Bunnik, Stationsweg 36 - St. Barbara
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | St. Barbara |
Genootschap: | Rooms-Katholieke Kerk |
Provincie: | Utrecht |
Gemeente: | Bunnik |
Plaats: | Bunnik |
Adres: | Stationsweg 36 |
Postcode: | 3981AC |
Sonneveld-index: | 03968 |
Jaar ingebruikname: | 1940 |
Architect: | Alphonse Boosten (1893-1951) |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 511596 |
Geschiedenis
Belangrijke kerk in de stijl van de Delftse School met massieve klokkentoren. De toren is bijzonder vormgegeven, aangezien deze tegen de zuidgevel een halfronde uitbouw heeft. Dit verleent de toren een onverwacht expressief karakter. Het is juist, zoals het monumentenregister schrijft, dat deze uitbouw dient ten behoeve van de trap die naar het plat op de toren leidt. Maar de opmerkelijke vormgeving van de toren heeft ongetwijfeld ook een symbolische achtergrond. Zij verwijst waarschijnlijk naar de rol die de toren speelt in het martelaarschap van de heilige Barbara. Haar heidense vader, Dioscurus, sloot Barbara namelijk op in een toren om haar te vrijwaren van de vele jongemannen die naar haar hand dongen. De St. Barbara is vrijwel de enige kerk van architect A. J.N. Boosten boven de grote rivieren (een andere was de (gesloopte) H. Sacrament in Arnhem). Het interieur van de St. Barbarakerk bevat een belangrijke serie glas-in-loodramen.
Orgel
De Sint Barbarakerk werd rond 1939 voltooid. In 1940 kocht men het Maarschalkerweerd-orgel uit de Dominicuskerk te Utrecht. Dit orgel uit 1872 werd in 1963 verkocht aan de Sint Laurentiuskerk te Bilthoven. In de Barbarakerk werd een nieuw orgel gemaakt door Flentrop. Het orgel werd in 1964 opgeleverd. In 2010 is het orgel gerestaureerd door de firma Flentrop. Op 17 oktober 2010 werd het weer in gebruik genomen tijdens een feestelijke kerkdienst, waarbij het orgel bespeeld werd door vaste organist Hiroko Imai, gedeeltelijk vierhandig samen met Wouter Koelewijn.
- (Bron:Orgeldatabase)
Monumentomschrijving Rijksdienst
De rooms-katholieke Barbarakerk is gebouwd in 1939-1940 in Delftse Schoolstijl. Het ontwerp is van de Maastrichtse architect Alphons Boosten en is de eerste kerk van Boosten die buiten de provincie Limburg is gebouwd. De kerk in Bunnik werd gebouwd op een terrein dat gratis door gravin douairière de Leusse beschikbaar was gesteld. De eerste steen werd gelegd op 26 juli 1939. De kerk werd op 9 oktober 1940 gewijd. Het interieur van de kerk is in 1975 aan de nieuwe liturgische normen aangepast, waarbij men nauwelijks de oorspronkelijke architectonische waarde van de kerk heeft aangetast. De pastorie is in 1957 verbouwd . In 1975 zijn de stalen ramen conform de oude vernieuwd.
Omschrijving
Een op de hoek van de Stationsweg en Koningin Julianalaan gelegen bakstenen KRUISBASILIEK met aangebouwde PASTORIE onder met rode en grijze Romaanse pannen en rode leipannen gedekte, overstekende zadel- en lessenaarsdaken met verschillende nok- en goothoogten. De kerk heeft een draagconstructie van gewapend beton. De algemene opzet van de kerk en pastorie bestaat uit een entreepartij met toren rechts aan de westzijde, waarachter een schip van vier traveeën lengte met lagere zijschepen, een weinig verhoogde kruising met lagere transepten. De kruising loopt door in het deels ingebouwde, halfrond koor met kooromgang. Tegen de kopgevel van het zuidelijke transept is de pastorie aangebouwd. De massieve gevels zijn in gele baksteen opgetrokken (vlaams verband), waarin voornamelijk rondboogvensters met glas-in-lood ramen zijn gezet. In de voorgevel en de kopgevels van de transepten zijn grote rozetramen met drie in elkaar gevlochten cirkelvormen gezet (symbolisering van de Drieëenheid). De gevels worden onder de dakrand afgesloten door middel van een teruggelegen band met halfronde uitmetselingen, waarop de overstekende dakgoot rust. De uiteinden van de gevels zijn voorzien van een natuurstenen kraagsteen. Het bouwvolume van de entreepartij is dwars tegen het schip geplaatst en heeft links een halfronde uitbouw ten behoeve van de Mariakapel. Aan de rechterzijde sluit het op een vierkante hoektoren aan. De entreepartij is aan de westzijde opengewerkt met drie, brede rondboogvormige doorgangen. De massieve klokkentoren heeft tegen de zuidgevel een halfronde uitbouw ten behoeve van de trap die naar het plat op de toren leidt. Op dit plat is een achtkantige spits gezet. De galmgaten hebben een rondboogvorm. Ter weerszijden van de wijzerplaat is in de gevel een betonnen waterspuwer gemetseld. In de oksels van schip en transepten bevinden zich kleine uitbouwen met een rondboogvormige portiek, waarin een ingang naar het transept. Het interieur karakteriseert zich door het gebruik van baksteen. De traveeën worden door middel van rondbogen tussen de zijschepen en schip gevisualiseerd. Ook de kruising wordt gemarkeerd door grotere rondbogen. Alle rondbogen hebben geen aanzet, maar lopen over in de muur. Het schip en transepten zijn voorzien van ribloze, bepleisterde kruisgewelven. Voor de interieuraankleding werden een aantal kunstenaars benaderd.
De ontwerpen van de kerkbanken en biechtstoel worden toegeschreven aan Boosten. De muurschildering van de verheerlijking van Christus op de berg Tabor in de absis en in de gewelven in het priesterkoor zijn in 1940 vervaardigd door Charles Eyck. Glazenier Wim van Woerkum uit Nijmegen vervaardigde de 21 glas-in-lood raampjes met taferelen uit het leven van de patrones Barbara (elf stuks) en de sacramenten (tien stuks). De kruiswegwegstaties van geglazuurd keramiek zijn van J.A. van Rhijn, terwijl de beelden van Christus Koning en Antonius aan beide zijden van het priesterkoor zijn vervaardigd door Wim van Hoorn, die ook het grote rozetvenster in het zuidelijke transept van glas-in-lood voorzag (Heilige Drieëenheid en neerdaling van de Heilige Geest). Het beeld van S. Barbara nabij het koor is van Albert Termote. Henri de Groot was verantwoordelijk voor het smeedwerk, dat ondermeer terug te vinden is in het hekwerk van de koorzolder. Het orgel met drie manualen en pedaal is in 1963 door D.A. Flentrop gebouwd.
Pastorie
De PASTORIE, die aan de zuidzijde met het transept verbonden is, bestaat uit twee bouwvolumes. Het linker volume of tussenlid sluit aan op de kerk en heeft een asymmetrisch zadeldak. De westgevel bestaat uit één bouwlaag. In het dakschild is aan deze zijde een groot dakkapel onder plat dak gezet. Rechts van het tussenlid bevindt zich de woning van twee bouwlagen onder zadeldak met hogere nok. De westgevel van de woning heeft een asymmetrische indeling van zes vensterassen. Op de derde as van links bevindt zich de hoofdingang tot de woning. Deze ligt verdiept in de gevel. Boven de ingang is een balkon met ijzeren spijlenhek bevestigd. De vensters op de verdieping zijn voorzien van een dubbel draairaam met horizontale roedenindeling. De vensters in de eerste bouwlaag zijn gewijzigd. De lange oostgevel heeft links een vierlichtsvenster met dubbele tuindeuren en zijlichten. Hierboven springt de gevel terug. Over de volle breedte van de terugsprong is een balkon gerealiseerd. Het hekwerk hiervan valt niet onder de bescherming. Ter rechterzijde van het vierlichtsvenster bevindt zich een roedendeur, een rondlicht met tuimelraam en tot slot twee vensters. In de tweede bouwlaag zijn zich drie vensters met dubbele draairamen gezet. Rechts hiervan is het tussenlid gebouwd. De gevel hiervan springt naar voren en bestaat uit anderhalve bouwlaag. De gevel heeft hier drie vensters en een deur. Boven de deur bevindt zich in de halve bouwlaag een rondvenster en een venster met dubbel draairaam rechts daarvan. Het interieur en plattegrond van de pastorie verkeren nagenoeg in originele staat. De trappartij met houten treden en dichte balustrade is strak vormgegeven. De scheidingsmuur tussen gang en vergaderkamer is boven de deur voorzien van een rij rondlichten.
Waardering
De Barbarakerk met pastorie is van algemene architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een kruisbasiliek in Delftse Schoolstijl, alsmede van belang als onderdeel in het oeuvre van architect A. Boosten. Tevens van ensemblewaarde als markeringpunt in de bebouwde kom van Bunnik.