Handelingen

Oldenzaal, Spoorstraat 2 - Antonius van Padua: verschil tussen versies

Uit Reliwiki

Regel 59: Regel 59:
In 2008 leek de toekomst van de kerk onzeker door een fusieplan van de vijf Oldenzaalse parochies. Maar uiteindelijk is de kerk gerestaureerd en in september 2010 feestelijk opnieuw in gebruik genomen.  
In 2008 leek de toekomst van de kerk onzeker door een fusieplan van de vijf Oldenzaalse parochies. Maar uiteindelijk is de kerk gerestaureerd en in september 2010 feestelijk opnieuw in gebruik genomen.  


In 2012 is het honderdjarig bestaan van dit kerkgebouw gevierd.
In 2012 is het honderdjarig bestaan van dit kerkgebouw gevierd.
* 2019 - Kerk is verkocht


==Geschiedenis Antoniuskerk. Bron: plechelmusparochie.nl ==
==Geschiedenis Antoniuskerk. Bron: plechelmusparochie.nl ==

Versie van 17 feb 2020 19:34


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Antonius van Padua
Genootschap: Rooms Katholieke Kerk
Provincie: Overijssel
Gemeente: Oldenzaal
Plaats: Oldenzaal
Adres: Spoorstraat 2
Postcode: 7572CZ
Inventarisatienummer: 10465
Jaar ingebruikname: 1912
Architect: Croonen, K.L.
Huidige bestemming: kerk
Monument status: Rijksmonument 512030

Geschiedenis

Neogotische kerk met traptorentje.

R.-k. parochiekerk St. Antonius van Padua, opgericht als tweede parochiekerk van Oldenzaal omstreeks 1910, omdat de St. Plechelmuskerk voor het toenemend aantal katholieken te klein werd.

In 2008 leek de toekomst van de kerk onzeker door een fusieplan van de vijf Oldenzaalse parochies. Maar uiteindelijk is de kerk gerestaureerd en in september 2010 feestelijk opnieuw in gebruik genomen.

In 2012 is het honderdjarig bestaan van dit kerkgebouw gevierd.

  • 2019 - Kerk is verkocht

Geschiedenis Antoniuskerk. Bron: plechelmusparochie.nl

Het kerkgebouw, een kruisbasiliek.

Omstreeks 1900 was de eeuwenoude en centraal liggende St. Plechelmuskerk veel te klein geworden voor het groeiende stadje. De aartsbisschop van Utrecht, Mgr. H. van de Wetering, had er al bij het kerkbestuur en de toenmalige deken G.J. Thijert, tevens pastoor van de Plechelmusparochie, op aangedrongen, dat de oprichting van een tweede parochie - en dus de bouw van een nieuwe kerk - zou worden voorbereid. Veel vaart werd er kennelijk niet achter gezet, want pas in 1908 verwierf het kerkbestuur van de erven Nieuwenhuis de grond, 1ha. groot, voor een nieuw te bouwen kerk. Op 8 oktober 1909 kreeg de weleerwaarde heer J.H.M. Tolboom, rector van het Duitse klooster te Oldenzaal de officiële opdracht van Mgr. Van de Wetering om de oprichting van een tweede parochie te Oldenzaal voor te bereiden en even later werd hij ook benoemd tot bouwpastoor van de Antoniuskerk.

De aanbesteding van de kerk en pastorie vond plaats op 21 april 1911. De kerk is gebouwd als een driebeukige kruisbasiliek onder toezicht van bouwpastoor J.H.M. Tolboom en onder architectuur van K.L. Croonen, architect te Oldenzaal. Aannemer L. Foks uit Hengelo werd het werk gegund voor de somma van Fl. 74.975,00. "In die aanneemsom is niet begrepen het bedrag van 300.000 steenen, welke door den Weled. Heer A. Nieuwenhuis tegen verlaagden prijs geleverd zullen worden".

De eerste steenlegging vond plaats op 13 juni 1911, de feestdag van St. Antonius van Padua. Mgr. Van de Wetering heeft de kerk - onder grote publieke belangstelling - geconsacreerd (ingewijd) op 30 mei 1912 door de vijf in de altaarstenen en de twaalf in natuursteen gebeitelde en in de buitenmuren ingemetselde kruisen, symbool van de twaalf apostelen, met chrisma te zalven en te bewieroken.

Een basiliek is oorspronkelijk een lange rechthoekige zaal met hoogopgaande wanden met lichtvensters bovenin, rustend op een rij pijlers. De zaal is gedekt met een zadeldak; aan weerszijden, evenwijdig aan de lengteas van de zaal en via de openingen tussen de kolommen daarmee verbonden, zijn smallere en lagere ruimten aangebouwd, gedekt met een lessenaardak, de 'zijbeuken'. Bij de Romeinen was deze bouwtrant populair voor openbare en regeringsgebouwen. Deze basiliekbouw werd later voorzien van een dwarsschip, het 'transept', waardoor een kruisvorm ontstaat, typerend voor de kerkenbouw in West-Europa. Op de kerkplattegrond herkent men dat patroon.

We zien een Latijns kruis: de staander (absis-koortravee-viering en vier schiptraveeën) is langer de dwarsbalk (het transept). In de bovenoksels van de kruisvorm bevinden zich aan weerszijden twee kapellen, waaraan ter linkerzijde nog een sacristie is toegevoegd. Aan de onderzijde (de oostzijde) liggen in het verlengde van de zijbeuken achthoekige aanbouwsels, links de klokkentoren, rechts de gedachteniskapel. In de eerste oostelijke schiptravee, waarin zich de beide hoofdtoegangen ook bevinden, is de zangzolder gebouwd; zij heeft geen vensters behalve het vijflichtvenster in de oostwand, de voorgevel van de kerk. Het schip is met de zijbeuken verbonden in het 'alternerend of samengesteld gebonden stelsel', te herkennen aan de regelmatige afwisseling van zware en lichtere kolommen, met elkaar verbonden door scheibogen. Behalve de grote drie- en vijflichtsboogvensters in schip en transeptarmen zorgen ook het elegante metselwerk, ritmisch uitgevoerd in overwegend lichte steentinten, de helder gesausde muurvlakken en gewelven, de rijkdom aan muurschilderingen en fresco's in bijna diafane pasteltinten en de speelse belijning voor een aangename elegantie van het interieur.

In de decoraties, meest schenkingen van parochianen, is er naar gestreefd het verband tussen het Oude en het Nieuwe Testament te laten zien. De prachtige muurschilderingen en fresco's zijn van de hand van de Nijmeegse kunstschilder G. van Geffen. De gebrandschilderde ramen, naar ontwerp van de kunstschilder, komen uit het atelier van F. Löhrer te Utrecht. Het beeldhouwwerk, de beelden en reliëfs, van dezelfde ontwerper (van Geffen) zijn vervaardigd in de ateliers van H. Maas te Haarlem.

Het kunstsmeedwerk van de hekken van de gedachteniskapel en van de grote met rozen opgesmukte kaarsenstandaards is van de hand van de Oldenzaler F. van Harten. Het tabernakel op het hoogaltaar en het doopvont komen uit het atelier van L. en J. Brom te Utrecht. De grote kroonluchter boven het liturgisch centrum werd geschonken door een milde parochiaan bij het 80-jarig bestaan van de parochie en is vervaardigd door de firma AGI te Almelo.

GEMEENTELIJK EN RIJKSMONUMENT

Mede door haar kunstzinnig interieur en doordat de gemeente Oldenzaal haar beeldbepalend achtte in haar omgeving, is de St. Antoniuskerk in 1997 op de lijst van te beschermen Gemeentelijke monumenten geplaatst. In 1999 kreeg de kerk de status van Rijksmonument.

Monumentomschrijving Rijksdienst

De rooms-katholieke neo-gotische basilicale kruisKERK, H. Antonius van Padua, is ontworpen door architect K.L. Croonen in opdracht van het kerkbestuur van de Plechelmusparochie. In 1912 werd de kerk voltooid, het interieur werd in een aantal fasen daarna, met behulp van giften, voorzien van een rijk en uitgebreid decoratieprogramma. Allereerst werden in 1912 het beeld van de H.Antonius en de altaartombe in de St. Antoniuskapel van beeldhouwer P.J. Maas geplaatst. Vervolgens ook nog in 1912 het beeld van Joseph in diens kapel. Ook het beeld van het H.Hart is van de hand van Maas. In 1913 kreeg het missiekruis achterin de kerk een plaats, maar pas in 1921 werd het hoogaltaar door Maas voltooid. In 1917 en 1918 werden de glas-in-lood ramen in het koor geplaatst. Deze ramen en de twee ramen boven de zijkapellen moesten een geheel vormen en "het Offer van het nieuwe Verbond in vervulling en voorafbeelding" uitdrukken. De ramen in de St. Antoniuskapel (1923), in de St. Josephkapel (1924) en in de H. Hart kapel werden ontworpen door kunstschilder G. Van Geffen uit Nijmegen. Van Geffen maakte eveneens de muurschilderingen in de St. Antoniuskapel en de H. Hartkapel en de schildering achterin het schip (1924), waarop de kerk staat afgebeeld. De wandkleden in de zijkapellen en het koor zijn van atelier H. Funnekotter (Rotterdam), het granieten doopvont met een koperen gotische deksel van atelier Brom (Utrecht) en de smeedijzeren kaarsenstandaards in de Antonius- en Mariakapel van kunstsmid Fr. van Harten.

In het transept is een aantal schilderingen bijgewerkt. Voor het oorspronkelijke altaar, in de viering, is een verhoging gebouwd, waarop het huidige altaar staat. De aangebouwde pastorie is voor de bescherming van ondergeschikt belang.

Omschrijving

De driebeukige kruisbasiliek is, boven een trasraam van donkere baksteen, in rode baksteen opgetrokken onder een met leien gedekt schilddak. In de dakschilden kleine dakkapellen met overstekende wolfeinden en pironnen, eveneens gedekt met leien. Op de nokken staan kruisbloemen van zandsteen. Links tegen de voorgevel een octogonale kerktoren onder een met leien gedekte spits, rechts een zeszijdig kapelletje. Achter de toren en kapel twee ingangen onder dwars geplaatste zadeldaken. De zijbeuken - in het verlengde hiervan - worden afgedekt door lessenaardaken. Uit de zijbeuken komen steunberen met luchtbogen omhoog. In de oksels van het transept en het koor bevinden zich aan beide zijden aanbouwen en tegen de noordelijke gevel van het transept een smalle aanbouw. Deze uitbouwen worden afgedekt door een afgeknot schilddak. Een zevenzijdige absis sluit de basiliek aan de oostzijde af. Alle muuropeningen in de kerk worden beëindigd door een spitsboog, de vensters zijn voorzien van glas-in-lood.

In de toren zijn vensters en galmgaten geplaatst. In de voorgevel bevinden zich onder een puntgevel twee dubbele houten deuren met smeedijzeren gehengen onder bovenlichten met spitsboogtraceringen. Onder een zandstenen baldakijn staat tussen de deuren een beeld van de heilige Antonius.

Boven de deuren bevinden zich twee grote vensterpartijen, met daarboven een blind roosvenster en op de top een zandstenen kruis. In de kapel rechts zijn vensters geplaatst. De ingangen in de zijgevels bestaan uit één deur gedetailleerd als in de hoofdingang, met in de top het blinde roosvenster. De traveeën zijn ingedeeld door telkens twee kleine vensters in de zijbeuken en in het schip drie smalle vensters binnen een spitsboog spaarveld. De eindgevels van de transepten zijn voorzien van een grote vensterpartij. In iedere travee van de absis een venster. Ook aan de achterkant steunberen.

In het interieur zijn de kolommen in schoon en vaak getand metselwerk uitgevoerd. De kruisribgewelven en de muren zijn gepleisterd en beschilderd. In de viering een stergewelf. Het interieur van de kerk is nog grotendeels oorspronkelijk. Onder meer zijn bewaard gebleven: De tegelvloer met mozaieken, het bankenplan en de banken, het hoofdaltaar en de natuurstenen communiebanken, de beelden, het orgel (instrument niet beschermd) in eikenhouten kas, de neo-gotische biechtstoelen, het glas-in-lood en de bijzonder rijke muur- en gewelfschilderingen in de gehele basiliek.

Waardering

De kerk is van algemeen cultuur-, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang:

  • als exponent van de bouwexplosie van katholieke kerken en pastoriën na het herstel van de Bisschoppelijke hiërarchie in 1853, die vooral in Twente decennia lang merkbaar was
  • vanwege de gaafheid en de hoge kwaliteit van het interieur
  • vanwege de beeldbepalende ligging aan de Spoorstraat.

Orgel

Het orgel is gebouwd door Jos H. Vermeulen in 1923.

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur