964 werd tenslotte, in aansluiting op de liturgische vernieuwingen van het tweede Vaticaans Concilie, het altaar naar voren gehaald. De voortrappen werden dichtgemaakt zodat er een grotere verhoging ontstond.

In 1984 werd een bouwkundig rapport gemaakt van kerk en pastorie. Restauraties waren noodzakelijk. Er werd een tienjarenplan ingesteld. In 1985 werden voorzetramen voor de glas in loodramen geplaatst. In 1987 werd het orgel gerestaureerd. In 1992 en 1993 werd de toren en een groot deel van de kerk opnieuw gevoegd door de firma Elsschot. In 1996 werd de restauratie binnen en buiten de kerk afgemaakt door de firma's Hofman en Rensing en het schildersbedrijf Hans Wensink. Ook het kerkplein werd volledig gerestaureerd.

Pastorie

Tepe ontwierp tevens een pastorie, een breed gebouw dat werd gekarakteriseerd door een breed dak tussen twee topgevels met schouders en een trapgevel. De pastorie is in 1931 afgebroken. Het werk voor kerk en pastorie werd gegund aan Tony Ubbink uit Bredevoort. De pastorie was begroot op 16.564 gulden. Het werk startte in 1875. Begin jaren dertig was de staat van de pastorie zeer slecht geworden. In 1931 werd een nieuwe pastorie gebouwd naar plannen van Joh. Sluijmer uit Enschede. De pastorie was begroot op 25.037 gulden. Het werk werd uitgevoerd door aannemer Lelivelt uit Lichtenvoorde. Omstreeks 1991 werd de pastorie grondig verbouwd en afgescheiden van de parochiële ruimtes. Er werd een secretariaat en een keuken gecreëerd. De pastorie verloor de functie als dienstwoning.

Bernardus Gesticht

In 1900 werd het Sint Bernardus Gesticht opgericht, primair bedoeld voor onderwijs en verpleging van zieken. Hiertoe werden het huis en erf van Herman Schepers aangekocht en werd er een contract getekend met de franciscanessen van Thuine. Zij startten een bewaar- en naaischool en tevens werd een begin gemaakt met de verpleging van zieken. Later leggen de zusters zich vooral toe op verpleging van langdurige zieken zoals tuberculose-patiënten. Vanaf 1907 sprak men van sanatorium. Rond 1933 schakelden de zusters over van het verzorgen van tbc patiënten naar het verzorgen van bejaarden. Na onenigheid met de pastoor verlieten de zusters franciscanessen Bredevoort en werden in 1938 vervangen door de Zusters van Sint-Jozef uit Amersfoort. Ook zij richtten zich op de bejaardenzorg. In de jaren tachtig kwam het beheer van het gesticht onder een rooms-katholieke stichting met hervormde en gereformeerde inbreng en een open aannamebeleid. In 1992 ging het bestuur van Sint Bernardus over in de interconfessionele Stichting Ouderenzorg Aalten Bredevoort. Het gesticht is gehuisvest in een fors woonhuis uit 1764, gebouwd voor Bernardus Andreas Roelvink op het terrein van het oude kasteel. Het huidige aanzien kreeg het na een verbouwing rond 1880. In de twintigste eeuw is het verschillende malen verbouwd en uitgebreid.

Kerkhof

In 1830 werd een algemene begraafplaats aangelegd aan de Prins Mauritsstraat. Een gedeelte hiervan was gereserveerd voor katholieke overledenen. Na het herstel van de Bisschoppelijke Hiërarchie in 1853 ontstond het verlangen naar een eigen katholiek kerkhof. In 1858 kocht het kerkbestuur een stuk grond gelegen buiten de stad aan de grintweg naar Aalten (nu Bolwerkweg) In 1862-63 werd het stuk grond als kerkhof ingericht: er werd een houten kruis geplaatst en een houten poort en rondom het terrein werd een beukenheg geplant. Op 2 november 1863 werd het kerkhof ingewijd. In 1915 werd het lijkenhuisje vervangen door een nieuw. In de jaren 1980 raakten beide kerkhoven vol. Besloten werd om aan beide zijden van het katholieke kerkhof een nieuwe begraafplaats aan te leggen met een katholiek deel en een algemeen deel. Op initiatief van de drie kerken en de Vereniging Bredevoorts belang werd rond 1990 aan de Kloosterdijk een mortuarium gebouwd.

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur