Middelburg, Zuidsingel 70 - Sint-Augustinuskerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Sint-Augustinuskerk |
Genootschap: | Oud Katholieke Kerk |
Provincie: | Zeeland |
Gemeente: | Middelburg |
Plaats: | Middelburg |
Adres: | Zuidsingel 70 |
Postcode: | 4331RR |
Sonneveld-index: | 06626 |
Jaar ingebruikname: | 1742 |
Architect: | Munck, Jan de |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 29713 |
Geschiedenis Evangelisch Lutherse Kerk
Historische zaalkerk zonder toren, gebouwd als Evangelisch Lutherse Kerk.
Het kleine vierkante Lutherse kerkje aan de Suikerpot was begin 18e eeuw toch wel te klein geworden. Naar een ontwerp van de stadsarchitect werd een nieuwe kerk gebouwd, getuige een gedenksteen in de kerk: "Deeze kerk is voltooid in den jaare 1742 Onder het beleid van den Heere Jan de Munck Beroemd architect dezer stede Middelburg Tot wiens Eere De Lutherse Gemeente dit Gedenkteken Opricht". De kerk is in de jaren 1960 gerestaureerd. Onlangs zijn de leien vervangen.
Sint-Augustinuskerk
- 2016 - Zeeuwse 0ud-katholieken namen met een wijding het voormalige kerkgebouw van de Evangelisch-Lutherse Gemeente in Middelburg officieel in gebruik. Het gebouw uit 1742, dat de nieuwe naam Sint-Augustinuskerk heeft gekregen, werd op 10 april gewijd door Joris Vercammen, de aartsbisschop van Utrecht. ‘Een kerk is niet zomaar een gebouw of een zaal voor de viering. Het is een plek die afgezonderd is om Gods aanwezigheid te beleven. Door een kerk te wijden, benadrukken we dat we ruimte maken voor God in ons leven’, licht pastor Remco Robinson toe. Al sinds november 2014 is de kerk door de oud-katholieken in gebruik en worden er eucharistievieringen gehouden. Bij de wijding werd de continuïteit benadrukt, "We staan op de schouders van al die generaties die er de ziel uit het lijf gezongen hebben, die er geluisterd hebben naar het woord en die er liturgie gevierd hebben. Hun bidden heeft het gebouw tot een ander huis gemaakt dan alle andere huizen en met de wijding van het gebouw en het nieuwe altaar werd dat feit alleen maar bevestigd."
Monumentomschrijving Rijksdienst
LUTHERSE KERK. In 1742 door Jan de Munck ontworpen ZAALKERK op de hoek van de Zuidsingel en de Bree, met frontdeur in de smalle zijde aan de Singel. Grote ingangspoort met jaartal in het bovenlicht. Hierboven een venster omgeven door snijwerk bekroond door een zwaan. Inwendig: Preekstoel en doophek uit 1742. Stichtingstafel 1742 tegen de oostmuur. Memorietafel betreffende de stichting van de Lutherse Kerk te Veere 1800. Van oorsprong eenklaviers balustrade-orgel, in 1707 gemaakt door J. Duyschot. Bij plaatsing van het orgel in de nieuwe Lutherse Kerk in 1742, werd het uitgebreid met een Rugwerk door J.H.H. Batz en A. van Os. De Duyschot-kas kreeg een onderkas en de klaviatuur verhuisde van de achterzijde naar de voorkant van de hoofdkas.
Aan de achterzijde van de kerk, aan de Bree, staat de gelijktijdig met de kerk gebouwde voormalige pastorie en kosterij annex consistorie Bree 48-50-50a, die eveneens als rijksmonument is beschermd. Er is een interne doorgang tussen de kerk en Bree 50-50a. Het beschermde orgel van de Lutherse kerk is alleen via een trap in Bree 50-50a bereikbaar en de blaasbalg staat op de tweede verdieping van dit pand.
Gebouwomschrijving SKKN
Het is een niet te loochenen feit, dat in 1586 te Middelburg een goed functionerende Lutherse gemeente bestond. In dat jaar was daar namelijk reeds een doopboek. Het is niet ondenkbaar dat reeds daarvóór al Lutheranen in de stad hebben gewoond. De niet ver van hier verwijderde koopliedenstad Antwerpen herbergde namelijk reeds decennia eerder een belangrijk aantal volgelingen van de Duitse kerkhervormer binnen zijn muren. Mogelijk zijn vandaar vonken overgeslagen naar de hoofdstad van Zeeland, waaruit in 1574 de Spaanse troepen zich moesten terugtrekken en met hen de katholieke suprematie. De grote vonk sloeg echter over in 1585. Toen moest Antwerpen zich weer onderwerpen aan de heerschappij van de Spaanse koning Philips II, die tevens de Heer van de Nederlandse gewesten was. Vele inwoners, die niet van zins waren zich weer te schikken onder het Roomse gezag, trokken weg. Ze gingen meestal naar steden in de noordelijke Nederlanden, die vast besloten waren 'de tyrannie te verdrijven, die hun het hart doorwondde'. De vluchtelingen, die in Middelburg arriveerden, hadden verwacht er een gastvrij onthaal te vinden en vrij hun godsdienst te kunnen uitoefenen. Dit viel echter tegen. De Calvinisten hadden een grote invloed op de stadsmagistraat en zij wantrouwden ten zeerste de 'Martinisten', zoals de volgelingen van Maarten Luther wel eens werden genoemd. Het werd hun dan ook niet toegestaan een eigen kerkgebouw in te richten en toen zij zich behielpen met prediking in particuliere huizen, werd hun dit in 1589 ook verboden. Het bloed kroop evenwel ook hier waar het niet gaan kon; de gemeente groeide tegen de verdrukking in. In het begin van de jaren negentig had men een eigen predikant, al moest men die enigermate delen met gemeenten elders. Dankzij de Erasmiaanse geest van de regenten in de Nederlandse steden, een geest van verdraagzaamheid jegens andersdenkenden, mocht ook de Lutherse gemeenschap in Middelburg geleidelijk ervaren, dat ze meer en meer werd geaccepteerd. Daarom waagde zij het in 1617 toestemming te vragen de zolder van een pakhuis aan de Suikerpoort als kerk in te richten. Hierop werd door het stadsbestuur positief gereageerd. In de loop van de zeventiende eeuw werd dit onderkomen tot twee keer toe door brand beschadigd, namelijk in 1658 en in 1673. Na deze laatste brand werd het geheel verbouwd.
Toen zal ook de benedenverdieping bij de kerk zijn getrokken, zodat een ruimte ontstond, die "kleen, net en luchtig" was. Hierin werden in 1706 een gewelf en twee galerijen aangebracht, terwijl in april van ditzelfde jaar met de Amsterdamse orgelbouwer Johannes Duyschot werd overeengekomen, dat hij samen met zijn zoon Andries voor deze kerk een orgel zou vervaardigen. Ruim een jaar later werd het instrument geplaatst. Het had vijftienhonderd gulden gekost. Het aantal leden van de gemeente nam gestaag toe. Voor een niet onbelangrijk deel is dit het gevolg geweest van het feit, dat nogal wat kooplieden, neringdoenden en zeelieden uit noordelijke, vooral Duitse gebieden zich in deze welvarende stad kwamen vestigen. Deze groei bracht met zich mee, dat de kerkruimte aan de Suikerpoort te klein werd. Dit bleef het geval, ook nadat in 1732 veertig leden uit Vlissingen en honderd uit Middelburg zelf zich hadden afgescheiden en samen met de predikant Th.J. de Hartogh, die bij de kerkenraad in ongenade was gevallen, in de eerst genoemde plaats een eigen gemeente stichtten. Om het ongemak van ruimtegebrek te boven te komen besloot het bijeengeroepen 'Extra Groot Consistorie7 op 28 juli 1737 contact op te nemen met de stadsbouwmeester Jan de Munck om met hem een en ander te bespreken over het neerzetten van een nieuw gebouw. Deze man is voortvarend te werk gegaan. Binnen zes weken had hij een "schetz van kosten tot het bouwen van een kerk" klaar. Het geheel zou F. 42.000 gaan kosten, een bedrag, dat de gemeente zelf niet kon opbrengen. Men nam daarom het initiatief tot het organiseren van zogenaamde 'collecte-reizen' in de Nederlandse gewesten en in Duitse landen. Deze brachten aardig wat op maar lang niet voldoende. Niettemin werd besloten de plannen niet in de kast te doen verdwijnen en de nog benodigde F. 30.000 bijeen te brengen door middel van een - overigens geenszins voordelig- systeem van lijfrenten. De stadsoverheid, die geen toestemming had gegeven in Middelburg zelf te collecteren, liet zich nu niet onbetuigd. De Lutherse gemeente kreeg van haar "vrijdom voor altoos" van alle normale en bijzondere belastingen en andere lasten, voorts "om niet het bouwterrein" en ook nog vijfhonderd gulden. Zo kon in 1740 begonnen worden met de bouw van de nieuwe kerk aan de Zuidsingel en ook nog een pastorie en een weeshuis. De ontwerper van gebouw en interieur, Jan de Munck, hield toezicht op de werkzaamheden, die in het voorjaar van 1742 werden afgerond. Op 20 mei kon deze bakstenen zaalkerk in barokstijl, een voorbeeld van 18de eeuwse Lutherse kerkbouw, worden ingewijd. Ze werd in- en uitwendig versierd met eenvoudig stucwerk, vervaardigd door Antoni Trauil en Giovanni Antonio Gioveni. Boven de ingangspartij aan de korte zijde prijkt een zwaan (Schendelaar 1993, p.117, afb.70). In het bovenlicht van de deur is het jaartal 1742 aangebracht. Het orgel werd uit de oude kerk overgebracht en, om het beter in te passen in de nieuwe, grotere ruimte, enigszins omgebouwd en met twee pijpvelden verbreed. Bovendien werd een rugposi-tief toegevoegd. Omdat evenwel de bouwactiviteiten de financiële draagkracht van de gemeente zwaar onder druk hadden gezet - hetgeen een blijvend probleem zou blijken te zijn - kon pas in latere jaren dit nieuwe onderdeel van het instrument worden voltooid en dan nog meestal dankzij begunstigers. De bouw van de nieuwe kerk viel in de tijd van de grootste bloei van de gemeente, vooral wat betreft het aantal leden. Nog in 1797 waren in Middelburg 1.190 personen Luthers, zes procent van de totale bevolking. Daarna ging het bergafwaarts. Toen in 1805 opnieuw moest worden opgegeven hoe groot het ledenbestand was, bleek de gemeente 671 zielen te tellen, negen jaar later nog slechts 546. De teruggang zette zich gestaag voort in de loop van de negentiende en twintigste eeuw. Dit verschijnsel deed zich ook voor bij de Lutheranen te Groede in Zeeuws Vlaanderen en bij die te Vlissingen. Om die reden namen de kerkenraden van deze gemeenten in 1989 het besluit om per 1 januari van het jaar daarop te fuseren met de Middelburgse. In totaal telde in 1990 deze gemeente, waaraan reeds in 1816 die van Goes en van Veere waren toegevoegd, 376 leden. De kerk werd in de jaren 1960-1963 (De Hooge) (Fafié: 1964-1965) en in 1990 gerestaureerd.
Orgel
De Lutherse Kerk in Middelburg sloot op 16 april 1706 een contract met Johannes en Andries Duyschot. Zij bouwden een nieuw orgel dat op 28 juni 1707 werd voltooid. Het orgel had één manuaal en aangehangen pedaal. Moreau maakte het orgel in 1717 schoon, en verving de discant van de Trompet 8' door een Vox Humana 8' discant. Omdat de gemeente hard groeide werd tussen 1739 en 1742 een nieuwe kerk gebouwd. Het orgel werd overgeplaatst door Albertus van Os uit Vlissingen, en uitgebreid met een rugpositief. Van Os was een voormalige knecht van J.H.H. Bätz, wiens hulp hij inriep om de klus te klaren. Voorlopig kreeg het rugwerk slechts één register. Voor de overige zeven ontbrak het geld. De ombouw van de mechaniek was al erg prijzig geweest. Johan Caspar Müller plaatste in 1754 vier nieuwe registers op het rugwerk. Uiteindelijk werd door N.F. Nadorp rond 1790 het orgel voltooid met de drie laatste registers. Het orgel was eindelijk gereed. In 1792 werden enkele beelden op het rugpositief geplaatst van de hand van Van der Bilt, geschonken door Raelermacher, Heer van Nieuwerkerk. In 1822 is de Vox Humana van Moreau weer door een Trompet vervangen door Frederik van Weele. Door de fa. Standaart werd in 1912 een romantische ingreep gedaan: de Mixtuur en de Dulciaan van het rugwerk werden door een Gamba en een Vox Céleste vervangen. Het orgel verkeerde in slechte staat en moest worden gerestaureerd. op 13 juli 1913 nam men het weer in gebruik met een bespeling door dhr. A. van Os. In 1927 bood Dekker uit Goes aan om een geheel nieuw instrument te bouwen. Gelukkig was hier geen geld voor, en werden slechts herstelwerkzaamheden uitgevoerd, waarbij Jan Zwart als adviseur was aangetrokken. In 1928 leverde men het orgel weer op. Het was wel voorzien van een electrische windmachine. In 1964 heeft Willem van Leeuwen Gzn. uit Leiderdorp het orgel geheel gerestaureerd, en de oorspronkelijke dispositie van het rugwerk hersteld. Adviseur bij deze restauratie was Lambert Erné. Op 30 oktober 1965 werd het instrument weer in gebruik genomen. Het kerkgebouw is na een laatste kerkdienst op 3 maart 2013 gesloten voor de Lutherse vieringen. Het gebouw is sindsdien alleen nog in gebruik bij de Oud-Katholieke Kerk, onder de naam Sint Augustinuskerk.
- (Bron:Orgeldatabase)
- 2023 - Op 26 februari 2023 vinden er in het protestantse kerkje in Beek(L) een vesper en een orgelconcert op het De Rijckere-orgel plaats. De dag erna begint de ontmanteling van dit bijzondere orgel, een Rijksmonument, om volgend jaar te worden herplaatst in de St. Augustinuskerk in Middelburg.
In de media
- Uit Nieuwe Rotterdamsche Courant 10 Maart 1928.
Voor de hoognoodige restauratie van het orgel in de Luthersche kerk te Middelburg zijn drie giften van het koninklijk huis ingekomen: ƒ 100 van de Koningin, ƒ 60 van de Koningin-Moeder en ƒ 50 van Prinses Juliana.
- Uit Provinciaal Zeeuwse Courant 30 januari 2013.
MIDDELBURG - De toekomst van de Lutherse Kerk aan de Zuidsingel in Middelburg is onzeker. De Lutherse gemeente houdt er zondag 3 maart 2013 haar laatste viering. Mogelijk blijft het bedehuis daarna in gebruik bij de Oud Katholieke Kerk, die daar sinds ruim een jaar diensten belegt, maar daaromtrent bestaat nog geen zekerheid. Eerder sloten de kerken aan de Molenstraat in Groede (1991) en aan de Walstraat in Vlissingen (1989). Nu die in Middelburg sluit resteert in Zeeland alleen de Lutherse kerk aan het Gat van West Noordwest in Zierikzee
- Uit Provinciaal Zeeuwse Courant 2 maart 2013.
MIDDELBURG - De Lutherse Kerk aan de Zuidsingel in Middelburg wordt als de plannen doorgaan verkocht aan de Oud Katholieke Kerk (OKK). Dat is zaterdag meegedeeld tijdens een symposium in de kerk. Dat werd gehouden omdat de lutherse gemeente Middelburg na ruim 3,5 eeuw ophoudt te bestaan. Er is sprake van een voorlopig koopcontract met de OKK, maar er is goede hoop dat dit leidt tot verkoop van het monumentale gebouw. De Oud Katholieken houden sinds vorig jaar diensten in de Lutherse kerk, nadat ze dat eerder deden in de Rooms Katholieke Kerk in Goes.