Handelingen

Doornenburg, Pannerdenseweg - Martinus (1873 - 1945): verschil tussen versies

Uit Reliwiki

(diversen)
(cat)
Regel 2: Regel 2:
[[Categorie:MetKaart]]
[[Categorie:MetKaart]]
[[Category:Door oorlogsgeweld vernield]]
[[Category:Door oorlogsgeweld vernield]]
[[Categorie:RK]]
[[Categorie:Doornenburg]]
[[Categorie:Doornenburg]]
[[Categorie:Gemeente Lingewaard]]
[[Categorie:Gemeente Lingewaard]]

Versie van 25 jan 2020 19:06


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Martinus
Genootschap: Rooms Katholieke Kerk
Provincie: Gelderland
Gemeente: Lingewaard
Plaats: Doornenburg
Adres: Pannerdenseweg 46
Postcode:
Inventarisatienummer: 11283
Jaar ingebruikname: 1873
Architect: Tepe, W.V.A.
Huidige bestemming: door oorlogshandelingen verwoest
Monument status: geen

Geschiedenis

Dit was een neogotische kerk met toren. Verwoest in 1944. Vervangen door een wederopbouwkerk.

In 1848 werd Doornenburg een zelfstandige statie met een eigen pastoor, Johannes Westerman (1848-1859). Douairière baronesse van der Heijden tot Suidras schonk een stuk grond voor de nieuw te bouwen pastorie. In 1860 kwam er een schenking binnen van Maria van Heukelum, voor de bouw van een nieuwe kerk. Op 11 maart 1862 kwam de architect F. Pelzer uit Kleef met het kerkbestuur praten over de nieuwbouw. Hij kwam met een plan voor een kerk met hoog middenschip en twee lagere zijbeuken. In september leverde hij een tweede plan in dat werd begroot op fl. 34.000, -. In augustus 1866 kwam Pelzer wederom met een nieuwe tekening, ditmaal begroot op fl. 40.000. De aartsbisschop ging echter niet met de plannen akkoord en wilde dat de kerk gebouwd werd door Alfred Tepe. Het ontwerp van Tepe werd goedgekeurd en begin 1873 gegund aan de aannemer Peters uit Bemmel. De opzichter was de timmerman G. Reijmers uit Doornenburg. De oude kerk werd afgebroken. Op 28 mei 1873 werd door de pastoor de eerste steen van de nieuwe kerk gelegd. Ongeveer een jaar later, op 18 juni 1874, werd de kerk plechtig geconsacreerd door de Aartsbisschop. De kerk werd door de bouwpastoor R. van Rooyen niet alleen gebouwd, maar een tijd later ook ingrijpend verbouwd. Het priesterkoor werd afgebroken en men bouwde een nieuw transept en priesterkoor met sacristie. Men gunde het werk aan S. Roodenrijs uit Nieuwerkerk voor een bedrag van fl. 15.945.-. Het werk was voltooid in 1884. Tijdens de oorlogsjaren, op 27 september 1944, werd de toren van de kerk opgeblazen door de Duitsers. Hierbij werd helaas ook een groot deel van de kerk vernietigd, doordat brokstukken van de toren op de kerk vielen. De schutterstent werd ingericht als kerk. Na de oorlog werd het patronaatsgebouw in orde gemaakt als noodkerk.

Afbeeldingen