Kaatsheuvel, Erasstraat 8 - Martelaren van Gorcum
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam object: | |
Genootschap: | |
Provincie: | Noord-Brabant |
Gemeente: | Loon op Zand |
Plaats: | Kaatsheuvel |
Adres: | Erasstraat 8 |
Postcode: | 5171VH |
Sonneveld-index: | 07794 |
Jaar ingebruikname: | 1895 |
Architect: | P.Th. Stornebrink |
Huidige bestemming: | Rooms-Katholieke kerk |
Monument status: | Rijksmonument 524400 |
Geschiedenis
Buitengewoon belangrijke neoromaanse kerk met dubbeltorenfront en koepel.
De kerk van den Berndijk (aan de Erasstraat) werd in de jaren 1894-1895 niet als parochiekerk gebouwd, maar als hulpkerk van de parochie Kaatsheuvel. Die parochie telde toen ruim 3300 communicanten en werd bediend door een pastoor met drie kapelaans. De aan de onthoofding van de heilige Johannes de Doper toegewijde kerk in de Hoofdstraat was te klein, maar niet versleten. Pastoor J.C. de Bont wilde een nieuwe kerk bouwen ‘tegen het oprukkende protestantse geloof’. Vijf protestantse kerken omringden zijn uitgebreide parochie, terwijl er nog een in aanbouw was. Als kerktitel koos hij de Martelaren van Gorcum, omdat zij volhardend waren geweest in hun geloof. De hulpkerk zou onder zijn bewind blijven, maar bediend worden door een van zijn kapelaans.
In 1894 kon begonnen worden met de bouw, nadat het jaar tevoren de bouwplannen van architect P.Th. Stornebrink een aantal keren door de bisschop waren afgekeurd: ‘voor 42.500 gulden was wel iets schoners te krijgen’ was een van de bisschoppelijke commentaren. De totale bouwkosten van de kerk bedroegen ruim fl. 57.000,-; deze werden grotendeels betaald door de kerkenkas van de moederparochie. Ongeveer fl. 10.000,- werd bijeengebracht door de pastoor met zijn kapelaans en hun familie en kennissenkring. De neoromaanse kruiskoepelkerk met twee torens werd op 23 april 1895 door pastoor De Bont ingezegend. Er waren 250 zitplaatsen op een communicantental van 500.
Op 13 oktober 1897 werd de oprichtingsakte van Berndijk voorgelezen en A.J.M. Sweens, kapelaan te Kaatsheuvel, als pastoor van de nieuwe parochie geinstalleerd. In november 1895 was hij al door deken-pastoor J. Wijne van Waspik als kandidaat aan de bisschop voorgedragen. In 1898 werd een aantal min of meer verplichte devotiebroederschappen opgericht, maar ook een afdeling van de Vincentiusvereniging. Kapelaan Sweens probeerde het ook met de ‘Erewacht van het Heilig Sacrament’.
In de kerk werden twee relieken vereerd van de Martelaren. De eerste draagt het opschrift ‘S.S. M.M. Gorc.’ (‘H[eilige] M[artelaren] van Gorc[um]’). Eind juni 1899 verzocht pastoor Sweens aan de bisschop van Den Bosch, W. van de Ven, om het reliek openbare verering ervan toe te staan. Later is daar nog een reliek met het opschrift ‘S.S. Mart. Gorcomiensium’ (‘H. Mart[elaren] van Gorcum’) bijgekomen.
Op 1 januari 2002 zijn drie parochies, te weten de H.H. Martelaren van Gorcum in Kaatsheuvel West (deze kerk), de Sint Jan in Kaatsheuvel Centrum en de Sint Jozef in Kaatsheuvel Oost tot één parochie samengevoegd. En vanaf 1 januari 2005 is de St. Jozefkerk gesloten. De kerk zou gesloopt worden en op de vrijgekomen plaats zouden woningen worden gebouwd.
De R.K. kerk van de H.H. Martelaren van Gorcum te De Lier is in 2006 gerestaureerd en verbouwd. In de uit 1930 daterende kerk is het Vermeulen-orgel uit 1956 vervangen door een orgel uit 1962 dat door de firma Adema-Scheurs was gebouwd voor de inmiddels gesloten R.K. Sint Josephkerk van Kaatsheuvel. Zondag 12 november 2006 is het nieuwe orgel in de gerestaureerde kerk officieel in gebruik genomen.
De parochie Kaatsheuvel maakt deel uit van het bisdom Den Bosch en de Rooms Katholieke Wereldkerk.
Het verzorgingsgebied van de parochie Kaatsheuvel omvat naast Kaatsheuvel ook een deel van Sprang-Capelle.
- 2023 - Een vervelende mededeling voor de parochianen, maar voor dergelijk nieuws is nooit een goed moment, zegt Luijckx. Deze kerst wordt de laatste kerst in de kerk aan de Erasstraat. De eerste helft van 2024 blijft de Martelaren van Gorkum zeker nog open voor vieringen, huwelijken, dopen en uitvaarten. ,,Maar uiterlijk tegen het einde van het jaar zal de kerk aan de eredienst worden onttrokken.”
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Kerk
- Inleiding
De KERK, gewijd aan de H.H. Martelaren van Gorkum, is aan de zuidzijde van de Erasstraat gelegen en met het altaar op het oosten georienteerd. Hij vormt een geheel met de later gebouwde pastorie en is daarmee verbonden via een tussenruimte. Deze neoromaanse kruiskoepelkerk met dubbele torengevel is ontworpen door de architect P. Stornebrink en tussen 1893 en 1895 gebouwd.
- Omschrijving
De kerk is een baksteenbouw met enige natuurstenen sierdelen en bestaat uit een achthoekige koepelruimte voorafgegaan door een driebeukig schip van twee vakken en een dubbeltorengevel. Op de koepel sluit een koortravee aan met lager rechtgesloten koor. De dubbeltorengevel heeft een rondboogportaal, geflankeerd door nissen met heiligenbeelden in de eerste geleding van de torens. Boven de ingang een rondboograam van de orgeltribune. De torens hebben opzij portalen en in de tweede geleding rondboogramen met baksteentraceringen. De derde geleding bestaat uit achtkanten met galmopeningen, bekroond door achthoekige spitsen. Het schip, de koepel en koortravee hebben evenals de torens een merkwaardige detaillering met bakstenen lijsten, friezen en sierpatronen in vrije interpretaties van romaanse vormen. Deze eigenzinnige detaillering is typerend voor het werk van de architect Stornebrink. De zijbeuken hebben evenals de nevenkapellen van het koor tweedelige rondboogramen. De lichtbeuken van de het middenschip, de koepel, koortravee en het koor hebben driedelige rondboogramen.
De achthoekige koepel heeft transeptachtig aandoende eindwanden voorzien van twee uit een vierkant opgaande achthoekige torentjes die een breed rondboograam flankeren dat bestaat uit twee gedeelde rondboogramen en een rozet. De glaskoepel op het platte gedeelte van de afdekking van de koepelruimte is verdwenen. Links en rechts van de transeptachtige gevels bevinden zich vlak gedekte halfronde absiden. De nevenruimten van het koor hebben twee en driedelige kruiskozijnen onder rondbogen en klimmende rondboogfriezen in de topgevels.
Het interieur maakt door de de gehele breedte van het gebouw omvattende koepelruimte een centraliserende indruk, wat voor de bouwtijd tamelijk uitzonderlijk genoemd mag worden. In de torentravee bevindt zich boven de ingang een orgelgalerij op drie bogen. De schiptraveeën hebben rondbogige arcaden die geopend zijn naar de als loopgangen fungerende en met kruisribgewelven overwelfde zijbeuken. De beide schiptraveeën worden overwelfd door een stergewelf. Koor en koortravee hebben kruisribgewelven, de overgang tussen beide ruimte-onderdelen wordt gevormd door een schuine wand. De centrale koepelruimte is een achthoek met ongelijke zijden, overwelfd met een stenen stergewelf met ronde sluitring dat gedragen wordt door pijlers en lisenen. De gewelven tussen de bakstenen ribben zijn gepleisterd en voorzien van schilderingen met plantenmotieven. De muurvlakken zijn recentelijk ontdaan van de schilderingen en wit overgeschilderd. In de muurvlakken van de koepelruimte zijn schilderingen van de Martelaren van Gorkum aangebracht door Van Bokhoven en Jonckers. De laatste leverde in 1922 ook de geschilderde kruisweg. Het hoogaltaar (1903) is van J. Custers, de preekstoel en communiebank van Houtermans (1913). In het koor ramen van F. Nicolas (1908).
- Waardering
Het object is van algemeen belang. Het heeft cultuur-historische waarde als uitdrukking van de katholieke emancipatie aan het eind van de 19e eeuw. Het heeft architectuur-historische waarde als goed voorbeeld van een neoromaanse kerk met uitzonderlijk vroege centraliserende plattegrond. Het is van belang als typerend voorbeeld van het werk van de architect P. Stornebrink. Het object is ondanks de verwijderde schilderingen en centrale glazen koepel voldoende gaaf bewaard gebleven. De kerk is typologisch zeldzaam en eveneens zeldzaam als overblijfsel uit het oeuvre van de architect. Hij heeft ensemblewaarde vanwege de functionele, bouwkundige en architectonische samenhang met de andere complexonderdelen.
Tussenbouw
Het koor van de kerk wordt aan beide zijden geflankeerd door een aanbouw die doorloopt tot aan de pastorie. Hierin zijn ondergebracht de sacristie en de kathechismuskamer. Deze TUSSENRUIMTE in neoromaanse stijl naar ontwerp van P. Stornebrink en gebouwd in 1893-1895, vormt tevens de verbinding tussen kerk en pastorie.
De eenlaags TUSSENRUIMTE is vijf traveën lang en drie breed en heeft een vergelijkbare detaillering als de kerk. Opvallend is dat de detaillering versobert naar de pastorie toe, waardoor de tussenruimte niet alleen in functie maar ook in vormgeving een overgang vormt tussen de kerk en pastorie. De schilddaken zijn gedekt met leien in maasdekking en zijn voorzien van enkele kleine dakkapellen. In de langsgevel aan de straatzijde is een middenrisaliet aangebracht, dat eindigt in een puntgevel. In dit gevelgedeelte is een driedelige rondboograam aangebracht. De twee rechter traveen zijn voorzien van tweedelige rondboogramen. In de travee links van het middenrisaliet is een tweedelig rechtgesloten raam aangebracht en in de meest linkse travee bevindt zich de toegangsdeur. De langsgevel aan de achtergevel heeft dezelfde opbouw en detaillering, zij het dat het rondboogvenster in de middenrisaliet is voorzien van een houten raam met roedenverdeling, dat vermoedelijk in later tijd is aangebracht. In het zuidelijke deel van dit bouwwerk is de sacristie gelegen, die toegang geeft tot het koor van de kerk. In het noordelijke deel bevindt zich de kathechismuskamer. De ruimte die beide delen met elkaar verbindt, wordt overdekt door een bovenlicht in de vorm van een zadeldak, gedragen door bewerkte houten spanten.
Het object is van algemeen belang. Het ontleent zijn waarde aan het feit dat het bouwkundig, architectonisch en functioneel onderdeel uitmaakt van de kerk annex pastorie. Het object is bovendien gaaf bewaard gebleven.
MIP omschrijving
- Bouwstijl: Neo-Romaans
- Bouwperiode: Van 1893 tot 1895
- Gevels en materialen: Nummer 8: machinale baksteen met klimmend segmentboogfries, muizetand en dwarsgeplaatst siermetselwerkband. Nummer 6: machinale baksteen met getrapt fries bij risaliet.
- Vensters en deuren: Rondboogvensters met baksteen tracering en deelzuiltjes. Roosvensters, vleugeldeuren in bewerkt portaal met oculi. Nr. 6: stenen kruiskozijnen met rondboog spaarbogen, originele paneeldeur en schuifvensters onder segmentboog.
- Dak en bedekking: Samengesteld dak met leien in maasdekking. Nummer 6: mansardedak, leien in maasdekking, dakruiter. Gootlijst op gestapelde baksteen klosjes.
- Bijgebouwen: Kerkhof, door ijzeren sierhek met bakstenen staanders en beukenhaag omringd. In het midden een grafkapel van machinale baksteen en rode en gele verblendsteen en profielsteen. Toegang via rondboog met kolonetten houten zoldering, rondboogfries.
- Interieur: Boogaltaar J. Custers (1903), preekstoel en communiebank, Houtermans (191 3). Ramen in koor: Nicolas (1908). Rijk interieur met vele beelden en beschilderd gewelf. Christus met lam in hoofdportaal. Pastorie Th. Smeele 1890.
- Groen: Rode beuk, esdoorn, plataan, es (achter 6) circa drie meter omtrek. Tuin met vijver.
- Bijzonderheden: Kruiskoepelkerk met dubbeltorenfront en aangebouwde pastorie. De zijbeuken zijn voorzien van cirkels.
- Omschrijving: In het kerkhof een altaar met de tekst: "ik zal u hoop en toekomst geven", stenen beeld, gekruisigde Christus Maria en Johannes. 1906 C. van Hoof. Verder: zeshoekige kapel in nissen, crypte Emile Rietra, pastoor te Berndijk, grondlegger van de Efteling 1902-1978.
Kerkhof met kapel
Bij de kerk een interessant kerkhof met grafkapel en een stenen schuurtje. Kerkhof, door ijzeren sierhek met bakstenen staanders en beukenhaag omringd. In het midden een grafkapel van machinale baksteen en rode en gele verblendsteen en profielsteen. Toegang via rondboog met kolonetten houten zoldering, rondboogfries. Een altaar met de tekst: "ik zal u hoop en toekomst geven" Stenen beeld, gekruisigde Christus Maria en Johannes. 1906 C.F. van Hoof. Crypte Emile Rietra, pastoor te Berndijk, grondlegger van de Efteling 1902-1978.