Farmsum, Op de Wierde 1 - Farmsumerkerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Farmsumerkerk |
Genootschap: | PKN Protestantse gemeente Delfzijl |
Provincie: | Groningen |
Gemeente: | Eemsdelta |
Plaats: | Farmsum |
Adres: | Op de Wierde 1 |
Postcode: | 9936CK |
Inventarisatienummer: | 20111 |
Jaar ingebruikname: | 1869 |
Architect: | Wind, H., Maris J.W. (toren) |
Huidige bestemming: | protestantse kerk |
Monument status: | Rijksmonument 12320 |
Inhoud
Geschiedenis
Belangrijke neoclassicistische kerk met hoge toren.
Oude kerk gesloopt in 1869, toren uit 1857 bleef gehandhaafd.
De kerk vanwege een als doopvont in gebruik zijnde vaas van de borg Haykema te Zeerijp, XVII. Zerk voor H.M. Ripperda 1633. Orgel uit 1828. Toren van de Herv. Kerk. Door speelse spits bekroonde toren van de zeer grote Hervormde Kerk die in 1869 is opgetrokken. Klok met het wapen Ripperda.
- 2020 - Wordt op termijn afgestoten.
Orgel
Het Lohman-orgel in de Hervormde Kerk te Farmsum is gebouwd voor de vorige kerk te Farmsum. Op 11 oktober 1829 werd het ingespeeld door de Groningse Martinikerkorganist Wilhelm Godlieb Hauff. Het orgel had 18 stemmen en een aangehangen pedaal. De kerk werd in 1869 afgebroken en vervangen door het huidige gebouw. Door Van Oeckelen werd het orgel in deze kerk geplaatst. Er werd tevens een vrij pedaal met acht stemmen gebouwd. In de loop der jaren werd er niets aan het orgel gewijzigd, behalve het vervangen van de Quint 6' van het Pedaal door een Ruispijp III sterk door Mense Ruiter in 1953. Bij een restauratie in de jaren 1975/1976 werden door Mense Ruiter op twee open plaatsen originele Lohman-stemmen geplaatst: een Cornet op het hoofdwerk, afkomstig uit Nieuw-Scheemda (1810) en een Flageolet op het rugwerk, afkomstig uit de Martinikerk te Groningen (1816). Ook herplaatste hij de Quint 6', die nog altijd in zijn bezit was. Er werd tevens een opliggende tremulant op het Hoofdwerk geplaatst, die bediend wordt met de registerknop van de windlosser. Adviseur bij de restauratie was Klaas Bolt. In verband met een restauratie van het kerkgebouw is het binnenwerk in 2012 overgeplaatst naar de werkplaats van Mense Ruiter. Herplaatsing duurde lang, in verband met aardbevingsschade aan het kerkgebouw. In 2016 kon het orgel weer worden opgebouwd. Daarbij zijn alle mechanieken nagelopen en zijn de tongwerken gereviseerd. Het is op 16 september 2016 weer in gebruik genomen.
- (Bron:Orgeldatabase)
Monumentomschrijving Rijksdienst
Op gedeeltelijk door ijzeren hek, voorzien van vergulde lelies, omsloten kerkhof gelegen gebouw in, nog op het classicisme gerichte eclectische vormen (architect J.W. Maris) waarvan de toren (1856-1857) tegen de toenmalige gotische kerk en de huidige kerk, na afbraak van de gotische (1869) werden opgetrokken. Het geheel in rode baksteen, verlevendigd met witte stuc-banden en omlijstingen en rustend op ca. 1 meter hoge plint. Portalen en vensters, met glas-in-lood ramen, voorzien van ronde geprofileerde stuc-omlijsting; boven de westingang gedenkplaat met opschrift en datering 1869. De hoeken van kerk en toren benadrukt door pilasters, waarin verdiepte velden; geprofileerde gootlijst, om en om per vak, rustend op consoles in de vorm van acanthusbladeren en omgekeerde denneappels. Boven de ingang in de koorsluiting een rond venster in stuc-omlijsting. De vierkante, uit drie geledingen bestaande, toren wordt bekroond door een spits in nogal barokke vorm, die sterk doet denken aan Noordduitse en Scandinavische torenbekroningen, en is voorzien van een windwijzer in de vorm van een Neptunus-achtige figuur. Klok met het wapen Ripperda. Het ruime interieur, met zijn smalle, vlak overdekte zijbeuken en door gedrukt tongewelf overspannen middenbeuk, roept herinneringen op aan de Waterstaatsstijl. De scheiding tussen middenschip en zijbeuken wordt gevormd door slanke zuiltjes met acanthusbladkapiteel; orgel op galerij met balustrade werd in 1829 als orgel met Manuaal en Rugwerk gebouwd door N.A. Lohman. In 1870 door P. van Oeckelen uitgebreid met een vrij Pedaal; 19e eeuwse koperen luchters en meubilair; op galerij tegenover orgel drie mannelijke figuren, v.l.n.r. Zwingli, Luther, en Calvijn. Voorts een als doopvont in gebruik zijnde vaas van de Borgh Haykema in Zeerijp XVII. Zerk voor H.M.Ripperda, 1633, aangebracht in de oostwand, t.p.v. de deuren.
In de media
Uit De Weekkrant Groningen d.d. 26 juli 2012;
Tijdens restauratiewerkzaamheden in de kerk in Farmsum zijn verschillende zerken blootgelegd. In ieder geval twee ervan zijn zeer bijzonder. Het gaat om de zerken van Haye Ripperda II en Frouke Onsta.
Haye Ripperda II
Haye Ripperda II werd omstreeks 1455 geboren als zoon van Unico Ripperda (zoon van Bole Ripperda en Hille Wigboldes) en Ulske Ukena (dochter van Focke Ukena en Hiddeke to Wijtwerd). Hij huwde Ailke Houwerda (dochter van Omke Snelgersma). Uit dit huwelijk stamt de hoofdtak Ripperda in Farmsum. In 1504 overleed Haye Ripperda II te Farmsum. Haye gold, tezamen met de Van Ewsums, als de voornaamste leden van de Ommelander ridderschap. Na de zeer afgesleten zerk van Andolf Nittersum te Stedum (1471) is deze betrekkelijk goed bewaard gebleven zerk de oudste portretzerk in de provincie Groningen. Haye is afgebeeld als krijgsman in harnas, met een zwaard aan zijn zij en een helm aan zijn voeten.
Frouke Onsta
Frouke Onsta was dochter van Abele Onsta en Hille Jarges. Zij huwde in augustus 1475 met Focke Ripperda (ook wel naar zijn grootvader Focke Ukena genoemd). Minder dan twee jaar later overleed zij al op Urbanusdag (25 mei) 1477 met nalating van één zoon, Peter Ripperda. Frouke zal toen hoogstens een jaar of 25 zijn geweest. Frouke en haar man Focke zullen op de borg te Farmsum hebben gewoond. De zerk is uitzonderlijk fraai en goed bewaard gebleven. Het is de eerste zerk uit de 15e eeuw die de laatste 50 jaar is teruggevonden.
Fondsen nodig
De restauratie van de kerk vindt plaats in opdracht van het kerkbestuur van de Protestantse gemeente waar de Farmsummer kerk deel van uitmaakt. Bij de opgravingen zijn archeologen van Libau en ARC betrokken. Naar verschillende blootgelegde zerken vindt nog nader onderzoek plaats. Het kerkbestuur is op zoek naar fondsen om de bijzondere zerken in de toekomst permanent zichtbaar te houden. Hierbij zijn naast de kerk zelf ook de provincie Groningen en de gemeente Delfzijl betrokken.