Velp, Emmastraat 18 - O.L. Vrouw Visitatie
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | O.L. Vrouw Visitatie |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Gelderland |
Gemeente: | Rheden |
Plaats: | Velp |
Adres: | Emmastraat 18 |
Postcode: | 6881ST |
Inventarisatienummer: | 12319 |
Jaar ingebruikname: | 1885 |
Architect: | Boerbooms, J.W. |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 42147 |
Geschiedenis
Uiterst belangrijke neogotische kerk met hoge, ranke toren. De op één na belangrijkste kerk naar ontwerp van architect J.W. Boerbooms (zijn belangrijkste kerk is de St. Werenfriduskerk in Zieuwent)
Op de plaats van de inmiddels gesloopte voorganger.
Monumentomschrijving Rijksdienst
O.L. Vrouw Visitatie, 1885, J.W. Boerbooms. Neogotische kruisbasiliek met door haakse steunberen begeleide en door twee nissen in de klokkeverdieping verlevendigde toren, bekroond door een naaldspits. Ronde pijlers met lijstkapitelen, kruisribgewelven. Interieur thans witgepleisterd, neogotische altaarretabels van goede kwaliteit. Eerste kerk van Boerbooms, geinspireerd op de late Nederrijnse gotiek, verwant aan het werk van Tepe.
Gebouwomschrijving SKKN
Historisch overzicht
In 1580 kwam, als gevolg van de Reformatie, de oude middeleeuwse kerk van Velp in handen van de protestanten. Voor hun zielzorg waren de overgebleven katholieken vermoedelijk aangewezen op Arnhem en plaatsen zoals Zevenaar en Duiven, gelegen in de Liemers; dit gebied hoorde bij Kleef en kende in die periode godsdienstvrijheid. Later werden er vanuit Rome apostolisch Vicarissen en aartspriesters aangesteld. Omstreeks 1701 waren er in Arnhem 2 R.K. staties; de St. Jan en de St. Eusebius. Nadat de Arnhemse katholieken in 1808 de St. Walburgkerk hadden teruggekregen, werden deze beide staties samengevoegd tot de St. Walburgstatie. Daaronder ressorteerde Velp. Door het relatief kleine aantal katholieken in Velp duurde het nog tot 1825 voordat er plannen ontstonden voor een eigen kerk.
Vorige kerk
In 1825 werd te Velp een commissie opgericht die de kerkstichting ter hand zou nemen. Op 15 augustus van dat jaar deed de commissie een verzoek aan koning Willem I voor een subsidie van fl. 5041,- voor de bouw van een nieuwe kerk. In 1827 deed men nog een nieuwe poging, maar beide verzoeken werden niet gehonoreerd. In 1833 werd een nieuwe commissie opgericht en deze bracht een bedrag bijeen vanuit de Velpse bevolking, maar hier bleef het voorlopig bij. Pas in 1840 werd een nieuw subsidieverzoek aan de koning gedaan, nu voor een bedrag van fl. 6000,- voor de bouw van een kerk en pastorie en het jaarlijks tractement van een pastoor. Helaas werd alleen het laatste gehonoreerd. Men besloot daarop een noodkerk te gaan gebruiken, die dienst kon doen totdat men genoeg gelden had ingezameld voor de bouw voor een kerk en pastorie. De noodkerk werd gevestigd in de boerderij 'Kostverloren' van boer Hummeling die men voor fl. 190,- per jaar huurde (aan de huidige Overhagensweg). De nieuw benoemde pastoor A. te Welscher, kapelaan te Arnhem, werd in het voorhuis gehuisvest, op de deel werd een kerkruimte ingericht. De ruimte werd zodanig verbouwd dat er 180 zitplaatsen werden gerealiseerd. De bouw van een nieuwe kerk liep vertraging op doordat er onenigheid ontstond tussen pastoor Te Welscher en de kerkmeesters over de locatie van de kerk. Dit liep zo hoog op dat de pastoor uiteindelijk werd overgeplaatst naar Bredevoort. Hij werd in 1846 opgevolgd door pastoor J. Westerveld uit Sinderen. Op 15 september 1846 zond het kerkbestuur het bestek, tekening en begroting van de nieuw te bouwen kerk aan de minister voor de Zaken van de R.K. eredienst. Op 20 juli 1847, na wat wijzigingen, kwam de toestemming dan eindelijk. De kosten van de nieuw te bouwen kerk werden begroot op fl. 10.08,87. Architect was H. Hoorneman te Elst. De kerk werd gebouwd aan de Emmastraat, op een stuk land dat werd geschonken door J.J. Staal, secretaris van het kerkbestuur. De bouw -inclusief altaar en banken- werd gegund aan aannemer R. Hueting te Velp voor een bedrag van fl. 10.500,-. Op 4 september 1847 werd de eerste steen gelegd door pastoor J. Westerveld en op 2 juli 1848 werd de kerk gewijd aan St. Bonifatius. De kerk werd in de jaren daarna verder aangekleed en versierd. In 1849 werd de kerk verrijkt met een kruisweg, een Maria- en Jozefbeeld en een zilveren monstrans. In 1851 kwamen daar beelden van Petrus en Paulus bij, vervaardigd door J. Stracké te Arnhem. In 1853 werd de bisschoppelijke hiërarchie hersteld. De statie Velp werd een parochie, behorend tot het Aartsbisdom Utrecht. De parochie werd gewijd aan Onze Lieve Vrouw Visitatie.
Huidige kerk
Omstreeks 1876 riep pastoor Koene het kerkbestuur bijeen voor een buitengewone vergadering. De kerk werd inmiddels te klein en er moest worden besloten of men de oude kerk ging uitbreiden of deze vervangen door een nieuwe kerk en pastorie. In 1883 besloot men tenslotte toch een nieuwe kerk en pastorie te bouwen, mede ingegeven door een aantal schenkingen en legaten. De parochie was inmiddels door ruil met de gemeente Rheden eigenaar geworden van grond aan de Nieuwstraat geschikt voor de bouw van een kerk en pastorie. De nieuwe kerk zou verrijzen naast de oude kerk en hiertoe werden het huis naast de kerk en het brandspuithuisje, beide reeds eigendom van de kerk, gesloopt. De nieuwe kerk werd gebouwd naar ontwerp van de architect J.W. Boerbooms te Arnhem. Het werk werd gegund aan de Arnhemse aannemer L. Hasselbach jr. voor een bedrag van fl. 64.457,- Op 19 mei 1884 werd de eerste steen gelegd. De consecratie van de kerk vond plaats op 8 juli 1885. Oorspronkelijk was het priesterkoor beschilderd. Kalf zegt hierover dat de wanden waren beschilderd met een tapijtpatroon in grijs met gouden hoogsels en daarboven een fries met taferelen uit het leven van de H. Maagd. De zijkapellen waren geschilderd in de trant van het koor. Uit correspondentie blijkt dat het koor was beschilderd door Guillaume Deumens uit Venlo in 1891. Hij ontwierp ook de oorspronkelijke ramen in het priesterkoor. De rest van de kerk was gepleisterd en alleen de vieringspijlers, ribben, schalken en venstereggen waren ornamenteel beschilderd. In eerste instantie werd de nieuwe kerk ingericht met meubels uit de oude kerk. Wel werden vast fundamenten gelegd voor drie nieuwe altaren. De oude kerk werd grotendeels gesloopt en op deze plaats werd de pastorie gebouwd, eveneens naar ontwerp van Boerbooms. In de daarop volgende jaren volgden verschillende schenkingen, zodat de kerk o.a. werd verrijkt met een communiebank (1887), een doopvont (1888) en gebrandschilderde ramen bij het Maria-altaar (1888) en drie ramen bij het St. Jozefaltaar (1889). In 1905 werd de hele kerk, met uitzondering van het priesterkoor, voorzien van een nieuwe tegelvloer. In 1912 werd de kerk verrijkt met nieuwe kruiswegstaties. Twee jaar later, in 1914, werden nieuwe kerkbanken geplaatst. In 1924 werd het zangkoor voorzien van een nieuwe eikenhouten balustrade, gevolgd door een nieuw orgel in 1927. In 1929 werden de ramen in het schip voorzien van gebrandschilderd glas door de firma H. Hertel uit Düsseldorf. Ook de polychromie werd aangepast; tijdens het pastoraat van V. Weenink (1917 tot 1935) werd de oude polychromie overgeschilderd. In 1931-32 werden het priesterkoor en de zijkapellen opnieuw beschilderd door B. Plieger. Hij vervaardigde een serie christelijke symbolen (brood en vis, wijnstok, adelaar, pelikaan, Lam Gods etc.) in afwisselend cirkels en vierpassen. Gedurende de Tweede Wereldoorlog raakten kerk en pastorie beschadigd. Bijna alle gebrandschilderde ramen, met uitzondering van de ramen bij het St. Jozefaltaar, gingen verloren. In 1957 werden kerk en pastorie gerestaureerd. Er werd een herstelfonds ingesteld voor de kerk. De restauratiekosten werden geraamd op fl. 87.000. Het metselwerk van kerk en toren werden hersteld en de kap moest worden ontdaan van boktor. Ook in het interieur werd het nodig aangepast, de beelden van Maria en Jozef werden schoongemaakt en verplaatst en van de consoles werd een verplaatsbaar altaar gemaakt. De preekstoel werd verwijderd en de beelden van Christus H. Hart en Maria H. Hart werden verplaatst naar de voorste zuilen. Ook werd de doopkapel veranderd, het doopvont kreeg een nieuw deksel, het doophek werd verlaagd en er werden hekjes aangebracht voor de nissen. In 1964 kwamen de nieuwe gebrandschilderde ramen in het priesterkoor gereed naar ontwerp van W. van Woerkom. Op zijn advies werd toen het interieur van de kerk in lichte kleuren overgeschilderd. Door het toenemende aantal parochianen werden in 1964 in Velp een tweede parochie gesticht en kerk gebouwd, de Christus Koning Kerk. Deze kerk aan de Waterstraat werd gebouwd naar ontwerp van H.W.G.A. Remmen. In 1971 werden beide kerkbesturen te Velp vervangen door één kerkbestuur. Doordat het aantal katholieken te Velp niet zo sterk groeide als men had verwacht, was het kerkbestuur genoodzaakt de Christus Koning kerk te verkopen. Op 26 mei 1985 werd hier de laatste dienst gehouden. Het gebouw werd daarna gesloopt. In 1972 werd in de Visitatiekerk het priesterkoor verhoogd en vergroot in de richting van het schip. De verbouwing werd uitgevoerd door de fa. Budel en Jeronimus uit Velp. Dit gebeurde in het verlengde van de 'Aktie Behoud', een grote geldinzamelingsactie gestart in 1972 om het achterstallig onderhoud van de kerk te financieren. In 1985 werd het eeuwfeest gevierd en werd onder meer het huidige stiltecentrum ingericht. Sinds 2004 maakt de O.L. Vrouw Visitatiekerk deel uit van parochiegemeenschap De Wijngaard.
Pastorie
De eerste pastorie uit 1847 maakte deel uit van de oude waterstaatskerk. In deze kerk was de pastorie opgenomen in het achterste deel. In 1884-85 werd een nieuwe pastorie gebouwd op de plaats van de inmiddels afgebroken waterstaatskerk (Emmastraat 20). Het gebouw omvat in de achterbouw nog een gedeelte van de pastoorswoning uit 1847, m.n. de gang en de westelijk daarvan gelegen vertrekken. Het gebouw werd bekroond door het kruis van de oude kerk In 1926 werd aan de andere kant van de neogotische kerk de huidige pastorie gebouwd (Nieuwstraat 1). De oude pastorie werd Zusterhuis voor de Congregatie van O.L.Vrouw te Mühlhausen. De zusters spanden zich in voor het onderwijs in de parochie. In 1974 werd het zusterhuis verkocht en het huis doet inmiddels dienst als particulier woonhuis.
Kerkhof
In 1874 werd de katholieke begraafplaats aan de Zandbergseweg (nu Bergweg) in gebruik genomen. Het kerkbestuur had op 1 september 1873 een stuk land gekocht van de erven van jonkvrouwe H.D. van der Burch van Spieringshoek. Het stuk land behoorde tot de buitenplaats De Schoonenberg. De inzegening van het kerkhof door pastoor Koene vond plaats op 11 januari 1874. Het opvallendste graf op het kerkhof is het monumentale graf van pastoor Koene (zie inv. nr. 168) . Sinds op Heiderust te Worth-Rheden een nieuwe katholieke begraafplaats is ingericht wordt er op het kerkhof aan de Bergweg amper meer begraven.
Orgels
Voormalig hoofdorgel
Het voormalige hoofdorgel is gebouwd door J. J. Van den Bijlaard rond 1900. Dit orgel is in verval geraakt en in 2015 gesloopt.
Huidig hoofdorgel
Het huidige hoofdorgel is gebouwd door B. Pels & Zn. in 1942 voor de Heilig Hartkerk in Arnhem. Het orgel is in 2015 overgeplaatst naar de O.L. Vrouw Visitatie Kerk in Velp. Het is begin 2016 in gebruik genomen.
Koororgel
Het koororgel is gebouwd door J.A. Mennes & G.L. Preuniger in 1843 voor de voormalige Hervormde Moriakerk in Westkapelle. Vervolgens is het orgel overgeplaatst naar de O.L.Vrouw van Lourdeskerk in Maastricht, wijk Wittevrouwenveld. Sinds 1985 staat het orgel in de O.L.Vrouw Visitatie Kerk in Velp. Het werd gerestaureerd door E. Verschueren (Tongeren). In maart 2016 is het verplaatst van het koor naar de rechter zijbeuk, bij het transept.