Dronrijp, Dubelestreek 16 - Maria Geboorte
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Maria Geboorte |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Friesland |
Gemeente: | Waadhoeke |
Plaats: | Dronrijp |
Adres: | Dubelestreek 14 |
Postcode: | 9035AJ |
Inventarisatienummer: | 08906 |
Jaar ingebruikname: | 1839 |
Architect: | Moer, A. van der |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 508677 |
Geschiedenis
Beeldbepalende waterstaatskerk met later gebouwde toren.
De Rooms-Katholieke Kerk "Maria Geboorte" te Dronrijp is in 1839 gebouwd, naar ontwerp van architect A. van der Moer in Waterstaatsstijl; aannemer was P.J. de Wal uit Leeuwarden.
Dronrijp kent sinds 1699 een rooms katholieke statie met een eigen pastoor (Tijmen van Oosten). De diensten vonden aanvankelijk plaats in een schuilkerk aan de Molepôle. In 1839 werd deze kerk gebouwd als een zogenaamde ‘Waterstaatskerk’, met een driebeukig schip, gescheiden door Toscaanse zuilen, onder architectuur van A. van der Moer. In 1939 werd de ingangspartij veranderd: o.a. verlenging van het schip en de bouw van de huidige toren in de stijl van de Delftse school met J.M. van Hardeveld als architect. In 1939 is de oostelijk gerichte voorgevel met toren vervangen door een nieuwe voorgevel in de stijl van de Delftse School. In dezelfde tijd is ook de nieuwe pastorie aan de zuidzijde gebouwd. De nieuwe voorgevel met toren (en de pastorie)- zijn ontworpen door de Amsterdamse architect J.M. van Hardeveld. Opdrachtgever was het kerkbestuur van de Rooms-Katholieke kerk.
In 1997 kreeg de kerk de status van Rijksmonument. Gerestaureerd in 2006.
Het Mariabeeld op de voorgevel van de kerk (1939) is door de Hongaar M. Hoffer vervaardigd, leraar tekenen en handenarbeid te Leeuwarden. Het beeldhouwwerk in de kerk, Maria en Joseph, is van J.P. Maas Loos uit Haarlem; het schilderwerk, de grote schildering boven het hoofdaltaar en de Kruisweg-Staties, zijn van de kunstenaar Otto de Boer (Woudsend), respectievelijk uit 1839 en 1841.
H. Jacobus de Meerdere-parochie.
Monumentomschrijving Rijksdienst
Inleiding
De Rooms-Katholieke KERK "Maria Geboorte" te Dronrijp is in 1839 gebouwd, naar ontwerp van architect A. van der Moer in Waterstaatsstijl; aannemer was P.J. de Wal uit Leeuwarden. In 1939 is de oostelijk gerichte voorgevel met toren vervangen door een nieuwe voorgevel in de stijl van de Delftse School. In dezelfde tijd is ook de nieuwe pastorie aan de zuidzijde gebouwd. De nieuwe voorgevel met toren (en de pastorie)- zijn ontworpen door de Amsterdamse architect J.M. van Hardeveld. Opdrachtgever was het kerkbestuur van de Rooms-Katholieke kerk. Het Mariabeeld op de voorgevel van de kerk (1939) is door de Hongaar M. Hoffer vervaardigd, leraar tekenen en handenarbeid te Leeuwarden. Het beeldhouwwerk in de kerk, Maria en Joseph, is van J.P. Maas Loos uit Haarlem; het schilderwerk, de grote schildering boven het hoofdaltaar en de Kruisweg-Staties, zijn van de kunstenaar Otto de Boer (Woudsend), respectievelijk uit 1839 en 1841.
Exterieur
De kerk, van het type kerkzaal, heeft een globaal rechthoekige plattegrond; aan de achterzijde is over de volle breedte van schip en zijbeuken de sacristie gebouwd, die vanaf de kerk toegankelijk is. Het kerkgebouw wordt gedekt door een samengesteld dak: boven het schip met opgaande lichtbeuk een zadeldak met zwarte nieuwe Hollandse pannen en boven de zijbeuken en de sacristie lessenaarsdaken. Voor het bouwdeel uit 1939 zijn voor de plint grote handvorm-bakstenen gebruikt, voor de eerste en tweede bouwlaag en de toren kleine roodbruine handvorm-bakstenen. De zijgevels, de achtergevel en de sacristie uit 1839 zijn in bruine bakstenen opgetrokken. Het deel tussen de segmentboogvormige vensters is met houten planken bekleed. De toren bestaat uit een hoog basement met aan twee zijden twee steunberen en twee versnijdingen. In de bovenste (met biforae) zijn rond 1945 de drie klokken geplaatst. Hierboven een balustrade en de met zink beklede bekroning. De zinken lantaarn wordt door zuilen omgeven met daarop een kroonlijst en een haan als windwijzer. In de toren is de hoofdingang geplaatst: een brede houten deur in geblokte omlijsting met, boven een zware latei, een bovenlicht met segmentboog en glas-in-lood. Verder, van beneden naar boven, het Maria-beeld met Kind op een sokkel, het jaartal 1939, en een dicht gezet verticaal venster.
Aan de zuidzijde, in de hoek gevormd door toren en voorgevel, is een polygonale traptoren met tochtportaal geplaatst. Aan de noordzijde de doopkapel en een venster met bovenlicht en glas-in-lood aan de voorzijde en een zij-ingang aan de noordzijde. Tegen de zuidelijke zijgevel is het kolenhok met oven geplaatst. Beide zijgevels zijn blind en worden gedekt door een lessenaardak dat overgaat in de lichtbeuk met rabat. Hier zitten aan weerszijden vijf segmentbogige meerruitsvensters. In de achtergevel zijn nieuwe vensters ingebracht in het naar het westen uitstekende sacristie-gedeelte.
Interieur
Het INTERIEUR van de kerk in Waterstaatsstijl is qua indeling oorspronkelijk, ook wat betreft het voorportaal en de toren uit 1939, die met geel en blauw geglazuurde bakstenen zijn bekleed. In de zaal dragen zes grote holle dorische zuilen een hoog hoofdgestel onder hoge lichtbeuken. Tot de inrichting behoren o.m. de voorste twee houten banken uit 1839 en de overige uit ca. 1900, de vier neogotisch geschilderde kandelaars, een zilveren Godslamp, de schildering achter het hoofdaltaar het altaardoek -die de verheerlijking van Christus voorstelt op de berg Thabor’ - en de 14 Kruisweg Staties uit 1848, beide van de Woudsender schilder Otto de Boer, de biechtstoel uit 1895, waarop het opschrift in neogotische letters: COR CONTRITUM ET UMILIATUM / DEUS NON DESPIACIAS. In de zuidwestelijke hoek een oud zijaltaar met vernieuwd tabernakel, waarop het gipsen Maria-beeld op houten consoles met geschilderde neogotische motieven op de achtergrond, van J.P. Maas Loos. Aan de overzijde, ook van Maas Loos, het beeld van Joseph.
Bij het voorportaal het standbeeld van de Heilige Leed, een beeld van de heilige Franciscus en het Passiekruis uit 1890, geschonken aan de kerk ter gelegenheid van een volksmissie. In het plafond drie gestucte rozetten in reliëf met de symbolen die Geloof, Hoop en Liefde symboliseren. In het midden hiervan hangen drie koperen kroonluchters. In de doopkapel een vaasvormige, blauwgroene doopvont met vismotief en kruis.
Waardering
De Rooms-Katholieke kerk uit 1839/1939 is van cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:
- als uitdrukking van een geestelijke en maatschappelijke ontwikkeling;
- voor de geschiedenis van de architectuur;
- vanwege de esthetische kwaliteit van het ontwerp;
- vanwege het materiaalgebruik en de ornamentiek;
- vanwege de situering, verbonden met de positie van het Katholieke geloof binnen de dorpsgemeenschap;
- vanwege de architectonische gaafheid van het exterieur en het interieur;
- vanwege de architectonische gaafheid van de samenstellende onderdelen;
- in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de dorpse omgeving.-
Orgel
Achter de tribune uit 1939 het éénklaviers orgel, vervaardigd door L. van Dam en Zonen in 1882. De houten orgelkas is van rijk snijwerk voorzien in de Lodewijk XVI-stijl.
In de media
- Uit Reformatorisch Dagblad, 28 maart 2006.
De rooms-katholieke Mariageboorteparochie in het Friese Dronrijp ondergaat een flinke verbouwing. De monumentale kerk -een mix van classicisme, neogotiek en invloeden van de Delftse school- was toe aan een opknapbeurt en dit werd aangegrepen om meteen ook het interieur te herzien. De inrichting moet na de verbouwing meer in lijn zijn met de architectuur van het monument. De tabernakel komt weer, zoals oorspronkelijk, in het midden van het gebouw.
De kerk dateert uit 1839. Het voorstuk werd er honderd jaar later bijgebouwd. Pas in 1997 kreeg de kerk de status van Rijksmonument. Naar verwachting zal het project in de zomer klaar zijn.
Orgel
Onlangs is de restauratie van het Van Dam-orgel in de kerk afgerond. Het eenklaviers werk uit 1882 werd in oude luister hersteld door Orgelmakerij Bakker & Timmenga te Leeuwarden. De Leeuwarder firma L. van Dam en Zoon bouwde het orgel in 1882 voor de neoclassicistische, in basilicale stijl opgetrokken kerk uit 1839 (een ontwerp van architect A. van der Meer). Het eenklaviers orgel met aangehangen pedaal kreeg acht registers en aangehangen pedaal. Het negende register, een Trompet 8 bas/discant, werd gereserveerd. Voor het front werd de voor Van Dam karakteristieke vorm met twee ronde torens en een breed, enigszins hol middenveld gebruikt. De klaviatuur werd aan de achterzijde van de orgelkas ingebouwd. Kwartslag In 1939 werd het kerkgebouw voorzien van een nieuwe ingangspartij met toren in de stijl van de Delftse School. Architect was J.M. van Hardeveld. Daarmee verbandhoudend werd de het orgel door firma Verschueren te Heythuysen gedemonteerd en teruggeplaatst, zij het een kwartslag gedraaid.