Handelingen

Vorstenbosch, Kerkstraat 2 - Lambertus

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam kerk: Lambertus
Genootschap: Rooms Katholieke Kerk
Provincie: Noord-Brabant
Gemeente: Bernheze
Plaats: Vorstenbosch
Adres: Kerkstraat 2
Postcode: 5476KC
Inventarisatienummer:
Jaar ingebruikname: 1933
Architect: Leur, H.C. van de
Huidige bestemming: kerk
Monument status: Rijksmonument 520585

Geschiedenis

Buitengewoon belangrijke interbellumkerk met toren.

Monumentomschrijving Rijksdienst

In de lintbebouwing van de Kerkstraat in het centrum van Vorstenbosch staat op de kruising van Heuvel, Kerkstraat en Kapelstraat de rooms-katholieke Sint Lambertuskerk, een op het westen gerichte, driebeukige pseudobasilicale kerk, voorzien van een asymmetrisch front met hoog opgaande klokkentoren, op vierkante grondslag en met een lage koorabsis met nevenruimten. De Lambertuskerk werd in 1933 gebouwd naar een ontwerp van architect H.C. van de Leur. De architectuur is in de trant van de benedictijner monnik Dom Paul Bellot. Het kerkgebouw is in haar geheel sterk verwant aan diens Sint Jozefkerk te Noordhoek (gemeente Klundert). Deze werd in samenwerking met H.C. van de Leur gebouwd in 1921. Het gebouw is een zeer goed voorbeeld van een zogenaamde volkskerk, met een zeer breed schip en smalle zijbeuken. De laatste doen uitsluitend dienst als loopgangen. Daar een inniger deelname van de gelovigen werd nagestreefd, is al het kerkende volk, in tegenstelling tot bijvoorbeeld laat-negentiende-eeuwse kerken, in het middenschip gezeten, van waar het, niet gehinderd door pijlers of andere altaren, een onbelemmerd zicht op het vieringaltaar heeft.

In de kerk met haar vele parabolische en keperbogen, haar kleurige tegeldecoraties op muren en vloer (in blauw, wit en oker) zijn elementen van de Art Deco zichtbaar en Expressionisme te herkennen. In de architectuur van het exterieur van het kerkgebouw, met laag muurwerk, steile pannendaken en topgevels, is getracht aan te sluiten bij de dorpse sfeer van Vorstenbosch.

De kerk maakt deel uit van een groep samenhangende bebouwing met de naastgelegen, door dezelfde architect gebouwde pastorie (nummer 4) uit 1933 en het klooster uit 1938 (nummer 6-9). Het klooster is inmiddels omgebouwd tot woningen en valt buiten de van rijkswege geldende bescherming.

Omschrijving

Het kerkgebouw heeft een rechthoekige plattegrond (de as parallel aan de Kapelstraat) met iets in de rooilijn uitspringende geveltorens, een oostelijke koorabsis en nevenruimten. De westelijke façade is in plattegrond symmetrisch van opzet, maar de onvoltooide zuidelijke toren heeft een van de noordelijke afwijkende geleding en wordt afgedekt door een stomp koperen tentdak. De noordelijke toren heeft hoog opgaande, ondiepe nissen, bekroond door een keperboog en doorbroken door hoge lichten. Ter hoogte van het aan de westelijke en oostelijke zijde aangebrachte uurwerk kraagt de toren aan de zuidelijke en noordelijke zijde uit. Boven de klokkenverdieping met galmgaten bevindt zich een vierkante torenspits, afgedekt met een zadeldak met romaanse pannen en bekroond door een opengewerkt smeedijzeren torenkruis. De façade is voorzien van een centraal aangebracht keperboogportiek met opgeklampte deuren met smeedijzeren beslag en betonnen boogtrommel. De portiek wordt geflankeerd door twee maal vier lichten. Hoewel de façade verder symmetrisch van opzet is, maakt zij door de verschillende torens niet deze indruk. Het muurwerk van de gevel heeft ter hoogte van de latei van het portiek een band van siermetselwerk met strengpersstenen ruitmotief. De topgevel, die bekroond wordt door een natuurstenen kruis, is voorzien van een keperboogtriplet. Deze wordt geflankeerd door een in een nis gevatte keperboog-lancet met bekronende zeshoekige oculus. Alle vensters zijn voorzien van hardstenen dorpels. Schip en zijbeuken zijn onder één steil, hoog opgaand zadeldak gebracht en zijn, zoals de toren gedekt met romaanse pannen. Het muurwerk is opgetrokken tot de aanzetten van de kap en ter hoogte van de dorpels van de vensters voorzien van siermetselwerk conform de façade. De gevels worden bekroond door strekgewijs uitspringende rollagen. De zuidelijke en noordelijke schipgevel zijn elk voorzien van drie topgevels, waarin telkens een keperboog-triplet, voorzien van glas-in-lood. De westelijke gevel (aan de zijde van de koorabsis) is hoog opgetrokken en voorzien van vlechtingen.

De lage kooraanbouw bestaat uit een koortravee met aansluitende, driezijdig gesloten absis. De dakschilden zij ook hier voorzien van romaanse pannen. In het muurwerk zijn eenvoudige gekoppelde rechthoekige lichten aangebracht.

Het interieur van de kerk wordt beheerst door het hoge en brede schip, bestaande uit drie traveeën, met aan de westelijke en oostelijke zijde een extra travee ter halve grootte van de overige. De traveeën worden gescheiden door gemetselde parabolische transversaalbogen. Het middenschip wordt door de vensters in de zijbeuken belicht. Deze zijn door parabolische (en in de smalle traveeën getrapt keperboogvormige) scheibogen naar het schip geopend. In de meest westelijke travee zijn aan de noordelijke en zuidelijke zijde in de buitenmuren biechtstoelen ingebouwd. Aan de zijde van de oostelijke torenfaçade is een door opgeklampte deuren van het schip gescheiden voorhal, die aan beide zijden door twee naar het schip geopende, ondiepe kapellen geflankeerd wordt. Boven de voorhal bevindt zich de orgeltribune met betonnen overstek, waarop het orgel met hoofdwerk, in 1876 gemaakt door Adrianus Kuijte uit Oss; de werken hebben respectievelijk 9 en 5 registers.

Het schip wordt gedekt door een open, hoge, steile houten kap met cassettenplafond, die boven de zijbeuken als een lessenaardak is voortgezet.

De koorabsis heeft bakstenen, licht gegolfde muren en een vals gewelf met in elk gewelfveld een drietal diepliggende vensters met glas-in-lood voorstellingen waaronder de Heilige Drieëenheid. Via paneeldeuren aan de noordelijke en zuidelijke zijde kan men de sacristie (met oorspronkelijke Lips-kluis), nevensacristie en stookruimte betreden. De materiaalbehandeling is zeer rijk. Tegen de buitenmuren bevindt zich een brede, over de gehele lengte van de zijbeuken en ter hoogte van de gewelfaanzet op de schippijlers aangebrachte band met geometrische motieven in wit, blauw en oker geglazuurde tegels. De in grondslag vierkante pijlers hebben verglaasde hoekstenen. De transversaalbogen zijn gesierd met siermetselwerk van witte, bruine, gele en blauwe baksteen en strengperssteen. Dit is karakteristiek voor het werk van Dom Paul Bellot, wiens invloed ook uit de overige ornamentiek blijkt.

Tot de inventaris behoren onder meer een beeld van de Heilige Cunera (XVIA, bovenstuk XVIII?), een beeld van de Heilige Antonius Abt (XVIA) en de reliëfpanelen in het koor (XV). In het koor staat een doopvont uit circa 1933 met koperen deksel aan een smeedijzeren kraan en in het vont de inscriptie "Doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes". Bij het portaal in de oostelijke muur zijn waterbekkens aangebracht (1933). De twee marmeren bekkens bij het nevenportaal in de noordelijke muur en het triomfkruis, alsmede verschillende heiligenbeelden stammen uit de oude kerk van Vorstenbosch. Verder staan in de kerk twee maal zeventien, uit 1933 daterende, houten kerkbanken. De geschilderde kruiswegstaties in de zijbeuken zijn gesigneerd A.J. van de Wiel, Breda 1915.

Waardering

De Lambertuskerk in Vorstenbosch is van algemeen belang. De kerk heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van een geestelijke en sociaal-economische ontwikkeling, waarbij ook in kleinere kerkdorpen een klein conglomeraat religieuze architectuur langs de uitvalsweg ontstond. De kerk heeft architectuurhistorisch belang vanwege de overgangsfase die het representeert in het werk van de architect H.C. van de Leur, vanwege de detaillering en het bijzondere en gevarieerde materiaalgebruik. De kerk heeft ensemblewaarden vanwege de functionele, architectonische en typologische samenhang met de pastorie (nr. 4) en het voormalige klooster (nr.6-9). De kerk is van belang wegens de uitzonderlijke gaafheid van exterieur en interieur.

MIP omschrijving (MIP nummer: HT075-001541)

  • Bouwperiode: 1933 tot: 1933
  • Bijzonderheden: H. Lambertuskerk. Eenbeukige bakstenen zaalkerk met opzij geplaatste toren onder zadeldakje en lager koor. Kerk en toren onder zadeldaken. Architectuur in de trant van Dom. Bellot en Astdeso. Polychrome baksteenversiering in art decovormen. Orgel uit 1876 van de oude kerk. Een drietal klokken uit resp. 1667, 1951 en 1561. De kroonluchter is uit 1834.

Orgel. Bron: brabantorgel.nl

De parochie Vorstenbosch is van betrekkelijk jonge datum. Oorspronkelijk behoorden de bewoners van Vorstenbosch tot de parochie Nistelrode, al kerkten zij ook reeds lang in de kapel van Bedaf. Tegen het midden van de vorige eeuw zou daarin verandering komen. Onder opzicht van B. Kievits en naar ontwerp van L. Rijsterborch, de architect van Rijkswaterstaat, die ook de kerk van Nistelrode had ontworpen, werd een kerk gebouwd, waarvan de fundamenten in 1846 gelegd werden. De kosten bedroegen f 7975.-! Op 5 october 1846 was het kerkgebouw gereed. De plechtige inwijding vond plaats op 27 april 1847, bij welke gelegenheid het volgende tijdvers werd gemaakt: "Vere MetUenDUs est LoCUs Iste, nUnC aLtIUs eXstUrgens". De vertaling luidt: "Deze plaats is waarlijk vreeswekkend en nu rijst deze verder omhoog." De hoofdletters vormen, als romeinse cijfers gelezen en opgeteld, het jaartal 1847. De nieuwe kerk was bescheiden van afmetingen: een eenbeukig schip van 9.50 m x 18 m, voorzien van een hoorabsis van 4.50 m in het vierkant. De nok van bet gestucadoorde gewelf lag op 9 m hoogte. Voor de koorzangers was er een tribune van ongeveer 2.50 m diep. De aanvankelijke breedte is niet bekend. Wij gaan op deze afmetingen zo diep in, omdat het latere orgel voor dit gebouw werd ontworpen. Aan een orgel viel voorlopig niet te denken zodat de koorzangers het ruim dertig jaar zonder een begeleidingsinstrument moesten stellen. Zelfs geen harmonium is er geweest.

Veel inwoners van Vorstenbosch hebben misschien nooit beseft dat zij een kostbaar monument in hun parochiekerk hadden. Dat ligt voor de hand want het orgel had vele jaren gezwegen en ook voor die tijd was de klank niet optimaal. Orgelbouwer Kuijte plaatste het instrument in 1880 in de oude Waterstaatskerk. Na het gereedkomen van de nieuwe kerk in 1933 is het orgel daarheen overgeplaatst.

Het Kuijte-orgel 1880

In 1876 was het zover dat er een plan voor een geheel nieuw orgel werd ingediend door Adrianus Kuijte, een 33-jarige orgelmaker te Oss en telg uit het orgelmakersgeslacht Van Eijsdonck-Van Nistelrooy-Kuijte, dat begon met Paulus van Eijsdonck (1707-1773) en eindigde met Adrianus Kuijte (1843-1912).

Restauratie 1994

Na de overplaatsing van het orgel in 1933 geraakte het in verval. Individuele pogingen tot restauratie mislukten. Pas in 1987 werd de stichting het Kuijte-orgel van Vorstenbosch in het leven geroepen met het doel de volledige restauratie van het orgel te bewerkstelligen. De grote doorbraak kwam toen het Kuijte-orgel officieel tot monument werd verklaard. De stichting zag zich voor de taak gesteld f 230.000,- bijeen te brengen. De gemeente Nistelrode kwam als eerste met een belangrijke financiële toezegging. Later volgden Monumentenzorg, diverse stichtingen, congregaties en talrijke begunstigers van binnen en buiten het dorp. Vorstenbosch liet zich niet onbetuigd. Met groot enthousiasme werden goederen en diensten aangeboden voor twee veilingen die een fors bedrag opleverden. Vorstenbosch bleek opnieuw een kern waar pit in zit. Verenigingen en individuele inwoners hebben zich enorm ingezet. In december 1992 kon de orgelbouwer `érmeulen beginnen met de ontmanteling van het orgel. De restauratie vond gedeeltelijk plaats in het atelier van de orgelbouwer in Weert en gedeeltelijk in de kerk. De orgelkast, die imitatie eiken geschilderd was, paste destijds goed in de lichte Waterstaatskerk. In de huidige kerk met zijn schoon metselwerk komt een lichte kast beter tot zijn recht. In overleg met de adviseur en orgeldeskundige Hans van der Harst en orgelbouwer Vermeulen werd daarom besloten de gerestaureerde orgelkast licht te schilderen en de ornamenten te accentueren met bladgoud.

Op 1 mei 1994 werd het Kuijte-orgel opnieuw in gebruik genomen met een korte plechtigheid en bespeling van het orgel. De Vorstenbossche gemeenschap kan trots zijn op zijn unieke instrument. Moge het tot in lengte van jaren in zijn volle pracht blijven klinken.

Rinus van de Koolwijk, Voorzitter Stichting het Kuijte-orgel.


Externe links

Afbeeldingen

Exterieur

Interieur

Orgel