Rotterdam, Westzeedijk 7 - Nieuwe Zuiderkerk (1916 - 1968)
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Nieuwe Zuiderkerk |
Genootschap: | Gereformeerde Kerken in Nederland |
Provincie: | Zuid-Holland |
Gemeente: | Rotterdam |
Plaats: | Rotterdam |
Adres: | Westzeedijk 7 |
Postcode: | 3015AA |
Inventarisatienummer: | 03054 |
Jaar ingebruikname: | 1916 |
Architect: | Tjeerd Kuipers (1857 - 1942) |
Huidige bestemming: | gesloopt |
Monument status: | geen |
Geschiedenis
Dit was een grote, rijk gedetailleerde stadskerk met toren, gebouwd onder invloed van het rationalisme. Inwendig voorzien van galerijen en houten tongewelven.
Ook één van de monumentaalste Gereformeerde kerkgebouwen, ooit in Nederland gebouwd, tevens hoogtepunt in het oeuvre van de architect Tjeerd Kuipers.
Qua monumentaliteit, hoewel bescheidener van formaat, was de Gereformeerde Nieuwe Zuiderkerk vergelijkbaar met de Ned. Hervormde Koninginnekerk. Deze twee Rotterdamse kerkgebouwen behoorden ook landelijk tot de mooiste protestantse kerken uit begin 20e eeuw.
In stedenbouwkundig opzicht was de Nieuwe Zuiderkerk ook van belang en opmerkelijk in relatie tot de schuin hiertegenover gelegen R.K. H.H. Ignatius en Laurentiuskerk (sinds 1956 toenmalige kathedraal bisdom Rotterdam) uit 1892, die een jaar eerder dan deze kerk werd gesloopt (1968).
Buiten gebruik 1968, sloop 1969. De officiële reden van deze sloop was destijds de verhoging en verbreding van de Westzeedijk. Het belangwekkende Walcker-orgel, indrukwekkend voorbeeld van de "Orgelreform", kreeg in 1970 een nieuwe bestemming in de Martinikerk te Doesburg.
- Diverse andere kerkgebouwen naar ontwerp van Tjeerd Kuipers (b.v. in Wildervank) hebben/hadden hogere torens dan die van de Nieuwe Zuiderkerk. Maar geen andere kerk(zaal) was zo monumentaal als de Nieuwe Zuiderkerk in Rotterdam.
In de media
- Uit Rotterdamsch Nieuwsblad, 20 Maart 1916.
Nadat gisternamiddag de Nieuwe Zuiderkerk van de Gereformeerde Kerk door B. en W. was bezichtigd, werd gisteravond van 7 tot 10 uur het publiek voor dit doel toegelaten. Het is een onafgebroken stroom yan belangstellenden geweest die het fraaie gebouw hebben bewonderd. Met een der schenkers dezer kerk, het Statenlid H. Bos, waren verschillende kerkeraadsleden aanwezig voor den goeden gang van zaken, of om inlichtingen te verstrekken. Het was niet te veel gezegd, toen wij onlangs het vermoeden uitspraken dat de kerk bij avond een prettigen indruk zou maken, want dit bleek inderdaad het geval. Door een der zijdeuren binnenkomende, de hoofdingang bleef gesloten, krijgt men bij den grootschen indruk dien het interieur maakt een gevoel dat alles te zamen, de klapstoelen, de banken, het verfwerk, het donkere linoleum in de gangpaden, kortom dat alles in volkomen harmonie is en een rustig cachet geeft. De beschrijving die wij onlangs van dit gebouw gaven, behoeft weinig aanvulling. Vermeld dient nog, dat het zilveren doopbekken, afgesloten met een deksel waarop het symbool van Geloof, Hoop en Liefde is voorgesteld, gedragen wordt door drie runderen in marmer ingehouwen. Is het podium waarop dit kunstwerk staat gedekt door een kostbaar tapijt, ook de trappen, welke toegang geven tot den kansel, zijn gedekt met geheel in den stijl passende loopers. De kansel zelf is fraai uitgesneden. Engelenkopjes vormen de hoofdversiering. Het stukadoorswerk rond de nis waarin de preekstoel staat, is eveneens mooi werk. Kunstig is de voorlezerskatheder. Uilen, het symbool van de wijsheid, dragen den wereldbol, daarop is een groote jonge arend, teeken van jeugdige kracht, met uitgespreide vlerken waarop de Bijbel ligt. In de banken voor de ambtsdragers bestemd, liggen in rood leder gebonden Bijbels met fraaie koperen sloten en het opschrift: "Nieuwe Zuiderkerk". Het schoone orgel, nog versierd met bazuindragende engelfiguren, zweeg, want: "Wo du nicht bist, Herr Organist, da schweigen alle Flöten". Dat was jammer want het is een heerlijk instrument dat zeker tot verhooging van de plechtigheid der godsdienstoefeningen zal bijdragen en ook wel geschonken zal zijn met de opwekking vervat in Psalm 98 vers 3. In de kleine nissen rechts en links van den kansel, onder het orgel was dan ook af te lezen Psalm 98 : 3, als een opwekking tot de Gemeente Gode te loven met bazuinen en orgelklanken en Hem alleen de eere te geven. Een fraaie klok aan de galerij onder den toren aangebracht, wijst de geloovigen op de eeuwigheid. Ook van de galerij af geeft het gebouw een grootschen indruk. De consistoriekamers waren niet te bezichtigen, maar zijn geheel in den geest van het kerkgebouw, royaal ingericht. De fraaie voortuin aangelegd door tuinder H.J. Blok, maakt een prettigen in druk, ook bij avond, als het witte electrische licht schittert uit de twee in stijl gehouden lantaarns bij den ingang. Zooals bekend wordt het gebouw Woensdag 29 Maart 's avonds, door dr. A. Kuyper Jr. ingewijd.
- Uit Nieuwe Rotterdamsche Courant, 25 Maart 1916.
De “Commissie van beheer der Gereformeerde Kerk te Rotterdam” heeft de pers uitgenoodigd de Nieuwe Zuiderkerk van den Westzeedijk te bezichtigen. Wij volstaan voorloopig met de volgende feitelijke mededeelingen, opgeteekend onder het geleide van den architect, den heer Tjeerd Kuipers uit Amsterdam. De vorm van den plattegrond is het Latijnsche kruis. De kerk, die grootendeels uit gewapend beton is opgetrokken, vertoont naar buiten baksteenbouw, met afdekkingen van graniet en zandsteen. De toren op het kruis is 50 meter hoog onder den haan. Later worden hierin een klok met uurwerk en klokkenspel geplaatst. De nok van het leien dak verheft zich 20 ½ meter boven het straatvlak. De onderhouw is zeer kostbaar geweest, omdat de vloer van het gebouw zeven meter boven de fundeerplaat ligt. Het aldus gevormde souterrain is gebruikt voor diakenkamer, catechiseerkamer en Zondagsschool. Onder den toren is de hoofdtoegang, een gewelf van baksteen. Hierbij sluit het ingebouwde boogvormige portiek zich aan. Ter weerszijden liggen de trapportalen naar de galerijen, die, van gewapend beton, in een vrije spanning van dertien meter ontworpen zijn, dus zonder dragende zuilen. Bij het binnenkomen ziet men den kruisvorm van het kerk-innerlijk: het ruim in 't midden, de halve zeshoeken als kruisarmen, en de korte zijbeuken, die er voor en achter op aansluiten. Gedeeltelijk vóór, en verder in de ruimte van den toren, ligt de voorgalerij. De zijgalerijen in de halve zeshoeken zijn met elkander verbonden door de voorste zijbeuken tezelfder hoogte. Hierdoor was tevens de hoogte aangewezen van de zware granieten kolommen, wier kapiteelen uit gebeeldhouwde zandsteen bestaan. Van deze kolommen gaan de gemetselde pijlers verticaal omhoog, afgesloten in boogvorm, en nog even ondervangen door rood granieten zuiltjes, die hun steunpunt vinden op de monier-verbindingen van den zijbeukgalerijen. Tegenover den hoofdingang ligt het podium met een ingebouwde nis voor het preekgestoelte. Daarboven verheft zich het machtige orgel. Ter weerszijden zijn de zetels van den kerkeraad.
Hier achter loopt het kruis verder door. Daar liggen dan nog enkele dienstvertrekken. Maar de hoofdruimte wordt toch ingenomen door het orgel. Boven het gewelf van de kerkeraadsbanken zijn twee vertrekken voor de organisten ingericht. Het preekgestoelte, dat hier den vorm van een estrade heeft, is gedeeltelijk uit teakhout, gedeeltelijk uit marmer opgetrokken. Hier vóór staat het Skyros-marmeren doopvont, met gedreven zilveren bekken en deksel uit de werkplaats van Eisenloeffel. De zoldering is als een gekoepeld gewelf geconstrueerd, gedeeltelijk uit de kapspanten met ribbenverdeeling, waartusschen de berkenhouten deeltjes liggen, in de natuurlijke kleur, en versierd met rosetten in goud en blauw. Het kerkinterieur heeft den tint van fijn geschuurd pleister, het zal later geverfd worden. Glas in lood met brandschilderwerk uit de ateliers van de firma Löhrer te Utrecht vult de ramen. De meubelen zijn, beneden, overeenkomstig de betimmering, van teakhout, en op de galerijen in berkenhout uitgevoerd. De balustraden der galerijen bestaan uit monier, in de kalk geschuurd, en afgedekt door marmeren platen. Er zijn negenhonderd zitplaatsen in deze kerk. In de werkplaatsen van de firma Duchateau hier ter stede zijn de sierlijke electrische lichtkronen gestileerd uit massief koper, evenals de luchters voor podium en preekgestoelte, de bronzen leuningen met ramskoppen en de bronzen lezenaar voor den voorlezer. Den klok met gedreven koperen wijzerplaat uit het atelier van Eisenloeffel geeft binnen de kerk den tijd aan. De heer F. Weys van Blokzyl was de aannemer van het werk.
Over de techniek van het prachtige orgel, dat wel de voorname waarde is van deze nieuwe kerk, is reeds eerder in een andere rubriek met bewondering geschreven. Mogelijk vindt onze bouwkundige medewerker aanleiding om te gelegener tijd een oordeel te geven over de architectuur van dit nieuwe kerkgebouw. Wij volstaan met er ons leedwezen over uit te spreken, dat deze monumentaal bedoelde constructie, met haar ongevoelig plompen toren, in de bekoorlijke omgeving van Westersingel en Park, daar tegenover de fijn rijzige Ignatiuskerk, het geestige stadssilhouet is komen ontsieren.
- Uit Rotterdamsch Nieuwsblad, 27 Maart 1916.
Woensdagavond wordt, met een prediking door dr. A. Kuyper Jr., de nieuwe Zuiderkerk voor de Gereformeerde Gemeente aan den Westzeedijk geopend. Het is geen geheim, dat het aan de milddadigheid van den heer H. Bos Kzn., lid der Staten van Zuid-Holland, te danken is, dat de Gemeente dit nieuwe kerkgebouw, waarvan vooral het orgel een belangwekkend deel is, zal mogen in bezit nemen. Bouwmeester van deze kerk is de Amsterdamsche architect Tjeerd Kuipers, die wel vijftig kerken in ons land heeft uitgevoerd, in onze stad de kerk in de Ammanstraat en de Bergsingelkerk. Op 22 October 1914 werd de eerste steen gelegd, nadat in Mei de bouw aangevangen was. Onder leiding van den architect hebben wij gisteren het gebouw bezichtigd. Enkele bijzonderheden mogen hier volgen. De vorm der kerk is het Latijnsche kruis, hel geheel is een baksteenbouw met afdekkingen in graniet en zandsteen, de toren is hoog; op het kruis 50 M. onder den haan, de nok van het leien dak 20 ½ M. boven het straatvlak.
De onderbouw is zeer kostbaar, daar de vloer in de kerk 7 meter boven de fundeerplaat ligt. Dit aldus gevormd sousterrain is benut voor dienst- en nevenzalen, ouderlingenkamer, cathecesatielokalen enz. Het interieur maakt een vriendelijker indruk. De hoofdkleur is lichtgeel en er is met de breede galerijen, die in monier uitgevoerd met spanningen van 13 M. zonder pilaren rond de wanden staan, een indruk van breedheid verkregen, die met het hoog oploopend orgel zich ook zolderwaarts bevestigt. Het ameublement is beneden van teakhout, boven van berkenhout, ook de zolder is samengelegd van berkenplanken. Op den achtergrond staat vóór het orgel de omboogde nis met het spreekgestoelte dat voor een deel uit marmer, voor een deel van teakhout is. Voor dit gestoelte slaat, geheel vrij. het marmeren doopvont met gedreven zilveren doopbekken en deksel uit de werkplaats van Eissenloeffel. De kronen en verdere verlichtingsornamenten moesten van massief koper zijn. De vormen hiervan wijken geheel af van de traditie. Deze kronen, de luchters op het podium en het spreekgestoelte; de bronzen leuningen met ramskoppen en den brons uitgevoerde lezenaar voor den voorlezer als gestileerde adelaar en opzij van de balustrade geplaatst, zijn inde werkplaatsen van Duchateau. te Rotterdam mooi uitgevoerd. Stoffage van podium, loopers enz. zijn in mosgroen gehouden. Er zijn in deze vriendelijke kerk 900 zitplaatsen. Het grootste sieraad der kerk is, als gezegd, het orgel, dat in decoratief opzicht, en wat de technisch muzikale capaciteit aangaat, dit laatste dank zij het overleg van den vervaardiger van het instrument de firma E.F. Walcker & Co.te Ludwigsburg, met den organist H. Bos Kzn., den schenker van kerk en orgel, en den waarnemenden organist Joh. Besselaar Jr. in zake de samenstelling der dispositie, tot een van de voornaamste orgels van ons land is gegroeid. Aan de inrichting van het orgel en des zelfs toerusting met alle nieuwste vindingen van electro- en pneumatotechniek is al het mogelijke gedaan met een vorstelijke maling aan mogelijke kosten. Hier een beschrijving van het ingewikkeld instrument te geven, veroorlooft de plaatsruimte niet. Belanghebbenden kunnen ze trouwens in alle uitvoerigheid lezen in een fraai geïllustreerde brochure, geschreven door den heer Besselaar, waarvan alleen te betreuren is het overmatig gebruik van Duitsche vaktermen en het ontbreken van zelfs maar een poging, om de vreemde termen door goed-Nederlandsche te vertalen, wat toch niet onmogelijk zou zijn geweest. We bepalen ons tot het noemen van enkele getallen: de dispositie van het orgel omvat 75 registers, 76 bijregisters, 79 knoppen voor het automatisch pianopedaal, de combinatietreden met 8 oplossers. 5 jalousietreden voor drie der manualen, 440 knopjes voor de zoogenaamde vrije combinaties enz. alles bijeen 697 registerknoppen en treden, verdeeld over vier manualen en pedaal. Een opmerkelijk deel van het orgel vormt het zoogenaamd echowerk, waarvan het manuaal boven het orgel is aan gebracht. Het zendt zijn geluid, door een kanaal van gewapend beton van ruim 20 M. lengte en bijna 2 ½ M. hoogte en breedte in den kap der kerk, naar een roset, waardoor bet de kerk weer binnenkomt. Dit is een zeer nieuwe vinding en het acoustisch effect zeer verrassend. Hoe het orgel, dat jammer genoeg voorloopig niet als concertinstrument zal dienen, klinkt, zal men kunnen beoordeelen in een bespeling, die Woensdagavond der volgende week, bij gelegenheid van de openlijke ingebruikstelling, zal worden gegeven door den heer Besselaar. Wat we er van hoorden bij ons bezoek, heeft de beste verwachtingen gewekt, dat niet alleen in decoratief, maar ook in muzikaal opzicht het orgelbezit van Nederland met een zeer kostelijk instrument is verrijkt.