Emmer-Compascuum, Kloosterweg 2 - Willehadus (1893 - 1924)
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Willehadus |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Drenthe |
Gemeente: | Emmen |
Plaats: | Emmer-Compascuum |
Adres: | Kloosterweg 2 |
Postcode: | 7881LE |
Inventarisatienummer: | |
Jaar ingebruikname: | 1893 |
Architect: | Gerard te Riele (1833 - 1911) |
Huidige bestemming: | gesloopt |
Monument status: | geen |
Geschiedenis
Dit was een kleine neogotische kerk met aan de voorgevel een traptorentje.
In 1893 is deze Rooms-Katholieke kerk gebouwd in Munsterscheveld als bijkerk van de parochie Ter Apel. In 1905 werd de parochie Munsterscheveld zelfstandig.
Gesloopt in 1924 voor nieuwbouw.
In de media
- Uit De Tijd, 8 Augustus 1889.
Z.D.H. de aartsbisschop van Utrecht heeft tegen Zondag 11 Augustus 1889 een collecte uitgeschreven, te houden in alle kerken en openbare kapellen van het aartsbisdom voor den bouw van een kerk in het Munstersche Veld.
In de veenstreken, tusschen Compascuum en Ter Apel, te Munstersche Veld, nabij de pruisische grens, zegt de aartsbisschop in zijn herderlijk schrijven, hetwelk ll. Zondag in de kerken van het aartsbisdom werd voorgelezen, heeft zich langzamerhand een katholieke bevolking gevestigd, wier geestelijke belangen, wegens verren afstand van een kerk, niet langer naar behooren kunnen worden behartigd.
Overtuigd dat, zoo ergens, daar vooral door het gemis van een kerkgebouw, moet worden geleden, rekenden Wij Ons, overeenkomstig de bede van die bevolking, verplicht, ter voorziening in de bestaande behoefte maatregelen te beramen, en hebben Wij mitsdien onderzocht, hoeveel men bij onderlinge samenwerking zou kunnen bijdragen voor den eventueelen bouw van een kerk.
Op dat beroep is door gezegde geloovigen bereidwillig geantwoord met het doen van een inteekening, hoog te waardeeren als blijk van godsdienstige gezindheid, doch van een wel beperkt bedrag, immers grootendeels bestaande uit het offer van weinig bemiddelden, uit den penning van gezinnen, die zelven hulpbehoevend moeten heeten. Het was een uiting van goeden wil, een toezegging naar vermogen, doch waarbij des te meer in het licht is gekomen: do vereischte middelen voor den bouw ontbreken bjjna geheel en al en zullen, gelijk te voorzien is, blijven ontbreken, zoo niet altijd, ten minste nog veel jaren lang, weshalve niet dan met hulpmiddelen van elders aan de uitvoering van het werk te denken is.