Blokker, Westerblokker 44 - Michaël (1853 - 1972)
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Michaël |
Genootschap: | Rooms-Katholieke Kerk |
Provincie: | Noord-Holland |
Gemeente: | Hoorn |
Plaats: | Blokker |
Adres: | Westerblokker 44 |
Postcode: | 1696AG |
Inventarisatienummer: | 06189 |
Jaar ingebruikname: | 1855 |
Architect: | Theo Molkenboer (1796 - 1863) |
Huidige bestemming: | kantoorruimten |
Monument status: | Gemeentelijk monument |
Geschiedenis
Neoclassicistische kerk met toren. Rechts tegen de kerk aan een mooie (voormalige) pastorie. Buiten gebruik 1972, toen de nabij gelegen nieuwe Rooms-Katholieke St. Michaëlkerk in gebruik werd genomen. Later bedrijfsruimte. De torenspits is verwijderd, ramen zijn dichtgetimmerd.
Het Van Dinter-orgel uit 1858 kreeg in 1977 een nieuwe bestemming in de St. Lambertuskerk te Nistelrode. Achter deze voormalige kerk een mooi R.K. kerkhof, met o.a. een Heilig Hartbeeld (ook Gemeentelijk monument). Nieuwe torenspits (herbouwd in oude vorm) geplaatst 2 juli 2014.
- 2017 Kerk, met torenspits, is in verdere restauratie en herbestemming tot kantoorruimte.
Algemeen
Deze kerk betreft één der drie kerkgebouwen die Westerblokker telt. Zij zijn ooit gewijd aan de aartsengel Michaël en zijn dan ook naar hem vernoemd. Zij zijn respectievelijk het P.K.N.-kerkgebouw (v/h N.H.-kerk) aan de Westerblokker hoek Kolenbergstraat als oudste, het voor de eredienst niet meer in gebruik zijnde R.K. kerkgebouw Westerblokker 44 en het na-oorlogse R.K. kerkgebouw in de Plantage 29 van architect J.G. Groot. Het kerkgebouw Westerblokker 44 is als bedehuis in 1972 buiten gebruik gesteld, waarna er zich een tapijthandel en vloerbedekkingsbedrijf in vestigde.
Ook Tapijtkerk.
De architect
In zijn tijd was architect Th. Molkenboer (1706-1863), geboren in Rijnsaterswoude, een bekende en veelgevraagde architect. Vooral uit rooms-katholieke kringen ontving hij vele opdrachten. Zo kon hij bogen op de uitvoering van meer dan 70 ontwerpen voor een r.k. kerkgebouw. Voorbeelden zijn de ontwerpen voor de Duif, de Rededemptoristenkerk, beide te Amsterdam, de Onze Lieve Vrouwe Onbevlekte Ontvangenis te Leiden, de St. Franciscuskerk te Bolsward, maar ook dichter in de buurt, zoals de St. Martinuskerk in Westwoud, de Maria Visitatie in Oosterblokker en de Johannes de Doper te Hoogwoud.
Zijn werk werd vooral gekenmerkt door de toepassing van, vaak wel wat denigrerend genoemd, “de stucadoorsgotiek”, als aanvangsperiode van de neogotiek. Dat wil zeggen het afdekken van constructies met gips- of pleisterwerk en het vervaardigen van schijnconstructievormen en -ornamenten met dat materiaal, vaak op een bodem of bed van riet of latten, zoals plafonds, wanden op regelwerk, enz.
Bouwgeschiedenis
Rond 1850 kreeg de voorgaande kerk wegens steeds verdergaande bouwvalligheid de wel denigrerende bijnaam “de akelige schuur”. Mede doordat in deze tijd uitgezien werd naar een nieuwe pastoor en het parochiebestuur een nieuwe pastoor niet een parochie wilde aanbieden met een sterk vervallen kerkgebouw, dat bovendien een onaangename bijnaam droeg, is besloten tot de bouw van het huidige kerkgebouw. Aldus werd op 14 september 1852 bij kastelein Jan Karsten in de herberg Het Gouden Hoofd de aanbesteding gehouden ten overstaan van notaris Lippits te Hoorn. Het werk werd aangenomen door de aannemer M. van Berkum te Utrecht voor ƒ 23.800,- naar ontwerp van architect Th. Molkenboer.
De bouwplaats werd bepaald “juist vóór de plaats van de akelige schuur”. Op 18 september 1852 werd “de eerste steen der fundamenten” gelegd door een aantal vooraanstaande rooms-katholieken en gemeenteambtenaren. Op 7 maart 1853 werd de eerste steen of hoeksteen gelegd en de voorlopige inzegening werd verricht op 19 december 1853. Tenslotte vond de wijding plaats op 2 augustus 1855.
Spoedig na de buitengebruikstelling in 1972 is de gehele inrichting uit het gebouw verwijderd en de ruimte ontmanteld. Het orgel met zijn neo-rococo kas is herplaatst in de rooms katholieke kerk in Nistelrode. Enige andere inrichtingsonderdelen zoals de preekstoel, het hoofdaltaar, de kruisweg en een aantal beelden werden opgenomen in de St. Bartholomeuskerk te Ubbergen. Het is nauwelijks voor te stellen dat de vroegere van rijk voorziene kerkruimte (schepen) van aankleding en ornamentiek in de trant van het “voorbije rijke roomse leven”, nu een koele en lugubere beleving oplevert. Slechts het beschadigde bijaltaarstuk, een wandschildering en een marmeren tekstplaat zeggen ons nog iets over de functie van het gebouw. Kort nadien is tevens de torenspits verwijderd.
Op 20 september 1973 tijdens een “mudvol” café “Het Gouden Hoofd” in Westerblokker is bij “opbod en afslag” na het roepen van “mijn” door Simon Doodeman de kerk en belendende pastorie in zijn eigendom overgegaan voor ƒ 27.000,- ten overstaan van notaris mr. B.E.A.M. Schreurs te Hoorn. Spoedig daarna vestigde hij er een tapijthandel en vloerbedekkingsbedrijf in.
Besluit tot herstel
Echter, door steeds meer opkomende wensen van bevolking en van erfgoedkringen om mogelijkheden te onderzoeken tot herstel, heeft uiteindelijk onder initiatief van Stichting Stadsherstel Hoorn het onderzoek geleid tot restauratie van de voorgevel en plaatsing van een nieuwe torenspits als eerste fase van algeheel herstel van de kerk. De plaatsing van de nieuwe spits, nagenoeg identiek zijnde aan de oorspronkelijke, alsmede de voltooiing van het herstel van de overige delen van de voorgevel, vormden op 2 juli 2014 de bekroning van de eerste fase.
Beschrijving van het gebouw
Het betreft een eenvoudige, van oorsprong drie-beukige dorpskerk op een rechthoekige grondslag, dus met rechte achtersluiting (koorsluiting) gebaseerd in eclectische stijl gebaseerd op neo-romaanse en neo-gotische stijlkenmerken. In 1913 heeft aan de oostzijde van de kerk een uitbreiding plaatsgevonden, die de kerk een vier-beukige grondslag gaf. Het hele gebouw is opgetrokken met roodbruine baksteen met een vol-en-zat kruisverband, behalve de oostelijke gevel die een snijvoeg toont.
De toren
Een toren met nagenoeg een vierkante grondslag, gedeeltelijk ingekast in het midden van de voorgevel. De toren telt vier geledingen, waarvan de onderste begrensd wordt door een hardstenen plint. Deze geleding functioneert hoofdzakelijk als toegang met een dubbele deur, elke helft voorzien van vier panelen. Het bovenlicht bestaat uit vier naast elkaar staande ruiten gescheiden door verticale roeden. Een cordon- of druiplijst tussen het bovenlicht en de daarboven iets uitkragende, zandstenen rondboog, waarvan de boogtrommel of timpaan een hoogreliëf toont van een Grieks kruis omvat door een cirkel, vormt de overgang van de eerste naar de tweede geleding. Boven de boog toont een zandstenen tekststeen met een eenvoudige omlijsting de tekst:
- D.O.M.
- Anno Domini MDCCCLII
- XVIII mensis octobris
- primum lapidem posuit
- Cornelis Ruiter pastore
- Reiniro van Koolwijk
Hetgeen betekent: Aan de Beste Grote God in het jaar Onzes Heren 1852 op de 18e van de maand oktober is de eerste steen gelegd door Cornelis Ruiter, pastoor Reinier van Koolwijk.
De tekststeen in de voorgevel
In de grote nis met iets uitkragende rondboog staande op de cordonlijst tussen de tweede en derde geleding stond voorheen een beeld van de aartsengel Michaël. Bij de ontmanteling van de kerk na de buiten gebruiksstelling van 1972 heeft deze een nieuwe opstelling in de St. Michaëlskerk in de Plantage gekregen. De derde cordonlijst vormt de overgang naar de vierzijdige vierde geleding als vrijstaand deel van de toren. Elke zijde of gevel eindigt in een wimbergachtige vormgeving en op elk der nokken ervan prijkt een natuurstenen kruisbloem. Het grootste deel van de zijgevels van het vrijstaande deel van de toren wordt ingenomen door een houten als galmboord functionerend rondboogkozijn met midden-montant of deelstijltje. Sinds 1943, het jaar van in beslagname van de klokken door de Duitsers, heeft de toren geen klokgelui meer kunnen voortbrengen.
Een achtkantige spits eindigende in een vergulde bol met daarop een naaldvormig ornament vormt tenslotte de bekroning van toren en eerste fase van restauratie.
De voorgevel
De voorgevel rust op een hardstenen plint, evenals het linker geveldeel tot aan de aanbouw van 1913. De oostelijke en westelijke zijhoeken zijn als hoekpilasters uitgevoerd. Deze pilasters worden bekroond door een forse pinakel.
Links en rechts van de toren rust op een cordonlijst van Bentheimerzandsteen een groot rondboogvenster met een glas-in-lood dichting. De uitkragende ontlastingsboog van elk staat op nog iets verder uitkragende aanzetstenen. Een eindlijst dekt de gevel af.
De voorgevel van de uitbreiding
Deze is onderdeel van de oostelijke terugliggende uitbreiding van 1913. Zij is voorzien van een lessenaarsdak, dat eveneens voorzien is van een maas-leidekking. Het metselwerk hiervan heeft echter een snijvoeg gekregen. In de voorgevel van de uitbreiding bevindt zich een dichtgezet rondvenster en geheel omvat door een rollaag. Daaronder bevindt zich een hardstenen druiplijst. Evenwijdig aan de daklijst loopt nog een klimmend boogfriesje.
De oostelijke zijgevel
Deze langsgevel van de uitbreiding is opgedeeld in vijf traveeën. Zij zijn onderscheiden door vijf pilasters van welke de zuidelijkste een hoekpilaster vormt. De gootlijst wordt ondersteund door gootklossen. Direct onder de goot ontwaart men een bloklijstje. De drie middelste traveeën tonen elk een rondboogvenster voorzien van glas-in-lood ramen. Zij tonen de letters (initialen?) R en V.R.W en de getallen (jaartallen?) 1830 en 1850. De betekenis ervan is nog onduidelijk. De ontlastingsrondbogen bestaan uit een rollaag. De panelen staan op een vensterbank van gietijzer.
De achtergevel van het oorspronkelijke schip
Op de achtergevel ligt een rollaag eindigende in een zogenaamde tuit, afgedekt met een hardstenen plaat. In de top toont een rondvenster omgeven door een rollaag zijn bloemvormige radtracering. Daaronder in de gevel zijn drie rondboogvensters opgenomen, waarvan er één een blind venster is. De bogen bestaan eveneens uit een rollaag. Deze vensters zijn voorzien van een middenstijl in de boogtrommel overgaand in een siertracering. De vensterbanken of onderdorpels bestaan uit bakstenen afzaten.
Dit geveldeel heeft een eenvoudige vorm die beëindigd wordt door de schuinoplopende rand van het lessenaarsdak. In dit geveldeel is ook een rondboogvenster opgenomen met twee stijlen of montants die overgaan in een siertracering.
Het interieur
Het interieur is vlak na de buitengebruikstelling op de drie vorengenoemde onderdelen na geheel ontmanteld. Slechts ruimtelijk en architecturaal, alsmede door deze nog aanwezige artefacten, is nog herkenbaar dat het gebouw een kerkgebouw betreft.
De wanden, plafonds en gewelven zijn gepleisterd of gestuukt overeenkomstig de wijze van de zo genaamde toen in zwang zijnde “stucadoorsgotiek”-periode. Door langdurig achterstallig onderhoud, ontmanteling en gebruik tijdens de bedrijfsperiode van de tapijthandel, is veel schade ontstaan aan pleister- en stucwerk. Veel scheuren en uitgevallen delen in het pleisterwerk zijn het gevolg.
De uitbreiding van 1913 had tot gevolg, dat de kerkruimte in een vier-beukige ruimte werd gewijzigd. Naast de twee rijen reeds bestaande zuilen met neo-korintische kapitelen, is toen de oorspronkelijke oostelijke muur vervangen door een rij pilaren, die tevens een arcade vormt. Het middenschip heeft een houten, gestuct tongewelf, de twee oorspronkelijke zijschepen een houten, gestuct plafond en het schip van de uitbreiding een houten, gestuct gewelf. De pilaren tussen de uitbreiding en het oostelijke oorspronkelijke schip zijn onderdeel van een arcade (bogenrij).
Noordelijke inpandige gevel
Grenzend aan de gevel bevindt zich de onttakelde galerij voor het voormalige orgel en het koor.
In het oostelijk geveldeel van de toegang bevat een nis een half vrijstaande in gips gegoten religieuze voorstelling van ongeveer 150x150 cm in de vorm van een beeldengroep. De inscriptie op dit ensemble vermeldt de naam van de beeldhouwer/gipsgieter Johannes Pieter Maas (*1861 's-Hertogenbosch - †1941 Haarlem). De aan de Bossche Koninklijke School voor Beeldhouwkunst opgeleide kunstenaar was nadien onder andere in de leer bij de Haarlemse beeldhouwer F.L. Stracke. In 1893 opende hij een eigen atelier in Haarlem en was door J.T.J. Cuypers betrokken bij de bouw van de nieuwe St. Bavokerk te Haarlem om de ontwerpen voor de banken en de kapitelen van de zuilen en pilaren te maken. De grondslag, waar de uitbeelding op rust en de tekst “H. Anthonius bid voor ons”, kan de aanzet zijn geweest of onderdeel van een voormalig bijaltaar. De voorstelling betreft daardoor waarschijnlijk een retabel of altaarstuk van het bijaltaar gewijd aan St. Anthonius van Padua, hier in het midden als staande figuur en dragende het Christuskindje. Sint Anthonius geldt als de patroonheilige van de Franciscanen, vrouwen, kinderen, armen en zieken. Al de genoemde categorieën zijn hier in naturalistische vorm uitgebeeld, hetzij in zittende, hetzij (half-)liggende of knielende houding in gips gegoten.
Westelijke inpandige gevel
Eén der blindnissen of -vensters is gebruikt voor het aanbrengen van een muurschildering van een ingekleurd heuvellandschapstafereel met op het hoogste punt weergegeven enige in oriëntaalse stijl gebouwde huizen. Verticaal over het gehele beeld is een kruis in “glacis” (een doorschijnende schildertechniek) aangebracht. De symbolische betekenis is niet bekend.
De wandschildering
Dezelfde wand draagt met kennelijk een eenvoudige tijdelijke ophangconstructie een marmeren plaat voorzien van een tekst in diepreliëf van H. Anthonius van Padua.
Het Heilige Hartbeeld
Het heilige hartbeeld, dat buiten voor de kerk stond is herplaatst achter in het achterliggende kerkhof. Ook dit werk is van J.P. Maas.
De volgende fase van herstel is nog onbekend. Na herstel zal dit artikel worden aangepast aan de dan geldende toestand.
Blokker, augustus 2014. Tekst: H. Overbeek.
- Bron: Oudhoorn.nl
In de media
- Persbericht Gemeente Hoorn, 20 juni 2014
Feestelijke plaatsing toren op Molkenboer- kerk St Michael te Blokker
Onder aanvoering van ca 150 schoolkinderen van de aan de overkant gelegen St Jozefschool zal op woensdag 2 juli 2014 om 10.00 uur het startschot worden gegeven voor het plaatsen van een nieuwe toren op de St.Michaelkerk te Blokker. De kerk die in de jaren ’70 zijn spits verloor, krijgt een nieuwe gelijke toren met een hoogte van ca 15 meter,waardoor de totale hoogte uitkomt op 30 meter,met een gewicht van 23 ton. De feestelijke plaatsing wordt verricht door Judith de Jong , wethouder Erfgoed van de Gemeente Hoorn, onder begeleiding van de vele grote en kleine ballonnen zal de toren worden opgehesen en geplaatst op de kerk tezamen met de 4,5 meter hoge pinakels, aan beide zijden van de kerk.
Externe link
- [[1]] over architect Molkenboer.