Handelingen

Delft, Heilige Geestkerkhof 25 - Oude Kerk

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Oude Kerk, St. Hippolytuskerk
Genootschap: PKN Protestantse gemeente Delft
Provincie: Zuid-Holland
Gemeente: Delft
Plaats: Delft
Adres: Heilige Geestkerkhof 25
Postcode: 2611HP
Sonneveld-index: 01676
Jaar ingebruikname: 14 e
Architect:
Huidige bestemming: kerk
Monument status: Rijksmonument 11970

Geschiedenis

Plattegrond met verklaring (2016)
opname 2004, Edward Ippel, Hoorn

Uiterst belangrijke historische kerk met hoge, dikke, scheve toren, oorspronkelijk gebouwd als R.K. Sint-Hippolytuskerk.

Rond 1240 nam ambtenaar Bartholomeus van der Made het initiatief om het kerkje uit te breiden met twee zijbeuken en een koor. Maar wanneer Graaf Willem II het bedrijvige stadje Delft in 1246 stadsrechten verleent, wordt dát als het officiële ‘geboortejaar' van de Oude Kerk beschouwd. In die tijd heet de kerk nog naar Sint Bartholomeus, de beschermheilige van de stichter. In de eeuwen die volgden ontwikkelt het bedehuis zich tot een indrukwekkende gotische basiliek. Maar nog steeds ademt de Oude Kerk iets van de sfeer van de Middeleeuwen.

O.a. in gebruik bij wijkgemeente Maranatha, Hervormde gemeente Delft, Binnenstad-Vrijenban

  • 2018 De toren van de Oude kerk verkeert in slechtere staat dan eerder werd aangenomen. De 75 meter hoge toren staat 1,96 meter uit het lood. De kosten waren begroot op 630.000 euro maar de kosten gaan oplopen naar 2 miljoen euro. De toren die op een zandrug en gedempte gracht werd gebouwd is door de jaren heen verzakt.

Monumentomschrijving Rijksdienst

Oude Kerk (St. Hippolytus, Ned. Herv.). Grote, laatgotische kerk, resultaat van een reeks verbouwingen en uitbreidingen tussen ca. 1300 en XVIa. Zware, scheefgezakte, bakstenen westtoren (ca. 1300) met natuurstenen spits XIV B, omgeven door vier hoektorentjes en met decoratieve wijzerplaten. Koor, ten dele begeleid door de zuiderzijbeuk ca. 1400. Basilicaal schip XV. Onze Lieve Vrouwekoor, noordelijk van het hoogkoor, St. Joriskapel en noordelijk dwarspand ca. 1520. Deze laatste delen door Rombout Keldermans. Restauratie gereed in 1961. Inventaris: Preekstoel (1548) met renaissancesnijwerk. a. Hoofdorgel: orgel met Hoofdwerk, Bovenwerk, Rugwerk en vrij Pedaal, in 1857 gemaakt door C.G.F. Witte. b. orgel in Noorderzijbeuk: eenklaviers orgel in 1873 gebouwd voor de Schoolstraatkerk te Delft en in 1962 overgeplaatst naar de Oude Kerk. Bij de overplaatsing gerestaureerd en qua dispositie gewijzigd. c. koororgel: een eenklaviers kabinetorgel van ca 1770. Graftombe voor Piet Hein (1629, P. de Keyser ?); tombe voor Elisabeth Morgan (1611, Nicolaas Stone ?); tombe voor M.H. Tromp (1658, van Campen, Verhulst en W. de Keyser); monument in obeliskvorm voor Anthonie van Leeuwenhoek (1739); epitaaf voor Van der Dussen (ca. 1613, Nicolaas Stone) en vier andere epitafen (XVII). Eiken tochtportaal XVId. Vele gaaf bewaarde grafzerken. Naar ontwerp van Joep Nicolas in 1956-72 uitgevoerde reeks van 25 gebrandschilderde glas-in-loodramen in de noordelijke transeptarm (1), aan de uiteinden van beide zijbeuken (24 en 25), in het koor (3 t/m 14), zuidelijke lichtbeuk (15 t/m 17) en zuidelijke zijbeuk (18 t/m 23); twee gebrandschilderde glas-in-loodramen van J. Nicolas van Ronkenstein in de noordelijke transeptarm op de hoek met de noordelijke zijbeuk (uit 1974 en 1984). Luidklokken o.a. de Bourdon, gegoten in 1570 door H. van Trier, diameter 230 cm, en een klok van J.A. de Grave, 1719, diameter 149,5 cm.

Orgels

Witte-orgel

Hoofdorgel Witte (1857); jk 02-07-2016

C.G.F. Witte bouwde in 1857 een nieuw orgel in de Oude Kerk van Delft, ter vervanging van het oude orgel van Hendrik Niehoff uit 1545. Dit laatste orgel is geheel gesloopt. Op zondag 13 september 1857 vond de officiële ingebruikname plaats. Het orgel bleef heel lang ongewijzigd en in prima conditie. In 1891 kreeg Van Oeckelen de opdracht voor onderhoudswerkzaamheden. Organist Van Thienen vroeg in 1913 om een zwelkast rond het Bovenwerk en een Voix Céleste. In 1926 plaatste Standaart de zwelkast. Ook breidde hij de dispositie uit met de Voix Céleste, verplaatste hij de Trompet 8' van manuaal II naar manuaal I en leverde hij een nieuwe Trompet voor manuaal II. In 1953 startte een uitgebreide restauratie van het kerkgebouw. Het orgel werd na de gereedkoming hiervan in 1962 geschilderd in een nieuwe kleur. In 1963 is de toetstractuur vernieuwd, en zijn de registerknoppen vervangen. Een grote restauratie werd uitgevoerd in de jaren 1974-1979 door Flentrop, geadviseerd door Maarten Vente. Flentrop verlaagde de winddruk, intoneerde het gehele orgel opnieuw, breidde het Bovenwerk uit met een Nasard 1 1/2', verving het pedaalklavier door een nieuw met een grotere omvang, plaatste een nieuwe Trompet op manuaal I (afkomstig van de Doopsgezinde kerk in Hoorn) en op manuaal II (afkomstig van de Nieuwe kerk in Den Haag) en plaatste een pneumatische tremulant op manuaal I. In 2004 is het orgel geheel gerestaureerd door de firma Verschueren.

Noordbeukorgel

Noordbeukorgel Witte (1873); jk 02-07-2016

In december 1846 werd in Delft de "Armenkerk" aan de Schoolstraat in gebruik genomen bij de Hervormde Gemeente. Deze kerk was ingericht voor minvermogenden. In de kerk plaatste Machiel Beekes een ouder orgel achter een nieuw front. Het oude orgel bleek moeilijk goed spelend te houden, zodat men besloot een ander tweedehands orgel te kopen. Uiteindelijk lukte dit niet, waarna J.F. Witte een orgel aanbood voor een zeer lage prijs. Het contract werd getekend in december 1872, waarna het op 21 december 1873 in gebruik kon worden genomen. Het front van het oude orgel is bij de bouw opnieuw gebruikt. Waarschijnlijk is het oorspronkelijk echter vijf velden breed geweest, en werd het door Witte aangepast aan de maat van de nieuwe orgelkas. De Schoolstraatkerk is in 1960 gesloten, en in 1966 afgebroken.

Het orgel is in 1962 in de Oude Kerk in Delft geplaatst in de noorderzijbeuk. Het kon worden gebruikt voor begeleiding in het gedeelte van de Oude Kerk dat reeds gereed was gekomen bij de grote restauratie. In 1962 plaatste Flentrop het op zijn definitieve plaats. Hierbij werd de kas geschilderd, en de Viola 8' verschoven naar een Octaaf 2'. Flentrop maakte een nieuwe Mixtuur met een andere samenstelling. Het originele pedaalklavier was al eerder vervangen door het huidige, met een grotere omvang.

Kabinetorgel

Kabinetorgel in koor; jk 02-07-2016

Het kabinetorgel dat op het koor van de Oude Kerk in Delft staat is van een onbekende bouwer. Veel elementen doen echter aan H.H. Hess denken. De kas lijkt begin achttiende eeuws, maar het klavier en het binnenwerk zijn van ca. 1780. Het orgel is volgens mr. A. Bouman in de Tweede Wereldoorlog aangekocht door de firma Eberhardt, antiquair te Amsterdam, in Zeeland. De manuaalomvang is in de negentiende eeuw door C. Stulting uitgebreid van c tot f. De frontpijpen zijn loos. In 1963 is het in de Oude Kerk van Delft geplaatst, na een revisie door C.H. van Oosten uit Overschie. Het heeft ook korte tijd in de Nieuwe Kerk gestaan. Het orgel is in 2005 gerestaureerd door de firma Van Rossum.

In de media

opname 2004, Edward Ippel, Hoorn.
opname 2004, Edward Ippel, Hoorn.
Noordbeuk; jk 02-07-2016
Uit Het Vaderland, 23 September 1921.

De Oude Kerk te Delft staat, aldus bericht men ons, in brand. Dichte rookwolken stijgen uit de torens op en het Delftsche gemeentebestuur heeft de medewerking van onze (d.w.z. Haagse, red.) brandweer geroepen om het vuur te helpen blusschen. Twee groote autospuiten zijn onmiddellijk naar Delft vertrokken. Nader seint men ons uit Delft: Vanmiddag half twee brak een felle brand uit in de Oude Kerk. Het vuur sloeg reeds het dak uit, toen de brandweer met al haar materiaal ter plaatse was komen aanzetten. De Haagsche brandweer kwam haar spoedig te hulp, doch aan redden van den Zuidelijken vleugel valt niet te denken. De scheeve toren loopt vooralsnog geen gevaar. Het is te hopen, dat althans de mooie toren met de bekende zware klok, die slechts bij enkele plechtigheden geluid wordt, behouden kan blijven. Vermoedelijk is de oorzaak van den brand te zoeken in de omstandigheid dat loodgieters bezig waren met herstellingen op het dak. Men meldt ons nader uit Delft: Om drie uur was men het vuur meester. Als een bijzonderheid kan worden gemeld, dat de Haagsche Brandweer met twee autospuiten aanwezig was, 25 minuten nadat haar hulp was ingeroepen. De heer Spoelstra leidde het blusschingswerk. Om twee uur was het dak ingestort, waar mede het gevaar voor verdere uitbreiding vrijwel geweken was. Er werden kolossale watermassa's in het vuur geworpen. Alleen de Zuidelijke vleugel van de kerk is vernield. De schade bedraagt niettemin zeker een ton. Zij wordt echter door verzekering gedekt. Ook de spuit van de Nederl. Gist- en Spiritusfabriek verleende hulp bij de blussching. Natuurlijk werd de brand gefilmd. Om half vier meldt men ons nog: Nu het gevaar is geweken, blijkt het inwendige van de kerk weinig schade te hebben geleden. Alleen het dak van de rechter zijbeuk is vernield. De loodgieter H. en twee zijner knechts zijn aangehouden, verdacht den brand veroorzaakt te bebben. Prins Hendrik is zooëven op het tooneel van den brand verschenen.

Wat er dreigde verloren te gaan, moge blijken uit wat de Voorloopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst van deze Kerk vertelt.

De kerk, nu bij de Ned. Herv. gemeente in gebruik, was oorspronkelijk gewijd aan den H. Bartholomeüs, en sinds 1396 aan den H. Hippolytus. Ze is gebouwd, ter vervanging van een houten kerk, van 't midden der 13e tot in de 14e eeuw. In 1506 werd ze door biand en in 1566 door de beeldstormen geteisterd. In 1654 verloor ze door het springen van het kruitmagazijn haar geschilderde glazen. Ze is in de 19e eeuw op verschillende plaatsen gerestaureerd. De baksteenen Westtoren is uit de 13e eeuw, met door vier achtkante hoektorentjes (in 1899—1900 vernieuwd) omgeven spits van berg- en baksteen. Het baksteenen schip is uit de 14e eeuw. De bergsteenen kruisarm (van ongeveer 1500), is vermoedelijk gebouwd door Rombouts Keldermans. Verder bestaat de kerk uit een koor (15e eeuw) en verschillende zijbeuken, een sakristie, thans konsistoriekamer enz. De kerk is gedekt met zadeldaken, waarop laat-gotische looden makelaars en een windvaan: de bultenaar, behalve de kruisarm, die vlak, met lood, is afgedekt. Op den toren twee versierde wijzerborden, uit 1605. Inwendig: zuilen en houten tonwelven, vlakke zoldering in den kruisarm; gemetselde kruisribgewelven in den toren en de aanbouwsels. In de kerk vindt men: Een gebeeldhouwden eiken preekstoel (1548) met later klankbord. (Een deel de, torenvormige bekroning van het oude klankbord was in 1915 in de verzameling de Stuers in den Haag). Een graftombe van Piet Hein, met zijn liggend beeld, van Pieter de Keyser (1629). Graftombe, met liggend beeld, van Elisabeth Tegor, dochter van Marnix, gehuwd met Carel Morgan: vermoedelijk van Hendrik de Keyser. Het grafteeken is uit 1611 en 1655, het hek uit de 17e eeuw. Graftombe m.l.b. van Maarten Harpertsz. Tromp door Rombout Verhulst 1654). Eenige epitafen uit de 17e eeuw. Een obelisk voor Leeuwenhoek (1723). Gedenksteen voor H.K. Poot (1737). Grafzerken uit 1425, 1474, 1537, 1552, 1570 en meer uit de 16e eeuw, en vele met beeldhouwwerk uit 17e en 18 eeuw. In 1862 is een muurschildering aan het licht gebracht, maar weer overgewit. Op het Delftsche Gemeentemuseum vindt men een afbeelding. Drie schilderijen: portretten van Clara van Spaerwoude (1565) en dr. Clinquant (17e eeuw) en een Bijbelsche voorstelling (17e eeuw). Een gegraveerd zilveren doopbekken (1688). Avondmaalzilver: 4 gegraveerde bekers, 4 kleine schalen en een groote (alles 1663). Twee klokken, ondersch. gegoten door Hendrick van Trier in 1570 en Jan Albert de Grave te Amsterdam in 1719.

Uit Het Vaderland, 27 September 1921.

Een verslaggever van de Delftsche Crt. heeft met den heer Rodenburg, president-kerkvoogd, een gesprek gehad over den brand in de Oude Kerk te Delft en deze heeft hem medegedeeld, dat de schade-taxatie nog niet gepubliceerd kon worden. De heer Rodenburg verzekerde dat de geheele kerk in den ouden staat teruggebracht zal worden, en waar de gelegenheid zich mocht voordoen, bij de thans aan de orde komende herstellingen, ook kleine fouten en gebreken weg te nemen, die latere voorouders, dan de oorspronkelijke kerkstichters, bij reparatie of herstellingen begaan hebben, zal de gelegenheid daartoe zeker aangegrepen worden. De herbouw geschiedt in overleg niet de rijkscommissie voor monumentenzorg. De kerk zal geruimen tijd buiten gebruik gesteld moeten worden. De dienst zal dan worden gehouden in de Schoolstraatkerk. Wel zou het bijv. mogelijk zijn door het aanbrengen van schotwerk achter de zuidelijke pilarenrij een deel der kerk voor den dienst te reserveeren, maar de heer Rodenburg was daarvan geen voorstander omdat de geheele kerk een grondige schoonmaak behoeft en bij het herstel ook geborgd moet worden dat de reparatie der onderdelen in overeenstemming met het geheel geschiedt. De Oude en Nieuwe Kerk met inboedel zijn, naar de heer Rodenburg mededeelde, bij de Arnhemsche verzekeringsmaatschappij en op Amsterdamsche beurspolis voor een millioen gulden verzekerd. Vertegenwoordigers dezer maatschappijen hebben reeds een bezoek gebracht aan het terrein van den brand en zoodra met de kerkvoogden overeenstemming is bereikt, in zake de herstellingen, zal spoedig met de reparatie aangevangen kunnen worden. Die reparatie zal ook moeten omvatten 'n moeilijk te herstellen schade, en wel aan den gebeeldhouwden zestiende eeuwschen preekstoel. Gelukkig is die schade niet ernstig. Dan is er ook nog de schade aan het orgel. Had men aanvankelijk gedacht dat het orgel geen schade had geleden, later bleek die nogal aanzienlijk. De organist der kerk, de heer W. van Thienen, vertelde den verslaggever, dat tegen het orgel een waterstraal terecht gekomen was, waardoor het onderklavier aanmerkelijk geleden had. Bovendien droop de geheele orgelkast van het water. Al dat vocht moet uit het orgel verwijderd worden en daartoe is een geheele schoonmaak noodig, temeer omdat ook door aanslag van rook en roet het orgel verontreinigd is. De schoonmaak van een zoo omvangrijk en schitterend orgel als dat der Oude Kerk zou in normale tijden f 1500 vorderen. Thans zal dat bedrag wel aanmerkelijk hooger zijn, daar er bovendien nog kleine herstellingen moeten geschieden. De organist deelde mede, dat het kerkbestuur ook plan had in de toekomst een electrisch windtoestel voor het orgel aan te schaffen. Wellicht is thans de gelegenheid voor de opstelling en aanbrenging van dit windtoestel bijzonder geschikt. De beide loodgieters die tijdens den brand in de Oude Kerk zijn gearresteerd, zijn, na gehoord te zijn, op vrije voeten gesteld.

Uit Het Vaderland, 4 Juli 1924.

DE HEROPENING VAN DE OUDE KERK TE DELFT.

Gisteravond is de Oude Kerk te Delft, welke in Sept. 1921 ten gevolge van brand aan den dienst onttrokken werd, plechtig ingewijd, onder voorgang van ds. H.J. Rooseboom en ds. P. Zandt.

Tusschen 7 en halfacht uur stroomde, onder het luiden van den Bourdon, het kerkgebouw zoo vol, dat velen slechts een staanplaats konden vinden.

Tegenwoordig waren o.a. minister de Visser, de heer van der Voort van Zijp, de burgemeester mr. G. van Buren, het prov. college van toezicht, de predikanten uit den ring Delft, vele oud-predikanten en prof. Visscher uit Utrecht.

De heer N. Rodenburg, president-kerkvoogd, droeg, alvorens de dienst een aanvang nam, het gebouw met een kort woord over aan kerkeraad en gemeente. Ds. Rooseboom sprak naar aanleiding van II Chron. 29 : 55a. Alzoo werd de dienst in het Huis des Heeren besteld. En Hiskia en al het volk verheugde zich over hetgeen God het volk had toebereid. De stemming, het gevoelen van de inwoners van Jeruzalem op den dag van de herstelling van den dienst in het Huis des Heeren, mag ook de onze zijn in deze ure. Een plechtige ure, een feestelijke ure, nu de Oude Kerk wordt ingewijd en toegewijd aan de bediening des Woords en der Sacramenten.

Tot blijdschap hebben wij recht, omdat de Oude Kerk ons weder is teruggeschonken. Wat in 1665 is geschied, geschiedde ook nu: vuur dreigde met ondergang. En het is te danken aan het energiek optreden van Delfts burgemeester, die, het gevaar beseffende, onmiddellijk in den Haag om hulp vroeg, dat onze schoone cathedraal niet in vlammen is opgegaan. Maar nu hebben wij haar terug, wel na lange en vele maanden, maar er is ook heel wat werk verzet.

Tot blijdschap hebben wij nog meerder recht, nu wij de Oude Kerk veel schooner terug hebben dan toen zij ons ontviel. Het verbrande gedeelte is niet slechts hersteld; het restauratiewerk breidde zich steeds uit en zoo is onze kerk gegroeid tot de plechtige, rustige schoonheid, die zij nu bezit. Dit is de plaats en het recht van de kunst in het kerkgebouw niet, dat zij om Zichzelf wordt geëerd en dat de religie in de kunst ten onder gaat. Ook is het niet, dat de religie de kunst verbant. Maar de kunst als de harmonie in lijn en vorm, in kleur en klank, mag binnentreden als dienares in het heiligdom en de religieuse beginselen der kerkgemeenschap, die het heiligdom het hare noemt.

Hij toonde aan, in hoe menigerlei opzicht de schoonheid der kerk is hersteld, door het wegbreken der gaanderij, het aanbrengen van gekleurd glas in de ramen, het veranderen van tint, het plaatsen van eikenhouten banken en het herstel van het orgel.

Toch is er het een en ander dat de blijdschap kan temperen. Er moet nog f 20.000 betaald worden en die zijn er niet. Er is tot nu toe f 190.000 uitgegeven. De assurantie heeft bijna f 83.000 uitbetaald; de Delftsche gemeente bracht aan giften bijna f 23.000 samen. Geleend is f 70.000. De kerkvoogdij hoopt dan ook zeer, dat een deel ten minste van den schuldenlast van haar schouders zal worden afgenomen. Hij richt zich in dit verband tot den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, dien hij dankt voor zijn tegenwoordigheid.

Ook de kerk is nog niet af. De helft der ramen is slechts hersteld, de kronen, die zijn opgehangen, dragen een voorloopig karakter. Maar toch, wat wij hebben is reeds zooveel, zegt spr. Laat ons meer dan op wat wij missen, zien op wat wij hebben, opdat een blijdschap ons vervulle, die ons ootmoedig leert danken.

Spr. dankte dan namens de gemeente de colleges van kerkvoogden en notabelen voor hun arbeid en in 't bijzonder den president-kerkvoogd, den heer N. Rodenburg, die zichzelf geheel aan het herstellingswerk heeft gegeven. Voorts de Monumentencommissie, architect, opzichter, hoofdaannemers, alle andere werkgevers en de ambachtslieden van alle vakken, die hier hebben gearbeid.

Maar bovenal — God zij de eere! Hij heeft ons geleid en in 't gevaar behoed. Geen ongeluk is bij het gansche werk geschied. Hem zij de eere, die uit het kwade het goede deed te voorschijn komen en uit wiens hand wij onze kerk als een genadegeschenk ontvangen. Zoo herhalen wij de laatste woorden van den tekst met bijzonderen klem: Zij verheugden zich over hetgeen God den volke had toebereid", — ja, amen, ja! wat God heeft toebereid. Soli Deo Gloria. Ds. Rooseboom eindigde met de gemeente te wijzen op de verantwoordelijkheid, welke haar nieuw bedehuis haar oplegt. Met een dringende opwekking om getrouw naar het Huis des Heeren op te gaan en met de bede, dat God zijn geestelijk werk in de gemeente mogen werken. Hij die machtig is meer dan overvloedig te doen boven al wat wij bidden of danken en wien zij de heerlijkheid in de gemeente door Christus Jezus in alle geslachten tot in alle eeuwgheid.

Ten slotte heeft ds. P. Zandt gesproken naar aanleiding van Genesis 28 vers 17b: Dit is niet dan een huis Godes.

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur

Hoofdorgel

Noordbeukorgel

Kabinetorgel

Schilderijen