Rozenburg, Zanddijk 10 - Christelijke Gereformeerde Kerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam object: | Christelijke Gereformeerde Kerk |
Genootschap: | Christelijke Gereformeerde Kerk |
Provincie: | Zuid-Holland |
Gemeente: | Rotterdam |
Plaats: | Rozenburg |
Adres: | Zanddijk 10 (oud nr.) |
Postcode: | 3181 |
Sonneveld-index: | 20604 en 03326 |
Jaar ingebruikname: | 1907, 1910, uitbreiding 1923 |
Architect: | |
Huidige bestemming: | gesloopt in 1985 |
Monument status: | geen |
Geschiedenis
De eerste Christelijk Afgescheiden Gemeente op het eiland Rozenburg ontstaat op 15 maart 1855.
Aanvankelijk kerkte men in een boerderij ‘De ouwe Stee’ aan de Bomendijk. In 1866 verkrijgt men van de Ambachtheer van Rozenburg een stuk grond in ‘De Buurt’, een weideplaats waar vee kon worden gestald als het water buitendijks te hoog werd. Men bouwt daar een kerk met consistorie en leerkamer.
Door het samengaan van de afgescheidenen en de dolerenden als Gereformeerde Kerk gaat men kerken in de kerk aan 'De Laan'. Het kerkgebouw in ‘De Buurt’ is daarmee overbodig en wordt verbouwd tot school.
Vanaf dat moment is er geen Christelijke Gereformeerde Kerk (gemeenschap) meer op Rozenburg.
Houten klompenkerkje
Landelijk ontstaat in de samengevoegde kerk toch weer onenigheid en worden (weer) Christelijke Gereformeerde Gemeenten gesticht. Zo ook op Rozenburg. Vanaf september 1906 worden er weer huisgodsdienstoefeningen gehouden, ressorterend onder de kerk van Maassluis. Al in 1907 kon van het polderbestuur een stuk grond, groot 304 m2, aan de Zanddijk worden aangekocht. Op die plaats wordt eerst een klein houten kerkje gebouwd door W. Oosterlee voor een bedrag van ƒ 860,-. De tweedehands kansel en banken worden in Gouda gekocht voor ƒ 170,-. De ingebruikname vindt plaats op tweede kerstdag 1907.
De kerkdiensten vinden nog steeds plaats onder verantwoording van de kerk te Maassluis. Op 14 februari 1908 wordt de Christelijke Gereformeerde Gemeente te Rozenburg als zelfstandige gemeente geïnstitueerd.
Doordat de kerk geen verwarming heeft komen vele kerkgangers in de winter op klompen in de kerk waardoor de kerk in de volksmond het ‘houten klompenkerkje’ wordt genoemd.
Witte kerkje
Het houten kerkje voldoet echter niet. Het is te koud, vochtig en onderhoudsintensief. Vandaar dat op de gemeentevergadering van 15 februari 1910 het besluit wordt genomen om een stenen kerkje te gaan bouwen. De aanbesteding vindt plaats op 15 juli 1910 waarna J. Oosterlee de opdracht kreeg de kerk te bouwen voor ƒ 1.395,-. De nieuwe kerk wordt over de houten kerk heen gebouwd.
Door de groei van de gemeente blijkt de kerk al snel te klein. Op de kerkenraadsvergadering van 19 februari 1923 worden de plannen tot vergroting van de kerk tot een kruiskerk besproken en goedgekeurd waarna J.N. Barendregt het werk zal uitvoeren voor een bedrag van ƒ 5.000,- voor het timmerwerk. Uiteindelijk blijken de kosten ƒ 13.244,77 te bedragen.
De ingebruikname vindt plaats op woensdag 27 juni 1923. In de vernieuwde kerk zijn nu 220 zitplaatsen. Verder is er een luidklok en zijn de ramen met glas-in-lood bezet.
Zo rond 1960 wordt de kerk opgeknapt door het waterdicht maken van de gevels met een vochtwerende coating waardoor het beeld veranderde en het in de volksmond het 'Witte kerkje wordt genoemd. Ook is toen het interieur vernieuwd het een centrale verwarming aangelegd.
Als snel wordt duidelijk dat door de verandering van Rozenburg - van agrarische gemeenschap in een industriegebied - de omgeving rondom het kerkgebouw ten behoeve van woningbouw beschikbaar moet komen. De kerk en pastorie wordt onteigend voor een bedrag van ƒ 337.398,88. De gemeente Rozenburg wijst een stuk grond aan de Laan van Nieuw Blankenburg toe voor nieuwbouw van een kerk met pastorie. Op 31 oktober 1969 wordt de [[Rozenburg,_Laan_van_Nieuw_Blankenburg_4_-_Advent|‘Adventskerk’] in gebruik genomen.
De kerk aan de Zanddijk wordt door de gemeente verhuurd aan de Rozenburgse kunstenaar Leo van Oudheusden die er een atelier van maakt. Later worden er plannen gemaakt om er een oudheidskamer in te huisvesten, wat niet door gaat. Er wordt nog een actie gevoerd om het gebouw te behouden voor het dorp, echter eind 1984 besluit de raad dat het kerkje gesloopt kan worden. Uiteindelijk wordt het gebouw zonder enige ruchtbaarheid begin 1985 gesloopt.
Het haantje van de torenspits is bewaard gebleven en is in de hal van de Adventskerk tentoongesteld.
Orgel
Eerste orgel
Na de vergroting van de kerk is tot aanschaf van een pijporgel overgegaan. Het instrument wordt gekocht bij de fa. A.S.J. Dekker te Sloterdijk voor een bedrag van ongeveer ƒ 1.200,-, daarin begrepen het afbreken, repareren en opbouwen op de zuidoostelijke gaanderij. Kennelijk betrof dit een gebruikt instrument. Na de aanschaf van een nieuw orgel wordt het voor ƒ 500,--verkocht.
De dispositie is (nog) niet bekend.
Tweede orgel
In 1948 wordt het orgel uit de gereformeerde kerk aangekocht voor een bedrag van ƒ 4.250,-. Dat orgel is vrijgekomen wegens aanschaf van een nieuw orgel. De herkomst en dispositie is (nog) niet duidelijk. Rond 1960 wordt het orgel gerestaureerd. Het orgel is niet overgeplaatst naar de nieuwe kerk. Waar het is gebleven is (nog) onbekend.
Afbeeldingen
Exterieur
Interieur
Bronnen
Geraadpleegde bronnen:
- ‘van klompenkerk tot industriegemeente’; G.L. Born / W.C. Moerdijk (alwaar veel meer gedetailleerde info);
- ‘op kerkepad in Rozenburg’; brochure n.a.v. een route langs de plaatselijke kerken;
- ‘Rozenburg door de eeuwen heen’; ing. A.M.J. Tetteroo;
- ‘Uit en over het oude kerkje’; opstellen betreffende de geschiedenis van de NH-kerk te Rozenburg.