Handelingen

Oirschot, Markt 2 - Sint-Petrusbasiliek

Uit Reliwiki

(Doorverwezen vanaf Oirschot, Markt 2 - Petrus' Banden)


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Sint-Petrusbasiliek of Sint-Pieter
Genootschap: Rooms-Katholieke Kerk
Provincie: Noord-Brabant
Gemeente: Oirschot
Plaats: Oirschot
Adres: Markt 2
Postcode: 5688AJ
Sonneveld-index: 07984
Jaar ingebruikname: ca. 1510
Architect:
Huidige bestemming: kerk
Monument status: Rijksmonument 31282

Grote historische kerk met forse toren en dakruiter op de kruising.

Sint-Petrusbasiliek of Sint-Pieter

De Sint-Pieter is een belangrijk beeldbepalend element in het historische Oirschot. De kerk is nog volop in gebruik voor de eredienst en vervult een sociale rol in de gemeente. Naast deze religieuze en maatschappelijke functie heeft de kerk een belangrijke culturele functie in de gemeente. De Markt in Oirschot trekt jaarlijks 800.000 bezoekers uit heel Nederland, maar ook uit het buitenland. Velen hiervan bezoeken de kerk om een kaarsje op te steken of de kerk te bekijken. Verder zijn er rondleidingen en worden hier dankzij de uitstekende akoestiek ieder jaar concerten met een landelijke bekendheid gegeven, zoals het Stabat Mater, de Mattheüs Passion en de Messiah. Tijdens een speciaal kerstconcert zijn zondag 22 december 2002 de gerestaureerde gebrandschilderde ramen in de R.K. kerk van Sint Pieter gezegend.

  • 2013 - Verheven tot Basiliek.

Geschiedenis

Oirschot was al heel vroeg een geestelijk centrum in het bisdom Luik met een kapittel, een college van elf kanunniken. Aanvankelijk was het kapittel in de Mariakerk op het Vrijthof gehuisvest, maar daar bleek geen uitbreiding mogelijk. Daarom stichtte het kapittel in 1268 op de huidige plaats de Sint-Petruskerk. Deze kapittelkerk was tot 1648 hoofdparochie over de kerken in de omgeving.

In 1462 brandde de eerste Sint-Pieter uit 1268 af en ging de kostbare inventaris, inclusief belangrijke protocollen en documenten, volledig verloren. Onmiddellijk daarna ging men om de oude fundamenten heen een nieuwe kapittelkerk bouwen. Door geldgebrek lag de bouw regelmatig stil, zodat de kerk pas rond 1515 voltooid werd. Het gebouw werd opgetrokken uit baksteen met banden en blokken van tufsteen; deze stijl wordt de Kempische gotiek genoemd. Klassiek gotische kenmerken zijn de hoge spitsboogvensters, de zuilenrijen en de indeling met een driebeukig schip, een dwarspand, een westtoren, een koor met een omgang en drie straalkapellen. Op de hoeken van de dwarsbeuk en het priesterkoor bouwde men de sacristie en de kapittelkamer, met daarboven de Latijnse school. Het interieur bood in die tijd een rijke aanblik door talrijke schilderijen en gebrandschilderde ramen. Veel houtsnijwerk was geschilderd. De kerk bezat twintig altaren. In de jaren 1508-1511 werden de beroemde koorbanken voor de kanunniken gemaakt.

Rampen en oorlogen hebben veel schade aangericht. In 1566 brak een grote brand in Oirschot uit, waarbij de huizen die met hun achterkant tegen de kerk aanstonden en enkele kleine brouwerijen afbrandden. Koning Filips II bepaalde dat deze huizen niet herbouwd mochten worden vanwege brandgevaar voor de kerk. In 1623 brandden de overige huizen rond de kerk af en werd ook deze grond onteigend. De huidige Markt en de vrije ligging van de kerk dateren dus uit die tijd. In 1662 zijn nieuwe gewelven aangebracht. De toren werd regelmatig getroffen door storm en blikseminslag. Aanvankelijk stond er een 30 meter lange spits op, maar na de blikseminslag in 1627 werd er een kleine kap op gezet.

In 1648 kwam de kerk in handen van de gereformeerden. De altaren, schilderijen en gebrandschilderde ramen moesten door de versobering verdwijnen. De katholieken mochten vanaf 1672 een schuurkerk aan het einde van de Nieuwstraat bezoeken. In 1799 kregen de katholieken de kerk leeg en verwaarloosd terug; de toren bleef echter in handen van de gemeente. De kerk werd meteen opgesierd met een kostbaar interieur en werd in 1887 gerestaureerd door L.C. Hezemans.

Instorting toren in 1904

Door de langdurige verwaarlozing van de toren stortte in 1904 de zuidwestelijke flank over de volle lengte in. De gemeente gaf de toren toen terug aan het parochiebestuur, dat via de spaarbanken geld inzamelde voor de restauratie. De restauratie vond plaats van 1906-1912 door architect Pierre Cuypers. De zuilen onder het oxaal en later de orgeltribune zijn verwerkt in de kapel van Onze Lieve Vrouwe van de Heilige Eik in Spoordonk.

Oorlogsschade in 1944

Op 2 oktober 1944 werd de kerk tijdens de bevrijding van Oirschot in brand geschoten door de geallieerden, waardoor het dak en de toren instortten en het grootste deel van het interieur, waaronder de koorbanken van Jan Borchmans uit 1508-1511, verbrandden. In de jaren 1945-1952 werd de kerk herbouwd en werd de doopkapel uitgebreid. De noodkap op de toren werd in 1960-1962 hersteld in de situatie zoals deze was tussen 1627 en 1904. Sinds 1966 staat het gebouw op de lijst van rijksmonumenten.

Bouwstijl en interieur

Grootscheepse laatgotische kruisbasiliek, rijk voortbrengsel van de Kempische gotiek; in baksteen met veelvuldige toepassing van natuursteen, met kooromgang en straalkapellen (volgens hetzelfde systeem als in Gheel, dat in die tijd evenals Oirschot de Merodes tot heer had), imposante westtoren.

Luitorentje

Het lui- of kleptorentje met de ui-vorm op het middelpunt van de kerk dateert uit 1945. Deze toren bevat het angelusklokje, dat beneden met een touw geluid wordt. Vroeger ‘klepte’ dit klokje elke dag om 6.00, 12.00 en 18.00 uur het Angelus. Tegenwoordig luidt men dit klokje alleen nog als er een kindje gedoopt is.

Doopvont

De roodmarmeren vont van ca. 1834 wordt gedragen door vier leeuwen afkomstig van het grafmonument van Ricalt V van Merode in het portaal. De doopvont staat lager dan de kerkvloer, wat de afdaling van Jezus voor zijn doop in de Jordaan symboliseert. Door het sacrament van de doop wordt iemand lid van de kerkgemeenschap. Deze kapel is in 1946-1953 uitgebouwd en dient tegenwoordig niet meer als doopkapel, maar als museumpje.

Altaren

Drietal barokke altaren, twee gesneden neo-gotische altaren; enkele barokke beelden. Het barokke hoogaltaar kwam samen met de twee zijaltaren in de kooromgang in 1952 uit de kerk van Helden-Panningen en was in 1766 voor de kerk van Echt gemaakt. Het schilderij van de verrijzenis van Christus is gemaakt door Luc van Hoek en het beeld van Petrus door Uiterwaal, beide 1952. In het tabernakel bewaart men de geconsacreerde hosties. Naast het altaarstuk hangt een neogotische godslamp uit de negentiende eeuw. Het eeuwigdurend vuur symboliseert Gods aanwezigheid.

Preekstoel

De eikenhouten barokke preekstoel komt uit de Bossche Sint-Pieterskerk en is rond 1843 gemaakt in atelier Rutten te Antwerpen door Henricus de Groot uit Ammerzoden. Het onderstuk stelt de wonderbaarlijke bevrijding voor van Petrus uit de gevangenis. Terwijl de wacht sliep, kwam een engel, maakte de geboeide Petrus wakker, liet hem opperkleed en sandalen weer aandoen en leidde hem naar buiten. Petrus Banden (= boeien) is de patroon van deze kerk en parochie. Op de voorzijde van de kuip: Petrus erkent Jezus als de Christus, zoon van de levende God.

Smits-orgel

Het indrukwekkende orgel dat sinds 1978 in deze kerk staat, wordt gedragen door ionische, marmergeschilderde zuilen. Het is in 1843-1847 gebouwd door Frans Smits uit Reek voor de Sint-Pieterskerk in ’s-Hertogenbosch, naar het model van het orgel van de Sint-Jan. Het heeft drie manualen en een pedaal, met 45 registers. De zeven windladen blazen 2960 pijpen aan, waarvan 209 in het front. De klank is bijzonder fraai en past bij deze kerk. Aan de voorkant staat een beeltenis van David met zijn harp. Vaste organist van deze kerk is Gerard Hafkenscheid.

Glas-in-loodramen

3 ramen in de koorgang van de apsis met 12 scenes uit het leven van Petrus. 2 ramen in het noordelijke transept met afbeeldingen van resp. Lodewijk de Heilige en Elizabeth van Thuringen. Een raam in het zuidelijke transept met een afbeelding van de Kroning van Maria. Deze ramen zijn met foto's beschreven op de website over kerkramen (Gearchiveerd op 29 juli 2016).

Recente geschiedenis

Grote algehele restauratie van toren en kerk 2009-2012.

Toren

Uurwerken

De vier uurwerken aan de buitenkant van de toren zijn 2,5 x 2,5 meter groot en zijn versierd met vergulde wijzers en cijfers. Het tijdsysteem is uitgerust met een tijdseinontvanger, waardoor de wijzers het hele jaar door exact de juiste tijd aangeven, inclusief de overgang van zomer- en wintertijd. De dichtstbijzijnde zender voor Nederland staat in de buurt van Frankfurt am Main in Duitsland.

Klokken

In de toren bevinden zich op de derde galerij zes luidklokken: Bes, c, es, f, g en bes (van zwaar naar licht). Ze maken deel uit van een beiaard van 50 klokken, op basis van es, ingericht voor handspel en computergestuurd spel. De zes luidklokken (van zwaar naar licht: Bes, c, es, f, g en bes) wegen samen 12.600 kilo; het klokkengestoelte nog eens 8000 kilo. Ze worden gebruikt voor: - uitvaartdiensten (Bes-klok, 3200 kilogram) - avondwakes (c-klok, 2800 kilogram) - huwelijksmissen (es-, f-, g- en bes-klok) - zaterdagvieringen (f-, g- en bes-klok) - zondagsvieringen (es-, f-, g- en bes-klok) Vijfendertig van de vijftig klokken, inclusief de zes luidklokken, zijn sinds 2003 aangesloten op een computerspeelwerk. Daarmee klinkt automatisch: - ieder kwartier: de westminsterslag - ieder half en heel uur: een seizoensgebonden melodie en een tijdsaanduiding - om 12.00 en 18.00 uur: het Angelus.

Spits

Aanvankelijk droeg de toren een 30 meter lange spits, maar die werd verschillende keren getroffen door storm en blikseminslag (1615, 1627 en 1643). Na de blikseminslag in 1627 kwam er een kortere kap op en na de instorting in 1904 kreeg de toren een neogotische kap. Bij de beschieting in 1944 brandde eenderde van de toren af; op de tweede galerij bouwde men een noodkap met daaronder vier luidklokken. In 1960-1962 werd de toren weer opgebouwd en kwam er een korte spits op, naar de situatie tussen 1627 en 1904. Enkele wetenswaardigheden over de toren: - ca. 70 meter hoog - 276 treden - 3 galerijen - buitenmaten beneden 11x11 meter, exclusief steunberen - binnenmaten 7x7 meter - muurdikte beneden 2,1 meter - muurdikte boven 70 centimeter

Monumentomschrijving; CultuurHistorische Waardekaart

  • Bouwperiode: 1462
  • Bouwstijl: Gotiek
  • Gevels en Materialen: Baksteen, natuurstenen sierdelen.
  • Vensters en Deuren: Spitsboogramen met natuurstenen traceringen.
  • Dak en Bedekking: Zadel- en lessenaardaken, met leien gedekt
  • Constructie: Stenen kruisribgewelven.
  • Bijgebouwen: De neogotische altaren van J. Custers. Altaartombe samengesteld uit een preekstoel afkomstig uit Zeelst (18e eeuw).
  • Interieur: Zwart marmeren zerk van Richard van Merode (ca. 1552) oorspronkelijk rust end op de vier leeuwen die thans de doopvont dragen. Drietal barokke altaren (hoogaltaar ca. 1700, zij-altaren 1766), afkomstig uit Panningen, barokke preekstoel.
  • Bijzonderheden: Opvolger van een in 1462 door brand verwoest kerkgebouw dat in 1268 als kapittelkerk verrezen was. De bouw van de huidige kerk duurde tot circa 150 jaar.

In de media

  • Uit Nieuwe Tilburgsche Courant, 14 December 1904.

„De dom van Oirschot is ingestort", deze tijding, die in den morgen van 13 Dec. te Tilburg van mond tot mond ging, is gebleken voor een groot gedeelte waarheid te wezen. Het bouwwerk, een prachtig uit baksteen opgetrokken toren van een hoogte van 60 Meter, om de zes lagen voorzien van rondloopende witte steenen banden, was eeuwenlang de roem van Oirschot, een waar kunstwerk der Middeleeuwen. Het prijkte tot 1558 met een rank spits, dat in een zwaren storm afwoei, veel schade berokkende aan de Kerk. Naderhand weder voortreffelijker dan voorheen opgebouwd zijnde, is het spits in het midden der zeventiende eeuw voor den tweeden male vernield en ditmaal door den bliksem. Hoewel sedert dien tijd slechts van een laag dakje voorzien, bleef deze reuzenbouw ieder ontzag en eerbied inboezemen. Hij was een schoon en levendig beeld, dat tot ons sprak van de hoogte, welke de kunst ten dien tijde bereikt had. Thans is ruim het vierde gedeelte, te beginnen op een hoogte van vier of vijf meter, geheel in puin gestort. Reeds jaren lang was in de westzijde, voorgevel, en in de zuidzijde eene ongeveer loodrechte scheur, deze twee scheuren hebben zich in eene schuine richting naar beneden tot op een hoogte van vier meter van den grond naar den zuidwestelijken hoek voortgeplant, zoodat een zware blok metselwerk van 55 meter naar beneden is geschoven. Reeds anderhalf uur te voren had hij een blok van een halven meter onder zijn voet uitgestooten, als om zijn val te verwittigen. Het staand gebleven gedeelte, waar de eene zijde der oude scheur nog zichtbaar is, spreekt van den langen duur van deze wonde, van den langen tijd, dien men voorbij heeft laten gaan zonder dezen kanker, die de oorzaak is geworden der vernieling, ter dege uit te snijden en te vervangen door een in het verband gewerkt degelijk stuk metselwerk en zware door de muren loopende kettingankers. Moge deze zeer te betreuren instorting een waarschuwing wezen voor vele gemeenten, die in het bezit zijn van schoone oude torens.

Tilburg, 13 Dec. 1904. W.F.J.H.I. BOUMAN, Architect.

  • Uit Tilburgsche Courant, 6 April 1905.

OIRSCHOT. De toren levert ook nadat het puin is weggeruimd een zeer indrukwekkenden aanblik op. Nog ongeschonden verheffen zich de oost- en noordmuur 60 Meter hoog in de lucht. De kap is verwijderd. Voorts zijn stellages tot beklimming der ruïne aangebracht, alsmede een tweetal zware houten beren tot ondersteuning der noordwestelijke contraforten. Het inwendige is geheel hol. Vorige week werden de fondamenten onderzocht en deze schijnen nog in goeden toestand te zijn. Zij springen slechts een steen vooruit en gaan dan een manslengte diep den grond in. Hier rust het reuzengevaarte op eenige lagen gevormd uit blokken ijzererts. Het orgel der kerk is geheel vernield. Daarentegen zijn de vier klokken, waarvan drie buitengewoon zwaar zijn, wonder genoeg niet gebarsten, hoewel zij uit een hoogte van meer dan 40 M. zijn neergestort. Voorloopig zijn zij in stellages bij de kerk opgehangen.

  • Uit Reformatorisch Dagblad, 4 april 2013.

OIRSCHOT – De Sint-Petruskerk in Oirschot wordt deze zomer tot basiliek verheven. Daarmee is de kerk de 25e in de rij van basilieken in Nederland. Wereldwijd zijn er ongeveer 1500 rooms-katholieke basilieken. In februari ontving de oude kerk van paus Benedictus XVI de eretitel ”basilica minor”. Afgelopen zondag werd in de kerk bekendgemaakt dat de Sint-Petrus officieel een basiliek zal worden. Dat gebeurt tijdens een viering die wordt verzorgd door bisschop Antoon Hurkmans van Den Bosch. Om voor de titel van basiliek in aanmerking te komen, zijn er enkele voorwaarden: zo moet het gaan om een bijzonder kerkgebouw. Het gebouw moet in gebruik zijn van een parochie en moet veel bezoekers trekken.

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

vervolg afbeeldingen

Interieur

vervolg afbeeldingen