Amersfoort, Het Zand 13 - Sint Georgius
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | St. Georgius |
Genootschap: | Oud-Katholieke Kerk van Nederland |
Provincie: | Utrecht |
Gemeente: | Amersfoort |
Plaats: | Amersfoort |
Adres: | Boldersstraat 2 |
Postcode: | 3811GG |
Inventarisatienummer: | 00501 |
Jaar ingebruikname: | 1927 |
Architect: | Gent, W. van |
Huidige bestemming: | Parochiekerk |
Monument status: | Rijksmonument |
Hoofdfunctie : | Religieus |
Oorspronkelijke bestemming : | Parochiekerk |
Geschiedenis
Buitengewoon belangrijke interbellumkerk met toren. De officiële naam is St. Georgius (~ St. Joris).
Zaalkerk in Amsterdamse School-stijl, met paraboolvormige entree, expressief metselwerk en detaillering van het uurwerk. Naar ontwerp (1927) van de Amersfoortse architect Willem van Gent. Fraai interieur met eikenhouten communiebank (1693) en schilderijen van Hendrick Bloemaert. Deze kunstwerken waren afkomstig van de voorganger van deze kerk, een schuilkerk uit 1692.
De voormalige schuilkerk is gesloopt in 1927 voor deze kerk.
In medegebruik (geweest?) als Armeens Apostolische Kerk.
Monumentomschrijving Rijksdienst
Kerk
- Rijksmonument 517741
ZAALKERK van de Oud-katholieke parochie van de Heilige Georgius, gelegen op de westhoek van 't Zand en de Boldersstraat. De kerk heeft een klein voorterrein, dat links door de in de rooilijn van het belendende pand staande toren wordt besloten. Voordat deze kerk met sacristie naar ontwerp van W. van Gent in 1927 werd gebouwd, bevond zich hier vanaf 1692 een schuilkerk. Daarvoor was er een weeshuis gevestigd en nog vroeger een begijnhof. De kerk vormt de beëindiging van een historische gevelrij bestaande uit panden die alle een roomse- of oud-katholieke achtergrond hebben. Het pand, dat links aan de toren grenst, is in 1899 als oud-katholieke pastorie door architect H. Kroes ontworpen.
Het kerkgebouw is, gelet op de paraboolvormige entree, het expressieve metselwerk en de detaillering van bijvoorbeeld het uurwerk en in het interieur in de constructieve essentie met paraboolvormige transversaalbogen, vormgegeven in de stijl van de Amsterdamse School.
Verschillende zeventiende-eeuwse interieurelementen (w.o. zeven schilderijen met scènes uit het leven van Christus en Maria) uit de schuilkerk werden in de nieuwbouw opgenomen. De gesneden eikenhouten communiebank uit 1693, die als scheiding tussen altaar en schip dient, heeft zelfs als basismaat voor de huidige kerk gediend. In de kerk bevindt zich een orgel, dat in 1870 door August Gern werd gebouwd. De kerk bezit nog vrijwel geheel de toestand van 1927, waarbij onder meer het in patroon van de kerkvloer in overeenstemming vormgegeven kleed bij het altaar. Alleen aan de oostzijde is in 1964 een kleine uitbouw aangebracht, waarin zich de toegang tot de sacristie bevindt. Deze uitbouw wordt van ondergeschikt belang geacht.
Pastorie
- Rijksmonument 517742
De direct in de rooilijn van 't Zand gelegen voormalige PASTORIE op de hoek met St. Agathastraat, werd in 1899 door H. Kroes in opdracht van het bestuur van de Oud-Katholieke parochie van de Heilige Gregorius ontworpen. Het pand werd in een gecombineerde bouwstijl uitgevoerd met invloeden van de neorenaissance en de neogotiek.
Later werd de pastorie in gebruik genomen door de Zusters van Onze Lieve Vrouwe als woning voor een aantal zusters. Als gevolg hiervan werden op de zolder enkele kamers ingericht. Het interieur bezit nog oorspronkelijke details. Het exterieur is nauwelijks gewijzigd, alleen aan de achterzijde van de pastorie werd rond 1927 een schuur annex ketelhuis toegevoegd, die van ondergeschikt belang is. De pastorie maakt deel uit van een complex katholieke gebouwen (deels rooms-, deels oud-katholiek), dat aan de noordzijde van 't Zand is gelegen. Links van de pastorie werd in 1910, eveneens naar ontwerp van H. Kroes, het rooms-katholieke patronaatsgebouw opgericht. In 1927 werd ter rechterzijde van de pastorie een kerk naar ontwerp van W. van Gent gebouwd. De kamer op de begane grond van de kerktoren werd toen met de woonkamer van de pastorie verbonden. Een houten deur met ijzeren hangwerk in de voorkamer op de eerste verdieping geeft toegang via een kleine ruimte in de toren, tot het balkon in de kerk.
Omschrijving
De deels onderkelderde pastorie bezit een trapeziumvormige plattegrond. De hoofdstructuur van het pand is nog aanwezig. Het pand bezit twee bouwlagen en een afgeplat schilddak, bedekt met blauwe kruispannen.
De voorgevel met links een trapgevel is rijk gedecoreerd. De linkerzijgevel is op twee kleine vensters na blind en sober, de rechterzijgevel grenst geheel aan de kerk. De sobere asymmetrische achtergevel is voorzien van een serre, een achteruitgang en meerdere vensters.
De voorgevel (zuidzijde) is onderverdeeld in vier traveeën met op beide bouwlagen, in diepe door oranje bakstenen en van een kraal voorzien geaccentueerde spaarbogen, éénlichtsvensters met tweelichtsbovenlicht met glas-in-lood. De vensters zijn voorzien van hardstenen onderdorpels op de gemetselde waterlijst. De entree is in de tweede travee van links ondergebracht. Een paneeldeur met glas-in-lood bovenlicht is bereikbaar via twee hardstenen treden. Boven de twee linker traveeën bevindt zich de trapgevel met overhoeks geplaatse pinakels. Deze pinakels worden bekroond door tentvormige afdekkingen met siersmeedwerk. In het midden van de trapgevel is, in een diep spaarboogveld, een smal éénlichtsvenster aangebracht. De twee traveeën rechts worden bekroond door een uitkragende muizentandlijst van oranje baksteen met daarboven een zakgoot. De gevel wordt horizontaal geleed door een uitgemetselde plint, ononderbroken waterlijsten en oranje bakstenen banden ter hoogte van de bovenzijde van de vensters. De dicht aan elkaar grenzende vensters zijn gelegen in diepe spaarboogvelden, met onder de gedrukte bogen rijk gekleurde baksteenoramentiek en gekruld loodwerk. Tussen en naast de bogen bevinden zich op elke bouwlaag vijf siermuurankers.
De achtergevel heeft de vorm van een lijstgevel. Op de begane grond bevindt zich van links naar rechts een brede, grotendeels glazen serre met glas-in-lood bovenlichten en daarnaast een deur en een T-venster. Op de verdieping zijn drie vensters aangebracht. De vensters en de deur hebben een tweelichts bovenlicht en worden overspannen door segmentbogen met in de spaarvelden eenvoudige baksteenornamentiek. Rechts voor de achteringang is sinds 1927 een vrijstaande schuur annex ketelhuis gelegen. Een gemetselde rondboog vormt de enige verbinding. Het gebouw bestaat uit één bouwlaag op een rechthoekige plattegrond, bedekt door een zadeldak. De bouwstijl van het bijgebouw is identiek aan de bouwstijl van de kerk.
De indeling van het interieur is, op de zolder na, ongewijzigd. In de centrale hal ligt de originele tegelvloer, vele deuren zijn geprofileerd, waarbij zich in de tussendeur in de gang een glas-in-loodvenster met Nieuwe Kunst-motieven bevindt, de trap met trappaal en balusters is authentiek en achter het thans verlaagde plafond in de kamers op de begane grond is het gestucte plafond nog aanwezig. De kozijnen bevatten begane gronds nog de vouwblinden die in de bestaande luikkasten worden opgeborgen.
Waardering
Het pand is van algemeen belang vanwege zijn architectuurhistorische waarde als gaaf voorbeeld van een pastorie, uitgevoerd in een bouwstijl met invloeden van de neorenaissance en de neogotiek. De pastorie valt op door zorgvuldige detaillering en verscheidenheid materiaalgebruik en bezit in het interieur nog enkele waardevolle onderdelen. De pastorie is tevens van ensemblewaarde in relatie tot een gave reeks van gebouwen met een katholieke achtergrond.