Andijk, Middenweg 4 - Gereformeerde Kerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Gereformeerde Kerk |
Genootschap: | PKN Gereformeerde kerk Andijk |
Provincie: | Noord-Holland |
Gemeente: | Medemblik |
Plaats: | Andijk |
Adres: | Middenweg 4 |
Postcode: | 1619BL |
Sonneveld-index: | 00589 |
Jaar ingebruikname: | 1930 |
Architect: | Reitsma, E. |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 508026 |
Inhoud
Geschiedenis
Buitengewoon mooi groot kerkgebouw met toren.
Het gebouw is één van de meest opvallende Gereformeerde kerkgebouwen van Nederland en heeft als bijnaam "Gereformeerde Kathedraal". In verband met ruimtegebrek in het 19e eeuwse kerkgebouw, werd in 1929 deze kerk met pastorie aan de Middenweg gebouwd. De architect was E. Reitsma, die meerdere kerken heeft ontworpen zoals in Kollum, Appingedam, Weesp (afgebrand) en de Pelikaankerk in Leeuwarden. Deze kerk wordt beschouwd als zijn beste werk, die mening was hijzelf ook toegedaan. Het hele complex is 60 meter lang. De kerk is 23 meter hoog, 25 meter lang en 21 meter diep. De toren is 45 m hoog. Op de rand van de klok staat “Ere zij God” en hij weegt 1500 kg. De ramen in de onder- en bovenbouw hebben gebrandschilderd glas. Daarop zien we voorstellingen van handel, techniek, landbouw, scheepvaart etc. Het paraboolvormige houten gewelf is kleurig beschilderd.
Orgel
Het orgel van de Gereformeerde Kerk te Andijk is gebouwd in 1930 door de firma Spiering. Het front is ontworpen door Egbert Reitsma, tevens de architect van het nieuwe kerkgebouw. Bij de bouw van het orgel gebruikte Spiering het orgel uit de oude kerk als basis. Dit werd in 1892 gebouwd door Jan Proper. Omdat het orgel niet goed functioneerde, werd het in 1947/1948 door Flentrop verbouwd onder advies van de Gereformeerde Organisten Vereniging. Hierbij is de tractuur geëlectrificeerd, er is een nieuwe speeltafel geplaatst en ook het binnenwerk is anders opgesteld. Tenslotte breidde men de dispositie uit met drie stemmen. Op 16 juli 1948 werd het orgel weer in gebruik genomen. In 1983 is het orgel door Flentrop schoongemaakt en zijn de membranen vernieuwd. In 2012 is besloten het orgel te laten restaureren en tevens uitbreiden met een register. Deze werkzaamheden zijn in 2015 uitgevoerd door de firma Flentrop. Op het pedaal is een nieuwe Bazuin 16' geplaatst. De transmissie van de Gedekt 8' is verwijderd van het pedaal.
- (Bron:Orgeldatabase)
Monumentomschrijving Rijksdienst
GEREFORMEERDE KERK MET PASTORIE, KOSTERSWONING, ZALENCENTRUM EN BERGPLAATS, gebouwd in 1929-1930 naar ontwerp van de Groningse architect Egbert Reitsma, die de kerk van Andijk als zijn beste werk beschouwde. Uit welhaast onbegrensde middelen heeft Reitsma een kerk kunnen realiseren, die in West-Friesland ook wel de 'gereformeerde kathedraal' wordt genoemd. De kerk is één van de meest exuberante gereformeerde kerkgebouwen van Nederland en is gebouwd in een expressionistische bouwstijl met verwijzingen naar de gotiek. Meer gespecificeerd zou men de kerk kunnen onderbrengen bij de architectuur van de Amsterdamse School.
Concurrentiemotieven speelden zeker een rol bij de bouw van dit spectaculaire gebouw. Men wilde wedijveren met het tien kilometer zuidelijker gelegen Enkhuizen en met de grote neo-gotische kerk van het naburige katholieke dorp Wervershoof. De kerk te Andijk is te beschouwen als een mijlpaal in de emancipatie van de gereformeerden in Nederland. Het verschil tussen de kleine kerken uit de doleantietijd (1886-1892) en de gereformeerde kerk van Andijk (1930) symboliseert de groei van de positie van de ""Kleine Luyden"". Zij moesten zich profileren enerzijds ten opzichte van de hervormden van wie ze waren afgescheiden, anderzijds ten opzichte van de katholieken, die sinds 1853 eveneens bezig waren hun sinds de reformatie verloren gegane positie te herwinnen. Andijk had in de jaren '20 van de 20ste eeuw een bloei doorgemaakt in de bollenteelt. Daaruit is te verklaren, dat men zo'n dure kerk heeft kunnen bekostigen. Het betrof de vervanging van een 19de-eeuws, te klein geworden kerkgebouw. Nadat er in de kerkeraad was gesproken over verbouwing, besloot men toch tot nieuwbouw over te gaan. Als architect werd de Groningse architect Egbert Reitsma aangetrokken. De gereformeerde kerk van Weesp (ook van Reitsma) had de doorslag gegeven bij de uiteindelijke architectenkeuze. In januari 1929 kwam Reitsma met een plan ter tafel dat f.120.000,- ging kosten, terwijl er 'maar' f.90.000,- uitgetrokken was. Men wilde de bouwkosten drukken door het weglaten van de toren, hetgeen een besparing van f.15.000,- zou opleveren. In februari 1929 diende Reitsma een herziene begroting in van f.100.000,- met een toren van veertig meter hoog. Hoe veel belang hij hechtte aan de realisatie van een toren, bleek toen hij in de onderhandelingen aanbood voor het bouwen van de toren geen honorarium te rekenen. In een nog later stadium droeg hij f.1000,- bij aan de bouw. Uiteindelijk stemde de commissie toe in de bouw. Op 27 maart 1929 vond de aanbesteding plaats. De eerste steenlegging vond plaats op 25 juli van dat jaar. De bouw vorderde echter langzaam. Door de economische wereldcrisis viel de export van bloembollen grotendeels weg, hetgeen zijn weerslag had op de verwerving van fondsen. Op 3 september 1930 werd de ingebruikname gevierd (J.J. Falize, 'De kerkbouw tussen de wereldoorlogen. De Amsterdamse School' in ""Honderdvijftig jaar gereformeerde kerkbouw"", red. R. Steensma en C.A. van Swigchem; en doctoraalscriptie van J.J. Falize, Rijksuniversiteit Groningen). Het orgel werd in 1930 gebouwd door de firma M. Spiering, met gebruikmaking van pijpwerk uit het orgel van de vorige kerk (J. Proper, 1892). Het orgel is Rijksmonument.
Omschrijving
Aan de oostzijde van Middenweg gelegen complex van de Gereformeerde Gemeente te Andijk, bestaande uit de zuid-noordgerichte reeks bouwvolumes van pastorie, kerk, toren met daarin ondergebracht de kosterswoning, zalen en een bergplaats. De pastorie ligt daarbij het meest zuidelijk, zalen en bergplaats het meest noordelijk. Alle bouwvolumes zijn aan elkaar vastgebouwd en gegroepeerd langs een noord-zuid-as evenwijdig aan de Middenweg, die weer loodrecht op de IJsselmeerdijk staat. De kerk met annexe bouwvolumes is geheel vrij gelegen, op enige afstand van de IJsselmeerdijk en van de Middenweg, in een eigen omgeving. Door terugplaatsing van de rooilijn is een ruimte tussen kerk en weg ontstaan die in beslag wordt genomen door een kerkplein en een grote tuin.
De afzonderlijke bouwvolumes hebben alle een interne constructie van een betonskelet, in het exterieur bekleed met mondsteen. De rijke textuur van deze baksteen wordt nog verhoogd door toepassing van verschillende bijzondere metselverbanden: zo is de plint gemetseld in blokverband, waarmee rustica wordt geïmiteerd. De verschillende bouwvolumes hebben alle zeer steile, hoog opgaande schild- of zadeldaken, gedekt met leien in maasdekking. Tussen de bouwvolumes van zalengedeelte en kerk rijst de toren op, die trapsgewijs verjongt en die bekroond wordt door een met leien gedekte naaldspits. Klokkenstoel met klok van Van Bergen, 1929, diameter 137,2 cm. Mechanisch torenuurwerk van M. van de Kerkhof, 1873.
De kerkruimte is een centraalbouw op een kruisvormig grondplan, bestaande uit twee kruisende delen: een oost-westgerichte rechthoek haaks op de Middenweg en een noord-zuidgerichte rechthoek met afgeschuinde hoeken evenwijdig aan de Middenweg. Laatsgenoemde rechthoek vormt de basis voor het kerkgedeelte met de kerkbanken, afgesloten door twee polygonale gedeelten. De haaks op de Middenweg staande rechthoek vormt de basis voor de hoofdingang (west), bankenplan (midden) en kansel (oost). Verder zijn er ingangen aan de noord- en zuidzijde. In het exterieur zijn de twee haaks op elkaar staande delen te herkennen aan de dakvorm. De noord-zuidgerichte rechthoek met afgeschuinde hoeken wordt afgesloten door een schilddak met noklijn evenwijdig aan de Middenweg. De rechthoek haaks op de Middenweg wordt bekroond door een hoog opgaand zadeldak dat het voornoemde schilddak in het midden doorklieft. De westgevel van de kerk heeft een groot ingangsportaal en is compositorisch opgebouwd uit een aantal elkaar oversnijdende driehoeken, steeds met dezelfde basis. Vooraan de driehoek met de ingang, daarboven de driehoek van de kerkeraadskamer. Daarachter een steilere driehoek, die de glazen lichtschepping voor het schip draagt en daarachter de zeer hoge geveltop met de schuingeplaatste lintvoegen. De vensters van de kerkeraadskamer en het schip bestaan uit een risalerende driehoekige glazen opbouw. Op de hoeken van het kerkgebouw staan steunberen, waarin rondbogige doorgangen zijn uitgespaard. De hoge smalle vensters worden door wimbergen bekroond. Deze vensterpartijen komen behalve in het bouwvolume van de kerk ook in de pastorie en het zalengedeelte voor.
In het interieur bevinden zich aan weerszijden van de hoofdingang (west) de trappenhuizen naar de galerijen. Het aantal zitplaatsen bedraagt 1200. De banken zijn in een halve cirkel rond de kansel (oost) gegroepeerd. Boven de kansel staat op een balkon het (op zichzelf niet beschermenswaardige) orgel in een open opstelling. In uitvoering en in relatie tot de kansel maakt het orgelfront een nadrukkelijk element van de inrichting uit. Het interieur wordt verlicht door ramen in de onderbouw en een groot raam boven de ingang, tegenover de kansel. De benedenramen hebben gebrandschilderd glas met voorstellingen van handel, techniek, landbouw, scheepvaart en dergelijke, eveneens naar ontwerp van Reitsma. De ruimte wordt overwelfd door een parabolisch gewelf. Het centrale gedeelte wordt gevormd door een tongewelf tussen twee gemetselde scheibogen. Aan dit middenvak op rechthoekige plattegrond sluiten links en rechts straalgewelven aan over de polygonale gedeelten (vijfzijdige 'absiden'). De gewelfaanzetten zijn omkleed met houtsculpturen in de vorm van een geometrisch patroon van houten blokjes, geschilderd in felle kleuren. De gewelfvelden zijn gedeeltelijk beschilderd met geometrische motieven, vanaf de geboorte van het houten gewelf tot ongeveer halve hoogte. Alleen langs de graten lopen de motieven iets verder naar boven.
Waardering
De gereformeerde kerk met annexe gebouwen is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard voorbeeld van kerkelijke bouwkunst uit het tweede kwart van de 20ste eeuw in de expressionistische bouwtrant van de Amsterdamse School. Daarnaast heeft de kerk met annexe gebouwen ensemblewaarde door de gaaf bewaard gebleven samenhang tussen de diverse onderdelen en door de beeldbepalende situering van het geheel in het Noordhollandse polderland. Tevens is de kerk met annexe gebouwen van belang als een van de belangrijkste werken uit het oeuvre van architect Egbert Reitsma.
Gebouwomschrijving SKKN
Het kerkgebouw van de gereformeerden te Andijk neemt een bijzondere plaats in binnen de gereformeerde kerkbouw en wordt wel de 'Kathedraal van de Gereformeerden' genoemd. Het imposante gebouw ligt aan de Middenweg, buiten de bebouwde kom, niet ver van de Dijkweg die langs de dijk van het IJsselmeer loopt. Op foto's van vlak na de bouw is de bakstenen kerk met toren, puntgevels en de diverse dakvlakken een opvallend en beeldbepalend verschijnsel in een dan meer open landschap. Door de huidige opgaande begroeiing aan de Middenweg valt de kerk minder snel op.
De geschiedenis van de gereformeerde kerk te Andijk gaat terug tot de instituering van de gemeente op 15 oktober 1836 als Christelijke Afgescheiden Gemeente te Andijk. De eerste gemeenteleden, waarschijnlijk maar ca. 7 mannelijke lidmaten en hun gezinnen, kwamen bijeen in een met riet gedekt houten schuurtje. Dit werd enkele jaren later vervangen door een eveneens weinig opvallende zwart geteerde schuurkerk op palen die plaats bood aan ca. 200 personen. Door toename van het aantal gemeenteleden werd ook deze schuurkerk te klein en werd een nieuwe stenen kerk gebouwd die op 20 september 1863 werd ingewijd. Een orgel werd in 1880 aangekocht van een gemeente in Medemblik. Ondanks de bouw van galerijen in 1894 bleek het stenen gebouw in 1905 ook alweer te klein en er vond een uitbreiding plaats tot 650 zitplaatsen. Aan de oostelijke lange zijde werd een vleugel bijgebouwd terwijl de preekstoel verplaatst werd naar de westelijke lange zijde.
In de loop van de twintiger jaren bleek de kerk weer te klein. In 1927 was de gemeente gegroeid tot 1350 zielen. In het najaar van 1928 werd een bouwcommissie ingesteld om na te gaan op welke wijze het aantal zitplaatsen opnieuw kon worden uitgebreid. Men koos voor nieuwbouw waarin ruimte moest zijn voor 1200 zitplaatsen. Architect Egbert Reitsma te Groningen kreeg de opdracht. Hij ontwierp voor de op dat moment welvarende gemeente een kerk met zalen, kosterswoning en een pastorie, alles met elkaar verbonden. Op verzoek van een aantal gemeenteleden werd ook een toren in het plan opgenomen. De totale kosten bedroegen fl. 180.000. De bouw werd in april 1929 opgedragen aan de aannemers Van Drenth & Van Westreenen te Amersfoort. Reitsma had al ervaring met deze firma omdat zij ook de gereformeerde kerk van Weesp naar zijn ontwerp hadden gebouwd. De eerste steenlegging vond plaats op 25 juli 1929. Het grondplan van de kerk is een langwerpige twaalfhoek, met de preekstoel aan de lange zijde (= oostzijde) tegenover de ingang aan de Middenweg. Aan de zuidzijde van de kerk en ermee verbonden, ligt de pastorie. De kosterswoning bevindt zich in de toren, links van de kerk, maar deze is nu niet meer in gebruik. De kerk te Andijk wordt wel gezien als het 'opus magnum' van Reitsma, waarmee hij tegelijkertijd zijn expressionistische periode afsluit. De kerk is opgebouwd uit een betonskelet, bekleed met mondsteen. Het gebouw dankt zijn uitstraling vooral aan de rijke structuur van de mondsteen en de toegepaste metselverbanden. De verticale werking van het exterieur wordt bereikt door de hoge raampartijen die in alle onderdelen van het complex terugkomen, de boven elkaar geplaatste driehoeken boven de ingang, de toren en de verspringende dakvlakken. Afgezien van de glas-in-loodramen zijn in het gebouw vooral eenvoudige materialen toegepast. Kostbare hout en steensoorten zijn afwezig. Banken, tafels en kapstokken zijn van grenenhout; in de trappenhuizen vinden we alleen de kale baksteen en beton; aankondigingsborden zijn eenvoudig geverfd. De kerk heeft binnen een hoog oprijzend parabolisch gewelf. Karakteristiek voor het werk van Reitsma is de toepassing van kleuren op het gewelf. In het interieur dragen vooral de glas-in-loodramen bij aan de sfeer van het gebouw. Na 1970 is aan de achterzijde een ontmoetingsruimte aangebouwd. Door het platte dak is het ondergeschikt aan de monumentale hoofdstructuur en wordt het silhouet van verspringende dakvlakken niet verstoord. In die tijd werden onder de toren ook nieuwe lokalen voor de jeugd gebouwd.
In 1985 is het kerkgebouw op de Provinciale monumentenlijst geplaatst. En in 1997 op de Rijksmonumentenlijst.
Restauraties
Het gebouw was aan het begin van de 21e eeuw hard toe aan restauratie. In 2009 begon dit omvangrijke en kostbare project. Dit leidde er mede toe dat aan de buitenkant het oorspronkelijke gedurfde kleurenschema met onder meer fel geel, groen en paars werd teruggebracht. Ook het interieur werd grondig aangepakt. Eerst werden de kleuren van de lagere delen teruggebracht, tenslotte was het paraboolvormige gewelf aan de beurt.
De restauratie werd mogelijk gemaakt door een groot aantal mensen dat zich de afgelopen tien jaar heeft ingezet voor deze zaak. Op 27 februari 2016 vond in de Hoornse Oosterkerk de uitreiking plaats van de ‘Schipper-Oosterkerkprijs’. Deze wisselprijs wordt sinds 2011 toegekend aan een persoon of een instelling die zich onderscheidt ten aanzien van het behoud van religieus erfgoed in de regio West-Friesland. Een speciale jury kende ditmaal de prijs toe aan de Gereformeerde Kerk te Andijk, als waardering voor de restauratie. Juryvoorzitter Eddy Boom overhandigde de prijs (bestaande uit een uit wit albast vervaardigd beeld van Elsbeth Luinge) aan Zeger Bax, stuwende kracht achter het restauratiewerk.
In juni 2021 bleek het opnieuw noodzakelijk de toren en het gedeelte boven de hoofdingang te restaureren. "De toren is zo lek als een mandje", schreef het Noordhollands Dagblad. De kerk lekte op verscheidene plaatsen, zodat er zelfs water uit de stopcontacten kwam. De in 2010 gevolgde methode van injectie van de holle ruimtes bleek niet succesvol. De voegen van de toren moesten opnieuw worden gevoegd.