Doetinchem, Prins Hendrikstraat 36 - O.L. Vrouw ten Hemelopneming
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | O.L. Vrouw ten Hemelopneming |
Genootschap: | Rooms-Katholieke Kerk |
Provincie: | Gelderland |
Gemeente: | Doetinchem |
Plaats: | Doetinchem |
Adres: | Prins Hendrikstraat 36 |
Postcode: | 7001GL |
Inventarisatienummer: | 11273 |
Jaar ingebruikname: | 1934 |
Architect: | Valk, H.W. |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 513135 |
Geschiedenis
Buitengewoon belangrijk werk van architect H.W. Valk. Robuuste kerk met westtoren en kruisingtoren.
Monumentomschrijving Rijksdienst
De ROOMS-KATHOLIEKE KERK O.L. VROUW TEN HEMELOPNEMING met PASTORIE, gelegen ten oosten van de Prins Hendrikstraat, is in 1934 gebouwd naar ontwerp van de architect H.W. VALK (1886-1973) uit `s-Hertogenbosch. De kerk is gebouwd tijdens de ambtsperiode van pastoor W.F. Amse (1933-1965) en diende ter vervanging van de oude kerk aan de Waterstraat (inmiddels gesloopt) die te klein geworden was. De oude kerk beschikte over 331 zitplaatsen terwijl zich in Doetinchem 2000 kerkgangers bevonden. Er was dus dringend behoefte aan een nieuw kerkgebouw. Deze werd gepland ter plaatse van de stadsuitbreiding in zuidoostelijke richting waardoor de kerk meer in het centrum van de parochie kwam te staan. De nieuwe `christo-centrische' kerk (met het altaar als middelpunt van de kerk, waar de aandacht van de gelovigen naar getrokken moet worden) vertoont elementen die zijn ontleend aan de Romaanse en gotische kerkenbouw. Naast de kerk is een pastorie gebouwd die door middel van een gang met de kerk in verbinding staat. Rechts van de kerk kwam het zusterhuis van de hand van de Doetinchemse architect G.J. Graafsma.
De pastorie vertoont invloeden van de Delftse school, die hier tot uitdrukking komen in het gebruik van baksteen, de grote dakvlakken en de invloeden van de eenvoudige landelijke bouwkunst. De kerk en de pastorie zijn nog steeds als zodanig in gebruik. Het zusterhuis is nu in gebruik door het Graafschap College en is van binnen sterk verbouwd waardoor het zusterhuis niet meer voor bescherming in aanmerking komt.
Omschrijving
De KERK is opgetrokken uit handgevormde bakstenen (roodbruin) waarvan de afmetingen herinneren aan de vroeg-middeleeuwse kloostermoppen. Het overstekende dak met mastgoot rust op een geprofileerde bakstenen lijst. De vensters van de kerk, dikwijls bezet met glas-in-lood, bezitten een bakstenen raamtracering binnen een omlijsting van hol- en kraalprofielen. Het met Romaanse pannen gedekte bouwwerk is vrijwel symmetrisch gebouwd. De plattegrond heeft de vorm van een Latijns kruis: het schip met zijbeuken en half ingebouwde toren, de transepten met zijbeuken en het koor met vijfzijdige koorsluiting. In de oksels van de dwarsarmen zijn aanbouwen opgetrokken en aan de zuidoostzijde van de kerk is een dagkapel gebouwd. Een diagonaal geplaatste gang verbindt het noordelijk transept van de kerk met de pastorie. De TOREN, opgebouwd uit vier geledingen, is afgesloten door een tentdak waar op de top een kruis met een haan is geplaatst. De toren is halverwege het schip ingebouwd en de zijbeuken zijn gedeeltelijk langs de toren doorgetrokken. De overhoeks geplaatste steunberen verjongen bij de geledingen. De oostzijde van de toren steekt met twee geledingen boven het zadeldak van het schip uit. Halverwege de eerste geleding, die veel hoger is dan de overige drie geledingen, verjongt de steunbeer eveneens halverwege. In deze geleding bevindt zich de ingangspartij bestaande uit een hoog gedrukt spitsboogvenster met bakstenen traceringen en hol- en kraalprofielen. Een dubbele houten opgeklampte deur met smeedijzeren nagels heeft aan de bovenzijde de vorm van een segmentboog. Tussen het hoge venster en de deur bevindt zich een vierdelig boogfries met onder de middelste twee bogen een venster. De middelste twee geledingen zijn identiek. De steunberen bevatten hier aan drie zijden blindnissen. Twee blindnissen doorbreken alle zijden van de toren. De vierde geleding, die lager is dan de overige geledingen, bevat aan alle zijden twee galmgaten.
Het SCHIP telt vijf traveeën die bij de lichtbeuken geleed worden door steunberen met ezelsruggen. De zijbeuken tellen vier traveeën; de drie oostelijke traveeën met driedelige spitsboogvensters zijn gelijk aan elkaar, de westelijke travee steekt voor het schip uit en bevat een enkel spitsboogvenster. De traveeën zijn gescheiden door steunberen met zowel aan de bovenkant als halverwege een afzaat. Boven de zijbeuken zijn vijf gedeelde spitsboogvensters zichtbaar.
De TRANSEPTEN met zadeldak en zijbeuken zijn in de oksels met het koor en het schip vergroot met aanbouwen. Aan de westzijde van beide transepten zijn twee aanbouwen in elkaar verweven. Aan de oostzijde van de beide transepten steekt een aanbouw met een enkel spitsboogvenster zowel naar boven als naar het oosten toe uit. De transepten, opgebouwd uit twee gelijke traveeën in het midden, een vrijwel gelijke maar blinde travee aan het uiteinde en een bredere travee bij het schip, zijn bij de lichtbeuken onderverdeeld door steunberen met een afzaat en een ezelsrug. Bij de steunberen van de zijbeuken bevindt zich zowel aan de bovenkant als halverwege een afzaat. De westzijde van de zijbeuken van de transepten bevat slechts één driedelig spitsboogvenster. In de lichtbeuken zijn aan de westzijde twee gedeelde- en bij het schip één driedelig gedrukt spitsboogvenster aangebracht. De oostzijde van de lichtbeuk van het noordelijk transept telt twee gedeelde vensters; bij het zuidelijk transept is ten gevolge van de aanbouwen geen lichtbeuk aanwezig. De eindgevels van de transepten bevatten twee tweedelige gedrukte spitsboogvensters met aan weerszijden een blindnis. Onder deze vensters loopt een waterlijst; langs het dak een bakstenen sierrand. In de top bevindt zich een klein venster.
Het vijfzijdig gesloten KOOR, waarvan de hoeken zijn geaccentueerd door overhoeks geplaatste steunberen, is afgesloten door een vijfzijdig tentdak. Het koor bevat tweedelige gedrukte spitsboogvensters met bakstenen tracering die rusten op een waterlijst. De VIERINGTOREN met tentdak bevat aan alle zijden twee driedelige spitsboogvensters die een kleiner tweedelig venster flankeren. De DAGKAPEL in de zuidoosthoek van het zuidelijk transept is a-symmetrisch opgebouwd; het zadeldak is aan de zuidzijde aangekapt. De oostgevel bevat op de begane grond twee maal twee gekoppelde spitsboogvensters met glas-in-lood waartussen a-symmetrisch een enkel venster is geplaatst. De vensters zijn omlijnd door een bakstenen kraalprofiel. In de top bevindt zich een Romaans venster met glas-in-lood. Op de hoeken komen natuurstenen blokken voor.
De zuidgevel bevat twee maal twee gekoppelde spitsboogvensters met glas-in-lood. De houten opgeklampte deur met gesmede spijkers, die zich links van deze vensters aan de zijde van het zuidelijk transept bevindt, kent aan de bovenzijde een segmentboog die rust op natuurstenen blokken.
De noordgevel is voor het grootste deel aan het zicht onttrokken door een houten lessenaarsdak. Hier zijn een zestal enkele spitsboogvensters waarneembaar.
Op de noordwesthoek van het noordelijk transept sluit diagonaal een GANG aan (niet in verband met de kerk gemetseld) die de pastorie met de kerk verbindt. De gang telt zes traveeën die zijn geleed door steunberen met een verjonging op een derde van de hoogte en afgesloten door een afzaat. De tweede travee gerekend vanaf de kerk bevat een dubbele houten opgeklampte deur met smeedijzeren nagels. De overige vier ijzeren rondboogvensters bevatten 15-ruits glas-in-lood vensters. De gang wordt afgesloten door een blokgoot op een geprofileerde bakstenen lijst.
Via het hoofdportaal komt men door een hal in de kerk. Het zwaartepunt van het INTERIEUR ligt op het snijpunt van de kruisbalken en wordt geaccentureerd door de vieringstoren en door de plaatsing van het altaar onder de vieringstoren. In de kerk bevinden zich diverse muurschilderingen, glas-in-lood ramen en de kruiswegstaties. De muurschilderingen zijn van de hand van Jac. Ydema. Deze zijn in 1948 aangebracht, rechtstreeks op de ruwe baksteen. In de boogzwikken links en rechts van het middenschip zijn de 4 evangelisten en de apostelen afgebeeld. In de hoofd en zijbeuken bevinden zich de kruiswegstaties. De glas in lood ramen in het middenschip staan in het teken van de eucharistie en zijn een geschenk van Marie Vriezelaar die als enige van haar familie de oorlog overleefd heeft.
De kerkbanken met fraai gebeeldhouwde staanders zijn afkomstig uit het Houtbedrijf Doetinchem. Op het zijpaneel op de achtste bank rechts van achteren heeft de architect Valk zijn signatuur geplaatst: een uitgesneden vliegende valk boven de afbeelding van de kerk.
De PASTORIE is gelegen ten oosten van de Prins Hendrikstraat en is door middel van de boven beschreven gang met het noorder transept van de kerk verbonden. Het pand is opgetrokken van dezelfde roodbruine baksteen als de kerk: handgevormde bakstenen waarvan de afmetingen zijn ontleend aan de middeleeuwse kloostermoppen. De zadeldaken zijn gedekt met Romaanse pannen die eveneens identiek zijn aan die van de kerk. De plattegrond bestaat uit een groot rechthoekig bouwdeel waarop haaks een kleiner, doch even hoog rechthoekig deel is gebouwd. Vrijwel alle vensters van de pastorie hebben geprofileerde houten luiken die ter hoogte van het bovenlicht persienne-achtige vakken bevatten.
Haaks op de asymmetrische VOORGEVEL (westgevel) staat een even hoge, maar kleiner bouwelement met zadeldak. De gevel links hiervan heeft rechts, op de begane grond een houten geprofileerde deur onder een afdak waarboven een 2-ruits bovenlicht. De deur is geflankeerd door twee 6-ruits vensters met 2-ruits bovenlicht. Het linkerdeel van de gevel wordt doorbroken door een 4-ruits venster met 2-ruits bovenlicht. Alle vensters zijn afgesloten door een rondbogige ontlastingsboog gecombineerd met een strek. De kap is aan de voorzijde lager doorgetrokken dan aan de achterzijde. Twee dakkapellen met twee 6-ruits vensters in de linker en één 6-ruits venster in de rechterdakkapel, zakken door de dakgoot heen en zijn voorzien van een lessenaarsdak. Rechts van het haaks aangebouwde deel bevindt zich op de verdieping, boven een erker met lessenaarsdak, een 6-ruits venster met 2-ruits bovenlicht, afgesloten door een strek. De erker geeft toegang tot de gang die de pastorie verbindt met de kerk.
Het haaks aangebouwde kleinere bouwdeel met aan de linkerzijde een aangekapt stuk, bevat links op de begane grond van de noordgevel een 6-ruits venster met 2-ruits bovenlicht. Op de verdieping onder het aangekapte gedeelte bevinden zich vier 4-ruits vensters, waarvan twee gekoppeld zijn.
De westzijde bevat aan de linkerkant in het aangekapte deel een smal 3-ruits venster. Rechts hiervan twee 6-ruits vensters met 2-ruits bovenlicht waarboven centraal een 4-ruits venster met 2-ruits bovenlicht. In de top een klein 4-ruits venster afgesloten door een strek. Boven de overige vensters bevinden zich rondbogige ontlastingsbogen gecombineerd met een strek.
De zuidzijde bevat boven een later aangebouwde erker een 6-ruits venster met 2-ruits bovenlicht. Rechts hiervan twee gelijke vensters. De vensters zijn afgesloten door een strek. Boven de erker is een rondboog zichtbaar die blijkbaar bij een voormalig venster behoorde.
De LINKER ZIJGEVEL (noordgevel) met schouderstukken bevat centraal een geprofileerde voordeur bestaande uit een onder- en bovendeur met daarboven een 3-ruits bovenlicht. Links van de deur bevindt zich een 6-ruits venster met 2-ruits bovenlicht. Rechts in de gevel bevindt zich nog een houten geprofileerde deur waarnaast links een klein 2-ruits (toilet)venster de muur doorbreekt. Op de verdieping bevindt zich centraal boven de deur een halfrond afgesloten loggia met een iets uitkragend gemetseld balkon dat op een driedelige gecementeerde uitkraging rust. Twee 4-ruits vensters met 2-ruits bovenlicht flankeren de loggia. Een klein 4-ruits venster doorbreekt de top. Boven de kleine vensters en de centrale deur bevinden zich strekken, de overige muuropeningen zijn afgesloten door rondbogige ontlastingsbogen gecombineerd met een strek.
De ACHTERGEVEL (oostgevel) bestaat uit twee delen die zich ongeveer verhouden als 2:3. Het bredere linkerdeel bevat op de begane grond drie a-symmetrisch geplaatste 6-ruits vensters met 2-ruits bovenlicht, bezet met glas-in-lood. Boven de vensters een boogvormige ontlastingsboog gecombineerd met een strek. Op de verdieping bevinden zich drie symmetrisch geplaatste 6-ruits vensters met 2-ruits bovenlicht, afgesloten door een strek. Het rechterdeel van de oostgevel springt terug en is iets lager opgetrokken waardoor de nokas (met schoorsteen) en de goot verspringen ten opzichte van het linkerdeel. Op de begane grond bevindt zich in een soort aanbouw die in het verlengde van het linkerdeel loopt, een 8-ruits deur geflankeerd door smalle 2-ruits vensters. Boven deze aanbouw met lessenaarsdak bevinden zich op de verdieping drie smalle vensters. Rechts van de aanbouw bevinden zich zowel op de begane grond als op de verdieping twee gekoppelde 6-ruits vensters met tweeruits bovenlicht.
De RECHTER ZIJGEVEL (zuidgevel) topgevel met schouderstukken telt op de begane grond twee en in het midden hiervan op de verdieping één 6-ruits venster met 2-ruits bovenlicht. Boven de vensters bevinden zich rondbogige ontlastingsbogen gecombineerd met een strek. In de topgevel bevindt zich een klein 4-ruits venster, afgesloten door een strek. Alle topgevels zijn afgesloten door een geprofileerde gemetselde rand waar de eindpannen overheen steken. Het INTERIEUR van de pastorie redelijk gaaf en de indeling is nog oorspronkelijk. De pastorie is geheel onderkelderd. Op de begane grond bevinden zich aan de achterzijde drie kamers die nog oorspronkelijk zijn. De vergaderzaal op de begane grond bezit een negentiende eeuws aandoende houten schouw, een houten vloer en een moer- en kinderbalkenplafond.
Het orgel
Het orgel is gebouwd door firma B. Pels in 1956. Men maakt sinds een aantal jaren gebruik van een elektronisch orgel, waarvan de boxen achter de beide orgelfronten zijn verwerkt.
Waardering
ROOMS KATHOLIEKE KERK O.L. VROUW TEN HEMELOPNEMING met PASTORIE.
- Van architectuurhistorische waarde als goed en uitzonderlijk voorbeeld van een R.K. kerk met pastorie uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Het object valt op door de esthetische kwaliteiten, de evenwichtige verhoudingen en het bijzondere ontwerp `christo-centrische' ontwerp voor de kerk. Het object vertoont elementen die zijn ontleend aan de Romaanse en gotische kerkenbouw. De kerk bezit een architectonisch vrijwel gaaf en rijk interieur met een expressief, kleurrijk gebruik van baksteen en glas-in-lood.
- Van stedebouwkundige waarde vanwege de bijzondere betekenis van het object dat bewust geplaatst is in de nieuwe stadsuitbreiding in zuidoostelijke richting waardoor de kerk meer in het centrum van de parochie kwam te staan. De kerk met pastorie heeft een sterk beeldbepalende waarde doordat zij van alle kanten goed zichtbaar is.
- Van cultuurhistorische waarde daar de kerk nauw verbonden is met de geschiedenis van de rooms-katholieke bevolking van Nederland.