Handelingen

Steyl, Kloosterstraat 19 - Kapel Heilige Geestklooster

Uit Reliwiki

Versie door JvN (overleg | bijdragen) op 26 mrt 2018 om 19:52 (Rijksmonumentnummer)


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Provincie: Limburg
Gemeente: Venlo
Plaats: Steyl
Adres: Kloosterstraat 19
Postcode: 5935CA
Bouwja(a)r(en): 1912-1914
ID nummer: 13531
Architect: Prill
Oorspronkelijke bestemming: Rooms-katholiek klooster met kapel
Huidige bestemming: Rooms-katholiek klooster met kapel
Monument status: Rijksmonument 524669


Geschiedenis

Steyl heeft een unieke verzameling kloosters op haar grondgebied staan. Het kloosterdorp werd gesticht door Arnold Janssen in 1875. Sindsdien hebben zich drie aparte kloosterordes gevormd.

  • Het gezelschap van het goddelijke woord (SVD), gevestigd in het missiehuis St. Michaël (zie daar [1]).
  • De missiezusters, of dienaressen van de Heilige Geest, gevestigd in het klooster Heilig Hart (zie daar [2]).
  • De dienaressen van de Heilige Geest van de altijddurende aanbidding, gevestigd in het slotklooster Heilige Geest. HIER BESCHREVEN.

De congregatie Dienaressen van de Heilige Geest van de Altijddurende Aanbidding werd in 1896 gesticht met het doel de missionarissen te steunen met gebed.

Van 1904 tot 1914 woonden de Slotzusters in de zuidvleugel van het complex aan de Zustersstraat (bij de blauwe zusters), waarna zij vertrokken naar het eigen kloostercomplex.

Op de monumentelijst van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed staan de volgenden onderdelen beschreven.

  • Onderdeel 1: klooster met kapel
  • Onderdeel 2: tuin
  • Onderdeel 3: ommuring
  • Onderdeel 4 t/m 12: historische artefacten

Het kloostercomplex is gesitueerd vlakbij de Maas, in het westelijk deel van het kloosterdorp Steyl. Het gehele kloosterterrein is omsloten door een hoge bakstenen muur, waardoor het slotkarakter wordt benadrukt.


Gebouwomschrijving

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Het SLOTKLOOSTER voor de orde der Dienaressen van de H. Geest van Altijddurende Aanbidding. Carrévormig kloostercomplex, bestaande uit vier verblijfsvleugels van ongelijke hoogte en met op het binnenterrein evenwijdig aan de oost- en westvleugel de kloosterkapel.

De oostvleugel telt twee deels drie bouwlagen plus souterrain en wordt afgedekt met zadeldaken en schilddaken met leien deels met een plat dak. De zuidvleugel telt drie bouwlagen plus souterrain en wordt afgedekt met een zadeldak met leien en heeft een klein klokkentorentje. De westvleugel telt twee bouwlagen plus souterrain en is grotendeels voorzien van een plat dak met dakterras. De noordvleugel telt twee bouwlagen waarbij een groot deel van de kloosterkapel is opgenomen in de noordvleugel.

Onder de dakranden decoratief metselwerk. Het toegepaste bouwmateriaal is baksteen. De meeste vensters zijn rechthoekig en voorzien van een segmentboogvormig bovenlicht. De vensters zijn deels in hout deels in kunststof uitgevoerd.

In de kloostermuur aan de oostzijde bevindt zich een grote poort met smeedijzeren hekwerk. De kloostermuur wordt afdekt door een band hardsteen. Op regelmatige afstand bevindt zich op de kloostermuur een kleine bakstenen kolom met natuurstenen afdeksteen. Door de hoogteverschillen tussen de Kloosterstraat en het gebouwencomplex is de toegangsweg naar de hoofdingang opgehoogd en aan de linkerzijde voorzien van een kloostermuur die als borstwering fungeert.

Het bouwdeel met de hoofdingang bevindt zich ongeveer in het middendeel van de oostvleugel. Dit bouwdeel springt iets vooruit, telt drie bouwlagen plus souterrain en wordt afgedekt met een gebroken schilddak met leien. De voorgevel is symmetrisch ingedeeld. De hoofdingang heeft een brede toegangstrap met aan beide zijden een bakstenen borstwering. Het ingangsportaal springt iets vooruit en is voorzien van een topgevel bekleed met een band hardsteen en bekroond met een natuursteen nokpiron. Aan weerszijden van de topgevel staat een stenen engel op een kleine bakstenen kolom. De rechthoekige dubbele deur heeft een spitsboogvormig glas-in-lood bovenlicht. De toegang heeft een spitsboogvormige omlijsting. Het geveldeel met het ingangsportaal loopt uit in een topgevel en wordt bekroond met een groot stenen kruis. Aan weerszijden van de topgevel een bakstenen kolom met in de voorzijde een spitsboogvormige nis en met een bekroning in hardsteen. Eenzelfde ornament bevindt zich aan de linker- en rechterzijde van de voorgevel van dit bouwdeel. In de eerste bouwlaag aan weerszijden van het ingangsportaal twee vensters met hardstenen dorpels. In de tweede en derde bouwlaag telkens zes vensters met harstenen dorpelsteen. Dit bouwdeel wordt door lisenen verticaal in drieën gedeeld. Hardstenen waterlijsten zorgen voor een horizontale geleding van de voorgevel. Het bouwdeel aan de rechterzijde vormt tevens de kopgevel van de noordvleugel. Dit bouwdeel telt twee bouwlagen plus souterrain. In de kopgevel in de eerste en tweede bouwlaag telkens vijf vensters. In de eerste en tweede bouwlaag een hardstenen waterlijst. Het platte dak is aan de oost- en noordzijde voorzien van een balustrade tussen kleine bakstenen kolommen. In de noordzijde van deze vleugel in de eerste en tweede bouwlaag zeven vensters. Deze gevel sluit aan op de kloosterkapel. Het linkerdeel van de voorgevel van de oostvleugel bestaat uit een terugliggend geveldeel met drie vensterassen en een hoekdeel dat iets vooruitspringt en eveneeens drie vensterassen telt. Het souterrain is omstreeks 1995 voorzien van een nieuwe muur in verband met wateroverlast. Het terugligend geveldeel heeft in alle drie de bouwlagen telkens zes vensters. Het hoekgedeelte heeft in elk van de drie bouwlagen vier vensters. Het dak van het hoekdeel is voorzien van zeszijdig klokkentorentje met een naaldspits met leien en met een smeedijzeren kruisje. Elke gevelzijde is voorzien van louvreluikjes en loopt uit in een topgeveltje. De voorgevel van de zuidvleugel heeft een iets terugliggend linkergedeelte en een vooruitspringend hoekdeel rechts. De souterrainverdieping is omstreeks 1995 voorzien van een nieuwe nieuwe muur. Het souterrain van het hoekgedeelte is voorzien van drie rechthoekige vensters met traliewerk en een rechthoekige deur met toegangstrap en hellingbaan. Het hoekgedeelte telt drie vensterassen en is in elk van de drie bouwlagen voorzien van een reeks van vier kunststof vensters. Het linkergedeelte van de voorgevel van de zuidvleugel telt zes vensterassen. In elke bouwlaag telkens twee venters. De gehele voorgevel van de zuidvleugel is voorzien van lisenen en hardstenen waterlijsten en decoratief metselwerk onder de dakrand. De voorgevel van de westvleugel is in drie geveldelen onder te verdelen. Het rechterdeel, tevens de kopgevel van de zuidvleugel telt drie bouwlagen met in elke bouwlaag een reeks van vier vensters. De souterrainverdieping is voorzien van rechthoekige vensters met traliewerk. Het middendeel van de voorgevel aan de westzijde telt twee bouwlagen plus souterrainverdieping. De tweede bouwlaag wordt gevormd door een loggia met open spitsbogen en balustrade. Het linkergedeelte van de voorgevel van de westvleugel telt een bouwlaag met plat dak met hierop een dakterras met balustrade tussen baksteen kolommen. In de eerste bouwlaag van het midden- en linker gedeelte spitsboogvormige glas-in-lood vensters met een tweedelige bakstenen tracering. Dit zijn de vensters van de kloostergang. De vensters hebben hardstenen dorpelstenen. Het middendeel van de westvleugel is voorzien van een dubbele houten deur met vernieuwde toegangstrap met smeedijzeren leuning. De dubbele deur heeft een spitsboogvormig glas-in-lood bovenlicht met tracering. Het dakterras is aan de zijde van de kloosterkapel voorzien van een lage dakrand met daarop bakstenen kolommen met daartussen een eenvoudige metalen leuning. Een groot deel van de voorgevel van de noordvleugel wordt ingenomen door de absiszijde van de kloosterkapel. Aan de rechterzijde van de kapel de kopgevel van de westvleugel met daarin in de eerste bouwlaag drie vensters voorzien van traliewerk en een rechthoekige houten deur met bovenlicht. Aan de noordzijde is het klooster voorzien van een extra ommuring deels in het verlengde en aansluitend op de voorgevel van de westvleugel. De achtergevel van de vier kloostervleugels, rondom een kleine binnenplaats hebben een soortgelijke opzet als de meeste voorgevels van de verblijfsvleugels. De vensterkozijnen zijn deels in kunststof uitgevoerd. In de achtergevel van de zuid- en de oostvleugel in de eerste bouwlaag spitsboogvormige glas-in-lood vensters met een bakstenen tracering. Dit zijn de vensters van de rondlopende kloostergang. Aan de achtergevel van het bouwdeel met de hoofdingang bevindt zich een bouwdeel dat oost- en west vleugel met elkaar verbindt ter hoogte van de zuidgevel van de kloosterkapel. Deze verbindingsvleugel heeft in de tweede bouwlaag een loggia die uitkomt op oxaalhoogte van de kloosterkapel. Van het interieur is onder meer het volgende van belang. Na de voordeur een entreehal met authentieke rode en grijze vloertegels; kruisribgewelven; authentieke houten paneeldeuren; het glas-in-lood in de toegangsdeur naar het slotgedeelte van het klooster dateert uit 1998. Kloostergangen met authentieke vloer met grijze en rode tegels; plafond met kruisribgewelven met ribben in baksteen en gestucte tussenvlakken. In de kloostergang in de westvleugel aan de noordzijde een groot glas-in-lood raam met een voorstelling van Christus aan het kruis. In deze kloostergang aan de zuidzijde een glas-in-lood raam met een afbeelding van Arnoldus Janssen, de stichter van diverse kloosters in Steyl. De glas-in-lood ramen in de kloostergangen hebben groen geglazuurde dorpels; glas-in-lood ramen zijn voorzien van een bloemmotief. In de kloostergang in de oostvleugel een glas-in-lood raam met een afbeelding van een duif in een stralenbundel. De glas-in-lood ramen zijn afkomstig uit het eigen atelier van de Missionarissen van het Goddelijk Woord. Trappenhuis met trap met stenen treden en smeedijzeren leuning met houten handlijst.

KLOOSTERKAPEL Eenbeukige neogotische kloosterkapel onder een zadeldak met leien. De driezijdige absis heeft een schilddak met leien. Op het dak een zeszijdig klokkentorentje met naaldspits met leien. Elk van de zes zijden heeft louvreluikjes en loopt uit in een topgeveltje. Op de torenspits een smeedijzeren kruisje. Het toegepaste bouwmateriaal is baksteen. In elke zijwand drie hoge spitsboogvormige vensters met glas-in-lood en aan de bovenzijde tracering met driepasmotief. De vensters hebben hardstenen dorpelstenen. Tegen de zijwanden en aan de absiszijde zich verjongende steunberen met hardstenen afdekstenen deels met versiering. Onder de dakrand spitsboogvormige boogfriezen. Aan de absiszijde heeft de kapel drie hoge glas-in-lood ramen met aan de bovenzijde een tracering met driepasmotief. Aan de absiszijde is de kapel aan de oostzijde voorzien van een zijkapel, aan de westzijde van een lichtbeuk. De lichtbeuk aan de westzijde is omstreeks 1968 op de verdieping voorzien van een nieuw vensterkozijn . De zijkapel aan de oostzijde loopt gedeeltelijk door in de noordelijke kloostervleugel. Van het interieur van de kapel is onder meer het volgende van belang. Eenbeukige kapelruimte met plafond met kruisribgewelven; de ribben rusten op langgerekte consoles in de zijwanden. Authentieke houten koorbanken en biechtstoelen voorzien van houtsnijwerk. Glas-in-lood ramen met daarin gebrandschilderde bijbelse voorstellingen. Orgeltribune met in de balustrade houtsnijwerk onder andere in een vierpasmotief. In de balustrade een vijftal panelen met in hout uitgesneden bijbelse voorstellingen. Eveneens in de balustrade een tweetal houten kolommen met daarop een beeld van een musicerende engel. In de achterwand van het oxaal een groot roosvenster met glas-in-lood. Kapel- en altaarvloer zijn vernieuwd. In de zijkapel aan de oostzijde glas-in-lood ramen van omstreeks 1968. In de lichtbeuk aan de westzijde een groot glas-in-lood venster uit omstreeks 1968.

Waardering
- Het klooster van de Slotzusters met kapel is van algemeen belang en bezit aanzienlijke cultuur- en architectuurhistorische waarden.
- Cultuurhistorische waarden met name kerkhistorische waarden als voorbeeld van een zogenoemd Kulturkampfkloster nabij de Duitse rijksgrens.
- De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de toegepaste bouwstijl en detaillering en als voorbeeld van het oeuvre van architect Prill.
- De kloostergebouwen met kloosterkapel zijn typologisch zeldzaam met name de wijze waarop de kloosterkapel in een groter volume is opgenomen.
- Het interieur van het klooster is eveneens waardevol met name de kapel en de vier kloostergangen.
- Ensemblewaarden worden bepaald door de situering in een parkachtige omgeving nabij de Maas in het kloosterdorp Steyl.


Tuin en Ommuring

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

De TUIN van het klooster bestaat uit twee percelen, één rond het klooster, één aan de overzijde van de weg en bereikbaar via een tunnel. Beide percelen zijn ommuurd.

De tuin rond het klooster is een globaal rechthoekig perceel met ongeveer in het midden het klooster (onderdeel 1). Deze tuin valt in enkele onderdelen uiteen: De semi-openbare voortuin van het klooster, aan de Kloosterstraat, met daarin een beeld van Maria (onderdeel 4); De Jozeftuin, met Jozefbeeld (onderdeel 5), een siertuin met kruisvormige hoofdopzet gelegen aan de voorzijde van het klooster; hierin bevindt zich ook een element (onderdeel 6) waarin opgenomen een duif (symbool van de H. Geest); verder is hier de toegang tot de in baksteen overkluisde, van een bakstenen vloer voorziene tunnel naar de begraafplaats. De economietuinen (moestuinen, boomgaarden), die het grootste deel van dit perceel beslaan en als een L-vorm rond het klooster gevouwen zijn. Deze tuinen hebben een rastervormige hoofdstructuur bestaande uit onverharde paden en lanen; de hoofdassen worden door bomen benadrukt (deze zijn niet meer compleet aanwezig). Binnen het raster zijn de vakken ingedeeld met bedden en/of rijen die de op de hoofdstructuur aansluiten en haar benadrukken. Anno 2003 zijn er onder andere nog noten- en pruimenbomen. Aan de linkerzijde van het klooster wordt de tuin begrensd door een lindenlaan met daarlangs een kleine sieraanleg met slingerpad; hierin een beeld van de Engelbewaarder met kind (onderdeel 7). Aan de achter- of Maaszijde van het klooster een as met amandelvormige aanleg, met in het midden een H. Hartbeeld (onderdeel 8). Langs de linkerrand van de economietuinen boerderij, mestvaalt, kas en honden- en kippenhok, die niet van waarde zijn vanuit het oogpunt van monumentenzorg. De Maaszijde was van oorsprong beplant met populieren en heette de Pappelallee; het pad is er nog, maar de bomen zijn in 1993 gerooid. In de tuin bevindt zich rechts van het klooster een oude muur, voorheen de noordelijke grens van het kloosterterrein; bij een uitbreiding van de tuin is deze muur binnen de nieuwe aanleg grotendeels gehandhaafd en draagt hij bij aan de orthogonale structuur van het geheel. Het Paradijs, het tuingedeelte in de hoek rechtsvoor, aan de Kloosterstraat. Dit gedeelte heeft een aanleg die vanwege de intimiteit (gardeneske structuur, divers geboomte, heesters, allerlei devotionalia) geheel afwijkt van de open, rastervormige structuur van de economietuinen. Hier bevinden zich een Lourdesgrot (onderdeel 9), een kruisweg (onderdeel 10) en een borstbeeld van Arnold Janssen (onderdeel 11).

De tuin aan de overzijde van de weg wordt geheel in beslag genomen door de besloten begraafplaats. Deze is aangelegd tegen een heuvel en bestaat uit enkele brede, ondiepe terrassen. Een onverhard middenpad in het verlengde van de tunnel voert, via enkele treden, naar de calvarie (onderdeel 12), die is aangelegd op het hoogste punt in een min of meer ojiefvormige uitbreiding van het verder rechthoekige perceel. Dit middenpad met tunnel vormt een denkbeeldige as die wordt doorgetrokken over de binnenhof van het klooster naar de amandelvormige aanleg met H. Hartbeeld aan de Maaszijde. Opvallend zijn de randen van de terrassen met ratels, sintels enz., geheel vergelijkbaar met de belijning van paden bij de twee aan dit huis gelieerde kloosters, namelijk van de missiepaters en -zusters. De kale, rechthoekige, graven zijn voorzien van sobere ijzeren kruizen. Evenals in het Paradijs bevindt zich op dit gedeelte zwaar geboomte aangevuld met onder andere rododendrons. De begraafplaats heeft door de groen blijvende beplanting altijd een groen en besloten karakter.

Waardering

De tuinen van het klooster zijn van algemeen belang vanwege:

- De historische, functionele en visuele relatie met het klooster;
- De voor kloostertuinen typerende tweedeling in een economie- en een recreatie- met devotiegedeelte;
- De op die tweedeling geënte inrichting: enerzijds een heldere, relatief open rastervormige structuur benadrukt door bomenlanen, met daarbinnen moestuinen enz., anderzijds een besloten park waarin devotionalia en de veelzeggende naam Paradijs;
- De begraafplaats, die qua inrichting en sfeer een eigen identiteit heeft die naadloos aansluit op de begraafplaatsen van de twee naastgelegen, verwante kloosters;
- De zeer nadrukkelijke clausuur, bereikt door middel van ommuringen en tunnel.

Bakstenen OMMURING van de beide percelen van de kloostertuin, met lisenen en natuurstenen afdekkingen. Aan de zijde van de Maas vervangen door muur van betonnen segmenten.

Waardering
- De ommuring is van algemeen belang omdat hij een sterke visuele, fysieke en functionele scheiding vormt tussen klooster en buitenwereld.
- Tevens vanwege de materialisatie en geleding.


Historische artefacten

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Het BEELD VAN MARIA' op sokkel, is van algemeen belang aangezien een Mariabeeld tot de vaste aankleding van een kloostertuin behoort en er ten tijde van de stichting van het klooster een sterke Mariale verering in zwang was.

BEELD VAN JOZEF op kunststenen sokkel, voorzien van de tekst 'St. Josef OPN'. Het beeld is van algemeen belang aangezien een Jozefbeeld tot de vaste aankleding van een kloostertuin behoort en Jozef patroon van de (wereld)kerk is.

Een uit het Paradijs hierheen verplaatste UITBEELDING VAN DE HEILIGE GEEST (naamgever van de congregatie), bestaande uit een recent gebouwde bakstenen omlijsting met daarin een plaquette met de zon die een duif omvat, serafijnen en vurige tongen; gedeeltelijk gepolychromeerd. Opschriften 'Gloria Patri et Filio et Spiriui Sancto' en 'Emitte Spirituum Tuum'. De uitbeelding van de H. Geest is van algemeen belang vanwege de directe band met juist dit klooster (naam congregatie en naam klooster) en vanwege de zeldzame iconografie van de uitbeelding, met serafijnen en tongen.

BEELD VAN DE ENGELBEWAARDER die een kind begeleidt, op een bescheiden 'rots'. Het beeld is van algemeen belang als onderdeel van de aankleding van de kloostertuin.

Natuurstenen UITBEELDING VAN HET HEILIG HART VAN JEZUS. Christus' pose is zegenend. Er direct omheen verschillende perken, het geheel gevat in een amandelvorm zoals deze ook voorkomt bij de uitbeelding van de Goede Herder bij de missiepaters. Erachter een loofgang met geboomte (moerbeibomen?). Het beeld is van algemeen belang als onderdeel van de aankleding van de kloostertuin en omdat het H. Hart een rol speelde bij de Steijler congregaties. Opvallend is de amandel- of mandorlavorm van de aanleg die het beeld omgeeft en de heiligheid van het uitgebeelde onderstreept.

GROT opgebouwd uit sintels en ander steenachtige materialen, gecementeerd, met in een nis Maria, ervoor Bernadette. De grot is met klimop begroeid. De grot is van algemeen belang vanwege de functionele, visuele en historisch-religieuze relatie met klooster en -tuin; tevens is een Lourdesgrot een zeer typerend element dat vrijwel standaard in een kloostertuin werd aangelegd.

KRUISWEG Veertien tegen de kloostermuur geplaatste, ondiepe tempel-achtige bouwdelen in van de muur afwijkende gele steen met daarin uitbeeldingen van de Kruisweg. De kruisweg is van algemeen belang vanwege de functionele, visuele en historisch-religieuze relatie met klooster en -tuin; opvallend is de zeldzame, maar juist bij contemplatieve vrouwelijke religieuzen niet ongebruikelijke plaatsing tegen de tuinmuur.

Natuurstenen BORSTBEELD van Arnold Janssen, stichter van de congregatie waartoe dit klooster behoort, op een terrazzo sokkel. Geboorte- en sterfdatum zijn op de sokkel aangebracht (1837-1909). Het borstbeeld is van algemeen belang vanwege de historische relatie met de uitgebeelde persoon, immers de stichter van drie Steijler kloosters waaronder het onderhavige.

CALVARIE, bestaande uit een kleine 'berg' van misbaksels en ander steenachtig materiaal, met daarop kruis en corpus. De calvarie is van algemeen belang vanwege de visuele relatie met de begraafplaats en als uiting van historisch-religieuze aard, juist door de plaats op het kerkhof vanwege de verwijzing naar Christus' dood.


Afbeeldingen

Exterieur

Interieur