Handelingen

,s-Hertogenbosch, Torenstraat 18 - Kathedrale Basiliek St. Jan Evangelist

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Kathedrale Basiliek Sint Jan Evangelist
Genootschap: Rooms Katholieke Kerk
Provincie: Noord-Brabant
Gemeente: 's-Hertogenbosch
Plaats: 's-Hertogenbosch
Adres: Torenstraat 18
Postcode: 5211KK
Sonneveld-index: 07703
Jaar ingebruikname: 14e eeuw
Architect: oa. Kessel, W. van, Du Hamel, A.
Huidige bestemming: kerk
Monument status: Rijksmonument 21879

Geschiedenis

Absoluut hoogtepunt in de Nederlandse religieuze architectuur.

De huidige St. Janskathedraal kwam in de periode 1280-1550 tot stand en fungeerde aanvankelijk als parochiekerk. Bij de oprichting van het Bisdom 's-Hertogenbosch in 1559 werd de kerk kathedraal. De kathedraal behoort overigens niet tot de oudste parochie op het huidige Bossche grondgebied. Dat is de parochie St. Salvator in Orthen, die vóór 1280 al is gesticht. De Bosschenaren waren in de dertiende eeuw nog op de parochie Orthen aangewezen. Omstreeks 1280 begon de bouw van een eigen parochiekerk, die later zou uitgroeien tot de huidige kathedraal.

Plattegrond. A. Roks
Zuidzijde van de Sint Jan. Foto: A. Roks

In de periode tussen 1629 (Beleg van 's-Hertogenbosch) en 1813 was de St. Jan in handen van de Protestanten. In de tussentijdse periode behoorde 's-Hertogenbosch tot de veroverde gebieden door de Republiek en werd de katholieke bevolking in politiek en economisch opzicht achtergesteld. Vanaf 1813, onder invloed van koning Lodewijk Napoleon, is de kerk weer Rooms-Katholiek, en vanaf het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 is de kerk weer Kathedraal van het R.K. Bisdom 's-Hertogenbosch. In 1929 is de Sint Janskathedraal, die architectuurtechnisch al een basiliek was, ook verheven tot Basiliek, een door de R.K. paus verleende eretitel voor belangrijke kerkgebouwen. Sinds 1929 heet dit kerkgebouw dan ook "Kathedrale Basiliek Sint Jan".

In de negentiende en twintigste eeuw vonden diverse, omvangrijke restauraties plaats, o.a. 1859-1909 onder leiding van architect L. Hezenmans. Toen zijn vele ornamenten en sculpturen aan het exterieur hersteld of toegevoegd, sommige in neogotische stijl. In de jaren 1980 vond een omvangrijke restauratie van het interieur plaats, ook van het grote orgel. Later bleek opnieuw dat de natuurstenen elementen aan de buitenkant aangetast werden door luchtverontreiniging. Opnieuw kwam het gebouw in de steigers. In december 2010 is de omvangrijke restauratie van de buitenkant van de kathedraal goeddeels afgerond en voorlopig is de rijke gotische kerk weer geheel zonder steigers te bewonderen. Hopelijk kan de kerk er nu, vanaf 2010, weer ongeveer 50 jaar tegen, behoudens regelmatig onderhoud, dat toch vrijwel continu nodig blijkt te zijn. In het weekend van 2 en 3 april 2011 is de gerestaureerde Kathedrale Sint Jans Basiliek weer in gebruik genomen. Beeldhouwer Ton Mooy heeft met enkele medewerkers 25 nieuwe zandstenen engelen gemaakt. Eén van die engeltjes is uitgerust met een modern mobieltje. Maar daar zit maar één toets op. En die is voor een directe verbinding met God.

In de Sint Janskathedraal is sinds enige tijd in de Sint Antoniuskapel een bijzonder altaar te bewonderen. Het is een neogotisch vleugelaltaar uit 1903, afkomstig uit het atelier van W. Mengelberg te Utrecht. Het werd gebouwd voor de kapel van het Karmelitessenklooster Meerbosch in Venlo. Na de sluiting van dat klooster verhuisde het altaar naar het Museum voor Religieuze Kunst te Uden. Nu staat het altaar tijdelijk in de Sint Jan, in afwachting van restauratie en een nieuwe definitieve plek.

Toekomst Bisdom 's-Hertogenbosch

Het Bisdom ’s-Hertogenbosch telde tot ongeveer eind jaren 2000 / begin jaren 2010 nog 230 parochies. Tot 2020 wil men dit aantal terugbrengen tot 57 parochies. Elke parochie krijgt dan één kerkgebouw met een pastor met een eigen team en een parochiecentrum. Binnen een parochie kan wel een nevenkerk worden gebruikt voor onder andere huwelijksbevestigingen, dopen en uitvaartdiensten. Dit staat te lezen in het beleidsplan 2009-2020 dat april 2009 is gepresenteerd. Welke gevolgen zal dit hebben op de gebouwen?

  • In 2015 betekent dit voor de stadsparochie 's-Hertogenbosch, dat er nog 2 hoofdkerken en 4 bijkerken/kapelkerken zijn overgebleven:
  • als 2 hoofdkerken de Kathedrale Basiliek Sint Jan in het centrum en de moderne St. Willibrordkerk in de noordelijke uitbreidingswijk Maaspoort;
  • als 4 bijkerken/kapelkerken: 1. de (belangrijke) neoromaanse Sint Annakerk in Hintham, in het oosten; 2. de moderne Sint Annakerk in het westen; 3. de moderne, kleine H. Sacramentskerk in de wijk De Vliert; 4. de (belangrijke) moderne Sint Lucaskerk in het zuiden.
  • Hiernaast was tot zomer 2018 nog in openbaar gebruik de (voormalige) Kapucijnenkerk aan de Van der Does de Willeboissingel.

Oksaal

In de Sint Janskerk stond ooit een oksaal. Er zijn oude schilderijen, waarop duidelijk te zien is, dat deze kerk vroeger een oksaal had. Na de brand van 1584 is in 1610 een nieuw oksaal in renaissance stijl gebouwd. Het kerkbestuur van de Sint Janskerk heeft in 1866 besloten tot verkoop van dit oxaal. In 1869 is het in huurkoop verkocht aan het Museum South Kensington, nu Victoria and Albert Museum, in Londen. In 1871 werd het oksaal definitief eigendom van het Britse Museum. En daar is het vandaag de dag, als pronkstuk van het Museum, nog altijd te bewonderen.

Een oksaal is een grote koorafsluiting die in een kerk het schip en het koor scheidt. Met name in de monumentale kathedrale kerken in Groot-Brittannië, en in de Amersfoortse Joriskerk en de Rhenense Cunerakerk is op een mooie manier te ontdekken hoe een oksaal eruit kon zien. Op het oksaal kon een orgel staan. En op hoogtijdagen konden er relikwieën tentoongesteld worden. Er gaan soms stemmen op, het oksaal misschien uit Londen terug te laten keren naar Den Bosch.

Deze verkoop in 1869-1871 naar Londen van dat unieke oksaal is, ook nu nog, algemeen bekend als één van de grootste, meest ondoordachte, schandaligste transacties op Monumentengebied, die ooit in Nederland heeft plaatsgevonden.

Glas-in-lood raam Marc Mulders

Eerste Paasdag 2007, 8 april, is in de Sint Jans Basiliek een nieuw glas-in-loodraam ingewijd. Het is te vinden onderin de toren. Het glas-in-loodraam Het Laatste Oordeel is een geschenk van projectontwikkelaar J. Lisman en verbeeldt het verschijnen van de mens aan God om een plek te krijgen in het hiernamaals. Het raam is gemaakt door de kunstenaar Marc Mulders.

opname 09-05-2009 © HW.
opname 24-04-2007 foto. Edward Ippel. Hoorn.

Nooit gebouwd: De Sint-Janstoren van Piet van Kessel

De bakstenen westtoren van de Sint-Jan is al eeuwen een vreemd, afwijkend onderdeel van de verder in natuursteen gebouwde kerk. Bezoekers vragen zich soms af waarom de toren niet is gerestaureerd, zoals de rest van het gebouw. Vaak wordt de conclusie getrokken dat de toren niet bij de kerk past, maar dat snijdt geen hout. Feitelijk past de laatgotische kerk niet bij de majestueus oude toren, het oudste bouwwerk van de stad!

In het jaar 2022 is op diverse wijzen en momenten het 800-jarig bestaan van de Sint Jan feestelijk herdacht

Monumentomschrijving Rijksdienst

Kathedrale BASILIEK van St. Jan Evangelist. Grote vijfbeukige Brabants gotische kruisbasiliek met kooromgang en straalkapellen, middentoren en westtoren, sacristieen, kapittelhuis, stadskomme, devotiekapellen en doopkapel.

Westtoren uit ca 1280, door begonnen ca 1370 door Willem van Kessel, voortgezet door Alard du Hamel en Jan Heyns, vervolgens Jan I en II Darkennes. Ca 1550 bouw gestaakt. Restauratie van 1860 tot 1939 en 1949 tot heden.

De rijke inventaris (barokke preekstoel en orgelkas, gotische koperen doopvont, Antwerps altaarretabel uit ca 1500, gotisch gesneden koorbanden, tochtportalen uit XVII, XVIIe eeuwse schilderijen, laatgotische en XVIIe eeuwse kroonluchters enz.) in de laatste jaren nog met opmerkelijke stukken uitgebreid (laatbarokke biechtstoelen, XVIe en XVIIe eeuwse beelden en schilderijen).

Voorts vele grafzerken, een epitaaf en het grafmonument van bisschop Masius en enkele muurschilderingen. In de orgelkas uit 1620 een orgel met Hoofdwerk, Bovenwerk, Rugpositief en vrij Pedaal, in 1787 gemaakt door A.F.G. Heyneman. Heyneman gebruikte pijpwerk van voorgaande orgelmakers: F. Hocque uit 1622, Galtus en Germer van Hagerbeer uit 1634. Het Heyneman-orgel werd in 1902 en 1953 totaal omgebouwd. Van 1981 tot 1984 volgde reconstructie van het Heyneman-orgel door Flentrop Orgelbouw, waarbij blaasbalgen, windladen en tractuur werden vernieuwd.

Toren

Toren van de Kathedrale basiliek van St. Jan Evangelist. Laat-romaans bouwwerk uit baksteen, omstreeks 1820 opgericht, in de 15de eeuw verhoogd; torenspits uit de 17de eeuw. Klokkenstoel met gelui bestaande uit een klok van J. Noteman, 1641, diam. 209 cm en drie klokken van A.L.J. van Aerschodt, 1872, diam. resp. 142, 125 en 104,5 cm, een klok van F. en P. Hemony, 1644, diam. 147 cm en een klok van F. Hemony, 1663, diam. 117,5 cm. Klokkenspel van Gillett & Johnston, 1923 - 1925. Trommelspeelwerk van A. de Jonge, 1872. Mechanisch torenuurwerk, B. Eijsbouts.

Orgel

Tijdens het twaalfjarig bestand (1609-1621) besloot men in Den Bosch een groot orgel te laten bouwen. De opdracht zou gaan naar de Brusselse bouwer Matthijs Langhedul. Dit kon wegens politieke omstandigheden niet doorgaan. Frans Simonsz maakte wel alvast de orgelkas, samen met steenhouwer Joris Deur en beeldsnijder Georg Schysler. In 1618 werd een contract gesloten met Floris Hocque (jr.). Het orgel werd in 1622 opgeleverd, maar pas in 1628 werd om een keuring verzocht. De keuring vond pas plaats in 1634. Inmiddels was Hocque overleden. Zijn meesterknecht Hans Goltfuss ontving het geld, maar het orgel werd volledig afgekraakt. Vader en zoon Hagerbeer werden ontboden. Zij werkten van 27 april tot 1 november 1634 aan het orgel. Nu werd het wel goedgekeurd. In de zeventiende eeuw werd het orgel licht gewijzigd. Wel verviel het steeds meer. Het onderhoud was in handen van de organisten van de kerk. In 1713 werd Cornelis Hoornbeeck gevraagd een rapport te maken. Hij adviseerde herstel en wijziging van enkele zaken. In 1715 gaat hij aan het werk. Uiteindelijk leverde hij in 1718 het gerestaureerde orgel op. Zijn meesterknechts Christian en Andries Müller hadden ook aan de revisie meegewerkt. Hoewel het orgel werd goedgekeurd, bleven er enkele wensen voor moderniseringen over. Na de dood van Hoornbeeck in 1720 nam Christian Müller het werk over. In 1722 werden wijzigingen uitgevoerd. Hij onderhield het orgel tot 1744. Daarna nam J.H.H. Bätz dit over tot 1770. In de jaren hierna ging het orgel snel achteruit. Anastasius Meinhards uit Frankenberg (Hessen) voerde een herstelling uit van 1775 tot 1777, die echter zeer slecht uitpakte: het orgel verkeerde in een slechtere staat dan voor de reparaties. De Nijmeegse bouwer A.F.G. Heijneman nam de restauratie op zich, en voltooide deze in 1787. De dispositie van Heijneman is uitgangspunt geweest bij de restauratie in 1983/1984. In de negentiende eeuw is het onderhoud van het orgel in handen geweest van Heijneman, Delhaye, Verbeeke, Kuerten en Stöcker, Graindorge en Van Paeschen. Niet allemaal orgelbouwers: Verbeeke en Van Paeschen waren organist van de St. Jan. In 1869/1870 voerde Vollebregt een grote schoonmaak en restauratie uit. Jos Callaerts keurde het instrument op 26 april 1870. Hierna volgde een zeer ingrijpende verbouwing: in de jaren 1897-1902 werd het orgel door de Gebroeders Franssen uit Roermond omgebouwd. Het rugwerk haalden zij helemaal leeg. Zij bouwden in de hoofdkas 66 stemmen, een pneumatische tractuur en ook veel moderne hogedrukstemmen. De speeltafel werd deels in het rugwerk geplaatst. De kas werd ook deels verzaagd om alles te kunnen plaatsen. Op 24 februari 1902 werd het orgel weer officieel in gebruik genomen. Het instrument vertoonde echter al snel veel problemen. Pas in 1951 begon een nieuwe renovatie: Verschueren stelde een plan op waarbij al het oude pijpwerk weer tot haar recht zou kunnen komen. Adviseurs bij het werk waren dr. P.J. de Bruyn, Hub. Houët en Piet Hörmann. Het rugwerk werd weer in ere hersteld. In 1953 werd het nieuwe orgel opgeleverd: een groot vierklaviers instrument met 72 stemmen. Nog altijd was het orgel te groot voor de kas. De tractuur was nu electro-pneumatisch, maar wel met sleepladen. Mgr. Mutsaerts wijdde het orgel plechtig in op 6 juni 1953. Na de grote kerkrestauratie tussen 1975 en 1983 werd het orgel ook gerestaureerd. De firma Flentrop voerde een reconstructie uit van het mechanische drieklaviersorgel in de toestand van 1787. Een deel van het latere pijpwerk (Vollebregt) is wel bewaard, de rest werd vernietigd. Op 15 en 16 december 1984 kon het vernieuwde orgel officieel in gebruik worden genomen en aan het publiek worden gepresenteerd. Het werd hierbij bespeeld door Huub ten Hacken en Maurice Pirenne.

In de media

  • Uit Nieuwe Tilburgsche Courant, 26 Februari 1902.

Maandagmiddag, werd het orgel van St. Jan te 's Bosch door Z.D.H. Mgr. W. van de Ven, bisschop van Den Bosch plechtig ingewijd. Precies drie uur werd Z.D.H. door een schaar eerw. heeren geestelijken aan den hoofdingang opgewacht en betrad de kathedraal, die reeds met duizenden belangstellenden was gevuld. Nadat Mgr. een kort gebed verricht had, had de eigenlijke inzegening plaats. Daarna ging Z.D.H. omringd door de eerw. geestelijken die hem hadden ontvangen, naar het hoofdaltaar, terwijl het gerestaureerd orgel zijn majestueuze toonen liet hooren ter begeleiding van het Ecce sacerdos magnus, dat door het zangkoor werd aangeheven. Aan het hoogaltaar aangekomen, werd een plechtig Te Deum laudamus ingezet en door de zangers van St. Jan in driestemmig mannenkoor, getoonzet door Van Paesschen, in leven organist der kathedraal, op voortreffelijke wijze uitgevoerd. Na het Te Deum werd de bisschoppelijke zegen gegeven. Toen deze plechtigheden, welke ongeveer 3 kwartier geduurd hadden, waren afgeloopen, werden in aanwezigheid van de ontelbare toehoorders, die voortdurend in aantal toenamen, een zevental muzieknummers ten gehoore gebracht door de heeren Verheijen en Kallenbach.

Links

Afbeeldingen

Exterieur

Meer afbeeldingen

Interieur

Meer afbeeldingen

In en rondom de toren.

Exterieur

Interieur