Zuiddorpe, Dorpsplein 1 - Maria Hemelvaart
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Maria Hemelvaart |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Zeeland |
Gemeente: | Terneuzen |
Plaats: | Zuiddorpe |
Adres: | Dorpsplein 1 |
Postcode: | 4574RD |
Sonneveld-index: | 06942 |
Jaar ingebruikname: | 1886 |
Architect: | Genk, P.J. van |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 508091 |
Geschiedenis
Karakteristieke, en dus prachtige, P.J. van Genkkerk met toren. Najaar 2009 werd bekend dat er bij de rooms-katholieke kerken binnen de Elisabeth-parochie, in westelijk Zeeuws-Vlaanderen, heel veel stond te gebeuren. In de O. L. Vrouwe Hemelvaartkerk van Zuiddorpe, in 1886 gebouwd door P.J. van Genk zou niet meer worden geïnvesteerd. De Maria Hemelvaartkerk was gebouwd in 1886 en verbouwd in 1917. In september 2002 is begonnen met de torenrestauratie, die ongeveer 7 maanden heeft geduurd.
Per 1 januari 2013 is er veel veranderd in de Elisabeth-parochie. Voortaan zijn er drie parochiekernen:
Noord (Terneuzen, Hoek en Zaamslag), Zuidoost (Axel, Westdorpe en Zuiddorpe) en Zuidwest (Philippine, Sas van Gent, Sluiskil en Zandstraat).
Elke parochiekern heeft één kerk: Terneuzen, Zuiddorpe en Philippine. Daarin zijn gewoonlijk de vieringen.
Monumentomschrijving Rijksdienst Kerk
Bakstenen, neo-gotische kruisbasiliek met zijdelings geplaatste toren, in 1886 gebouwd naar een ontwerp uit 1885 van architect P.J. van Genk. Het orgel uit 1929 van de hand van Bern. Pels & Zn. te Alkmaar valt wegens te weinig monumentale waarde niet onder de bescherming. De kerk werd gebouwd als vervanging van de oude, vervallen schuurkerk uit 1817 welke nabij de huidige kerk stond en waarvan een deel vooraf diende te worden afgebroken om ruimte voor de nieuwe kerk te maken.
Omschrijving
Kerk opgetrokken uit rood gemêleerde handvorm baksteen in kruisverband met natuurstenen details zoals gevelbeëindigingen, lijsten, dekplaten, raamdorpels en sluitstenen. Alle vensters zijn voorzien van glas-in-lood uit de bouwtijd of relatief kort daarna, deels in de vorm van gebrandschilderd glas in onder meer de hoofdramen van het transept en het koor, met heiligen voorstellingen, en de roosvensters. De voorgevel is vormgegeven als hoge topgevel ter plaatse van het middenschip waarbij het top gedeelte enigszins uitkraagt op een natuurstenen lijst. De topgevel wordt aan de oostzijde geflankeerd door de kopgevel van de zijbeuk, aan de westzijde door de vierkante toren en de daarvóór, naast de entree-uitbouw geplaatste traptoren. Centraal in de frontgevel is de topgevelvormige entree-uitbouw geplaatst met boven de deuren in een spitsboogveld een zandstenen reliëf, voorstellend de verschijning aan Maria. De entreedeuren met decoratieve hengbladen. Boven de entree drie gekoppelde spitsboogramen waarboven een roosvenster. In de geveltop een dubbel spitsboogvenster. Alle topgevels worden bekroond door natuurstenen topstukken en smeedijzeren kruisen.
In de kopgevel van de zijbeuk een enkel spitsboograam. De gevelvlakken op zijn de hoeken voorzien van steunberen. De onderbouw van de traptoren is vierkant, overgaand in een achtzijdige opbouw, voorzien van smalle rechthoekige vensters en een uitzwenkende, achtvlaks spits. In de onderbouw een gedenksteen ter gelegenheid van de kerkbouw.
Aan de zijgevels liggen de kopgevel van het transept en de langsgevel van de zijbeuk in één vlak. Tot aan het transept bevinden zich vijf traveeën.
De eerste travee van het schip is blind, overigens per travee in zowel de gevel van het schip als van de zijbeuk een spitsboogvenster. Het opgaand gevelwerk van het schip is uitgevoerd met verdiepte gevelvelden begrensd door steunberen en uitkragend getand metselwerk onder de gootlijst op klossen. De kopgevels van het transept vertonen grote gelijkenis met de frontgevel. De kleine topgeveluitbouw is echter blind en bevat een biechtstoel. Het transept is één travee diep met in beide zijgevels een spitsboograam. Achter het transept ligt een kapel-uitbouw van één travee breed met een spitsboogvenster in dezelfde lijn als de zijbeuk. Aansluitend op de kapel is de sacristie geplaatst met tegen de kapel een uitbouw ten behoeve van een entree en toilet, met spitsboogvormig venster. De opgaande gevels van transept en koor bezitten respectievelijk één en twee ramen. De oostgevel van de sacristie is blind met slechts een uitgebouwd rookkanaal. De noordelijke sacristiegevel bezit twee paar rechthoekige, gekoppelde, getraliede ramen. Het koor is recht afgesloten en als lijstgevel uitgevoerd, voorzien van drie gekoppelde spitsboogvensters en een daarboven geplaatst roosvenster als in de topgevels.
Tegen de westelijk zijgevel van het koor een aanbouw onder zelfstandig schilddak met zowel in de zij- als in de achtergevel een stel gekoppelde, getraliede ramen als in de sacristie. Overigens is de westelijke zijgevel uitgevoerd als de oostelijke zijgevel met uitzondering van de transeptpartij welke op begane grond vlak en gesloten is. De zijbeuk partij is vier traveeën breed en sluit aan op de vierkante toren.
De toren bezit over de onderste twee geledingen verjongende steunberen en in de onderste geledingen twee zeer smalle glas-in-lood ramen per gevelvlak. De onderste twee geledingen worden afgesloten door, op natuursteen uitkragend metselwerk, afgesloten door een zware natuurstenen band.
Daarboven bevindt zich een geleding met per gevelvlak twee gekoppelde spitsboogvormige galmgaten met natuurstenen driepasboogvullingen. Boven de galmgaten bevindt zich per gevel een wijzerplaat, samen met de galmgaten in een terugliggend gevelveld. Ter hoogte van de galmgaten en het uurwerk bevinden zich op de hoeken natuurstenen speklagen. De torengevels worden afgesloten door een, op natuurstenen consoles uitkragende gemetselde band met natuurstenen decoraties. De toren is voorzien van een zeer ranke, van onder uitzwenkende, met leien gedekte spits, bekroond met een bol en een haan. De toren spits is per vlak voorzien van een drietal, boven elkaar geplaatste dakkapellen die onder meer voorzien zijn van driepas-decoraties en opvallende dakvormen. Schip en transept zijn voorzien van, met leien gedekte, zadeldaken met op het koor een schild beëindiging, bekroond door een smeedijzeren kruis. De zijbeuken zijn voorzien van lessenaarsdaken, de kapellen van schilddaken tegen het opgaande gevelwerk van transept en koor. Ter plaatse van topgevels lopen de dakvlakken tegen deze gevels aan. Aan weerszijden zijn de dakvlakken van zowel schip als zijbeuken van een dakkapel voorzien. Op de viering bevindt zich een vierzijdig open torentje met aan de onderzijde uitzwenkend, zeer slank spitsje voorzien van een ijzeren kruis.
Zowel de sacristie als de hulp-sacristie zijn voorzien van schilddaken.
Het interieur bestaat uit een vier traveeën lang schip met lagere zijbeuken. Achter het transept bevindt zich een recht afgesloten koor met aan weerszijden een twee-zijdige open kapel. De vier zuilen rond de viering zijn geprofileerd uitgevoerd, de overige zuilen van de beukbogen sober en nagenoeg vierkant. Per travee in het triforium een dubbele nis, in de lichtbeuk daarboven een spitboograam. De afwerking van wanden en plafonds is geheel uitgevoerd in stucwerk. Alle plafonds zijn als kruisgewelf vormgegeven. Het hele interieur werd waarschijnlijk in het begin van de twintigste eeuw geheel gepolychromeerd. Deze afwerking is nog aanwezig achter het witsel uit de zestiger jaren van deze eeuw en op enkele plaatsen zichtbaar.
De vloer van het schip is in de looppaden voorzien van hardstenen tegels, overigens van een houten dekvloer. De verhoogde koorvloer is voorzien van grijs-witte tegels met een bies van beige en zwarte tegels. In het interieur bevinden zich diverse ongeschilderde houten beelden van J. van Genk.
Tegen de zuidelijke zijgevel bevindt zich een sobere, eikehouten uitgebouwde biechtstoel. Tussen de ramen in de zijbeuken bevinden zich op koper geschilderde kruiswegstaties. Links vooraan in het schip is de, uit 1637 daterende, rijk gebeeldhouwde preekstoel geplaatst. Het twintigste eeuwse orgel (niet beschermen) staat op de oorspronkelijke zangtribune die voorzien is van een sober ijzeren hekwerk.
Mechanisch torenuurwerk op orgelgalerij, Fa. A. de Vos en Zn., 1889, is buiten gebruik gesteld. De beschoten kap wordt gedragen door een sobere spantconstructie, welke geheel boven het gestucte gewelfplafond is gelegen.
Waardering
Kerk van algemeen belang vanwege cultuurhistorische en architectuurhistorische waarden van zowel exterieur als onderdelen van het interieur en van ensemblewaarde als belangrijk en functioneel complex onderdeel.
Monumentomschrijving Rijksdienst Kapellengroep
Rijksmonument: 50892
Groep van in totaal acht halfopen kapellen welke in 1888, onder invloeden neo-gotiek en Vlaamse stijl, gebouwd zijn op het kerkterrein oostelijk van en achter de kerk. De processiegang vormde, samen met de verdwenen "Lourdesgrot" een onderdeel van de Mariaverering in dit bedevaartsoord. De groep bestaat uit zeven kleinere kapellen en één grotere kapel.
Omschrijving
De zeven kleine kapellen zijn in een boog ten oosten van de kerk gegroepeerd. De kapellen hebben een nagenoeg vierkante plattegrond en zijn opgetrokken uit rode baksteen. De voorgevels, in de vorm van een topgeveltje met spitsboogvormige opening, zijn voorzien van natuurstenen geveldekstenen, boogblokjes en speklagen. De kapellen zijn voorzien van een, met leien gedekt, zadeldakje. Het geveltopje wordt bekroond door een zandstenen kruis.
De kapellen zijn aan de binnenzijde voorzien van gevarieerd uitgevoerd tegelwerk in lambrizering en vloeren. De tegels vormen een rijke staalkaart van historische motieven. In een aantal kapellen missen gedeelten van het tegelwerk. Achter in de kapel een gemetselde sokkel met gipsen beeld. De ruimte is voorts voorzien van een gestuct tongewelfje en een afsluiting in de vorm van een halfhoog ijzeren hekje.
De achtste, grotere kapel bevindt zich achter het koor van de kerk en is groter en breder dan de overige. Deze onderscheidt zich voorts door het bijzondere tegelwerk en de bewerkte onderdelen van de sokkel. De topgevel wordt bekroond door een ijzeren kruis.
Tegen de rugzijde van deze grotere kapel bevindt zich een staande natuurstenen gedenkplaat, behorend bij een priestergraf, vervaardigd door Dubois te Gent.
Waardering kapellengroep
Processiegang bestaande uit een groep van acht kapellen, van algemeen belang vanwege cultuurhistorische en architectuurhistorische waarden, en van ensemblewaarden als functioneel complex onderdeel.
Voorgaande kerkgebouwen
- De middeleeuwse kerk in gebruik tot 1646
- De schuurkerk in gebruik tot 1807
- De middeleeuwse kerk in gebruik tot 1885
Externe links
- {{Wikipedia2}|Onze-Lieve-Vrouw-ten-Hemelopnemingskerk_(Zuiddorpe)}}
- Meer afbeeldingen op WikiMedia
- Wikidata Q17458514