Berkhout, Kerkebuurt 172 - Hervormde Kerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Hervormde Kerk |
Genootschap: | PKN Hervormde gemeente Westkoggenland |
Provincie: | Noord-Holland |
Gemeente: | Koggenland |
Plaats: | Berkhout |
Adres: | Kerkebuurt 172 |
Postcode: | 1647MD |
Inventarisatienummer: | 05122 |
Jaar ingebruikname: | 1884 |
Architect: | Stuuwesuyk, A. |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 502457 |
Geschiedenis
Grote neokerk met toren.
Geschiedenis. Bron: pg-koggenland.nl
De kerk in Berkhout.
Wanneer de eerste kerk in Berkhout gebouwd werd is niet bekend.
Toch wordt er sinds 1300 gekerkt in Berkhout. Dit leert ons een oude akte in het archief van Hoorn gedateerd 24 juni 1381. In de loop der eeuwen is er verbouwd aan de kerk. In 1853 is het portaal aan de noordzijde zo bouwvallig dat men deze wil afbreken. De nieuwe ingang zal dan bij de toren zijn, men besluit in 1855 toch een nieuw voorportaal aan de noordzijde te bouwen. In 1878 krijgt men petroleumverlichting en wordt de noordzijde en de toren bedekt met nieuwe pannen. De zuidzijde is ook niet zo best meer en zal in 1883 ook in onderhoud gaan. Of dit gebeurd is weten wij niet, omdat op 3 december 1883 de kerk volledig afbrandde.
In 1573, na de reformatie, is de kerk overgegaan in protestants bezit. Van 1578 -1660 hadden Scharwoude en Berkhout samen één predikant. Diverse predikanten hebben in de pastorie naast de kerk gewoond.
Vijfentwintig jaar geleden zijn kerk en pastorie in andere handen gekomen.
De pastorie werd verkocht, daar zetelt tegenwoordig een tandarts met zijn gezin.
De kerk werd voor 1 gulden overgedragen aan de stichting Berkhouter Kerk.
Deze stichting beoogde een restauratie, op niet al te lange termijn.
In de periode vanaf 1985 werd er rond gekeken in de diverse kerkgebouwen en het multi functionele gebruik ervan. Plannen werden gemaakt, subsidies aangevraagd en vele malen afgewezen, bestuurders werden ouder en stopten, steeds kwamen er weer nieuwe bestuurders en uiteindelijk kan er nu aan de restauratie begonnen worden. Het is een kwestie van een lange adem hebben. Nog niet alle wensen kunnen ingewilligd worden, maar binnenkort gaat er toch iets gebeuren.
De enthousiaste vrijwilligers die al die jaren hebben doorgezet , hebben centjes bij elkaar gespaard en vele uren gewerkt om culturele evenementen plaats te laten vinden. Daarnaast is er door de bevolking geld ingebracht en door diverse acties van verschillende clubjes geld gedoneerd. Er moet nl. 35 % van de kosten voor de restauratie zelf betaald worden. De erediensten worden er op zondag om de drie weken gehouden. Ook is er plaats voor rouwdiensten en heeft de kerk een aula.
Monumentomschrijving Rijksdienst
KERKGEBOUW op T-vormig grondplan met toren aan de westzijde. De toren staat in het verlengde van de noklijn van de hoofdkap, een oost-west gericht zadeldak. De toren is half ingelaten in het muurwerk van de westzijde waardoor de oostelijke onderzijde van de toren deel uitmaakt van het interieur. De belangrijkste zijde van de kerk is de noordzijde. Deze noordzijde is gericht op de Kerkebuurt. De noordzijde heeft een risalerende middenpartij (de poot van het T-vormig grondplan). De middenpartij heeft een puntgevel waarvan het achterliggende zadeldak als een dwarskap op de hoofdkap aansluit.
Het muurwerk van het exterieur is uitgevoerd in rode baksteen dat horizontaal wordt geleed door een gecementeerde plint, hardstenen cordonlijsten, friezen in metselmozaïek en speklagen. Het schuin opgaande muurwerk van de topgevels is trapsgewijs uitgemetseld. Het muurwerk heeft een verticale geleding door uitgemetselde muurdammen op de zes hoeken. Deze muurdammen hebben evenals de puntgevel van de middenrisaliet een bekroning door een obelisk in natuursteen. De noordzijde heeft aan weerszijden van de middenrisaliet ook pilasters, die vanaf vensterhoogte geblokt zijn. De zuidzijde (achterzijde) is een lange zijde van vijf traveeën, gevormd door getrapte muurdammen. De oostzijde (linkerzijde) is een brede puntgevel ter breedte van drie vensterassen waarvan de middelste as een spaarveld bevat. De westgevel is in opzet vergelijkbaar, doch heeft in het midden het half ingelaten torenvolume.
De toren staat op vierkant grondplan en wordt evenals het muurwerk van de kerk verticaal geleed door uitgemetselde muurdammen op de hoeken en horizontaal door cordonlijsten ter hoogte van de diverse segmenten waaruit de toren is opgebouwd. Deze opbouw bestaat tot aan de noklijn van de hoofdkap uit drie min of meer kubusvormige segmenten, waarin onder meer de westelijk ingang tot de kerk en enige smalle rondboogvensters zijn opgenomen. Het derde segment wordt afgesloten door een omgaand fries in tegelwerk. Boven het fries staat het bovenste (vierde) segment met rechthoekige hoofdvorm. Dit segment heeft aan vier zijden galmgaten onder rondboogvensters. Boven deze vensters bevinden zich wenkbrauwen op consoles met eikenblad motief. Het vierde segment heeft in natuursteen uitgevoerde obelisken op de vier hoeken en daartussen puntgevels waarop zich wijzerplaten van uurwerken bevinden. De afsluitende spits is achthoekig en wordt bekroond door een windvaan met weerhaan.
De vensters zijn merendeels verticaal van hoofdvorm en worden door een rondboog afgesloten. De kozijnen zijn van hout en vormen vijf ramen: twee gekoppelde en onder rondbogen geplaatste ramen; daarboven een rond raam en in de restruimten aan weerszijden daarvan sikkelvormige ramen. Ter hoogte van de aanzet van de bogen bevindt zich steeds een korintisch kapiteel. De houten ramen hebben een meerruits roedenverdeling met blank glas. De geveltoppen hebben ronde vensters met decoratieve tracering in ijzer en hout waartussen blank glas is gevat. De kerk wordt bereikt via dubbele paneeldeuren in de risalerende middenpartij en in de toren. De deuren hebben een getoogd kalf en een halfronde afsluiting met daarin decoratief houten en ijzeren raamwerk met blank glas.
De diverse dakvlakken en de torenspits zijn bedekt met lei in Maasdekking, het noordelijk dakschild heeft echter een losange-achtige bekleding terwijl de dwarskap lei in Rijndekking heeft. Mechanisch torenuurwerk van Volke, 1904.
Het interieur heeft witgepleisterde muren en een geheel houten gewelf met gesneden consoles en ijzeren spanstaven. Tegen de oostelijke torenmuur hangt een in zwart en goud uitgevoerd orgel met aan weerszijden een houten balkon op gietijzeren zuilen. Het orgel met 2 klavierenen 20 registers heeft een ovale plaquette met daarop: ""W. van Dam en Zonen FECIT Leeuwarden Ingewijd 25 nov 1888"". Aan het gewelf hangen vijf grote koperen kroonluchters, boven het koor hangen twee kleinere koperen kroonluchters en tegen de muren bevindt zich nog het oorspronkelijke bankenplan.
Waardering
Het kerkgebouw is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als hoofdonderdeel van het beschreven complex (zie complexwaardering).