Noordhoek, Bisschop Hopmansstraat 3 - Joseph (1921 - 2013)
Uit Reliwiki
(Doorverwezen vanaf Noordhoek, Bisschop Hopmansstraat 3 - Joseph)
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Joseph |
Genootschap: | Rooms Katholieke Kerk |
Provincie: | Noord-Brabant |
Gemeente: | Moerdijk |
Plaats: | Noordhoek |
Adres: | Bisschop Hopmansstraat 3 |
Postcode: | 4759BD |
Sonneveld-index: | 07965 |
Jaar ingebruikname: | 1921 |
Architect: | Bellot, Dom en Leur, H.C. v.d. |
Huidige bestemming: | herbestemd |
Monument status: | Rijksmonument 521700 (kerk); 521701 (pastorie) |
Geschiedenis
Architectuurhistorisch uiterst belangrijke, buitengewoon mooie, interbellumkerk met kleine toren. Zaalkerk in expressionalistische stijl, geheel gebouwd van baksteen. Eerste parochiekerk in Nederland naar ontwerp van Dom Paul Bellot OSB. Open voorportaal voor de hoofdingang, kleine toren met zadeldak in lijn met het kerkdak midden voor op de westgevel met één wijzerplaat voor het uurwerk. In de westgevel is een paraboolboog zichtbaar. Links van het front een vijfzijdige doopkapel met tentdak. Lambrisering rondom het schip en het priesterkoor. In het dak van het schip aan weerszijden drie uitspringende raampartijen (dakkapellen). Rechtgesloten priesterkoor aan de oostzijde met rechthoekige raamvorm. Kleine transepten aan weerszijden van het priesterkoor, het zuidelijke transept is de sacristie. Het geheel is gedekt met dakpannen welke in een mozaïekpatroon zijn gelegd. In 1990 gerestaureerd. Naastliggende pastorie en basisschool door dezelfde architecten.
Interieur
Rijk kleurgebruik in baksteen. Overwelving van het schip met gemetselde paraboolbogen rustend op gemetselde pilaren in baksteen. De paraboolboog in het front herhaalt zich in de constructie van het schip. In het interieur is goed te zien dat de dakkapellen in feite lichtbeuken zijn. Cassettenplafond in hout. Rijk siermetselwerk in het priesterkoor. De beide transepten zijn visueel afgeschermd door een oksaal van beton en baksteen. Preekstoel uitgevoerd in baksteen. De kerk bezit geen zangzolder aan de westzijde, het zangkoor staat in het transept aan de noordzijde van het priesterkoor.
Bijzonderheden
Aan de preekstoel is te zien dat deze verhoogd is met drie lagen baksteen. De bouwpastoor van de kerk bleek iets langer dan de architect had verwacht. Volgens overlevering is de aannemer failliet gegaan vanwege de bouw van deze kerk: De bouwkosten voor het ingewikkelde metselpatroon bleken te laag ingeschat...
Recente geschiedenis
Onttrokken aan de R.K. eredienst zaterdag 22 juni 2013. De stichting Kerkgebouw Noordhoek mag sindsdien de kerk gratis gebruiken, voor o.a. concerten, theatervoorstellingen, tentoonstellingen en gebedsbijeenkomsten.
Monumentomschrijving Rijksdienst
De KERK van de H. Jozef te Noordhoek is een driebeukige pseudobasiliek in Expressionistische stijl met een geveltorentje, uitgevoerd in 1921 naar ontwerp van Dom. Paul Bellot O.S.B., met medewerking van H.C. van de Leur.
Omschrijving
De kerk is opgetrokken in diverse kleuren baksteen en heeft een met pannen gedekt zadeldak, dat oorspronkelijk siermotieven vertoonde in gesmoorde en rode verbeterde Hollandse pannen. Zij bestaat uit een schip van vijf vakken met een smalle koortravee en een dwergtravee met dakruiter.
Het koor is vierkant en heeft een lagere sacristie met nevenruimten. Het uitwendige vertoont grijsbruine baksteen met ornamentiek in rood en zwart. Door de lage muren en het hoge dak is het gebouw ingepast in het landelijke dorpsbeeld. De voorgevel weerspiegelt de indeling van de ruimte in een breed met paraboolbogen overspannen schip met smalle loopgangen als zijbeuken. Voor de gevel een rondboogportaal onder zadeldak, waarboven een breed vijfdelig keperboograam, In de geveltop het torentje, dat aan elke zijde drie galmopeningen heeft en een zadeldak evenwijdig aan het schipdak. De zijbeuken hebben in elke travee smalle met keperbogen afgedekte tweedelige ramen. Aan de linkerzijbeuk een doopkapel met driezijdige afsluiting. Op het hoge dak om de andere travee in totaal drie bakstenen topgevels met driedelige ramen. Het koor is een nagenoeg vierkante bouwmassa met zadeldak met schildeinde en haakse aanbouwen voor sacristie en nonnenkoor onder zadeldaken. Een deel van de nevenruimten heeft een plat dak met balustrade en hoekbekroningen in baksteen.
Inwendig is het gebouw, naar de opvattingen van de architect, geheel uitgevoerd in polychroom schoon metselwerk in zeer rijke en speelse baksteenpatronen. Het schip heeft paroboolbogen waarboven keperbogen, die de vlakke en geknikte vlakken van de houten overdekking dragen. De kappen in de zijbeuken zijn haaks op het schip gericht. De doopkapel heeft een gemetselde pseudokoepel. Het koor heeft een lage triomfboog en aan drie zijde boognissen, waarvan die aan de linker- en rechterzijde voorzien zijn van een open zuilstelling met horizontale lijst. Kenmerkend is de kleurigheid van de deels zelfs geglazuurde baksteen, die de parabool- en keperbogen accentueert en de muurvlakken geleedt met banden en kruispatronen in onder meer twee kleuren blauw, bruin, wit en geel. Het plafond is blauw met zwarte ribben. De ramen zijn uitgevoerd in oranjegeel glas, dat aan de rechterzijde vervangen is door afwijkend glas. Dit alles in overeenstemming met Bellots opvattingen over een speels kerkgebouw voor een geloofsbeleving in een blije atmosfeer.
Door de architect ontworpen natuurstenen hoogaltaar met zuiltjes en monogrammen, lelies en Alfa en Omega. Het tabernakel heeft links een opstand met hier en daar vergulde gegroefde versieringen. Erboven een beeld van de kerkpatroon. Links een kunstig gemetselde preekstoel en een doopvont in zwart geaderd marmer. Altaarkruis van de Utrechtse edelsmidse Brom.
Waardering
De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het katholicisme in het zuiden en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de dorpskerk in het Interbellum. Het gebouw heeft architectuurhistorisch belang door de zeer bijzondere stijl en de detaillering in baksteen en is van kunsthistorisch belang door de interieuronderdelen. Het gebouw is tevens van belang als voorbeeld bij uitnemendheid van het oeuvre van de architect Bellot, met name door de compositie en de polychrome baksteen, die bij uitstek zijn architectuuropvattingen tonen. Het heeft ensemblewaarden vanwege de bijzondere situering, verbonden met de ontwikkeling van het kerkdorp. Het is van belang vanwege de zeer grote architectuurhistorische en bouwtechnische zeldzaamheid.
Omschrijving pastorie
De voormalige PASTORIE naast de kerk van de H. Jozef te Noordhoek is een woonhuis in Expressionistische stijl, uitgevoerd in 1921 naar ontwerp van Dom. Paul Bellot O.S.B., met medewerking van H.C. van de Leur.
Omschrijving
De pastorie is een tweelaags bouwwerk, opgetrokken uit veelkleurige baksteen in kruisverband, onder een schilddak gedekt met verbeterde Hollandse pannen. Het gebouw is door een gang met de kerk verbonden, waarmee het door de blokvormige massa een compositorische eenheid vormt. De gevelindeling toont een afwisseling in de raamindelingen, die de inwendige indeling in woon-, werk- en slaapkamers representeert. De voorgevel heeft een ingang met trapeziumvormige afsluiting. Verder treffen we in deze gevel en in de overige gevels kruisramen aan met glas-in-lood bovenlichten. De vensterdorpels en de strekken zijn van baksteen. De strekken vertonen siermotieven in kleurige baksteen. Op de verdieping driedelige liggende ramen met een reeks bovenlichten in kleine roedenverdeling. De ramen worden boven de onderdorpels verbonden door een rollaag, waarboven bakstenen mozaïek in koppen en strekken. In de linker zijgevel een blinde erkerachtige uitbouw onder half schilddak. In de rechter zijgevel op de verdieping keperboogramen van het trappenhuis. De verbindingsgang met de kerk bestaat uit een rechthoekig bouwdeel onder schilddak, met geknikte verbinding met de pastorie. In de gevel hier een breed liggend driedelig raam met bovenlicht dat een dubbele deur vervangt en een paneeldeur met zijlicht, beiden onder een polychrome strek.
Waardering
De pastorie is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het katholicisme in het zuiden en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de dorpspastorie in het Interbellum. Het gebouw heeft architectuurhistorisch belang door de zeer bijzondere stijl en de detaillering in baksteen en is tevens van belang als voorbeeld bij uitnemendheid van het oeuvre van de architect Bellot. Het heeft ensemblewaarden vanwege de bijzondere situering, verbonden met de ontwikkeling van het kerkdorp. Het is van belang vanwege de zeer grote architectuurhistorische en bouwtechnische zeldzaamheid.
In de media
- Uit Nieuwe Tilburgsche Courant, 13 Februari 1923.
Het kerkje dat Dom Paul Bellot O.S.M, in opdracht van pastoor Verheijen in Noordhoek gebouwd heeft, begint meer en meer de aandacht te trekken. Reeds signaleerden wij een beschouwing in het Tijdschrift voor Liturgie. Het pas-verschenen Gildeboek brengt er twee artikelen tegelijk over met vele foto's verlucht, van schrijvers, die het nu juist niet in alle opzichten met elkaar eens zijn Bij des bouwmeesters canonisatie onder leiding van pastoor Willemborg, fungeert de architect van Beers als advocaat van den duivel. Pastoor Willenborg teekent père Ballot zooals hij bekend is, als „l'amoureux des briques." Sint Joseph — de Patroon van de nieuwe parochie en kerk te Noordhoek — zal als oud-architect en aannemer en timmerman een groote blijdschap gesmaakt hebben bij den bouw dezer nieuwe kerk en nog genieten als Patroon er van. Hij houdt er immers van de meest verborgen plekjes op aarde uit te kiezen om daar in al zijn eenvoud en vrede en vreugde te schitteren voor het oog van God en de menschen. Waar Hij komt, verandert een heele omgeving. Ook Noordhoek belooft die verandering. Wie onzer had vroeger ooit gehoord van Noordhoek? En zie nauwelijks enkele maanden is het kerkje gereed — of — zooals de gelukkige Pastoor mij onlangs verzekerde — reeds duizenden menschen zijn naar Noordhoek gekomen om het kerkje te bezoeken. Zelfs een club architecten van Parijs — via recta — naar Noordhoek. Nog nooit zijn daardoor die eenvoudige menschen zooveel auto's en heeren en dames gezien. 't Lijkt wel een pelgrimsoord. Maar nog zonder aanleg van boschaadje of tuin, zonder winkels en hotels. Een open Hoek — waar de Noorden en Westenwind vrij de vleugels kunnen uitslaan — maar waarboven de wolken in het blauw van den Hemel gezichten ver te volgen zijn en de zon kan feestvieren in de lucht en op het land. Een groote, groote Hoek weiland — een polderland met een ringdijk omgeven en daar in den Hoek het kerkje met de gastvrije pastorie. Zoodra men den ringdijk oprijdt — kijk — ja — daar aan den overkant — daar ligt het. Onmiddellijk spreekt het aan, in de verte, door zijn krachtige, klare lijnen. Ja, dat is Père Bellot; zijn stijl, de stijl van de Abdij der Benedictijnen van Oosterhout! Guido Gezelle kon zingen: „Mij spreekt de blomme een tale, mij is het kruid beleefd, mij groet het altemale, dat God geschapen heeft." Maar al waren wij nu geen dichters, Père Paul Bellot laat ons toch zingen: „Mij spreekt dat kerkje een tale, mij is dat dak beleefd, mij groet het altemale, wat hij geschapen heeft.
En hoe dichter wij naderden, hoe meer het begon te zingen: de dartele lijnen en kleuren van dat groote "blije" dak, in onzen rondgang op den ringdijk, steeds wisselend in vorm en tint, speelden zoo vriendelijk in onze oogen, dat wij inderdaad luidop lachende een van de Paters Benedictijnen gelijk gaven, die de opmerking maakte: „Kijk, kijk, Père Bellot heeft zich voor de overhuiving van zijn kerkje laten inspireeren „door de Brabantsche mutsen uit deze omgeving." „Nous sommes un peuple heureux. Monsieur Berlage" - merkte de fijne Franschman op, toen hij onzen Hollandschen bouwmeester in bewondering had gebracht door zijn klare, juiste en geestige opvatting van den Hollandschen baksteenbouw. En met zulk een gelukkige zekerheid zie ik Père Bellot nog op zijn atelier in de Abdij wijzen op de modelbaksteenen van allerhande kleur en materiaal en niet de volle overtuiging van zijn artistiek kunnen hoor ik hem zeggen: „Ah, Maintenant je les connais, les briques, je les ai dans la main, j'en fais, ce que je veux." Het was ook de eerste opmerking, die ik een architect hoorde maken, toen ik de foto's toonde: „Ja, die kent de baksteen". Met een plotselinge zwenking draaide de auto den dijk af, en we stonden vóór de kerk. Kloek, klaar, krachtig — als de Brabantsche boer staat dit landelijk bouwwerk in de klei. De facade — het gelaat van de kerk — is een en al oprechtheid: ,„Ik ben heelemaal van baksteen — en zoo als ik er van buiten uitzie, zoo ben ik van binnen." Hoe duidelijk zijn de verdeelingen van middenschip en zijbeuken — hoe waardig de ovale rondboog, hoe speelsch en gracieus de lijnen, die de zijbeuken aangeven. Deze gevel, dit gelaat vertoont de fijne trekken van den echten „baksteenkenner". „Les briques en peinture", merkte Père Bellot op. Ja, deze gevel leeft in lijnen en kleuren. Wie zou zeggen, dat deze steenen — de donkere in den boog en benedenrand — de lichtere in de omlijsting van den boog — dezelfde Waalsteenen zijn alleen in donker; en lichtgekleurde voegen gevat? Maar vooral de lijnen en traceeringen, geestig en fijn rond de ramen zich teekenend, laten U den meester in den baksteenbouw herkennen.