Sneek, Grote Kerkstraat 5 - Martinikerk
Uit Reliwiki
| Algemene gegevens | |
|---|---|
| Naam kerk: | Grote of Martinikerk |
| Genootschap: | (PKN) Protestantse Kerk in Nederland |
| Provincie: | Friesland |
| Gemeente: | Súdwest Fryslân |
| Plaats: | Sneek |
| Adres: | Grote Kerkstraat 5 |
| Postcode: | 8601ED |
| Jaar ingebruikname: | 1503 |
| Architect: | |
| Huidige bestemming: | kerk |
| Sonneveld-index: | 09594 |
| Monument status: | Rijksmonument 34008 |
| Bouwjaar: | 1498-1503 |
| Type: | Kerk |
| Functie: | Religieus |
Geschiedenis
Hoewel de Martinikerk tot 1681 drie torens had, hingen de luidklokken in een klokhuis. Aanvankelijk stond dit ten noordwesten van de kerk. In 1489 werd het opgericht op de huidige plaats. Restauraties in 1894 en 1969. Op de nok twee windvanen voorstellende een koggeschip en Sint-Martinus, de schutspatroon van Sneek.
Er is een beleidsplan 2006-2010 gemaakt voor de Protestantse Gemeente. De Martinikerk en de Oosterkerk blijven de PKN-kerken. De Zuiderkerk kan gebruikt worden voor bijzondere diensten. De Ichthuskerk is in 2007 gesloten. (56-06)
- 2017. Op termijn blijft de Martinikerk het enige kerkgebouw van de Protestantse Gemeente Sneek. Dit kerkgebouw is in uitgebreide verbouwing.
- 2023 - Op 9 april 2023 heeft de opening plaats gevonden van het vernieuwde kerkgebouw van de Protestantse gemeente Munnekezijl-Lauwerzijl (op de grens van Groningen en Friesland). Meest in het oog springend is dat de banken zijn vervangen door stoelen en dat een deel van de kerkzaal door middel van een glazen wand is gescheiden om dienst te doen als koffiehoek. Verder is vloerverwarming aangebracht en zijn de wanden geïsoleerd. Ook werd alles opnieuw geschilderd. De kerkzaal is weliswaar geheel vernieuwd, maar heeft zijn oude karakter behouden. De totale kosten bedragen ca. € 170.000, waarvan de gemeente zelf € 100.000 heeft opgebracht.
Monumentomschrijving Rijksdienst
Herv. Kerk. Driebeukige laatgotische kerk, aanvankelijk opgetrokken tegen een romaanse westpartij, die in 1681 instortte en toen vervangen is door een driezijdige sluiting. Dak in 1709 vernieuwd; klokkoepel 1709. Aan de zuidzijde 16e eeuwse sacristie, met betimmering en plafond 1759;toegankelijk door gotische deur. Inwendig: preekstoel 1626. Wapenborden. De klok van S. Butendiic, 1466, diam. 102 cm. is tijdens de restauratie van het moderne klokkenspel overgebracht naar het vrijstaande klokhuis. Mechanisch torenuurwerk B. Eijsbouts, Asten, eerste kwart 20e eeuw, later voorzien van electrische opwinding. Trommelspeelwerk van Eijsbouts, ca. 1930.
Orgels
Hoofdorgel
Schnitger tekende in 1709 het contract voor de bouw van een nieuw orgel in Sneek. Hij werkte eraan in 1710 en 1711. Op 21 december 1711 was het opgeleverd. Het orgel werd gekeurd door Johann Eitzen en Petrus Havingha. Vanaf 1726 voerde Christian Müller het onderhoud uit. Van Dam repareerde het in 1779, en W. van Gruisen in 1833. In 1897 werd het instrument afgebroken, waarna de firma Van Dam een nieuw orgel maakte. Hierin werden ongeveer acht oude registers verwerkt. De oude kas is nog altijd bewaard gebleven. Het instrument van Van Dam werd in 1897 in gebruik genomen. In 1925 maakte de firma Pieter van Dam een nieuwe pneumatisch lade voor het pedaal met negen registers. Hierdoor gingen de pedaalladen van Schnitger verloren, evenals drie registers. In 1943 restaureerden Bakker & Timmenga het instrument, waarbij de Echo-Trompet uit 1898 door een Hobo werd vervangen, afkomstig uit het orgel van de Gereformeerde Kerk in IJlst. Organist Dirk S. Donker werkte samen met Piet Post al vanaf 1973 aan een restauratieplan. Dit plan behelsde reconstructie van een Borst- en Rugwerk van Schnitger, bouw van een nieuw Hoofdwerk en tenslotte de bouw van een nieuw Bovenwerk in een zwelkast met pijpwerk uit 1897. Dit betekende ook uitbreiding van het orgel met een vierde manuaal. Uiteindelijk kreeg Bakker & Timmenga de opdracht in 1984. Reconstructie van de toestand van 1711 werd te duur gevonden, zodat een plan werd ontworpen van een restauratie in de toestand van 1898, waarbij het rugwerk zou worden uitgebreid. Op 30 mei 1988 is het orgel weer in gebruik genomen met een bespeling door de vaste organist van de kerk, Dirk S. Donker. De restauratie hield de volgende punten in: De kassen werden gerestaureerd en ontbrekende delen werden nieuw gemaakt. De frontpijpen zijn schoongemaakt en voorzien van bladgoud op de labia. De klavieren uit 1898 zijn hersteld, terwijl een nieuw klavier is toegevoegd voor het rugwerk in bijpassen maatvoering en detaillering. Nieuwe naamplaatjes voor de registerknoppen werden gemaakt naar het voorbeeld uit 1898 en er is een nieuw pedaalklavier geplaatst. De windladen werden hersteld, terwijl voor het pedaal een nieuwe lade is gemaakt. Voor het herstel van pijpwerk werd ook gebruik gemaakt van bestaand pijpwerk van het huis Van Dam, afkomstig uit diverse plaatsen. Het rugwerk werd geheel nieuw ontworpen. Er kwamen drie registers in die afkomstig waren uit het orgel van de Grote Kerk te Leeuwarden, alwaar Van Dam ze in 1862 plaatste. De rest is nieuw gemaakt naar de factuur van Schnitger-Hinsz.
Koororgel
Op verzoek van organist Dirk S. Donker bouwde Van den Heuvel een nieuw instrument volgens een origineel ontwerp van Cavaillé-Coll uit 1889, afgedrukt in een reclamebrochure die werd uitgegeven ter gelegenheid van de Parijse wereldtentoonstelling. Het enige verschil was de plaatsing van een Montre 8', waarvan het klein octaaf is gecombineerd met de Flûte. Het orgel is in november 1985 opgeleverd, maar werd op 27 mei 1986 officieel in gebruik genomen. De Soubasse van het pedaal is in 1996 geplaatst. In 2021 is het orgel gedemonteerd en opgeslagen bij de firma Van den Heuvel in verband met een herstructurering van het kerkinterieur.
- (Bron:Orgeldatabase)
In de media
- Uit Reformatorisch Dagblad, 27 april 2010.
De Oosterkerk en de Martinikerk in Sneek staan in de steigers. De restauratie van de eerste kerk moet voor Pinksteren klaar zijn. De oplevering van de gerestaureerde Martinikerk staat gepland in juli. Van de Martinikerk krijgt het exterieur voor drie ton een opknapbeurt. De goten van de kerk worden vervangen en er wordt gevoegd en geschilderd, vertelt kerkrentmeester H. de Jong, die de bouwkundige zaken van de protestantse gemeente Sneek behartigt. Vanaf mei komen de zuidelijke gevel en de toren aan de beurt. De stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen in Friesland is nauw betrokken bij deze restauratie, die grotendeels met subsidies wordt betaald. Van de Oosterkerk wordt het interieur voor twee ton aangepakt. De niet-monumentale preekstoel en de ouderlingenbanken verdwijnen en maken plaats voor een moderner meublement. Er komt nieuwe vloerbedekking en er wordt geschilderd. Verder wordt de entree uitgebreid en krijgen de bestrating en het parkeerterrein een opknapbeurt. Alleen de Oosterkerk moet tijdelijk de deuren sluiten. Voor diensten wordt uitgeweken naar de Zuiderkerk en de Martinikerk.
- Uit Reformatorisch Dagblad, 28 december 2010.
Na een lange tijd van nauwe samenwerking heeft de kerkenraad van de protestantse gemeente in wording te Sneek besloten een fusie aan te gaan. Het feit wordt op 9 januari in een gezamenlijke dienst in de Grote of Martinikerk gevierd. Ook wordt dan de fusieovereenkomst getekend. Sneek wordt een van de grootste PKN-gemeenten van Friesland; de fusiegemeente gaat 6200 leden tellen. De gemeente heeft drie kerken tot haar beschikking: de wijkkerken zijn de Martinikerk en de Oosterkerk. De Zuiderkerk is bedoeld voor bijzondere diensten. Ook is daar het kerkelijk bureau gevestigd.
- Artikel uit Leeuwarder Courant d.d. 1956.
De Grote of St. Maartenskerk te Sneek moge de merktekenen van hoge ouderdom dragen, bepaald fraai kan men dit monument niet noemen. Daartoe zijn haar muren te zeer een lappendeken van slecht herstelde gebreken of goed bedoelde verbeteringen. Tot overmaat van ramp heeft men het inwendige van de kerk in de zeventiger jaren (19e eeuw) ‘opgeruimd’., onder kwistig gebruik van verf- en witkwasten, en voor een appel en een ei verkocht, wat de koopman wel gebruiken kon. Zoals de koperen luchters en de eiken vroedschapsbank. Voor tweehonderd guldens werden de Rothschilds daar de eigenaars van….. Vanouds hebben de Sneker kerkvoogden te worstelen gehad met verzakkings problemen, veroorzaakt door de weke grond, waarop Sneek gebouwd is. Zo heeft men in 1924 nog moeten ingrijpen on de wankelende zandstenen pijlers van het middenschip voor omvallen te behoeden. Deze dateerden eerst uit de zeventiende eeuw, te weten uit de jaren 1681-1692, toen de kerk eveneens met instorting bedreigd werd en een grondige verbouwing de enige remedie scheen. Men kan niet zeggen dat de Sneker St. Maarten er in 1682 mooier op geworden is. Niet allen werd het schip aan de westzijde enige meters ingekort, maar ook het kerkdak werd gewijzigd, dat de opgaande muren een meter lager kwamen te liggen. Ten koste van de spitsbogige vensteropenningen, doe noodgedwongen ingekort moesten worden en bij die gelegenheid hun huidige rondbogige afsluiting ontvingen. Tot dusver liepen de meningen uiteen over de oorspronkelijke vormgeving van de westelijke afsluiting. Volgens sommigen verrees hier een zware toren, volgens anderen twee, verbonden door een westfront, terwijl als derde mogelijkheid het bestaan van zelfs drie tegen elkaar staande torens werd geopperd. De oude vogelvlucht stadsplattegronden spraken elkaar tegen en waren geen van alle duidelijk genoeg om als bewijs voor een der voorgestane mogelijkheden te dienen. Het stond alleen vast, dat in 1498 begonnen was met de bouw ven een nieuw koor achter de bestaande kerk, welke koor in 1503 gereed kwam. Daarna was men het oude schip gaan verbouwen en verhogen, in de overeenstemming met het nieuwe koor. Ook deze oude kerk schijnt reeds een drieschepig bouwwerk te zijn dat echter lager was dan het in 1681-1682 opnieuw veranderde kerkgebouw. Voorts was tijdens de herstellingen van 1924 gebleken, dat de na 1498 verbouwde kerk op haar beurt in de plaats was gekomen van een eenschepig bouwwerk, vermoedelijk uit tufsteen opgetrokken. Het beschikbare materiaal tot de bouwgeschiedenis de Sneker St. Maarten is nu onverwacht vermeerderd door de ontdekking van een tekening van J.A. Beerstraten (1622-1666) aanwezig in de indrukwekkende collectie van de heer F.Lugt te Parijs. Een tekening, die herkend is als een afbeelding voor de verbouwing van 1681-1682. De afbeelding geeft een kerk wee, gezien van het zuid-westen en prijkende met twee westtorens, elk met een zadeldak gedekt. Tussen de beide torens in rijst een westwerk op, dat eigenaardigerwijs, even hoog is als de torens, en derhalve hoger dan het kerkdak. Van daar dus de verwarring omtrent de juiste gesteldheid der westelijke afsluiting. Hoewel in torens, zowel als westwerk enige spitsbogen nissen en vensters voorkomen, maakt het geheel een Romaanse indruk; de galmgaten, enige kleinere vensters alsmede de rozevormige lichtopeningen en de traceringen in de topgevel van het westwerk doen al evenzeer Romaans aan. Toch kan men moeilijk aannemen dat deze hoog torende massieven reeds bestonden eer men een aanvang had gemaakt met de verbouwing en verhoging van koorpartij en schip. Het ligt in de bedoeling, eerlangs op de plats van de voormalige westwerk een opgraving te doen plaatsvinden. Hopelijk dat dan alle vragen een afdoende antwoord zullen vinden. (zie 1975 archeologisch onderzoek)
- (Bron; Leeuwarder Courant 26 mei 1956 Auteur: H. Halbertsma.)
Afbeeldingen
Exterieur
Interieur
- Hoofdorgel
- Koororgel
