Renkum, Utrechtseweg 93 - Protestantse Kerk: verschil tussen versies
Uit Reliwiki
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 8: | Regel 8: | ||
{{#display_map:6871DP Utrechtseweg | {{#display_map:6871DP Utrechtseweg 93 Renkum, Netherlands|type=hybrid}} | ||
{| | {| |
Versie van 6 jan 2022 10:51
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Gereformeerde Kerk |
Genootschap: | PKN Gereformeerde Kerk |
Provincie: | Gelderland |
Gemeente: | Renkum |
Plaats: | Renkum |
Adres: | Utrechtseweg 93 |
Postcode: | 6871DP |
Inventarisatienummer: | 12148 |
Jaar ingebruikname: | 1927 |
Architect: | Reitsma, E. |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Gemeentelijk monument |
Geschiedenis
Prachtige, architectonisch zowel van buiten als van binnen uiterst interessante kerk met toren.
Deze gereformeerde kerk aan de Utrechtseweg in Renkum werd op 8 augustus 1928 in gebruik genomen. De eerste steen was het jaar ervoor, op 2 december 1927, gelegd. Het gebouw diende als vervanging van een kerk uit 1889 aan de Molenweg. Ontwerpschetsen dateren al uit 1925 en werden gepubliceerd als bestemd voor een kerk in het nabije Oosterbeek. Vermoedelijk gaat het wel om dezelfde kerk. Deze schetsen waren veel gedurfder en sluiten veel meer aan op de expressieve Amsterdamse School dan het uiteindelijke resultaat. Door oorlogsschade is het gebouw niet meer op alle plaatsen origineel en aan de achterzijden is een en ander bijgebouwd.
Exterieur
Het betreft een traditionele zaalkerk met fronttoren in licht expressionistische vormen die verwant zijn aan de Amsterdamse School - expressief op de geheel eigen wijze van Reitsma en daarmee verbonden met andere kerken van zijn hand, bijvoorbeeld in Kollum (1924) Kollum, Oostenburgstraat 1 - Oosterkerk, Appingedam (1926) Appingedam, Dijkstraat 73 - Gereformeerde Kerk en Andijk (1929) Andijk, Middenweg 4 - Gereformeerde Kerk. De kerk ligt iets terug van de Utrechtseweg met een pleintje er voor. De opbouw toont sterke geledingen met in- en uitspringende bouwvolumes, veelhoekige uitbouwen en schuin geplaatste steunberen. Dit alles wordt nog eens versterkt door het bijzondere metselwerk van de bij Reitsma zeer geliefde misbakselstenen (mondsteen). Het verhaal gaat dat als metselaars bezwaar maakten tegen het verwerken van deze stenen, Reitsma er niet voor terug schrok om zelf het metselwerk ter hand te nemen.
Interieur
De oorspronkelijke liturgische inrichting was gebaseerd op de opvattingen van de voorman van de gereformeerden, dr. Abraham Kuyper (1837-1920). De kerkzaal wordt gedomineerd door een imposant, door bogen geschraagd paraboolgewelf. Vensterstroken in de kruin en bij de aanzetten van het gewelf belichten indirect de waaiervormige kerkzaal. De dakconstructie is ingewikkeld, doordat de houten spanten aan weerszijden op een betonnen draagbalk neerkomen. Op het breedste gedeelte, aan de ingangszijde van de kerk, worden deze draagbalken op hun beurt geschraagd door twee ommetselde kolommen met zware kapitaalblokken, zoals in Kollum. Een opvallend onderdeel van het gewelf is dat er in de nok glas is opgenomen waardoor licht naar binnen komt. Verder zijn in het centrum van het gewelf kleurige beschilderingen aangebracht. Deze doen denken aan Wobbe Alkema en George Martens en zijn mogelijk ook door één van beiden ontworpen. Maar het is ook mogelijk dat Reitsma zich op de werken van Martens en Alkema heeft georiënteerd en zelf de uitvoering heeft bepaald. Op een foto van het interieur die is afgedrukt in Moderne Kerken (uitgave 1931) is te zien dat de gewelfschilderingen niet meteen na de opening waren aangebracht. Vandaag de dag is het effect van de schilderingen wat moeilijker in te schatten, aangezien het grootste deel van het gewelf inmiddels in uniform wit is uitgevoerd en het totaaleffect daarmee verloren is gegaan.
De inrichting van de kerk is na de oorlog geheel gewijzigd, mede door oorlogsschade. Het meubilair is vervangen en er is een galerij aan de ingangszijde ingebouwd. Mogelijk vond men de kerk te donker en is daarom bij de aanzet van het gewelf een rij liggende glas in lood ramen aangebracht. In 1948 bracht de firma de Nooy en Zn acht glas-in-loodramen aan die door hun glazenier Q. Bakker zijn ontworpen. Zeven taferelen zijn gebaseerd op de scheppingsdagen. Vermoedelijk stamt ook het overige, abstracte, glas in lood, uit die tijd. Op basis van genoemde historische interieurfoto waren de oorspronkelijke ramen totaal anders en bevatten zij geen voorstellingen maar slechts hier en daar gekleurde vierkantjes. De ramen waren zodoende min of meer gelijk aan de ramen die Reitsma in de Oosterkerk in Kollum (Friesland) aanbracht Kollum, Oostenburgstraat 1 - Oosterkerk.
Ramen van Q. Bakker
Dag 1 God scheidde licht en duisternis. Het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht.
Dag 2 God schiep het hemelgewelf, het uitspansel, dat de watermassa onder het gewelf scheidde van het water erboven.
Dag 3 God liet het water samenvloeien. Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. Voorts liet God zaadvormende planten en bomen ontkiemen.
Dag 4 God schiep de lichten aan het hemelgewelf, zon, maan en sterren als markering voor seizoenen, dagen en jaren. Het grote licht (de zon) om over de dag te heersen, het kleine (de maan) om over de nacht te heersen.
Dag 5 God liet het water wemelen van levende wezens, en boven de aarde liet hij vogels vliegen. En God zegende hen, opdat de vogels en de vissen talrijk zouden worden.
Dag 6 God schiep de landdieren: het vee, kruipende dieren en wilde dieren.
Vervolgens besloot God de mens te maken, naar zijn evenbeeld, om heerschappij te voeren over alle andere schepselen. God schiep eerst de mens (als hem) en in tweede instantie als man en vrouw (hen).
Dag 7 Op de zevende dag was Gods schepping voltooid, en rustte hij.
Achtste raam: een geestelijke voorstelling uit Het Boek der Openbaringen uitgebeeld in de neerdaling van het Nieuwe Jeruzalem.
Literatuur
- Kees van der Ploeg en Teo Krijgsman, Egbert Reitsma architect 1892-1976. Meester in baksteen (Uitgeverij Noordboek, 2014).
- Prof. Ir. J.G. Wattjes, Moderne Kerken in Europa en Amerika (Amsterdam, 1931).
Orgel
Het orgel is in 1965 als opus 526 gebouwd door de firma Willem van Leeuwen Gzn (Leiderdorp). In 1985 wordt het gereinigd en opnieuw geïntoneerd door de firma Ernst Leeflang (Apeldoorn).
- Dispositie
- Hoofdwerk (manuaal 2): Praestant 8' - Roerfluit 8' - Octaaf 4' - Nachthoorn 2' - Mixtuur 5 sterk - Trompet 8'.
- Rugwerk (manuaal 1): Holpijp 8' - Gemshoorn 4' - Praestant 2' - Quint 1⅓' - Sesquialter 2 sterk - Scherp 3 sterk - Dulciaan 8' - Tremulant.
- Pedaal: Subbas 16' - Octaaf 8' - Fagot 16' - Schalmei 4'.
- Koppelingen: Hoofdwerk aan Pedaal - Rugwerk aan Pedaal - Rugwerk aan Hoofdwerk.
Mechanische sleepladen. Manuaalomvang: C-g3. Pedaalomvang: C-f1.