,s-Gravenhage, Leyweg 930 - Antonius en Lodewijk (Emmauskerk)
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | H.H. Antonius en Lodewijkkerk |
Genootschap: | Rooms-Katholieke Kerk in Nederland |
Provincie: | Zuid-Holland |
Gemeente: | 's-Gravenhage |
Plaats: | 's-Gravenhage |
Adres: | Leyweg 930 |
Postcode: | 2545GV |
Inventarisatienummer: | 02130 |
Jaar ingebruikname: | 1958 |
Architect: | Böhm, D |
Huidige bestemming: | Kerk |
Monument status: | Rijksmonument |
Hoofdfunctie : | Religieus |
Oorspronkelijke bestemming : | Kerk |
Geschiedenis
Architectonisch buitengewoon belangrijke wederopbouwkerk met forse toren.
Nieuwe parochiekerk voor de wederopbouwwijk Morgenstond, opgericht eind jaren 1950. Deze kerk werd opgericht door de Franciscanen vanuit de Boskantparochie in de binnenstad. Het is een zeer grote, driebeukige basilicale kerk met een semi-vrijstaande opengewerkte klokkentoren. Het geheel is opgezet volgens een revolutionair ontwerp: het middenschip is in zijn geheel ovaalvormig en daardoor is de inwendige ruimtewerking centraliserend. Het ontwerp door de architecten ir. W. Wouters en prof.ir. F. Peutz is vermoedelijk beïnvloed en bijgestaan door de Duitse architect D. Böhm (1880-1955) die begin twintigste eeuw toonaangevend in de moderne r.-k. kerkbouw was. De ovaalvormige middenpartij wordt aan weerszijden verlicht door zeer grote, langwerpige raampartijen, gevuld met glas-in-lood van de Limburgse kunstenaar E. Laudy (1921-1995). De linkerzijde beeldt de zogenaamde lithanie van Maria uit en de rechterzijde de lofzang van de drie jongelingen in de vuuroven. Het mozaïek in het voormalige priesterkoor beeldt de Levensboom uit en is eveneens van Laudy. In de voorgevel bevindt zich een sculptuur van terra cotta, voorstellende Christus, omgeven door voorstellingen uit de geschiedenis van de Franciscaner orde, tevens bedoeld als uitbeelding van de zogenaamde acht zaligsprekingen (Bergrede). De sculptuur is gemaakt door de Amsterdamse beeldhouwer J. van Rhijn.
Begin jaren 2000 is de parochie samengevoegd met drie andere parochies in Den Haag-Zuidwest. Toen was er ook even het plan om de kerk te slopen en te vervangen door een nieuwe, kleinere kerk. Uiteindelijk is de kerk in de periode 2005-'06 inwendig verbouwd door architectenbureau Royal Haskoning, onder leiding van de architecten M.P. Baauw en R. Olivier. Het aantal zitplaatsen is teruggebracht tot 350. Het nieuwe altaar is ten opzichte van het oude een kwartslag gedraaid en bevindt zich tegen de zuidwand van het ovaalvormige schip. Op 28 mei 2006 is de kerk opnieuw in gebruik genomen. De nieuwe parochie en kerk gaan verder onder de naam Emmaus. Als belangrijk voorbeeld van r.-k. kerkbouw uit de wederopbouwperiode in modernistische trant is de kerk voorgedragen als rijksmonument via de zogenoemde wederopbouw top-honderd lijst van oud-minister van OCW, R. Plasterk.
Monumentomschrijving Rijksdienst
De uit 1956-1958 daterende H.H. ANTONIUS EN LODEWIJKKERK (vanaf 2006 Emmauskerk genaamd) met bijbehorende KLOKKENTOREN en voormalig Franciscaner KLOOSTER, gesitueerd rondom een VOORPLEIN, is gelegen in het zuidwesten van Den Haag, in de wijk Morgenstond. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de voorganger van de kerk, de Antonius van Paduakerk aan de Prinsessegracht, verwoest. Het plan voor de wijk van W.M. Dudok dateert uit 1949 en kan worden beschouwd als een uitwerkingsplan van het 'Ontwerp-Uitbreidingsplan 's-Gravenhage Escamppolder, Madepolder, Ockenburgh' uit 1935. In 1952 werd door de directeur van de Gemeentelijk Dienst van Wederopbouw, ir. F. Bakker Schut, een prijsvraag uitgeschreven voor een winkelcentrum aan de Leyweg met daarbij tevens wijkgerichte voorzieningen, waaronder een rooms katholieke kerk. Architect W.C. Wouters (1897-1960), in samenwerking met architect F.P.J. Peutz, werd verantwoordelijk voor het ontwerp. Mogelijk is het hoofdontwerp van de kerk geleverd door de Duitse architect Dominicus Böhm (1880-1955), in zijn tijd een van de belangrijkste rooms-katholieke kerkenbouwers in Duitsland. Bij de kerk werd tevens een Franciscaner klooster gebouwd. In de jaren '80 van de twintigste eeuw liep het oorspronkelijke aantal van zes kloosterlingen langzaam maar zeker terug. Het klooster werd verlaten en in gebruik genomen door de kerkelijke organisatie. In 2006 werd de kerk heringericht naar ontwerp van de architecten Mari Baauw en Réne Olivier (Royal Haskoning Architecten, Rotterdam) en biedt vanaf dat moment onderdak aan vier Haagse parochies. Het aantal zitplaatsen werd teruggebracht van 1300 bankplaatsen naar 350 stoelen, het liturgisch centrum werd een kwartslag gedraaid en door een hoge, deels verplaatsbare wand van kunststof afgeschermd. De zijbeuken zijn in gebruik genomen als ondermeer dagkapel, stilteruimte, koffieruimte, recreatieruimte en kantoren. Het orgel (Vermeulen) werd op het koor geplaatst, maar stond oorspronkelijk op het balkon achter in de kerk, boven de hoofdentree. Naast de hoofdentree is een Mariakapel gerealiseerd. De oude kerkbanken werden vermaakt tot ondermeer kaarsenbakken, tafels, bankjes, kaarsenstandaards en kroonluchter. Tevens bevinden zich in de kerk diverse beelden en kunstobjecten afkomstig uit andere kerken. Kerk, klokkentoren en klooster omringen een eenvoudig geplaveid en ingericht voorplein.
Omschrijving
De KERK en het voormalige Franciscaner KLOOSTER omarmen samen met een open galerij die door de betonnen KLOKKENTOREN wordt beëindigd, het in een eenvoudig rasterpatroon geplaveide VOORPLEIN. Het geheel is gelegen op een vrijwel rechthoekig grondoppervlak. De hoge kerkzaal heeft een ellipsvormige plattegrond en is opgetrokken in een rood-grijze baksteen. De zaal heeft een door zijn lengte, hoogte en rondingen zeer uitgesproken vormgeving. De zaal wordt afgedekt door een lichte, flauw hellende kapconstructie (stalen spanten, houten sporen en gordingen) die ter plaatse van het ondergelegen koor bekroond wordt door een slank koperen torentje met kruis. De kap is nauwelijks zichtbaar omdat de kap ten opzichte van de buitengevel iets verdiept ligt. Boven de hoofdentree bevinden zich negen steenreliëfs die scenes uit het leven van St. Franciscus verbeelden naar ontwerp van J. van Rhijn uit Amsterdam, een cadeau van bouwpastoor E. Pompen ter ere van zijn 40-jarig priesterjubileum in 1957. Aan weerszijden van de kerkzaal bevinden zich één-bouwlaag hoge zijbeuken voorzien van een plat dak. Tussen de zijbeuk en de klokkentoren wordt de beuk als galerij doorgetrokken langs het voorplein. Dit gedeelte heeft ter plaatse van het voorplein een open gevel met betonnen kolommen. De achterzijde is gesloten. De hoge betonnen, witgeschilderde klokkentoren is opgebouwd uit vijf open segmenten. In het bovenste segment hangen twee klokken, genaamd St. Quirina en St. Franciscus. Bovenop de toren een kruis. De linker zijbeuk heeft een L-vormige plattegrond, waarin de sacristie is opgenomen, en is verbonden met het voormalige klooster. Het klooster heeft eveneens een L-vormige plattegrond. Beide vleugels van het klooster zijn twee bouwlagen hoog en voorzien van een plat dak. De korte vleugel van de L is net niet haaks geplaatst. De gevels van het klooster hebben een regelmatige indeling van stalen draairamen en enkele entreepartijen. De onderste ramen van de H-vensters op de begane grond zijn voorzien van glas met patronen in reliëf. Aan voor- en achterzijde wordt de lange vleugel geaccentueerd door een betonnen raampartij bestaande uit zeven gekoppelde ramen in een betonnen omlijsting. De gevel van de rechter zijbeuk aan de Leyweg, inclusief het gedeelte tussen klokkentoren en beuk, en de achtergevel van de kerk hebben een meer gesloten karakter. Op de hoek een steen met de datum van inwijding van de kerk '7 juli 1957' en de inscriptie: 'geen ander fundament dan Jezus Christus'. De gevels van de linker zijbeuk hebben daarentegen meer vensteropeningen die voorzien zijn van stalen ramen, hetgeen gerelateerd kan worden aan de (oorspronkelijke) functie van de achterliggende ruimten. Het meest opvallend zijn de hoge doorlopende gevels van de kerkzaal, die boven de beide zijbeuken voorzien zijn van zich over de lengte van de zaal uitstrekkende vensterstroken met daarin glas-in-loodramen. De betonnen vensterstroken hebben een verticale geleding en zijn wit geschilderd.
In het interieur van de kerk loopt de donkere blauw-paars geschilderde houten vloer heel geleidelijk af van hoofdentree naar koor. De wanden en het vlakke plafond van de kerkzaal zijn voorzien van een witgeschilderde pleisterlaag. De wanden van de zijbeuken zijn opgetrokken in schoon metselwerk. Boven de hoofdentree het betonnen orgelbalkon met betonnen borstwering. Onder het balkon bevindt zich de drie treden verdiept gelegen en met een smeedijzeren hekje omgeven doopkapel met natuurstenen doopvont, voorzien van een sierband met vissen en een bronzen deksel, eveneens voorzien van een visfiguur naar ontwerp van de Gebroeders Rosmalen uit Utrecht. In het koor is een verhoging aangebracht die bekleed is met natuursteen en die toegankelijk is middels vijf treden. Tegen de achterwand van het koor bevindt zich het kunstwerk 'De Levensboom', een glasmozaïek naar ontwerp van Eugène Laudy, in 1965 uitgevoerd door glasatelier Flos uit Heerlen. In de linker zijbeuk bevinden zich enkele gebedsruimten met nog twee van de oorspronkelijk vijf ingebouwde biechtstoelen. In de kapel een sacramentsaltaar van marmer met daarop een bronzen tabernakel gesierd met geëmailleerde Christussymbolen (een feniks en het Lam Gods) en kroon naar ontwerp van de gebroeders Rosmalen uit Utrecht. Aan weerszijden twee bijbehorende bronzen godslampjes die aan de muur zijn bevestigd. Achter deze ruimte de sacristie. Ook in de rechter zijbeuk waar thans recreatieruimten en kantoren zijn, bevinden zich twee biechtstoelen. In de rechter zijbeuk tevens het in de wand aangebrachte stenen beeld 'St. Antonius van Padua' van Eugène Laudy. Beide zijbeuken worden van de kerkzaal gescheiden door zware betonnen zuilen. Aan weerszijden van de kerkzaal bevindt zich boven de zijbeuken een zgn. 'leuchtende wand', ontworpen en uitgevoerd door Eugène Laudy; elk 40 meter lang en opgebouwd uit 30 ramen die 8 meter hoog zijn. Ieder raam is verticaal opgedeeld in zes kleinere ramen en voorzien van voorstellingen in glas-in-lood. De 30 ramen worden door betonnen, witgeschilderde penanten van elkaar gescheiden. In de linker ramen wordt een aantal eretitels van Maria volgens de Lauretaanse Litanie uitgebeeld en in de rechter ramen de lofzang op de schepping door de drie jongelingen in de vuuroven uit het Bijbelboek Daniël. In de korte vleugel van het kloosterdeel bevinden zich woonvertrekken en een eenvoudige trappartij. De lange vleugel is voorzien van gangen die langs de buitengevels lopen. Aan de voorpleinzijde bevinden zich op de verdieping de oorspronkelijke kamers van de kloosterlingen en op de begane grond wat grotere kamers ten behoeve van kloosterleven en kerkelijke organisatie. In kerk en klooster zijn veel oorspronkelijke houten (dubbele) deuren nog aanwezig. Het voorplein is in een rasterpatroon geplaveid met betontegels die omlijst worden door banden van rode klinkers. Aan de kloosterzijde is het plein voorzien van enkele borders. Centraal op het voorplein staat een vlaggenmast.
Waardering
De H.H. ANTONIUS EN LODEWIJKKERK met bijbehorend Franciscaner KLOOSTER en KLOKKENTOREN, gesitueerd rondom een VOORPLEIN, is van algemeen belang als essentieel toonbeeld van de vroege Wederopbouw vanwege;
- de cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het rooms-katholieke leven in het westen van Nederland en vanwege de indirecte herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, waarin de voorganger van de kerk aan de Prinsengracht, de Antonius van Paduakerk werd vernield;
- de architectuurhistorische waarde vanwege het belang van de zeer herkenbare kerk voor het oeuvre van de architecten, de zeldzame ellipsvorm van de kerkzaal gecombineerd met de hoekige beuken, klooster en klokkentoren die het voorplein omgeven en vanwege de toepassing van monumentale kunst, met in het bijzonder de glaswanden en levensboom van kunstenaar Eugène Laudy en de gevelversiering van Jacques van Rijn;
- de stedenbouwkundige waarde vanwege de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de ruimtelijke ontstaansgeschiedenis en context van de wijk en de markante hoge klokkentoren die als landmark in de directe omgeving fungeert.