Handelingen

Lith, Antoon Coolenplein 3 - Lambertus: verschil tussen versies

Uit Reliwiki

Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 41: Regel 41:
|}
|}


Geschiedenis
; Geschiedenis


; Inleiding


Inleiding
De H. LAMBERTUSKERK werd in 1899 en 1900 gebouwd in neogotische stijl naar ontwerp van architect C. Franssen. De kerk staat naast de plek van het voorgaande bedehuis.


De H. LAMBERTUSKERK werd tussen 1899 en 1900 gebouwd in Neogotische stijl naar ontwerp van architect C. Franssen. De kerk staat naast de plek van het voorgaande bedehuis.
; Omschrijving


Omschrijving
De driebeukige kruiskerk telt achter de westtoren vijf traveeën, een transept met een dakruiter van een travee en een vijfzijdige koorsluiting van een travee. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen. Afzaten, dorpels en decoratieve elementen zijn van hardsteen. De zadel- en lessenaardaken zijn gedekt met leien in rens- en maasdekking. Op de kruising van transept en schip een achthoekige dakruiter met opengewerkte driepasboogjes en een naaldspitsmet vergulde bol en bewerkt kruis. De westgevel bezit zowel bij de toren als bij de polygonale kapel rechts steunberen met versnijdingen en afzaat. Bij de toren eindigen deze aan de voorzijde in natuursteen pinakels. De toren bestaat uit vier geledingen. In de eerste geleding is er een spitsboogportaal met topgevel en kruisbloem. Hierin een vleugeldeur met bewerkt ijzeren hang-en sluitwerk met een bovenlicht waarin baksteen tracering en glas-in-lood. Voorts een omlijsting door archivolten met geprofileerd voetstuk en kapiteel. Achter het portaal blinde spitsboognissen. In de tweede geleding een breed spitsboograam met afzaat en baksteen tracering met aan weerszijden blindnissen. Dit deel wordt afgesloten door een brede baksteen sierlijst. De derde geleding bestaat uit een spitsboog-omgang en blinde nissen waarin smalle vensters. De laatste geleding bevat drie gekoppelde spitsbogen met galmgaten, een ronde wijzerplaat en puntgevels aan de vier zijden van de achthoekige naaldspits met vergulde bol en kruis. De zij- en achtergevels hebben baksteen steunberen met afzaat.
 
De driebeukige kruiskerk telt achter de westtoren vijf traveeen, een transept met een dakruiter van een travee en een vijfzijdige koorsluiting van een travee. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen. Afzaten, dorpels en decoratieve elementen zijn van hardsteen. De zadel- en lessenaardaken zijn gedekt met leien in rens- en maasdekking. Op de kruising van transept en schip een achthoekige dakruiter met opengewerkte driepasboogjes en een naaldspitsmet vergulde bol en bewerkt kruis. De westgevel bezit zowel bij de toren als bij de polygonale kapel rechts steunberen met versnijdingen en afzaat. Bij de toren eindigen deze aan de voorzijde in natuursteen pinakels. De toren bestaat uit vier geledingen. In de eerste geleding is er een spitsboogportaal met topgevel en kruisbloem. Hierin een vleugeldeur met bewerkt ijzeren hang-en sluitwerk met een bovenlicht waarin baksteen tracering en glas-in-lood. Voorts een omlijsting door archivolten met geprofileerd voetstuk en kapiteel. Achter het portaal blinde spitsboognissen. In de tweede geleding een breed spitsboograam met afzaat en baksteen tracering met aan weerszijden blindnissen. Dit deel wordt afgesloten door een brede baksteen sierlijst. De derde geleding bestaat uit een spitsboog-omgang en blinde nissen waarin smalle vensters. De laatste geleding bevat drie gekoppelde spitsbogen met galmgaten, een ronde wijzerplaat en puntgevels aan de vier zijden van de achthoekige naaldspits met vergulde bol en kruis. De zij- en achtergevels hebben baksteen steunberen met afzaat.


Hiertussen de spitsboogvensters met afzaat en baksteen tracering en glas-in-lood. Onder de gootlijsten reliëfsiermetselwerk.
Hiertussen de spitsboogvensters met afzaat en baksteen tracering en glas-in-lood. Onder de gootlijsten reliëfsiermetselwerk.
Regel 60: Regel 59:
De muren zijn wit gepleisterd, op de constructieve baksteen onderdelen na. Dit zijn de gemetselde kruisribgewelven, de scheibogen, de vensteromlijstingen, de hoekpilasters en de schalken. De muren van het middenschip en transept hebben boven de scheibogen een gekoppelde blinde nis en daarboven de vensters van de lichtbeuk.
De muren zijn wit gepleisterd, op de constructieve baksteen onderdelen na. Dit zijn de gemetselde kruisribgewelven, de scheibogen, de vensteromlijstingen, de hoekpilasters en de schalken. De muren van het middenschip en transept hebben boven de scheibogen een gekoppelde blinde nis en daarboven de vensters van de lichtbeuk.


De gebrandschilderde ramen zijn geleverd door F. Nicolas en Zn. De eerste werden in 1901 geplaatst in het koor, de laatste in 1919 in de Piëtakapel. Het kalkstenen hoogaltaar en de altaren in de zijkapellen zijn zeer rijk in Neogotische stijl uitgevoerd. Alle zijn uitgevoerd door H. van der Geld. Het hoogaltaar dateert uit 1904. De tabernakeldeur is van de hand van C. Esser. Het Mariaaltaar uit 1900 is het oudste, het Jozef-altaar volgde tenslotte in 1912. In het priesterkoor hangt een zeer groot wandkleed uit het begin van de twintigste eeuw, voorstellende het Offer van Abraham.
De gebrandschilderde ramen zijn geleverd door F. Nicolas en Zn. De eerste werden in 1901 geplaatst in het koor, de laatste in 1919 in de Piëtakapel. Het kalkstenen hoogaltaar en de altaren in de zijkapellen zijn zeer rijk in neogotische stijl uitgevoerd. Alle zijn uitgevoerd door H. van der Geld. Het hoogaltaar dateert uit 1904. De tabernakeldeur is van de hand van C. Esser. Het Mariaaltaar uit 1900 is het oudste, het Jozef-altaar volgde tenslotte in 1912. In het priesterkoor hangt een zeer groot wandkleed uit het begin van de twintigste eeuw, voorstellende het Offer van Abraham.


H. van der Geld leverde vele van de in de kerk aanwezige heiligenbeelden. Hij vervaardigde in 1911 ook de veertien kruiswegstaties van gepolychromeerd gips. Bij het koor hangt een rijk bewerkt Neogotisch triomfkruis van ca. 5 meter hoog. Het gepolychromeerde hout werd geleverd door De Beule te Gent, het corpus kwam in 1912 uit Den Bosch van de firma Kuypers. Het doopvont uit 1901 is van hardsteen en heeft een Neogotisch koperen deksel. Het bevindt zich bij de zij-ingang in de noordgevel en is van de firma Peeters uit Roermond. De twee eikehouten biechtstoelen zijn afkomstig uit de voorgaande kerk. Zij zijn in 1861-1862 gemaakt door Doensen uit Maaseijk. De kerk wordt deels omgeven door een laag ijzeren sierhekwerk op een baksteen voet.
H. van der Geld leverde vele van de in de kerk aanwezige heiligenbeelden. Hij vervaardigde in 1911 ook de veertien kruiswegstaties van gepolychromeerd gips. Bij het koor hangt een rijk bewerkt Neogotisch triomfkruis van ca. 5 meter hoog. Het gepolychromeerde hout werd geleverd door De Beule te Gent, het corpus kwam in 1912 uit Den Bosch van de firma Kuypers. Het doopvont uit 1901 is van hardsteen en heeft een Neogotisch koperen deksel. Het bevindt zich bij de zij-ingang in de noordgevel en is van de firma Peeters uit Roermond. De twee eikehouten biechtstoelen zijn afkomstig uit de voorgaande kerk. Zij zijn in 1861-1862 gemaakt door Doensen uit Maaseijk. De kerk wordt deels omgeven door een laag ijzeren sierhekwerk op een baksteen voet.


Waardering
Het orgel uit 1870 van F.B. Loret is rijksmonument. In 1985 is het door Pels & Van Leeuwen gerestaureerd.
 
; Waardering


De kerk is van belang als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling en als voorbeeld van de neogotiek. De kerk is van betekenis voor het aanzien van Lith, vanwege de gaafheid van in- en exterieur en gezien de hoogwaardige kwaliteit van de samenstellende onderdelen.
De kerk is van belang als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling en als voorbeeld van de neogotiek. De kerk is van betekenis voor het aanzien van Lith, vanwege de gaafheid van in- en exterieur en gezien de hoogwaardige kwaliteit van de samenstellende onderdelen.
Regel 70: Regel 71:
   
   
''' Naam monument '''
''' Naam monument '''
R.K. Kerk H. Lambertus
''' Bouwperiode '''
Van: 1899 tot: 1900
''' Gevels en materialen '''
Baksteen. Bakstenen friesversieringen.
''' Vensters en deuren '''
Maaswerk. Dubbele lancetoculus.
''' Dak en bedekking '''
Samengestelde daken, leien in Rijn- en Maasdekking.
''' Bijgebouwen '''
Smeedijzeren hekwerk.


''' Groen '''
R.K. Kerk H. Lambertus
Enkele esdoorns aan westzijde.
 
''' Bijzonderheden '''
''' Bouwperiode '''
Zie kerkhof Hertog Janstraat en pastorie A. Coolenplein 5.
 
''' Omschrijving '''
Van: 1899 tot: 1900
Basilicale kruiskerk. Vijfhoekig gesloten koor. Kapellen aan transept. Zijschepen met kapellen gericht naar Noord-Westen. Eerste steen P.I. v. Massem pastoor.
 
''' Gevels en materialen '''
 
Baksteen. Bakstenen friesversieringen.
 
''' Vensters en deuren '''
 
Maaswerk. Dubbele lancetoculus.
 
''' Dak en bedekking '''
 
Samengestelde daken, leien in Rijn- en Maasdekking.
 
''' Bijgebouwen '''
 
Smeedijzeren hekwerk.
 
 
''' Groen '''
 
Enkele esdoorns aan westzijde.
 
''' Bijzonderheden '''
 
Zie kerkhof Hertog Janstraat en pastorie A. Coolenplein 5.
 
''' Omschrijving '''


Basilicale kruiskerk. Vijfhoekig gesloten koor. Kapellen aan transept. Zijschepen met kapellen gericht naar Noord-Westen. Eerste steen P.I. v. Massem pastoor.


<Gallery>
Afbeelding:Lith H Lambertus Loret 1870.jpg
</Gallery>

Versie van 19 mei 2009 10:09


Algemene gegevens
Genootschap : Rooms Katholieke Kerk
Gemeente : Lith
Plaats : Lith
Adres : Antoon Coolenplein 3
Provincie : Noord-Brabant
Jaar ingebruikname : 1900
Huidige bestemming: kerk
Naam kerk : Lambertus met begraafplaats H Lambertus
Architect : Franssen, C.
Monument-status: Rijksmonument
Geschiedenis
Inleiding

De H. LAMBERTUSKERK werd in 1899 en 1900 gebouwd in neogotische stijl naar ontwerp van architect C. Franssen. De kerk staat naast de plek van het voorgaande bedehuis.

Omschrijving

De driebeukige kruiskerk telt achter de westtoren vijf traveeën, een transept met een dakruiter van een travee en een vijfzijdige koorsluiting van een travee. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen. Afzaten, dorpels en decoratieve elementen zijn van hardsteen. De zadel- en lessenaardaken zijn gedekt met leien in rens- en maasdekking. Op de kruising van transept en schip een achthoekige dakruiter met opengewerkte driepasboogjes en een naaldspitsmet vergulde bol en bewerkt kruis. De westgevel bezit zowel bij de toren als bij de polygonale kapel rechts steunberen met versnijdingen en afzaat. Bij de toren eindigen deze aan de voorzijde in natuursteen pinakels. De toren bestaat uit vier geledingen. In de eerste geleding is er een spitsboogportaal met topgevel en kruisbloem. Hierin een vleugeldeur met bewerkt ijzeren hang-en sluitwerk met een bovenlicht waarin baksteen tracering en glas-in-lood. Voorts een omlijsting door archivolten met geprofileerd voetstuk en kapiteel. Achter het portaal blinde spitsboognissen. In de tweede geleding een breed spitsboograam met afzaat en baksteen tracering met aan weerszijden blindnissen. Dit deel wordt afgesloten door een brede baksteen sierlijst. De derde geleding bestaat uit een spitsboog-omgang en blinde nissen waarin smalle vensters. De laatste geleding bevat drie gekoppelde spitsbogen met galmgaten, een ronde wijzerplaat en puntgevels aan de vier zijden van de achthoekige naaldspits met vergulde bol en kruis. De zij- en achtergevels hebben baksteen steunberen met afzaat.

Hiertussen de spitsboogvensters met afzaat en baksteen tracering en glas-in-lood. Onder de gootlijsten reliëfsiermetselwerk.

In de zuidgevel een veelhoekige kapel, de Pietakapel, en hooggeplaatste spitsboogramen zonder tracering. Het dak van de kapel wordt gescheiden van het lessenaardak van de zijbeuk door een muur met steunbeer waarop een pinakel. In het dakvlak van zowel de lessenaardaken als het zadeldak van het middenschip bevinden zich kleine dakkapellen onder zadeldak en spitsje, om de andere steunbeer één. Het transept heeft in de topgevel een klimmende driepasraam en kruisbloem. De oostgevel heeft naast het centrale hoge koor twee lage veelhoekige zijkapellen, de Jozef- en Mariakapel.

De noordgevel bezit bij de toren een kleine aangebouwde traptoren met veelhoekig spits dak, dat uitkomt op de torenomgang. De binnenruimte wordt verdeeld door zuilen van zwarte natuursteen.

De muren zijn wit gepleisterd, op de constructieve baksteen onderdelen na. Dit zijn de gemetselde kruisribgewelven, de scheibogen, de vensteromlijstingen, de hoekpilasters en de schalken. De muren van het middenschip en transept hebben boven de scheibogen een gekoppelde blinde nis en daarboven de vensters van de lichtbeuk.

De gebrandschilderde ramen zijn geleverd door F. Nicolas en Zn. De eerste werden in 1901 geplaatst in het koor, de laatste in 1919 in de Piëtakapel. Het kalkstenen hoogaltaar en de altaren in de zijkapellen zijn zeer rijk in neogotische stijl uitgevoerd. Alle zijn uitgevoerd door H. van der Geld. Het hoogaltaar dateert uit 1904. De tabernakeldeur is van de hand van C. Esser. Het Mariaaltaar uit 1900 is het oudste, het Jozef-altaar volgde tenslotte in 1912. In het priesterkoor hangt een zeer groot wandkleed uit het begin van de twintigste eeuw, voorstellende het Offer van Abraham.

H. van der Geld leverde vele van de in de kerk aanwezige heiligenbeelden. Hij vervaardigde in 1911 ook de veertien kruiswegstaties van gepolychromeerd gips. Bij het koor hangt een rijk bewerkt Neogotisch triomfkruis van ca. 5 meter hoog. Het gepolychromeerde hout werd geleverd door De Beule te Gent, het corpus kwam in 1912 uit Den Bosch van de firma Kuypers. Het doopvont uit 1901 is van hardsteen en heeft een Neogotisch koperen deksel. Het bevindt zich bij de zij-ingang in de noordgevel en is van de firma Peeters uit Roermond. De twee eikehouten biechtstoelen zijn afkomstig uit de voorgaande kerk. Zij zijn in 1861-1862 gemaakt door Doensen uit Maaseijk. De kerk wordt deels omgeven door een laag ijzeren sierhekwerk op een baksteen voet.

Het orgel uit 1870 van F.B. Loret is rijksmonument. In 1985 is het door Pels & Van Leeuwen gerestaureerd.

Waardering

De kerk is van belang als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling en als voorbeeld van de neogotiek. De kerk is van betekenis voor het aanzien van Lith, vanwege de gaafheid van in- en exterieur en gezien de hoogwaardige kwaliteit van de samenstellende onderdelen.

MIP omschrijving (MIP nummer: MK064-000118)

Naam monument

R.K. Kerk H. Lambertus

Bouwperiode

Van: 1899 tot: 1900

Gevels en materialen

Baksteen. Bakstenen friesversieringen.

Vensters en deuren

Maaswerk. Dubbele lancetoculus.

Dak en bedekking

Samengestelde daken, leien in Rijn- en Maasdekking.

Bijgebouwen

Smeedijzeren hekwerk.


Groen

Enkele esdoorns aan westzijde.

Bijzonderheden

Zie kerkhof Hertog Janstraat en pastorie A. Coolenplein 5.

Omschrijving

Basilicale kruiskerk. Vijfhoekig gesloten koor. Kapellen aan transept. Zijschepen met kapellen gericht naar Noord-Westen. Eerste steen P.I. v. Massem pastoor.