Hoeven, Hofstraat 8 - Kapel Seminarie Bovendonk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam object: | Kapel Seminarie Bovendonk |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Noord-Brabant |
Gemeente: | Halderberge |
Plaats: | Hoeven |
Adres: | Hofstraat 8 |
Postcode: | 4741AK |
Inventarisatienummer: | 07763 |
Jaar ingebruikname: | 1923 |
Architect: | Joseph Cuypers (1861 - 1949) |
Huidige bestemming: | kapel |
Monument status: | Rijksmonument 521544 (kapel); 525963 (hoofdgebouw) |
Geschiedenis
Kapel Seminarie Bovendonk. Grote neogotische kapel, binnen een in 1903-1908 gebouwd groot kloostercomplex, naar ontwerp van P.J.H. Cuypers. De kapel van priester- en diakenopleiding, Seminarie en Conferentiecentrum Bovendonk aan de Hofstraat 8 is gerestaureerd. Op 31 januari 2011 werd de vieringtoren van de kapel omlaag getakeld (deze geschiedenis nog aan te vullen).
- 2024 - Voornemen tot sluiting 2025.
Over de architecten Cuypers, en Kuipers
- Petrus Josephus Hubertus Cuypers
- geboren 16 mei 1827 te Roermond
- overleden 3 maart 1921 te Roermond
Hij is de meest bekende en meest invloedrijke van hen.
- Josephus Theodorus Joannes Cuypers, zoon van Petrus J.H.
- geboren 10 juni 1861 te Roermond
- overleden 20 januari 1949 te Meerssen
- Eduard Gerard Hendrik Hubert Cuypers, een neef (oomzegger) van Petrus J.H.
- geboren 18 april 1859 te Roermond
- overleden 1 juni 1927 te ’s-Gravenhage
- Pierre Jean Joseph Cuypers, zoon van Josephus Th.J.
- geboren 11 juli 1891 te Hilversum
- overleden 3 april 1982 te Amsterdam
- Verwar dit Rooms-Katholieke architectengeslacht Cuypers niet met de Gereformeerde kerkenbouwer Tjeerd Kuipers, en zijn familie.
Monumentomschrijving Rijksdienst van de Kapel
Inleiding
KAPEL van het voormalig groot-seminarie Bovendonk van het bisdom Breda, in 1921-1923 opgetrokken in neogotische stijl naar plannen van J.Th.J. Cuypers.
Omschrijving
Niet georiënteerde driebeukige kapel, opgetrokken in machinale baksteen met spaarzame toepassing van siermetselwerk in gele baksteen en natuursteen. Zadel- en lessenaardaken met leien en ruberoidleien gedekt. De kapel telt vijf traveeën en een 5/8 sluiting. De voorgevel aan de binnenhof is een tuitgevel met een ondiep portaal met wimberg en topgevel. Erboven een compositie van klimmende spitsboognissen en spitsboogfriezen, waarbinnen links en rechts van een Jozefbeeld twee klimmende lancetramen. Links en rechts wordt de gevel afgesloten door traptorens tegen de kopgevels van de zijbeuken. De toren hebben achtzijdige topgeledingen met respectievelijk spitsboogvormige glasramen en galmopeningen. Achtzijdige spitsen. Links en rechts van de torens vormen eenlaags gangen met zadeldaken de verbinding met de seminarievleugels.
De zijgevels hebben een lichtbeuk met ingezwenkte steunberen. Per travee hebben zijbeuken en lichtbeuk een driedelige geleding van blindnissen met in de middelste nis een lancetraam. Het koor heeft een omgang met rechtgesloten kapellenkrans. Inwendig heeft de kapel een tweedelige opstand. Het metselwerk is uitgevoerd in geel genuanceerde baksteen. Op geaderd marmeren ronde kolommen rusten geprofileerde scheibogen. Boven een horizontale lijst bevindt zich de lichtbeuk met lancetramen. De ruimte is voorzien van kruisribgewelven in schoon metselwerk. In de koorkapellen altaren van Maria, Vincentius, Thomas, het H. Hart, Carolus Borromeüs en Francuscus van Sales uit de bouwtijd. Op het Maria-altaar onder meer de portretten van de architect Cuypers, zijn zoon en kleinzoon. Glasramen uit 1935-1936 met de levens van de genoemde heligen, gemaakt door C. Alberdingk uit het atelier Cuypers. Veelhoekige koperen lichtkroon in het middenschip. Kruisweg van Jan Dunselman.
Waardering
De kapel van het voormalig seminarie is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de bloei van het seminarieonderwijs en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de seminariekapel. Het is architectuurhistorisch van belang vanwege de stijl, het bijzondere materiaalgebruik en de ornamentiek. Het is tevens van belang als voorbeeld van de nabloei van de Neo-Gotiek in het werk van de architect J. Cuypers. Het heeft ensemblewaarden vanwege de samenhang met het totale complex en is tevens van belang voor de geschiedenis en ontwikkeling van het oude Hof van Bovendonk. Het is tevens van belang in samenhang met de gaafheid van de omgeving. Het is een zeldzaam en gaaf voorbeeld van een dergelijk gebouw.
Monumentomschrijving Rijksdienst van het hoofdgebouw
Inleiding
HOOFDGEBOUW van het voormalig grootseminarie Bovendonk van het bisdom Breda, tussen 1903 en 1908 in fasen opgetrokken in Neogotische stijl naar plannen van P.J.H. Cuypers. Het U-vormige gebouw is een variant op de plattegrond der middeleeuwse kloosters en vertoont in opzet overeenkomsten met de eerder gebouwde seminaries van Haaren en Driebergen. Een deel der ramen is rond 1995 in kunststof vervangen.
Omschrijving
Omvangrijk U-vormig gebouw bestaande uit drie vleugels van twee en drie bouwlagen. De vierde zijde van het binnenhof wordt gevormd door de kapel (onderdeel III). Het is opgetrokken uit baksteen met toepassing van natuursteen en wordt afgedekt met zadeldaken met leien en ruberoidleien. Het voorgebouw telt twee bouwlagen en heeft een driedelige compositie. De hoek- en middenrisalieten tellen elk drie traveeën en hebben trapgevels. De overgang met de achtervleugels komt tot stand door vierkante traptorens welke boven de goten overgaan in achthoekige bekroningen met spitsen. Aan de noordzijde bevindt zich de vijfzijdige absis van een kleine congregatiekapel. Tussen de risalieten verbindingsvleugels van zes vakken, waarbij in de linkervleugel de ramen op de begane grond twee aan twee gekoppeld zijn. De ramen bestaan uit kruis- en bolkozijnen onder spitsbogen met vullingen van siermetselwerk in gele baksteen. De raamindelingen zijn in kunststof vervangen. Siermetselwerk onder de dakgoten. Eenvoudige staafankers, deels met leliemotief. De zadeldaken hebben twee reeksen dakkapellen, beneden met vierdelige ramen en daarboven met sierlijke driehoeksmotieven. De topgevels van de hoek- en middenrisalieten hebben driedelige nissen met beelden van Franciscus van Sales, Jozef, H. Hart van Jezus, Maria en Carolus Borromeüs. In de middenrisaliet een diepliggend ingangsportaal met geprofileerde omlijsting en korfboog waarop twee geschilderde engelen die de tekst 'Pax Intrantibus' dragen. Links en rechts beelden van Thomas van Aquino en Vincentius à Paulo en tondi met geschilderde wapens vanonder meer het Bredase bisdom. De middentopgevel wordt met een kruis bekroond.
De linker- en rechterzijvleugels tellen links en rechts van een trappenhuis acht en elf raamassen en hebben in hoofdlijnen een vergelijkbare gevelindeling met op de verdiepingen getoogde kruisramen met schuifvensters met kleine roedenverdeling. Deze ramen zijn aan de noordzijde deels in kunststof vervangen waarbij de indeling is vereenvoudigd. De vleugels tellen drie bouwlagen met zadeldaken en dakkapellen. Ze worden aan de korte zijden afgesloten door trapgevels. Ze worden halverwege geleed door een risaliet met trapgevel, waarin het trappenhuis. Deze risalieten hebben op de begane grond een entree waarboven een hoge spitsboognis met drie reeksen van vijf spitsboogramen met borstweringen van siermetselwerk. Op de begane grond bevindt zich aan de noordzijde en bibliotheek van acht traveeën, die over twee lagen doorloopt en hoge tweedelige glas-in-loodramen heeft. Verder treffen we hier vergader- en studiezalen aan met hoge ramen. Aan de zuidzijde zijn op de begane grond van gedrukte spitsbogen voorziene zalen aanwezig. Tegen de eindgevels van beide vleugels eenlaags toiletgebouwen onder zadeldak met ventilatiekap. Deze gebouwen vertonen een reeks van smalle en hooggeplaatste spitsboogramen. Aan de noordzijde op de kruising van de daken van het trappenhuis een torentje en in de beide topgevels een uurwerk. Aan de hofzijde heeft het gebouw een kloostergang met spitsboogramen met zesdelige indeling met houten stijlen, waartussen glas-in-lood. Na de trappenhuizen gaat deze gang over in een open loopgang, welke eindigt bij de toiletgebouwen en de verbindingsvleugels met de kapel. Het voorgebouw heeft hier op de verdieping een reeks van spitsboognissen, gevuld met twee spitsboogramen en oculus. De lange vleugels hebben op de beide etages kruisramen als aan de buitengevels. De trappenhuizen van voorgebouw en vleugels zijn aan de hof kenbaar aan hun rijzige trapgevels.
Inwendig heeft het gebouw op de begane grond een met een netgewelf verwelfd entreeportaal. Hierop sluit een aan de hofzijde omlopende kruisgang aan met schoon metselwerk, kruisribgewelven en vloeren met geometrische tegelpatronen. De trappenhuizen vertonen schoon metselwerk, gepolijste kolommen met bladkapitelen, bakstenen gewelven, geometrische tegelvloeren en granieten treden. Ze worden verlicht door geometrische glas-in-loodramen. In het voorgebouw een glasraam met de figuren van mgr. P. Leijten, prof. A. Resemans, Pius X, P.J.H. Cuypers en president J. Hopstaken. Hier ook een groot raam met de tekst 'Pax Vobis'. Op het portaal de tekst 'Salus Exeuntibus'. In de zuidvleugel de voormalige eet- en recreatiezaal met gedrukte graatgewelven in baksteen, rustend op een reeks aan de lange zijde voor de muren geplaatste gepolijste kolommen met bladkapitelen. Groen geglazuurde lambrisering. De gewelven vertonen siermetselwerk en geschilderde bladmotieven op de aanzetten. In de noordvleugel een kleine congregatiekapel met kruisribgewelven. Hiernaast de grote galerijbibliotheek met gemetselde troggewelven en twee houten galerijen opgehangen aan smeedijzeren stangen. De bibliotheek wordt verlicht door hoge tweedelige korfboogramen. Op de verdiepingen zijn de ruimten toegankelijk door middel van gestuukte middengangen met tegelvloeren. De kamers zijn grotendeels gemoderniseerd met behoud van karakteristieke elementen als de paneeldeuren.
Waardering
Het hoofdgebouw van het voormalig seminarie is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de bloei van het seminarieonderwijs kort na 1900 en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het seminariegebouw. Het is architectuurhistorisch van belang vanwege de stijl, het bijzondere materiaalgebruik en de ornamentiek en de gecompliceerde ruimtelijke opbouw met vele zalen en ruimten voor uiteenlopende functies. Het is tevens van belang als laat voorbeeld van het werk van de architect Cuypers. Het heeft ensemblewaarden vanwege de samenhang met het totale complex en is tevens van belang vanwege de geschiedenis en ontwikkeling van het oude Hof van Bovendonk. Het is tevens van belang in samenhang met de gaafheid van de omgeving. Het is een zeldzaam en gaaf voorbeeld van een dergelijk gebouw.
MIP omschrijving (MIP nummer: ZB055-000943)
- Bouwstijl: Neo-Gotiek
- Bouwperiode: 1922 tot: 1923
- Gevels en materialen: Bakstenen gevels, blindnissen in getrapt fries in oostgevel, geflankeerd door achtzijdige traptorens.
- Vensters en deuren: Eenvoudige lancetvensters, in de zijbeuken per drie gekoppeld, voorzien van glas-in-lood. Opgeklampte deuren onder wimberg.
- Dak en bedekking: Zadeldak, lei in maasdekking, met achtkantige naaldspits. Lei in maasdekking op spitsen torens. Vierdelige kruis-ribgewelven.
- Bijgebouwen: In gevel zijde binnenhof beeldnis met beeld in neo-gotische stijl.
- Interieur: Marmeren pijlers, natuurstenen kapitelen.
- Bijzonderheden: Basilicale kapel met schip van vijf traveeën en driezijdig gesloten koor. De niet-georienteerde kapel wordt aan de oostelijke zijde geflankeerd door traptorens.
Orgel
Het orgel is gebouwd door L. van Nes in 1993.
In de media
- Uit BNDeStem, d.d. 4 november 2017
Het opknappen van Bovendonk kost miljoenen. Prioriteit heeft het dak. ,,De regenjas moet dicht. Het religieus erfgoed houdt niet op bij Oudenbosch alleen. Oud-seminarie Bovendonk Hoeven heeft net zo goed een stevige bijdrage geleverd aan de kerkelijke geschiedenis.
Het statige complex uit 1907 moet hoognodig opgeknapt worden. De stichting Bovendonk, ijverend voor behoud van het rijksmonument, gaat een plan opstellen voor restauratie en herbestemming. ,,Dat kunnen we niet alleen, geeft stichtingsbestuurslid Henk van Harssel aan. ,,Daar hebben we de overheid bij nodig.
Een eerste stap daartoe is gezet. Met de provincie en de gemeente is een intentieovereenkomst gesloten om het herstelplan gezamenlijk te schrijven. In drie fasen wordt de kostbare restauratie ter hand genomen. Alleen al in de eerste fase liggen de kosten op 3,5 miljoen euro. Om tijdens de uitvoering de exploitatie door te laten gaan, wordt de financiering uitgesmeerd over meerdere jaren.
Niet alleen het opknappen van bijvoorbeeld de kozijnen en het dak staat hoog op de wensenlijst, ook de modernisering van installaties, energiebesparende maatregelen en een tweede lift moeten Bovendonk toekomstbestendig maken. ,,De zolder is helemaal leeg gemaakt. Daar doen we nu nog niks mee. Het feitelijke gebruik van het gebouw ligt op vijftig procent. Voor een gezonde exploitatie moet dat getal omhoog.
Getracht wordt een gelijkmatiger bezetting met minder pieken en dalen. Voor toekomstig gebruik ligt de nadruk op congressen, opleidingsplek voor priesters en diakens, activiteiten vanuit het bisdom en lokale zaken zoals Koningsdag en de fietsvierdaagse. ,,Binnenkort komt Sinterklaas weer logeren. Dat alles hoort in een goede, vochtvrije behuizing. Prioriteit heeft het dak, de regenjas van Bovendonk moet dicht. Het statige complex op 5 hectare Hoevense grond is gebouwd in 1907 naar een ontwerp van de vermaarde architect Pierre Cuypers. Ook daar zit volgens de stichting een mooi verhaal achter, want Bovendonk is na het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam het derde grootste gebouw van de Limburgse architect, wiens zoon Joseph de kapel ontwierp.
Tot 1967 was Bovendonk een seminarie, daarna kwam een reeks invullingen tot het in 1983 in handen kwam van de stichting Bovendonk en het bisdom Breda. Samen met de lokale heemkundekring is de historie dieper uitgespit. ,,De geschiedenis van het gebied Bovendonk gaat terug tot de dertiende eeuw als uitvalsbasis voor de religieuzen bij de ontginning van westelijk Brabant. Met zulke verhalen hopen Van Harssel c.s. de exploitatie te optimaliseren. Gidsen geven al rondleidingen. Die eindigen met het nuttigen van een Bovendonks biertje. Een eerste subsidieaanvraag naar de provincie is de deur uit. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is bereid te investeren, mits Brabant mee doet. Van Harssel: ,,We verkennen nu alle subsidiemogelijkheden. Het doel van de overeenkomst is vooral de mogelijkheden te onderzoeken en gebruik te maken van ieders kennis. Wat kan er binnen de grenzen van een rijksmonument en kunnen we daar bijvoorbeeld het bestemmingsplan op aanpassen?
Tot dat laatste is de gemeente Halderberge zeker bereid. Wethouder Hans Wierikx ziet een faciliterende rol voor de gemeente. ,,We ondersteunen het voornemen van de stichting, denken graag mee voor nog betere exploitatie. Het plan moet 1 mei volgend jaar gereed zijn. De stichting houdt nog een informatieavond voor de buurt.