Veenendaal, Adriaen van Ostadelaan 56 - Salvator
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Genootschap : | Rooms-Katholieke Kerk |
Gemeente : | Veenendaal |
Plaats : | Veenendaal |
Adres : | Adriaen van Ostadelaan 56 |
Provincie : | Utrecht |
Jaar ingebruikname : | 1954 |
Huidige bestemming: | kerk |
Naam kerk : | San Salvator |
Architect : | Dongen, J. van |
Monument-status: | |
Inventarisatienummer | 04485 |
Geschiedenis
In 1948 is de gemeente Veenendaal, net als veel andere gemeenten, druk bezig met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Er worden grote uitbreidingsplannen gemaakt. De gemeente heeft dan 14.880 inwoners waarvan 1.500 rooms-katholieken. De katholieke bevolking gaat naar de Willibrordkerk aan de Nieuweweg-Noord. De tijd zit mee en de uitbreiding van het zuidelijk deel van het dorp wordt ernst. Er worden plannen gemaakt voor een parochiecentrum in het uitbreidingsgebied. Pastoor Beckers wordt dan bouwpastoor.
Op 9 november 1953 vindt de eerstesteenlegging plaats door pastoor Beckers. Het is de gedenkdag van de H. Salvator. De eerste steen is te vinden in de pilaar links van het altaar. Eind april 1954 is de kerk klaar. Op 1 mei 1953 vindt de kerkconsecratie plaats door Bernardus Mgr. Alfrink.
Het tabernakel in de Salvatorkerk is gebouwd door de brandkastenfabriek Martens uit Doetinchem. De deuren zijn versierd met fraaie afbeeldingen. Op de linkerdeur wordt het verhaal van de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging uitgebeeld. Op de rechterdeur staat de pelikaan die haar jongen voedt met bloed, gelijk Christus ons voedt met zijn bloed.
De kerk heeft een kleine toren met een luidklok. Later is aan de noordzijde van de kerk de pastorie gebouwd.
Orgel
De orgelbouwer Jos. Vermeulen uit Alkmaar plaatste kort na de bouw van de kerk een gebruikt orgel. Dit orgel dateerde uit 1885 en werd gebouwd door de firma Maarschalkerweerd & Zoon uit Utrecht voor de kapel van ‘Insula Dei’ in Arnhem. In 1906 werd het overgeplaatst naar de toen net voltooide neogotische kapel van het Elisabethgasthuis, eveneens in Arnhem. Het betrof een bescheiden orgel met de volgende dispositie:
Manuaal Bourdon 8 bas/discant Violon 8 Viola di Gamba 8 discant Melophon 4 Fluit 4 Octaaf 2
Pedaal Aangehangen
Het orgel kreeg een plaats voor in de kerk terzijde van het altaar. Op enig moment, mogelijk bij de plaatsing in Veenendaal, is de bovenkas verloren gegaan. Toen in 1971 de Willibrorduskerk aan de Nieuweweg haar deuren sloot werd het Gradussen-orgel uit die kerk overgeplaatst naar de Salvatorkerk. Het Maarschalkerweerd-orgel werd verkocht. Het kwam na omzwervingen via Waddinxveen, Capelle aan den IJssel, Kolhorn en Schagen in 1981 terecht in de Gereformeerde Kerk te Tolkamer. Na de sluiting van deze kerk in 2003 is het orgel opgeslagen bij de firma Van Vulpen te Utrecht.
Het huidige orgel is in 1872 gebouwd door de gebr. Gradussen uit Winssen. Het stond eerder in de Willibrorduskerk aan de Nieuweweg-Noord ( destijds Renswoude, thans Veenendaal). In 1881 breidden de orgelmakers het uit met een Bourdon 16. In 1934 wordt het orgel overgeplaatst naar het nieuwe kerkgebouw op dezelfde locatie. De firma Koppejan uit Veenendaal voert in 1962 een restauratie uit, waarbij de Trompet het veld ruimt ten gunste van een Vox Céleste. In 1972 wordt het in de Salvatorkerk geplaatst en in 1980 wordt het door Kaat & Tijhuis gerestaureerd, waarbij de dispositiewijziging van 1962 ongedaan wordt gemaakt. De kas is gemaakt in neogotische stijl. De dispositie luidt als volgt:
Manuaal C-f3 Bourdon 16 (C-h hout) Prestant 8 (C-Dis hout, E-gis front) Bourdon 8 (C-H hout) Salicionaal 8 (C-H gecombineerd met Bourdon 8) Prestant 4 Fluit 4 (C-f2 gedekt, fis2-f3 open conisch) Quint 3 Octaaf 2 Trompet 8 B+D (1980, metalen stevels, koppen en bekers)
Pedaal C-f Aangehangen