Boxtel, Baroniestraat 26 - Heilig Hart van Jezus (1901 - 2015)
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Heilig Hart van Jezus |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Noord-Brabant |
Gemeente: | Boxtel |
Plaats: | Boxtel (Breukelen) |
Adres: | Baroniestraat 24-26 |
Postcode: | 5281JD |
Sonneveld-index: | 07127 |
Jaar ingebruikname: | 1901 |
Architect: | Franssen, C.J.H. |
Huidige bestemming: | inbouw appartementen |
Monument status: | Rijksmonument 516624 (kerk); 525682(pastorie) |
Geschiedenis
Tweede R.K. parochiekerk in Boxtel, na de historische St. Petruskerk in het centrum van Boxtel, opgericht in de zich uitbreidende Stationswijk. Belangrijke, georiënteerde, neogotische kerk, met name wegens de vrijwel volledig aanwezige rijke inventaris (zie onder). Voorgevel met twee torentjes. Dakruiter op de kruising. Ten noorden van de kerk een groot kerkhof. In 2001 is het honderdjarig bestaan van dit kerkgebouw uitgebreid gevierd, met o.a. de uitgave van een herdenkingsboekje over deze parochie. De kerk is toen ook aangewezen als Rijksmonument.
Ook enkele grafmonumenten op het kerkhof en tegen de kerkmuren aan zijn Rijksmonumenten.
- 2015 Kerk staat te koop, vraagprijs 415.000 euro. Pastorie (Vendelstraat 5) inclusief tuin 1.250.000 euro.
- 2016 Kerk is verkocht.
- 2019-2020 Inbouw van 21 luxe koopappartementen, dus geen evenementencentrum.
Monumentsomschrijving Rijksdienst
De kruisbasilicale PAROCHIEKERK Heilig Hart van Jezus ligt met de lange zijde aan de Baroniestraat. Aan die zijde ter afscheiding van de straat een niet authentiek ezelsrugmuurtje, aan de voorgevel een diep voorplein, aan de noordzijde grenzend aan het kerkhof, en aan de oostzijde middels een overdekte gang verbonden met de belendende pastorie. De kerk werd gebouwd in 1899-1901, naar een ontwerp van C. Franssen. Onderin de eindgevel van de kooromgang een eerste steen, met tekst: 'PRIMUM/LAPIDEM POSUIT/F. ERAS/PAROCHUS/20 MARTII 1900'. Op 10 juni 1901 werd de kerk geconsecreerd. Het ezelsrugmuurtje is in de plaats gekomen van een sierhekwerk dat identiek was aan het hekwerk dat nu nog slechts voor de pastorie aanwezig is. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling om in een later stadium een dubbele torengevel en uitbreiding van het schip met twee traveeen te realiseren. Dit is niet tot uitvoering gekomen.
Omschrijving
Georiënteerde neogotische driebeukige kruisbasiliek; aan de zuidoostzijde van het koor bevindt zich de sacristie onder schilddak, met daartussen een met een naaldspits gedekte traptoren. De tuitgevel van het schip wordt geflankeerd door twee traptorens met naaldspits; op de viering een octogonale dakruiter met rijkversierde frontalen en naaldspits, op het schip een zadeldak, op beide driezijdig gesloten transeptarmen en op het koor een omlopend schilddak, op de zijbeuken een lessenaardak en op de kooromgang een omlopend schilddak. Alle daken zijn gedekt met leien in maasdekking; verschillende kleine dakkapellen onder schilddakje; kruis op nokeinden van het koor (smeedijzer) en het schip (hardsteen); verlengde makelaar op nokeinden van het transept. Het gebouw is opgetrokken uit in kruisverband gemetselde baksteen met toepassing van geprofileerde rode verblendsteen rond gevelopeningen en van hardsteen voor lijsten, afzaten, ornamenten en dekplaten op de versnijdingen van de steunberen en portalen. Het schip telt vier traveeën, de driezijdig gesloten transeptarmen twee, het koor telt één travee met een 7/12 sluiting en kooromgang. Aan weerszijden van het transept bevinden zich zeshoekige kapellen. De voorgevel heeft een driedelige opstand bestaande uit een driedelig portaal waarboven een groep van vijf klimmende lancetramen en een tuitgevel met vierpas-medaillons aan weerszijden van twee gekoppelde blinde lancetnissenen. Aan weerszijden hiervan een octogonale traptoren en kopgevel van de zijbeuken met lancetvenster. Over de gehele breedte van de gevel, boven genoemd portaal en vensters, een spitsboogfries. De zijbeuken hebben per travee twee gekoppelde lancetvensters, de lichtbeuk een triplet van klimmende dito vensters. Aan de schipzijde van het transept bevinden zich zijbeukachtige kapellen, die samen met de veelhoekige, overhoeks geplaatste, kapellen die het koor flankeren de centraliserende werking rond de viering versterken. De sluitingen van de transeptarmen bezitten gekoppelde lancetvensters onder een rondvenster. Het koor, geschraagd door over de omgang reikende steunberen, bezit boven de omgang lancetvensters en in de omgang gekoppelde lancetvensters. De omgang gaat aan de straatzijde deels schuil achter de sacristie met traptoren. De sacristie bezit in de straatgevel een viertal van diefijzers voorziene kloosterkozijnen onder spitsboog met in het boogveld een blinde tootboog en aan de oostzijde een overkragende dakkapel met puntgevel, waarin twee lancetvensters. Inwendig toont de kerk een afwisseling tussen baksteen en gepleisterde en beschilderde muurvlakken, karakteristiek voor het werk van C.J.H. Franssen. Schip, transept en koor hebben een tweedelige opstand, waarbij de scheibogen en de lichtbeuk met lancetbogig blind triforium en voornoemde venstertripletten rusten op gepolijste zwartgranieten zuilen met loofkapiteel. Schip, zijbeuken en koor zijn overwelfd met bakstenen kruisribgewelven, terwijl de viering een stergewelf op bakstenen vieringpijlers bezit. Het gebouw bezit een rijke neogotische inventaris, afkomstig uit bekende Brabantse ateliers. Het hoogaltaar is een werkstuk van H. van der Geld ('s-Hertogenbosch) uit ca. 1900, met voorstellingen rond de H. Hartdevotie en de Eucharistie. Uit het atelier van J. Custers (Stratum, Eindhoven) zijn afkomstig: de zijaltaren van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand (1903) en de H. Familie (1909), waarop onder meer de portretkoppen van de ouders van bouwpastoor Eras, de (gedemonteerde) preekstoel (1919), de kerkbanken en biechtstoelen (1901 en 1916), het triomfkruis (1906), de gepolychromeerde houten Pietà (1905), H. Antonius (1902?) en H. Hart (1908). De naar de originele staties van J. Rosier in de kerk van Lanaken nageschilderde kruisweg (1906-1910) is van de hand van de Boxtelse kopiist Frans Knirsch, met op de 14de statie een afbeelding van pastoor Eras. De gebrandschilderde ramen door familiebedrijf F. Nicolas & Zoon (Roermond, 1902-1925): in het koor met de afbeeldingen van de sacramenten (op het raam van het Huwelijk staat pastoor Eras zelf afgebeeld) en hun oud-testamentische voorafbeeldingen, in de kooromgang de twaalf apostelen, de ramen bij het Maria- en H. Familiealtaar met bijpassende voorstellingen, in het zuidtransept een raam met het Ezelwonder van Antonius en in het noordtransept de Hemelvaart en de Ten hemelopneming van Maria.
Waardering
De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van de rooms-katholieke kerk voor wat betreft bestemming en verschijningsvorm in de late negentiende en de vroege twintigste eeuw. Het gebouw heeft architectuur- en kunsthistorische waarde vanwege het belang voor de geschiedenis van de architectuur en beeldhouwkunst, de plaats van het werk binnen het oeuvre van architect Franssen en van enkele Brabantse kunstateliers, de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het architectonische ontwerp in combinatie met het gedetailleerde materiaalgebruik en de rijke ornamentiek van het interieur en de inventaris. Het heeft ensemblewaarden als essentieel onderdeel van een historisch gegroeid religieus ensemble, bestaande uit de begraafplaats ten noorden van de kerk, de (graf)sculpturen, de pastorie en het belendende St. Ursulaklooster. Dit ensemble vormt een belangwekkend onderdeel van de Boxtelse stationswijk, die rond 1900 uitgroeide tot een afzonderlijke parochie. Daarnaast vanwege het markante silhouet als beeldbepalend onderdeel van de historische bebouwing aan de Baroniestraat. Het object is van belang wegens de gaafheid van de hoofdvorm en het interieur en de inventaris.
Omschrijving Rijksdienst van de pastorie
Inleiding.
Op het terrein dat wordt afgegrensd door de Baroniestraat in het zuiden, het Smalwater in het noorden, de kerk in het westen en het St. Ursulaklooster in het oosten bevindt zich de PASTORIE (2), via een overdekte gang verbonden met het belendende kerkgebouw, met voor, rechts opzij en achter een tuin met diverse solitaire bomen en fruitbomen. Aan de voorzijde, aan weerszijden van het inrijpad naar het achtererf en aan de oostzijde bij het St. Ursulaklooster een smeedijzeren sierhek, deels op stenen voet en tussen gemetselde pijlers met hardstenen dekplaten. De pastorie werd gebouwd in 1900-1901 naar een ontwerp van C. Franssen. Het oorspronkelijk rond pastorie, kerk en kerkplein lopende hekwerk was een geschenk van de parochianen. Aan de binnenzijde van de twee voorste hekpijlers langs het inrijpad naar het achtererf zijn twee gedenkstenen ingemetseld met daarop de tekst: 'TER HERINNERING/AAN HET 25-JARIG/BESTAAN DER/PAR. V/H H. HART V. JES./13 JUNI 1901' en 'AANGEBODEN DOOR/DE PAROCHIANEN/AAN DEN STICHTER/PASTOOR ERAS/13 JUNI 1926'. Ook het ganggebouw, dat de pastorie met de kerk verbindt, is pas na de voltooiing van de pastorie gebouwd.
Omschrijving.
Het gedeeltelijk onderkelderde bakstenen pand beslaat een nagenoeg blokvormige plattegrond met een risalerende partij aan de westzijde van de voorgevel en aan de oostzijde van de achtergevel. Het telt twee bouwlagen met zolderverdieping onder een samengesteld afgeplat schilddak met leien in maasdekking. Op het plat een vierzijdige dakruiter, samengesteld uit vier door fioelen geflankeerde frontalen met driepasmotief onder een naaldspits met windwijzer. In de dakschilden een aantal kleine dakkapellen onder overstekend schilddakje met loden piron. De gootlijsten van de overstekende bakgoten zijn met leien bekleed. De in kruisverband gemetselde voorgevel wordt verlevendigd door siermetselwerk in de boogvelden en in banden onder de doorgaande hardstenen cordon- en waterlijsten onder de vensters, een uitkragende daklijst met fries voorzien van driepasmotief en tandlijst, gesmede sierankers, de toepassing van hardsteen in de dekplaten op de geveltop, als aanzetstuk en in de projecterende plint, en het gebruik van profielsteen rond de gevelopeningen. De overige gevels zijn in dezelfde trant gedetailleerd. De asymmetrische voorgevel is vijf traveen breed, waarvan de twee linker traveen een risalerend symmetrisch volume vormen eindigend in een puntgevel met schouderstukken en hardstenen kruisbloem op de top. Hoeklisenen gaan in de geveltop over in een karakteristieke driepas-vormige omlijsting, waarin een tweeruits schuifvenster onder spitse ontlastingsboog is geplaatst. In beide bouwlagen twee T-vensters onder segmentbogen. Centraal in de voorgevel zit de voordeur onder een afdak, samengesteld uit een oorpronkelijk glazen afdekplaat en ijzeren profielen met rijk neo-gotisch siersmeedwerk met voluten en bloemmotieven. De beglaasde, dubbele paneeldeur bezit gesmede raamroosters, voorts beganegronds twee en op de verdieping drie T-vensters als voornoemd. Een deel van de vensters is toegerust met ingebouwde rolluiken. Op de hoek een liseen. In de zijmuur van het projecterende bouwvolume in beide bouwlagen een smal tweeruits venster onder spitsboog met decoratief boogveld. Aan de rechter zijgevel een eenlaags erker onder plat met spitsbogige bovenlichten met glas-in-loodramen. Aan de achterzijde onder meer een langgerekte eenlaags aanbouw met zolderverdieping onder zadeldak. Gevelopeningen onder segmentboog en rondboog, hardstenen afzaten. Aan deze aanbouw grenzen een open bakstenen segmentbogige poort die toegang geeft tot de binnenplaats en een hieraan vastgebouwd schuurtje. De aan de linker zijgevel grenzende overdekte gang tussen pastorie en kerk heeft een flauwhellend lessenaardak met geprofileerde goot op klossen en bezit in het midden een tweetal dubbele schuifdeuren in een segmentbogige doorgang naar de achtergelegen binnenplaats. Projecterende plint, versneden steunberen en lancetvensters. Inwendig is de oorspronkelijke indeling bewaard gebleven. Er zijn belangwekkende interieurelementen uit de bouwtijd aanwezig. Op vele plaatsen (vleugeldeuren tochtportaal, deur in hal, ramen op de bordessen in het trappenhuis, vierdelige schuifdeuren woonvertrekken) getst glas, zeer gedetailleerde polychrome tegelvloer in hal en vestibule, verder in de hal klein fries met driepasmotief in houtsnijwerk, monumentale bordestrap met twee decoratief gesneden beginbalusters en boven een samengestelde gesneden balklaag met figuratieve sleutelstukken, in de vertrekken paneel(schuif-)deuren met geprofileerd lijstwerk, gedeeltelijk beschilderde stucplafonds, diverse geslepen zwart- en beigemarmeren schouwen, geslepen marmeren vensterbanken, muurkasten met houten fronton, diverse bovenlichten met glas-in-lood en drie kelders met troggewelf en rode plavuizen.
Waardering.
De pastorie met hekwerk en tuin is van algemeen belang. Het geheel cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van de rooms-katholieke kerk in de late negentiende en de vroege twintigste eeuw voor wat betreft bestemming en verschijningsvorm. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de plaats van het werk binnen het oeuvre van architect Franssen, de esthetische kwaliteiten van het ontwerp in combinatie met het zeer gedetailleerde materiaalgebruik en de zeer rijke ornamentiek in het interieur. Het heeft ensemblewaarden als essentieel onderdeel van een historisch gegroeid religieus ensemble, bestaande uit de kerk ten westen van de pastorie, de begraafplaats, de (graf-)sculpturen en het belendende St. Ursulaklooster. Dit ensemble vormt een belangwekkend onderdeel van de Boxtelse stationswijk, die rond 1900 uitgroeide tot een afzonderlijke parochie. Verder belangwekkend als beeldbepalend onderdeel van de historische bebouwing aan de Baroniestraat. Het object is van belang wegens de gaafheid van de hoofdvorm en grote delen van het interieur. Verder wegens de hoogwaardige kwaliteit van de samenstellende onderdelen, bestaande uit pastorie, bijbehorende ganggebouw, tuin en sierhekwerk.
MIP omschrijving (MIP nummer: HT017-004868)
- Bouwstijl: Neo-Gotiek
- Bouwperiode: 1901
- Vensters en deuren: Portaal met drie spitsbogige ingangen en kruisbogen.
- Dak en bedekking: Snijdende zadeldaken, leien.
- Bijgebouwen: Kerkhof langs de kleine Aa gelegen met enkele grafmonumenten waaronder van de fam. Hamers, een dubbelgraf met tufstenen dodenwachters, 1946, een tufstenen calvariegroep van ca. 1950 zie vervolg bij bijz.
- Bijzonderheden: (beeldhouwer J. Uyterwaal), en een viertal monumenten van tufsteen van J. van Buul die tegen de kerk geplaatst zijn, van 1944. Een lijkenhuisje onder zadeldak, gedekt met leien van ca. 1900. Motivering: Cultuurhistorisch en scociaal-historisch belang.
- Omschrijving: H. Hart kerk (1901). Driebeukige kruisbasiliek in neogotische stijl. Gevel geflankeerd met twee kleine torens. Viering met dakruiter. Sacristie onder schilddak gedekt met leien.
In de media
- Uit ; Omroep Brabant.nl , d.d. 5 januari 2014
Meer dan honderd jaar was de Heilig Hartkerk aan de Baroniestraat in Boxtel het thuis voor een deel van gelovig Boxtel. Dopen, trouwen en begrafenissen. Maar het kerkbezoek holt al jaren achteruit. Zondagochtend werd de laatste dienst gehouden, de kerk gaat definitief op slot. Bij het afscheid zit de Heilig Hartkerk vol. “Met pijn in het hart”, vertelt een vrouw. Ze is een trouwe bezoekster van de kerk. “Het ligt ook een beetje aan onszelf. Als we niet meer naar de kerk komen en de kerk niet meer financieel ondersteunen dan moeten er keuzes gemaakt worden. Het is jammer. Zeker voor ouderen die nu naar de St. Petrusbasiliek moeten om een dienst te bezoeken.” Een kerkganger beleeft het afscheid als zeer emotioneel. “Als sinds de jaren vijftig zing ik in het kerkkoor. Hier liggen mooie herinneringen. Met het koor zijn we diverse keren op de radio geweest. De KRO was verzot op deze kerk.”
Vergroeid met gemeenschap Bij pastoor Jacques Grubben is het rouwproces al enige tijd aan de gang. Grubben: “Het afscheid doet pijn. De kerk en de parochie zijn een deel van mijn leven geworden. Ik ben vergroeid met de gemeenschap. Het kerkbezoek liep wel terug. Er kwamen te weinig mensen naar de diensten om twee kerken open te houden. Als straks de St. Petrusbasiliek wel voller zit, steekt het andere mensen aan om ook weer naar de kerk te gaan.”
Als de pastoor voor de laatste keer de mis afsluit, lopen de tranen over de wangen van de kerkbezoekers. Ik sluit nu een stukje van mezelf af, vertelt een bezoeker. Ik ben hier gedoopt, gevormd en heb hier mijn beide ouders begraven. Maar ik had niet verwacht dat de sluiting mij zoveel zou doen, snikt de vrouw.
- Uit brabantscentrum.nl, 9 augustus 2016
Ondernemer Michel de Groot uit Waalre, eigenaar van evenementenpaviljoen Ocean7, wordt de nieuwe eigenaar van de voormalige Heilig Hartkerk in Boxtel. Hij doopt het leegstaande gebedshuis in de wijk Breukelen om tot Sacre Coeur. Het gebouw gaat onderdak bieden aan evenementen, theatervoorstellingen en congressen. Zo gauw de kerkinventaris medio september is verwijderd, wil De Groot de voormalige kerk gaan verhuren, zo meldde hij dinsdagochtend aan deze krant. Even tevoren maakte het bestuur van de Heilig Hartparochie de naam van de koper bekend. Het koopcontract werd op 21 juli ondertekend. De notariële overdracht vindt plaats als de wijziging van het bestemmingsplan door de gemeente Boxtel is goedgekeurd. Die aanvraag is al in behandeling bij de gemeente. Sanne de Koning van bureau Dedato.nu, die onderzoek deed naar de herbestemming van de Heilig Hartkerk, adviseert de ondernemer over de invulling van de plannen voor de Heilig Hartkerk.
Externe links
Afbeeldingen
Exterieur
Interieur
- Op zoek naar meer afbeeldingen.