,s-Gravenhage, Juliana van Stolberglaan 154 - Christus Triumfatorkerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Christus Triomfatorkerk |
Genootschap: | Protestantse Kerk in Nederland |
Provincie: | Zuid-Holland |
Gemeente: | 's-Gravenhage |
Plaats: | 's-Gravenhage |
Adres: | De Carpentierstraat 186 |
Postcode: | 2595HM |
Sonneveld-index: | 02028 |
Jaar ingebruikname: | 1962 |
Architect: | |
Huidige bestemming: | Kosterswoning |
Monument status: | Rijksmonument |
Hoofdfunctie : | Wonen |
Oorspronkelijke bestemming : | Kerk |
Geschiedenis
Buitengewoon belangrijke beeldbepalende moderne kerk met toren.
Gebouwd als Gereformeerde kerk. Grote, moderne, sobere wederopbouwkerk met hoge losstaande toren, van 42 m. in de Haagse wijk Bezuidenhout. Werd vroeger "Triomfatorkerk" genoemd. Later werd de naam "Christus Triumfator" gehanteerd.
De toren is (vermoedelijk) de hoogste naoorlogse kerktoren in Den Haag.
Het kerkgebouw kwam in de plaats van twee bestaande Gereformeerde kerken: de Oosterkerk aan de Zuid-Oost-Buitensingel (thans Oranjebuitensingel) en de Maranathakerk, een houten noodgebouw aan de Van Heutszstraat. De Christus Triumfatorkerk, gelegen aan de Laan van Nieuw-Oost-Indië, op de hoek met de Juliana van Stolberglaan, ontleent haar naam aan de tekst Openbaring 6 vers 2:
"..... en ik zag, en zie, een wit paard en die er op zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen".
Toentertijd bedroegen de kale bouwkosten ƒ 883.000 en de totale kosten ƒ 1,3 miljoen. De kerk is het hoogtepunt in het werk van architect G. Drexhage.
Ontwerp "kerkelijk centrum"
De eerste plannen voor de bouw van dit complex dateren van 1957. De architect werd behoorlijk vrij gelaten in zijn ontwerp voor wat betreft de situering van het "kerkelijk centrum" op de bouwlocatie en wat betreft de inrichting van de kerkzaal. Wel moest de preekstoel een centrale plaats innemen, het liturgisch centrum en doopvont moesten duidelijk zichtbaar zijn en de geluidsisolatie moest goed zijn. Oorspronkelijk was er behalve een kosterswoning ook een pastorie gepland, maar van dat laatste is later toch weer afgezien. Het ontwerp van architect G. Drexhage, dat als beste uit de bus kwam, is uitgevoerd. Het kerkgebouw is opgetrokken op een verhoogd plein, even boven het straatniveau.
Kerkzaal
Voor de kerkzaal ging de architect uit van 144 gemetselde zuilen, "penanten" genoemd, elk 10 m hoog, die in een hoek van 45 graden ten opzichte van de lengteas zijn gedraaid. Het daglicht valt dus binnen door lange verticale spleten die bezet zijn met dubbel glas. Deze constructie geeft een lichtval met boeiende effecten en zorgt voor de gewenste geluidsisolatie. Niet dat de buitenwacht het zingen niet mag horen, maar op de kruising van twee verkeersaders is veel verkeerslawaai, ook op zondag. In de penanten zijn dunne kabels van hoogwaardig staal gespannen, waardoor "voorgespannen metselwerk" werd verkregen; toen uniek in zijn soort. De penanten werden als het ware tussen twee zware betonnen randbalken, die het dak en de vloer van de kerkzaal vormen, ingeklemd, waarmee de benodigde stijfheid van de ‘doos’ werd verkregen om zware windbelasting te kunnen weerstaan. Die stijfheid werd nog vergroot om ook windwervelingen geen kans te geven de "doos" te vervormen; dat deed men door de penanten van de kopgevels een haakse hoek te laten maken met die van de langsgevels (dat is niet zo ingewikkeld als het klinkt; kijk maar eens goed, dan ontdekt u het vanzelf). Het dak bestaat uit eenvoudige stalen spanten, waaraan een plafond van houten schrootjes is gehangen. De lampen zijn min of meer willekeurig over het plafond "gestrooid", als sterren aan de hemel, maar toch zo dat het meeste licht op de kansel en het liturgisch centrum valt. Er is wel beweerd dat de zuil van het doopvont rechtstreeks verbinding heeft met één van de heipalen en dus "verankerd is in het fundament van de kerk"; een mooie symboliek, maar helaas niet waar. In de kerkzaal zijn 672 plaatsen in de banken en is plaats voor nog zo’n 200 stoelen. De kerkzaal bevindt zich op de eerste verdieping met de langste zijde aan de Laan van Nieuw-Oost-Indië. Als men de kerkzaal binnenkomt is het eerste wat opvalt aan de tegenoverliggende wand een groot kruis van profielstaal, dat aan ieder die het ziet, wil getuigen van God´s liefde met zijn wereld. De lichtgekleurde wanden dienen ook om de sfeer van ingetogenheid te scheppen. Een kerk zal met het oog op de woordverkondiging een zekere beslotenheid vertonen; anderzijds mag de kerk zich niet van de wereld afsluiten, vandaar de wanden met glas waardoor de wereld niet buitengesloten is. De kansel staat niet in het midden, zoals in de reformatorische kerken gebruikelijk was, maar iets uit het midden; links daarvan staat op het liturgisch centrum de avondmaalstafel en aan de rand van het liturgisch centrum vóór de kansel het doopvont. Omdat de prediking en de bediening van de sacramenten in de reformatorische kerken centraal staan, zijn de banken rond het liturgisch centrum gegroepeerd.
Overige ruimten
Op de begane grond valt als eerste op de grote ontvangsthal. Het kleurige raam in de glaswand is afkomstig van de onlangs (= in 1998) afgebroken (Ned. Hervormde) Wilhelminakerk. De hal leent zich uitstekend voor ontmoeting. 's Zondags na de kerkdienst wordt er koffie gedronken. Verder is er een keuken voor de koster/beheerder en een aantal vergaderruimten. Deze worden intensief gebruikt voor zowel kerkelijke als niet-kerkelijke doeleinden. In de grote "Tabe Zijlstra-zaal", die door vouwwanden in verschillende kleinere ruimten kan worden verdeeld, kunnen maximaal 240 mensen een plekje vinden. Op de eerste verdieping is, naast de kerkzaal, nog de kerkenraadskamer en de predikantskamer. In de kelder was ruimte voor vier jeugdhonken en die hebben als zodanig een tijdlang gefunctioneerd, verder waren er een spoelruimte en toiletten. Nu is in de kelder een archiefruimte, een biljartkamer, een soosruimte en een keuken voor het oecumenisch maaltijdproject; verder is er het ketelhuis van de centrale verwarming.
Toren
De 42 meter hoge toren, die los van de kerk staat, is ‘op staal’ gebouwd, d.w.z. zonder heipalen, maar wel op een stevige zandplaat (de overige gebouwen zijn wel onderheid). De top van de toren was ingericht voor de plaatsing van een carillon, maar uiteindelijk is het toch maar één kleine luidklok geworden.
Luidklok
De luidklok - nog steeds een eenzame figuur in de toren ... de architect droomde van een carillon! - heeft als opschrift
"deo sono populum voco (ik luid voor God en roep het volk)".
Architectuur
Het is niet meer zo, wat aanvankelijk wel het geval was, dat onze kerk in de VVV-folders staat aangeprezen; dit vlaggenschip van de moderne kerkarchitectuur moest je hebben gezien, niet alleen van buiten, maar ook (en vooral) van binnen. Dat kon toen, want de kerk was op alle dagen voor iedereen toegankelijk. De moderne tijd brengt helaas met zich mee dat nu de deur vaker op slot moet blijven....! Wel staat de Christus Triumfatorkerk genoemd en afgebeeld in het prachtige boek Gids van de moderne architectuur in Den Haag.
Vandaag de dag
De Christus Triumfatorkerk is een levendig gebouw waarin veel gebeurt. Allereerst maken de hervormde en gereformeerde wijkgemeenten er gebruik van voor de gezamenlijke zondagse kerkdienst en de doordeweekse kerkelijke vergaderingen, catechisaties, bijbelstudie- en praatgroepen e.d., cantorij, wijkavonden, enz. Er vinden daarnaast ook vele activiteiten in plaats die (min of meer) los staan van de kerk.
- (Bron: www.christustriumfatorkerk.nl)
In de Geref. Christus Triomfatorkerk is, in het kader van Samen Op Weg, 2004 PKN, in 1998 de Ned. Hervormde Wilhelminakerkgemeente ingetrokken (die mooie wederopbouwkerk is in 1998 gesloopt).
Orgel
Het orgel is in 1964 als opus 596 gebouwd door de firma L. Verschueren (Heythuysen). Adviseurs zijn J.C. Hanegraaff en Joh. M. Vetter namens de Orgelbouw Advies Commissie van de Gereformeerde Organisten Vereniging.
- (Meer info:Orgeldatabase)
Externe links
Afbeeldingen
Exterieur
Interieur
- Op zoek naar meer afbeeldingen.