Berghem, Sint Willibrordusstraat 40 - Willibrordus: verschil tussen versies
Uit Reliwiki
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 44: | Regel 44: | ||
St. Willibrordus. 1900-1903 door W. van Aalst. Driebeukige kruisbasiliek in neogotische trant, opgetrokken bij de toren der laat-gotische parochiekerk, die voor Van Aalst met een verdieping verhoogd werd tijdens de bouw van de huidige kerk. Inventaris: 14 neogotische houten beelden, communiebank; preekstoel; 2 biechtstoelen door H.v.d. Geld. | St. Willibrordus. 1900-1903 door W. van Aalst. Driebeukige kruisbasiliek in neogotische trant, opgetrokken bij de toren der laat-gotische parochiekerk, die voor Van Aalst met een verdieping verhoogd werd tijdens de bouw van de huidige kerk. Inventaris: 14 neogotische houten beelden, communiebank; preekstoel; 2 biechtstoelen door H.v.d. Geld. | ||
Toren van de R.K. Kerk van St. Willibrordus. Bestaande uit vijf geledingen, waarvan de vier onderste middeleeuws gotisch zijn, uit omstreeks 1500, met overhoekse steunberen en spitsboogvormige spaarnissen en galmgaten; de bovenste geledingen en de ingesnoerde naaldspits uit 1903 | |||
Versie van 23 sep 2008 10:25
| Algemene gegevens | |
|---|---|
| Genootschap : | Rooms Katholieke Kerk |
| Gemeente : | Oss |
| Plaats : | Berghem |
| Adres : | St.Willibrordusstraat 40 |
| Provincie : | Noord-Brabant |
| Jaar ingebruikname : | 1903 |
| Huidige bestemming: | kerk |
| Naam kerk : | Willibrordus |
| Architect : | Aalst, W. Th. van |
| Monument-status: | Rijksmonument |
Monumentomschrijving; Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten.
St. Willibrordus. 1900-1903 door W. van Aalst. Driebeukige kruisbasiliek in neogotische trant, opgetrokken bij de toren der laat-gotische parochiekerk, die voor Van Aalst met een verdieping verhoogd werd tijdens de bouw van de huidige kerk. Inventaris: 14 neogotische houten beelden, communiebank; preekstoel; 2 biechtstoelen door H.v.d. Geld.
Toren van de R.K. Kerk van St. Willibrordus. Bestaande uit vijf geledingen, waarvan de vier onderste middeleeuws gotisch zijn, uit omstreeks 1500, met overhoekse steunberen en spitsboogvormige spaarnissen en galmgaten; de bovenste geledingen en de ingesnoerde naaldspits uit 1903