Handelingen

Culemborg, Zandstraat - Kloosterkapel

Uit Reliwiki


Algemene gegevens
Genootschap : RK kloosterkapel
Gemeente : Culemborg
Plaats : Culemborg
Adres : Zandstraat t.h.v. 23
Provincie : Gelderland
Jaar ingebruikname :
Huidige bestemming: ruïne
Naam kerk :
Architect :
Monument-status:}} Rijksmonument 11618
Inventarisatienummer : 11176

Geschiedenis

Deze kapelmuur is het laatste zichtbare restant van het 'Convent Jerusalem', dat van de 15e tot de 17e eeuw tussen de huidige Zandstraat en de Kloosterstraat stond. Het kloostercomplex omvatte een aantal gebouwen met een kapel, die in een U-vorm om een vierkante tuin stonden. Met behulp van schenkingen van Aleid van Götterswijk, de vrouw van heer Johan III van Culemborg, kon de bouw circa 1430 beginnen. Het complex werd in 1492 voltooid met het gereedkomen van de kapel. Het hoogaltaar werd twee jaar later ingewijd.

Later werd er in de kapel eveneens een kopie van het Heilig Graf geplaatst, die in 1504 door Vrouwe Elisabeth van Culemborg was geschonken. Zo konden mensen die zich geen bedevaart konden veroorloven toch een 'Klein Jerusalem' ervaren. Keizer Karel V en zijn tante Margaretha van Oostenrijk, de landvoogdes der Nederlanden, bekostigden twee gebrandschilderde ramen voor de kloosterkerk, die in 1524 werden opgeleverd door de Culemborgse glazenier Anthonis Evertsz.

Het nieuwe klooster werd bewoond door de Sepulchrijnen, die ook Ridders van het Heilig Graf werden genoemd. Deze orde was in 1114 in Jeruzalem ontstaan uit twintig kannuniken die de liturgie in de Heilig Grafkerk verzorgden. In 1192 werden ze door Islamitische overheersers verdreven. De orde verspreidde zich daarna over Europa om zich vooral te wijden aan de verzorging van zieken en het organiseren van bedevaarten naar het Heilig Land. Op grond van een overeenkomst tussen de Engelse koning Richard Leeuwenhart en de Arabische generaal Saladin waren die onder begeleiding toegestaan. Er woonden doorgaans nooit meer dan tien kloosterlingen in Convent Jerusalem, meestal slechts de helft.

In september 1566 brak ook in Culemborg de beeldenstorm los waarbij de kloosterkerk zwaar werd beschadigd en het Heilig Graf compleet vernield. Graaf Floris van Culemborg werd eveneens protestant. Langzaamaan werd het verlaten klooster door particuliere woonhuizen ingesloten. Tegen het einde van de 16e eeuw stortte het toen al bouwvallige hoogkoor met de toren in.

De stad verkocht daarop de grond met de ruïnes aan de stedelijke schout die het grootste gebouw tot woonhuis liet verbouwen. In 1749 werd het gehele complex afgebroken, zelfs de zandlagen van de funderingen werden opgeruimd. Alleen puinsleuven geven nog een idee waar de muren ooit stonden. De boerenschuur, waarin gevelgedeelten van de kloosterruïne waren opgenomen, bleef wel bewaard. Op de parkeerplaats achter de Albert Heijn aan de Boerenstraat zijn deze restanten van het Convent Jerusalem goed van dichtbij te bekijken.

Tekst: Rob den Boer

Bronnen

Monumentomschrijving Rijksdienst

Achter de panden met huisnummer 23 en 23A de overblijfselen van de kapel van het in 1492 gestichte Jerusalemklooster. Goed bewaarde oostgevel met gotische vensternis en kleine vensteropeningen.

Afbeeldingen