Handelingen

Overleg

Overleg:Sneek, Grote Kerkstraat 5 - Martinikerk

Uit Reliwiki

Artikel uit Leeuwarder courant d.d. 1956 daarin wordt gesproken over St. Maartenskerk en niet Martini ??


De grote of St. Maartenskerk te Sneek moge de merktekenen van hoge ouderdom dragen, bepaald fraai kan men dit monument niet noemen. Daartoe zijn haar muren te zeer een lappendeken van slecht herstelde gebreken of goed bedoelde verbeteringen. Tot overmaat van ramp heeft men het inwendige van de kerk in de zeventiger jaren (19e eeuw) ‘opgeruimd’., onder kwistig gebruik van verf- en witkwasten, en voor een appel en een ei verkocht, wat de koopman wel gebruiken kon. Zoals de koperen luchters en de eiken vroedschapsbank. Voor tweehonderd guldens werden de Rothschilds daar de eigenaars van….. Vanouds hebben de Sneker kerkvoogden te worstelen gehad met verzakkings problemen, veroorzaakt door de weke grond, waarop Sneek gebouwd is. Zo heeft men in 1924 nog moeten ingrijpen on de wankelende zandstenen pijlers van het middenschip voor omvallen te behoeden. Deze dateerden eerst uit de zeventiende eeuw, te weten uit de jaren 1681-1692, toen de kerk eveneens met instorting bedreigd werd en een grondige verbouwing de enige remedie scheen. Men kan niet zeggen dat de Sneker St. Maarten er in 1682 mooier op geworden is. Niet allen werd het schip aan de westzijde enige meters ingekort, maar ook het kerkdak werd gewijzigd, dat de opgaande muren een meter lager kwamen te liggen. Ten koste van de spitsbogige vensteropenningen, doe noodgedwongen ingekort moesten worden en bij die gelegenheid hun huidige rondbogige afsluiting ontvingen. Tot dusver liepen de meningen uiteen over de oorspronkelijke vormgeving van de westelijke afsluiting. Volgens sommigen verrees hier een zware toren, volgens anderen twee, verbonden door een westfront, terwijl als derde mogelijkheid het bestaan van zelfs drie tegen elkaar staande torens werd geopperd. De oude vogelvlucht stadsplattegronden spraken elkaar tegen en waren geen van alle duidelijk genoeg om als bewijs voor een der voorgestane mogelijkheden te dienen. Het stond alleen vast, dat in 1498 begonnen was met de bouw ven een nieuw koor achter de bestaande kerk, welke koor in 1503 gereed kwam. Daarna was men het oude schip gaan verbouwen en verhogen, in de overeenstemming met het nieuwe koor. Ook deze oude kerk schijnt reeds een drieschepig bouwwerk te zijn dat echter lager was dan het in 1681-1682 opnieuw veranderde kerkgebouw. Voorts was tijdens de herstellingen van 1924 gebleken, dat de na 1498 verbouwde kerk op haar beurt in de plaats was gekomen van een eenschepig bouwwerk, vermoedelijk uit tufsteen opgetrokken. Het beschikbare materiaal tot de bouwgeschiedenis de Sneker St. Maarten is nu onverwacht vermeerderd door de ontdekking van een tekening van J.A. Beerstraten (1622-1666) aanwezig in de indrukwekkende collectie van de heer F.Lugt te Parijs. Een tekening, die herkend is als een afbeelding voor de verbouwing van 1681-1682. De afbeelding geeft een kerk wee, gezien van het zuid-westen en prijkende met twee westtorens, elk met een zadeldak gedekt. Tussen de beide torens in rijst een westwerk op, dat eigenaardigerwijs, even hoog is als de torens, en derhalve hoger dan het kerkdak. Van daar dus de verwarring omtrent de juiste gesteldheid der westelijke afsluiting. Hoewel in torens, zowel als westwerk enige spitsbogen nissen en vensters voorkomen, maakt het geheel een Romaanse indruk; de galmgaten, enige kleinere vensters alsmede de rozevormige lichtopeningen en de traceringen in de topgevel van het westwerk doen al evenzeer Romaans aan. Toch kan men moeilijk aannemen dat deze hoog torende massieven reeds bestonden eer men een aanvang had gemaakt met de verbouwing en verhoging van koorpartij en schip. Het ligt in de bedoeling, eerlangs op de plats van de voormalige westwerk een opgraving te doen plaatsvinden. Hopelijk dat dan alle vragen een afdoende antwoord zullen vinden. (zie 1975 archeologisch onderzoek)

Bron; Leeuwarder Courant 26 mei 1956 Auteru; H.Halbertsma