Alblasserdam, Cortgene 8 - Grote Kerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Grote Kerk |
Genootschap: | PKN Hervormde gemeente Alblasserdam |
Provincie: | Zuid-Holland |
Gemeente: | Alblasserdam |
Plaats: | Alblasserdam |
Adres: | Cortgene 8 |
Postcode: | 2951ED |
Inventarisatienummer: | 01479 |
Jaar ingebruikname: | 1899 |
Architect: | Nugteren, A. |
Huidige bestemming: | hervormde kerk |
Monument status: | Rijksmonument 516070 (Kerk) 7094 (Toren) |
Geschiedenis
Interessante neokerk met toren. Gebouwd na sloop oudere kerk uit 1854, met behoud van de oude toren.
Monumentomschrijving Rijksdienst
Kerk
KERK van de Hervormde gemeente uit 1899 in neogotische stijl. De Grote Kerk ligt buitendijks, aan de Cortgene even terug van de weg aan een voorplein dat met een hek en bomen is omgeven. Direkt ernaast ligt de pastorie uit 1882 in neoklassieke stijl die voor bescherming van ondergeschikt belang is.
De consistorie aan de achterzijde van de kerk is recentelijk verbouwd waarbij een aantal binnenwanden zijn verwijderd en nieuwe lambriseringen zijn aangebracht. De originele kerklampen zijn in deze ruimte opgehangen. Tevens bevindt zich hier de oude kluis. De kerk heeft een nieuwe houten vloer en een nieuw bankenplan. Het ingangsportaal is middels een nieuwe glazen wand van de kerk afgesloten.
De NH Grote kerk uit 1899 is in de periode 1980 tot 2004 in fasen gerestaureerd. Medio 2004 was alles klaar. De kerk is sedert 1999 een rijksmonument.
Nadere omschrijving
De symmetrische kerk is opgetrokken in rode baksteen vanuit een Grieks kruisvormige plattegrond. De kerk heeft een samengesteld schilddak met steekkappen en een vierkante klokketoren met achthoekige opbouw en spits met leien in maasdekking.
De vensteropeningen zijn spitsvormig (in lichte mate). De ramen hebben drie maten waarbij telkens de hoogte verschilt. Tevens zijn er een aantal roosvensters. De vensters hebben ijzeren traceringen, rollagen en gemetselde onderdorpels. Meerdere dubbele houten deuren met ijzerbeslag.
De plinten en gekorniste cordonlijsten zijn in staande donkerrode baksteen uitgevoerd. Op alle hoeken bevinden zich lisenen met schouderstukken. Langs de dakranden telkens getrapt boogfries in het metselwerk. Kerk heeft zinken waterafvoerpijpen en houten daklijsten.
De toren is centraal in de voorgevel (zuid) opgenomen. Onderin de toren bevindt zich de hoofdentree met een spitsvormig entreeportiek. Een hardstenen trapje leidt naar de dubbele houten deuren onder bovenlicht met gietijzeren vierpassen.
Boven de entree een zandstenen gevelsteen met de tekst: "ter nagedachtenis van Cornelis Smit, 1784-1858", een gedenksteen die uit de gesloopte Koepelkerk afkomstig is. In de toren een groot venster in de voorgevel en aan alle zijden drie smalle galmgaten. Het vierkante torendeel eindigt met een opengewerkte borstwering met daaronder een boogfries. In de achthoekige torenspits boogfries en koperen wijzerplaten. Aan weerszijden van de toren in de voorgevel twee ijzeren roosvensters.
In de symmetrische rechterzijgevel bevinden zich twee entreepartijen met dichtgemetselde spitsboogvormige boogvelden. De deuren worden telkens geflankeerd door kleine spitsboogvormige vensters, in totaal vier. Boven de cordonlijst in het middenrisaliet vijf grote staande spitsboogvormige vensters en in de naastliggende geveldelen twee roosvenstertjes. De middenrisaliet in de symmetrische achtergevel heeft op de begane grond een risalerend geveldeel, hierboven een spitsboogvormig raam. Aan de zijflanken van de middenrisaliet spitsboogvormige deuren onder een roosvenster. Ernaast een spitsboogvormig venster. In de geveldelen naast het middenrisaliet een spitsboogvormig raam. In de linkerzijgevel heeft de middenrisaliet drie grote staande spitsboogvormige vensters en twee kleine spitsboogvormige vensters. Links een houten deur met spitsboog onder een roosvenster met tracering.
Interieur
In het tochtportaal enkele grafstenen en twee lancetramen. In de kerk bevinden zich vier balkons met een doorlopende houten paneellambrisering. De balkons steunen op gietijzeren zuiltjes met Korintisch kapiteel. In het balkon in de noordgevel tegenover de hoofdingang, een rijkbewerkte houten orgelkas. Op de begane grond een bewerkte eiken houten preekstoel met zeshoekig afdak en met een hangende zeshoekige kuip die aan de onderzijde een schubbenmotief heeft.
De kerk heeft een houten kap van kraalschoten. Het vlakke plafond en de schuine zijwanden van deze houten constructie rusten op houten klampen en worden bovendien met een ijzeren netwerk van trek- en hangstangen met in het midden een rozet, ondersteund. In het plafond een aantal vierkante ijzeren ventilatieroosters.
In de kerk bevindt zich een tweeklaviers orgel met pedaal, gemaakt in 1881 door de orgelmaker R. Meijer uit Veendam. In 1899 overgeplaatst naar het huidige kerkgebouw. Het instrument werd in 1982 gerestaureerd en uitgebreid door de fa. Reil uit Heerde. De uitbreiding is niet van waarde uit het oogpunt van monumentenzorg.
Waardering
De kerk is van algemeen belang wegens cultuur-historische waarde als voorbeeld van een laat negentiende eeuwse Nederlands Hervormde Kerk. De kerk is van algemeen belang wegens architectuur-historische waarde vanwege de herkenbare typologie en de neo-gotische bouwstijl; een voor de protestantse kerkbouw afwijkende bouwstijl. De kerk is gaaf in hoofdvorm, detaillering en materiaalgebruik. Het interieur is nagenoeg gaaf en vanwege orgelkas, preekstoel en houtconstructie van waarde.
De kerk heeft ensemblewaarde vanwege de beeldbepalende ligging buitendijks, aan de rand van Alblasserdam.
Toren
Toren der v.m. Herv. Kerk. Sober bakstenen bouwwerk uit de 15e eeuw, waarvan de klokkenverdieping versierd is met spitsboognissen en een fries van rondboogjes. Aan de noord- en zuidzijde van de toren is een travee van de zijbeuken bewaard. Korte, achtzijdige naaldspits. Klokkenstoel met klok van François Hemony, 1659, diam. 104,8 cm. Mechanisch torenuurwerk, vermoedelijk uit 1659, met elektrische opwinding. Houten zonnewijzer, schuin tegen de muur gesteld, vermoedelijk uit 1659.
Gebouwomschrijving SKKN
De Grote Kerk te Alblasserdam is in 1898 gebouwd naar ontwerpen van A. Nugteren op de plek en als vervanging van een kerk met koepel uit 1854 aan het Cortgene. De kerk ligt vrijstaand maar is vanaf de Dam niet direct zichtbaar vanwege tussenliggende hoge bebouwing. Vanaf de kant van de rivier is het monumentale kerkgebouw echter nog beeldbepalend. De pastorie dateert van 1882. Een verenigingsgebouw is in 1931 ontstaan, maar zou ten tijde van de inventarisatie vervangen worden. De Koepelkerk was ontworpen door architect W.P. Dijkgraaf te Delft en verving het oude middeleeuwse gebouw aan de Kerkstraat, ook wel de 'Nieuwe Kerk' genoemd. Deze 'Nieuwe Kerk' maakte deel uit van een groter geheel. In 1575 was de kerk te Alblasserdam in de strijd met de Spanjaarden in vlammen opgegaan. Omstreeks 1600 werd een deel van het verwoeste kerkgebouw weer gereed gemaakt voor de eredienst. Het schip van de kerk werd hersteld en de toren provisorisch opgeknapt. Het koor en de transepten bleven een ruine. Vandaar het onderscheid tussen een oude en een nieuwe kerk. Omdat de Nieuwe Kerk aanzienlijk kleiner was werd in 1838 een galerij gebouwd. De kerk bleef echter te klein en in 1852 vond de aanbesteding plaats van de koepelkerk. Deze kerk bleek echter zo slecht dat deze ruim veertig jaar later weer afgebroken moest worden. Ook de oude 'Nieuwe Kerk' werd in de loop van de 19de eeuw gesloopt. Alleen de toren bleef bewaard omdat deze eigendom was van de burgerlijke gemeente. Omdat de huidige kerk op dezelfde plek staat als de Koepelkerk heeft men gebruik moeten maken van een noodgebouw van 8 april 1898 tot en met 24 september 1899. De bouw van de Grote kerk werd gegund aan aannemer Breedveld uit Oud-Alblas. Het gebouw kon ingewijd worden op 1 oktober 1899; voorganger was ds. Heineman. Een gedenksteen uit de Koepelkerk die herinnerde aan Cornelis Smit werd boven de hoofdingang ingemetseld. In de jaren 1988-1996 heeft een grondige restauraie van het interieur plaatsgevonden. De vloer is daarbij vernieuwd over de oude heen met eikenhouten parket; nieuwe banken zijn geleverd door de fa. Bos uit Goudriaan. De kansel werd gerestaureerd en kreeg een nieuwe trap; het klankbord werd geheel vernieuwd en weer teruggebracht in de situatie van voor 1930. De deuren met spitsbogen aan weerszijden van de preekstoel zijn ook vernieuwd. Ook de psalmborden zijn nieuw waarbij wel gebruik is gemaakt van oud ornament. In de consistorie werd een nieuwe lambrizering aangebracht waarin een oude brandkast werd opgenomen. Ook het meubilair in deze ruimte is geheel vernieuwd.
Geschiedenis van het orgel. Bron: grotekerk.pknalblasserdam.nl
Het Meyer-orgel van de Grote Kerk
De geschiedenis van het orgel begint in de Koepelkerk. Deze kerk, de voorganger van de Grote Kerk, werd in 1854 in gebruik genomen. Pas in 1881 werd daar een 8 stemmen tellend orgel in gebruik genomen van de orgelbouwer Meyer. Al na enkele weken kwam men tot de conclusie dat dit orgel veel te weinig draagkracht had om 800 kerkgangers te kunnen begeleiden. Het nieuwe orgel dat Meyer daarna bouwde had twee klavieren en een aangehangen pedaal en werd ingewijd op 16 mei 1882. De Koepelkerk heeft door vochtproblemen slechts 44 jaar aan de Cortgene gestaan en moest in 1898 afgebroken worden wegens de te zwakke constructie. Toen de Grote Kerk in 1899 klaar was is het orgel opgebouwd op de huidige plaats. De Grote Kerk telde na de bouw 1300 zitplaatsen; het voor de Koepelkerk gebouwde orgel werd al snel als te klein ervaren. In 1903 breidde J. T. Kerper te Gouda, Piano- en Orgelhandel, het orgel uit met een Trompet en een Mixtuur op het hoofdwerk, een Vox Humana op het bovenwerk en werd de Cornet uitgebreid. In 1917 verving dezelfde orgelmaker de klavieren. Negen jaar later kreeg het een elektrische windmotor.
Omdat ds. Groenewegen in 1939 de noodklok luidde over de staat van het orgel kreeg Firma Van Leeuwen uit Leiderdorp de opdracht voor restauratie en uitbreiding. Hij plaatste een zinken Prestant, een pedaal met pneumatische lade met daarop drie stemmen. De Bourdon 16' werd voor zover het de houten pijpen betrof van zijn oorspronkelijke plaats tussen lade en front weggehaald en opgesteld aan de Cis-kant van de hoofdwerklade. Om er ruimte voor te maken werd de kast aan die zijde uitgebreid en het front met een loos veldje verbreed. Voor de symmetrie kreeg de andere kant ook een loos veld. Het bovenwerk werd uitgebreid met een zinken Hoorn-Prestant 8'. Ook werd de met de hand bediende pompinstallatie verwijderd en werden de speeltafel en registerknoppen gemoderniseerd. Reeds in 1960 begon het instrument -ook al door lekkages in het dak van de kerk- alweer gebreken te vertonen. In 1977 zwijgt het instrument -voorlopig- voorgoed. Gedacht wordt aan een nieuw instrument, maar later -door de invloed van Klaas Bolt- kiest men gelukkig voor restauratie. In 1980 begint Reil aan de demontage. De volgende zaken worden aangepakt: De Hoorn-Prestant vervalt, de Bourdon 16' kan weer achter het front, dus de verbreding vervalt; de houten pijpen van Bourdon 16' worden vernieuwd. De complete Meyer-kast wordt gereviseerd en er wordt een nieuwe pedaalkast met 3 nieuwe houten registers geplaatst op een mechanische pedaallade. Het in de loop der tijden verloren gegane ornamentswerk wordt opnieuw vervaardigd en op de torens worden nieuwe beelden geplaatst. Het front krijgt nieuwe pijpen en de laden en het regeerwerk worden geheel gereviseerd. Op het hoofdwerk komt een nieuwe Trompet en een nieuwe Mixtuur 2-3sterk in de bas. De Cornet wordt weer 3sterk en wordt tevens weer op de lade gezet. Op het bovenwerk komt een nieuwe Dulciaan 8’. In 2011 voerde Orgelmaker Reil groot onderhoud uit. Daarbij werd op wens van de organisten de Mixtuur uitgebreid met een 4-stemmig koor op de discant, de Cornet werd daarbij opgebankt. Tevens kregen de Mixtuur en de Trompet 8’ bas- en discantregisters. In 2012 is er een samenzang cd verschenen t.b.v. het zendingsechtpaar Van Horssen-Den Hoed, waarop het gerestaureerde orgel in volle glans is te beluisteren.