Handelingen

Vaassen, Deventerstraat 98 - Martinus: verschil tussen versies

Uit Reliwiki

Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 47: Regel 47:
In baksteen uitgevoerde basilikale KRUISKERK met vierzijdige westtoren, polygonaal afgesloten transeptarmen en een polygonaal koor. Aan de noord- en zuidzijde zijn tegen de zijbeuken verschillende rechthoekige en polygonale uitbouwen (kapellen en sacristie) gezet. De toren heeft een achtzijdige opbouw met vrijwel identieke zijden, en telt drie geledingen bekroond door een spits. Aan de zuidzijde wordt de toren tot halverwege de hoogte begeleidt door een ronde traptoren bekroond door een spits. Het schip wordt gedekt door een zadeldak met een meerzijdig schild over het koor. Over de lagere zijbeuken bevinden zich schilddaken met meerzijdige afsluitingen, allen gedekt door leien in Maasdekking. De afwatering vindt plaats via (vernieuwde) bakgoten en in de schilden bevinden zich enkele dakkapellen. Deze in gotische trant uitgevoerde dakkapellen worden gedekt door helmkappen. Op de nokuiteinden bevinden zich pironnen. Binnen de in baksteen (kruisverband) uitgevoerde gevels is natuursteen gebruikt ter afdekking van de steunberen, voor vensters en voor details zoals de pinakels van de toren. De gevels bezitten een trasraam dat wordt afgesloten door een gemetselde rollaag en daarboven een hoge plint, afgesloten door een afzaat. De gevels worden geleed door steunberen, waartussen zich spitsboogvensters bevinden. Onder de daklijst lopen tandlijsten, gemetseld in profielbaksteen. Tussen plint en daklijst, zijn in de gevels voornamelijk spitsboogvensters toegepast, met natuurstenen traceringen in Neo-Gotische trant, waarin onder andere verschillende soorten visblazen te herkennen zijn. De vensters zijn vrijwel allemaal voorzien van glas-in-lood (sinds de restauratie met voorzetramen). Onder de vensters bevindt zich een afzaat van lekdorpeltegels. De hoofdingang van de kerk is gesitueerd in de smalle VOORGEVEL (westzijde) en bezit een recht afgesloten dubbele houten deur, binnen een gemetselde spitsboog, waarvan de boogtrommel is gevuld met rijk gotisch maaswerk. De deur is voorzien van zware, smeedijzeren siergehengen. Hierboven bevindt zich een hoog spitsboogvenster met maaswerk. De geleding hierboven bestaat uit twee zones, de onderste lage zone is gevuld met drie gekoppelde spitsboogvensters. Hierboven in dezelfde vertikale assen drie gekoppelde galmgaten met kleppen. De geleding wordt afgesloten door een boogfries. Hierboven bevindt zich een tussenzone onder de spits, die de klok bevat en op de hoeken voorzien is van pinakels. Rechts en links sluiten tegen de toren de lagere, polygonaal afgesloten kapellen aan van de zijbeuken. De RECHTER ZIJGEVEL (zuidzijde) heeft in de lichtbeuk maaswerk in de vorm van verschillende soorten visblazen. De traptoren wordt geleed door een segmentboogfries met betonnen aanzetstukken. De LINKER ZIJGEVEL is vrijwel identiek aan de rechter zijgevel. De ACHTERGEVEL (oostzijde) kenmerkt zich door verscheidene rechthoekige en polygonale uitbouwen met een geveldetaillering zoals elders.
In baksteen uitgevoerde basilikale KRUISKERK met vierzijdige westtoren, polygonaal afgesloten transeptarmen en een polygonaal koor. Aan de noord- en zuidzijde zijn tegen de zijbeuken verschillende rechthoekige en polygonale uitbouwen (kapellen en sacristie) gezet. De toren heeft een achtzijdige opbouw met vrijwel identieke zijden, en telt drie geledingen bekroond door een spits. Aan de zuidzijde wordt de toren tot halverwege de hoogte begeleidt door een ronde traptoren bekroond door een spits. Het schip wordt gedekt door een zadeldak met een meerzijdig schild over het koor. Over de lagere zijbeuken bevinden zich schilddaken met meerzijdige afsluitingen, allen gedekt door leien in Maasdekking. De afwatering vindt plaats via (vernieuwde) bakgoten en in de schilden bevinden zich enkele dakkapellen. Deze in gotische trant uitgevoerde dakkapellen worden gedekt door helmkappen. Op de nokuiteinden bevinden zich pironnen. Binnen de in baksteen (kruisverband) uitgevoerde gevels is natuursteen gebruikt ter afdekking van de steunberen, voor vensters en voor details zoals de pinakels van de toren. De gevels bezitten een trasraam dat wordt afgesloten door een gemetselde rollaag en daarboven een hoge plint, afgesloten door een afzaat. De gevels worden geleed door steunberen, waartussen zich spitsboogvensters bevinden. Onder de daklijst lopen tandlijsten, gemetseld in profielbaksteen. Tussen plint en daklijst, zijn in de gevels voornamelijk spitsboogvensters toegepast, met natuurstenen traceringen in Neo-Gotische trant, waarin onder andere verschillende soorten visblazen te herkennen zijn. De vensters zijn vrijwel allemaal voorzien van glas-in-lood (sinds de restauratie met voorzetramen). Onder de vensters bevindt zich een afzaat van lekdorpeltegels. De hoofdingang van de kerk is gesitueerd in de smalle VOORGEVEL (westzijde) en bezit een recht afgesloten dubbele houten deur, binnen een gemetselde spitsboog, waarvan de boogtrommel is gevuld met rijk gotisch maaswerk. De deur is voorzien van zware, smeedijzeren siergehengen. Hierboven bevindt zich een hoog spitsboogvenster met maaswerk. De geleding hierboven bestaat uit twee zones, de onderste lage zone is gevuld met drie gekoppelde spitsboogvensters. Hierboven in dezelfde vertikale assen drie gekoppelde galmgaten met kleppen. De geleding wordt afgesloten door een boogfries. Hierboven bevindt zich een tussenzone onder de spits, die de klok bevat en op de hoeken voorzien is van pinakels. Rechts en links sluiten tegen de toren de lagere, polygonaal afgesloten kapellen aan van de zijbeuken. De RECHTER ZIJGEVEL (zuidzijde) heeft in de lichtbeuk maaswerk in de vorm van verschillende soorten visblazen. De traptoren wordt geleed door een segmentboogfries met betonnen aanzetstukken. De LINKER ZIJGEVEL is vrijwel identiek aan de rechter zijgevel. De ACHTERGEVEL (oostzijde) kenmerkt zich door verscheidene rechthoekige en polygonale uitbouwen met een geveldetaillering zoals elders.


[[Afbeelding|Vaassen-RK-kerk.jpg]]Het INTERIEUR van de kerk is wat interne structuur betreft niet gewijzigd. Ook de aankleding en het bankenplan zijn voor een groot deel oorspronkelijk gebleven. Veranderingen betreffen de na Vaticanum II weggekalkte schilderingen en het gewijzigde liturgisch centrum. De kerkruimte bestaat uit een hoog middenschip onder meerdelige ribgewelven en lagere zijbeuken onder meerdelige ribgewelven. Het middenschip wordt van de zijbeuken gescheiden door een spitsboogarcade, gedragen door rondgemetselde pijlers waarvan het metselwerk ongepleisterd is gelaten. Het koor is meerzijdig afgesloten en bezit een meerdelig ribgewelf, evenals de transeptarmen. De kerk wordt betreden via een ondiep tochtportaal dat uitkomt op de torenhal. Dit portaal bezit een betegelde lambrizering. Ter weerszijden hiervan bevinden zich de Mariakapel en de doopkapel, beiden voorzien van vloertegels en smeedijzeren hekwerken. Het interieur bezit nog vrijwel alle fraai uitgevoerde houten deuren met briefpanelen. Onder de bewaard gebleven interieuronderdelen bevindt zich ook het orgel, dat afkomstig is uit de afgebroken waterstaatskerk en in 1878 werd gebouwd door de orgelbouwer VAN MAARSCHALKERWEERD uit Utrecht. In de toren is een mechanisch torenuurwerk van B. Eijsbouts uit Asten aanwezig. In de met balkenplafond en blinde wandnissen vormgegeven sacristie bevindt zich een blinde nis als omlijsting voor een tabernakel met beschilderde deurtjes voorzien van engelenfiguren. De vloer van het hoogkoor is belegd met marmer.
[[Afbeelding:Vaassen-RK-kerk.jpg]]Het INTERIEUR van de kerk is wat interne structuur betreft niet gewijzigd. Ook de aankleding en het bankenplan zijn voor een groot deel oorspronkelijk gebleven. Veranderingen betreffen de na Vaticanum II weggekalkte schilderingen en het gewijzigde liturgisch centrum. De kerkruimte bestaat uit een hoog middenschip onder meerdelige ribgewelven en lagere zijbeuken onder meerdelige ribgewelven. Het middenschip wordt van de zijbeuken gescheiden door een spitsboogarcade, gedragen door rondgemetselde pijlers waarvan het metselwerk ongepleisterd is gelaten. Het koor is meerzijdig afgesloten en bezit een meerdelig ribgewelf, evenals de transeptarmen. De kerk wordt betreden via een ondiep tochtportaal dat uitkomt op de torenhal. Dit portaal bezit een betegelde lambrizering. Ter weerszijden hiervan bevinden zich de Mariakapel en de doopkapel, beiden voorzien van vloertegels en smeedijzeren hekwerken. Het interieur bezit nog vrijwel alle fraai uitgevoerde houten deuren met briefpanelen. Onder de bewaard gebleven interieuronderdelen bevindt zich ook het orgel, dat afkomstig is uit de afgebroken waterstaatskerk en in 1878 werd gebouwd door de orgelbouwer VAN MAARSCHALKERWEERD uit Utrecht. In de toren is een mechanisch torenuurwerk van B. Eijsbouts uit Asten aanwezig. In de met balkenplafond en blinde wandnissen vormgegeven sacristie bevindt zich een blinde nis als omlijsting voor een tabernakel met beschilderde deurtjes voorzien van engelenfiguren. De vloer van het hoogkoor is belegd met marmer.


Waardering
Waardering

Versie van 10 jun 2008 16:09


Algemene gegevens
Genootschap : Rooms Katholieke Kerk
Gemeente : Epe
Plaats : Vaassen
Adres : Deventerstraat 98
Provincie : Gelderland
Jaar ingebruikname : 1917
Huidige bestemming: Kerk
Naam kerk : Martinus
Architect : Kroes, H.
Monument-status: Rijksmonument
Geschiedenis

De kerk is in 1917 gebouwd onder de bezielende leiding van pastoor J.H.M. Hagen.

In baksteen uitgevoerde basilikale KRUISKERK met vierzijdige westtoren, polygonaal afgesloten transeptarmen en een polygonaal koor. Aan de noord- en zuidzijde zijn tegen de zijbeuken verschillende rechthoekige en polygonale uitbouwen (kapellen en sacristie) gezet. De toren heeft een achtzijdige opbouw met vrijwel identieke zijden, en telt drie geledingen bekroond door een spits. Aan de zuidzijde wordt de toren tot halverwege de hoogte begeleidt door een ronde traptoren bekroond door een spits. Het schip wordt gedekt door een zadeldak met een meerzijdig schild over het koor. Over de lagere zijbeuken bevinden zich schilddaken met meerzijdige afsluitingen, allen gedekt door leien in Maasdekking. De afwatering vindt plaats via (vernieuwde) bakgoten en in de schilden bevinden zich enkele dakkapellen. Deze in gotische trant uitgevoerde dakkapellen worden gedekt door helmkappen. Op de nokuiteinden bevinden zich pironnen. Binnen de in baksteen (kruisverband) uitgevoerde gevels is natuursteen gebruikt ter afdekking van de steunberen, voor vensters en voor details zoals de pinakels van de toren. De gevels bezitten een trasraam dat wordt afgesloten door een gemetselde rollaag en daarboven een hoge plint, afgesloten door een afzaat. De gevels worden geleed door steunberen, waartussen zich spitsboogvensters bevinden. Onder de daklijst lopen tandlijsten, gemetseld in profielbaksteen. Tussen plint en daklijst, zijn in de gevels voornamelijk spitsboogvensters toegepast, met natuurstenen traceringen in Neo-Gotische trant, waarin onder andere verschillende soorten visblazen te herkennen zijn. De vensters zijn vrijwel allemaal voorzien van glas-in-lood (sinds de restauratie met voorzetramen). Onder de vensters bevindt zich een afzaat van lekdorpeltegels. De hoofdingang van de kerk is gesitueerd in de smalle VOORGEVEL (westzijde) en bezit een recht afgesloten dubbele houten deur, binnen een gemetselde spitsboog, waarvan de boogtrommel is gevuld met rijk gotisch maaswerk. De deur is voorzien van zware, smeedijzeren siergehengen. Hierboven bevindt zich een hoog spitsboogvenster met maaswerk. De geleding hierboven bestaat uit twee zones, de onderste lage zone is gevuld met drie gekoppelde spitsboogvensters. Hierboven in dezelfde vertikale assen drie gekoppelde galmgaten met kleppen. De geleding wordt afgesloten door een boogfries. Hierboven bevindt zich een tussenzone onder de spits, die de klok bevat en op de hoeken voorzien is van pinakels. Rechts en links sluiten tegen de toren de lagere, polygonaal afgesloten kapellen aan van de zijbeuken. De RECHTER ZIJGEVEL (zuidzijde) heeft in de lichtbeuk maaswerk in de vorm van verschillende soorten visblazen. De traptoren wordt geleed door een segmentboogfries met betonnen aanzetstukken. De LINKER ZIJGEVEL is vrijwel identiek aan de rechter zijgevel. De ACHTERGEVEL (oostzijde) kenmerkt zich door verscheidene rechthoekige en polygonale uitbouwen met een geveldetaillering zoals elders.

Vaassen-RK-kerk.jpgHet INTERIEUR van de kerk is wat interne structuur betreft niet gewijzigd. Ook de aankleding en het bankenplan zijn voor een groot deel oorspronkelijk gebleven. Veranderingen betreffen de na Vaticanum II weggekalkte schilderingen en het gewijzigde liturgisch centrum. De kerkruimte bestaat uit een hoog middenschip onder meerdelige ribgewelven en lagere zijbeuken onder meerdelige ribgewelven. Het middenschip wordt van de zijbeuken gescheiden door een spitsboogarcade, gedragen door rondgemetselde pijlers waarvan het metselwerk ongepleisterd is gelaten. Het koor is meerzijdig afgesloten en bezit een meerdelig ribgewelf, evenals de transeptarmen. De kerk wordt betreden via een ondiep tochtportaal dat uitkomt op de torenhal. Dit portaal bezit een betegelde lambrizering. Ter weerszijden hiervan bevinden zich de Mariakapel en de doopkapel, beiden voorzien van vloertegels en smeedijzeren hekwerken. Het interieur bezit nog vrijwel alle fraai uitgevoerde houten deuren met briefpanelen. Onder de bewaard gebleven interieuronderdelen bevindt zich ook het orgel, dat afkomstig is uit de afgebroken waterstaatskerk en in 1878 werd gebouwd door de orgelbouwer VAN MAARSCHALKERWEERD uit Utrecht. In de toren is een mechanisch torenuurwerk van B. Eijsbouts uit Asten aanwezig. In de met balkenplafond en blinde wandnissen vormgegeven sacristie bevindt zich een blinde nis als omlijsting voor een tabernakel met beschilderde deurtjes voorzien van engelenfiguren. De vloer van het hoogkoor is belegd met marmer.

Waardering

R.K. kerk van het type KRUISBASILIEK (complexonderdeel A) gebouwd in 1917 naar ontwerp van architect KROES

-Van architectuurhistorische waarde als gaaf en goed voorbeeld van een katholiek kerkgebouw in late Neo-Gotische stijl, dat wordt gekarakteriseerd door een basilikale hoofdvorm en een westtoren en gedetailleerd is met eenvoudig siermetselwerk en gotische spitsboogvensters met maaswerk. Het interieur vormt ondanks de wijzigingen na het Tweede Vaticanum nog een goed voorbeeld van een kerkinterieur uit het begin van de twintigste eeuw en bezit voorts een fraai orgel van de hand van Van Maarschalkerweerd.

-Van stedenbouwkundige waarde als hoofdonderdeel van het parochiecomplex aan de Deventerstraat. De kerk vormt het middelpunt van het historisch gegroeide buurtschap Oosterhof en is beeldbepalend door de hoofdvorm met toren voor de wijde omgeving.

-Van cultuurhistorische waarde als hoofdonderdeel van het complex dat verbonden is met een religieuze en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling en waaraan een lange geschiedenis verbonden is. Het kerkgebouw is typologisch gezien en wat stijl betreft een laat voorbeeld van de toepassing van Neo-Gotiek en laat zien dat deze stijl in katholieke kringen nog lang in zwang bleef.


Meer informatie over de St Martinus kerk en de rooms-katholieke parochie van Vaassen kunt u vinden op de site over de Vaassense kerkgeschiedenis; http://www.ecclesia-in-fasna.nl.