Baarle-Nassau, Nijhoven - Sint Salvator (1606 - 1928)
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Sint Salvator |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Noord-Brabant |
Gemeente: | Baarle-Nassau |
Plaats: | Baarle-Nassau |
Adres: | Nijhoven |
Postcode: | |
Inventarisatienummer: | |
Jaar ingebruikname: | 1606 |
Architect: | |
Huidige bestemming: | gesloopt |
Monument status: | geen |
Geschiedenis
Uit opgravingen bij de kapel van Nijhoven wordt geconcludeerd dat hier rond de 12e eeuw een houten kapel moet hebben gestaan, die later in baksteen is herbouwd. In het oudste register van het Bisdom Luik uit 1400 wordt onder Baerle de Salvatorkapel vernoemd. Rond het jaar 1582 is deze kapel door brand verwoest. Uit een visitatieverslag van 1606 blijkt dat de kapel weer is herbouwd: het priesterkoor is helemaal nieuw opgebouwd en iedere vrijdag wordt er de H. Mis gelezen.
Na de vrede van Münster in 1648 komen de hervormers van Alphen naar Baarle om de kerken van de katholieken te sluiten en de eigendommen op te eisen voor de protestanten. De Sint Remigiuskerk in Baarle-Hertog is hiervoor veilig, omdat zij op Spaans grondgebied is gelegen, maar de Sint Salvatorkapel in Baarle-Nassau wordt gesloten en het interieur vernield. Het kruisbeeld en een schilderij van Theodoor Thulden worden in veiligheid gebracht in de Sint Remigiuskerk.
De kapel komt in handen van de protestantse gemeente van Baarle-Nassau. Het grootste deel van de bevolking van Baarle-Nassau blijft echter katholiek, en ondanks de financiële rijkssteun kan het geringe aantal leden van de protestantse gemeente het onderhoud niet bekostigen. De kapel raakt steeds verder in verval. Op het eind van de 18e eeuw is het gebouw zelfs niet meer wind- en waterdicht en het wordt dan provisorisch hersteld.
Als na de Franse revolutie Koning Lodewijk Napoleon de Nederlanden regeert, wordt de mogelijkheid geschapen dat de door de protestanten geannexeerde gebouwen worden teruggegeven aan de oorspronkelijk katholieke eigenaren. Voor de St. Salvatorkapel weet de protestantse gemeente dit steeds te blokkeren, met het argument dat de katholieken van Nassau in de Sint Remigiuskerk kunnen kerken.
In 1807 wordt de protestantse gemeente van Baarle-Nassau verenigd met die van Chaam, en wordt één predikant aangesteld. Deze besluit het zwaar vervallen kerkschip af te breken en het priesterkoor te verbouwen tot consistoriekamer met een stalling voor een rijtuig en opslagmogelijkheid. Van 1830 tot 1839 (de Belgische opstand) is de kapel gesloten. Nadien worden er steeds minder diensten gedaan, van eenmaal per maand tot eenmaal per jaar, en tenslotte helemaal niet meer.
In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) wordt de kapel in gebruik genomen door militairen, met alle gevolgen van dien. Daarna wordt de kapel ook nog gebruikt als boerderijstal en zij is dan niet meer dan een ruïne. (Bron:[1])
Eens was het een gotische kruiskerk; het schip en dwarsschip zijn in 1807 afgebroken; de koorpartij (op de foto) is in 1928 afgebroken en vervangen door de huidige kapel.