Handelingen

Dongen, Hoge Ham 25 - Kapel Mariaoord

Uit Reliwiki


Bezig met het laden van de kaart...
Algemene gegevens
Naam object: Kapel Mariaoord
Genootschap: Rooms-Katholieke Kerk
Provincie: Noord-Brabant
Gemeente: Dongen
Plaats: Dongen
Adres: Hoge Ham 25
Postcode: 5104JA
Sonneveld-index: 07314
Jaar ingebruikname: 1898
Architect: C.P. van Genk
Huidige bestemming: St. Jozefkapel
Monument status: Rijksmonument 517206



Geschiedenis

Dongen, Mariaoord, voormalige hoofdingang van het kloostercomplex, jk 10-03-2010

Kapel Mariaoord, Moederhuis Franciscanessen. Uitbreiding van dit complex vond plaats in 2004.

Groot complex met grote, zeer belangrijke neogotische Sint Jozefkapel.

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Inleiding

Hoofdgebouw en kapel, deel uitmakend van een KLOOSTERGEBOUW dat het restant vormt van een complex, dat oorspronkelijk uit een moederhuis, pensionaat en dagscholen bestond. Het terrein ligt met de voorzijde aan de Hoge Ham, rechts wordt het begrensd door de Bolkensteeg en links ligt de Schoolstraat. Gesticht in 1801 door de zusters Franciscanessen in een bestaand herenhuis. Geleidelijk aan vonden in de loop van de negentiende en begin twintigste eeuw uitbreidingen plaats waarbij het herenhuis verdween. Tot 1985 was bijna driekwart van het terrein bebouwd met klooster- en schoolgebouwen.

Als gevolg van het verdwijnen van onderwijstaken en het teruglopen van het aantal zusters is in de jaren tachtig besloten tot een grote reorganisatie.

De kloostervleugel uit 1898 aan de Hoge Ham, gebouwd in een sobere haast Neogotische stijl met elementen van Neo-renaissance, met de kapel uit datzelfde jaar, is bewaard gebleven. Deze onderdelen worden beschermd. Daartussen is nieuwbouw gezet in carrévorm met een verbinding naar de oude kapel. Deze nieuwbouw wordt niet beschermd.

De kapel werd gebouwd naar ontwerp van de architect C.P. van Genk en was een gift van de familie Maassen, ter gelegenheid van het zilveren jubileum van Vicares Mere Antonina Maassen. Deze St. Josefkapel werd in 1899 ingezegend.

Omschrijving

Tweelaags bakstenen kloostergebouw op U-vormige plattegrond onder een omlopend schilddak. Het dak is gedekt met opnieuw verbeterde Hollandse pannen. De gevels hebben een gepleisterde plint en speklagen ter hoogte van de onderdorpels, wisseldorpels en bovendorpels van de ramen. Bovenaan de gevel een geprofileerde lijst, daarboven diamantkopjes in het metselwerk. De goot is voorzien van kort op elkaar volgende kleine rozetten. Alle oorspronkelijke ramen zijn vervangen door nieuwe getoogde zesruitsramen. De ontlastingsbogen daarboven zijn segmentbogen met een gepleisterde aanzet- en sluitsteen. De voorgevel heeft een middenrisaliet met topgevel, rijk gedecoreerd met natuurstenen elementen. Op de hoeken van de verdieping staan zuiltjes. Over begane grond en verdieping is een hoge nis gemaakt. Een Franciscusbeeld staat in een nis in de topgevel. De topgevel zelf wordt geflankeerd door voluten en bekroond door een gebroken gebogen tympaan. In een ondiep portiek is de openslaande deur met getoogd bovenlichtgeplaatst. Daarboven in een terugliggend veld een samengesteld raam onder rondbogen. In de boogvelden zijn natuurstenen schelp- en waaiermotieven uitgehouwen. Het geheel onder een korfboog wordt afgesloten door een gepleisterde lijst. In de rechterzijgevel zijn enkele deuren aangebracht, deze en een aantal ramen op de begane grond en verdieping ter plekke van een trappenhuis, zijn gevuld met figuratief glas-in-lood, hergebruikt uit de oude kloostergebouwen. Tegen de achtergevel is een éénlaagse galerij onder lessenaarsdak gezet, deze maakt deel uit van de nieuwe uitbreidingen. Daarboven is de gepleisterde gevel van de oudbouw met zesruitsramen met afgeronde hoeken zichtbaar. Deze ramen zijn allen in een geprofileerde omlijsting gevat. Bijna aan de uiteinden van de oorspronkelijke achtergevel zijn blokvormige uitbouwen onder schilddak geplaatst. Bovenaan de gevel een geprofileerde rand die de suggestie van een kroonlijst wekt. In het interieur is veel gemoderniseerd waarbij de indeling van de begane grond in grote lijnen gehandhaafd is. De vestibule en hal komen uit op een gang, parallel aan de weg. Aan de straatkant zijn enkele (spreek/wacht-)kamers. De gang die daarachter loopt heeft nog enkele oorspronkelijke openslaande deuren. Opvallend veel elementen (zoals deuren, deurklinken, glas-in-loodpanelen etc.) uit de oude klooster- en internaatsgebouwen zijn hergebruikt. Zo zijn in de huidige kapittelzaal de deuren uit de recreatiezaal van de oude gebouwen hergebruikt. Met vier ervan is een afscheidingswand over de complete breedte van de zaal gemaakt. De openslaande deuren en rondboogbovenlichten hebben een geometrische roedenverdeling. Achter de nieuwbouw van het klooster is met een gang en stiltecentrum een nieuwe verbinding gemaakt naar de kapel. Ertussen een symmetrisch aangelegde tuin.

Dongen, St. Joseph-kapel, zuid-oostzijde; jk 10-03-2010

De driebeukige KAPEL is uitgevoerd in baksteen en heeft een kruisvormige plattegrond onder een samengesteld zadeldak en lessenaarsdak. De transeptarmen zijn recht gesloten en hebben een topgevel. De viering wordt bekroond door een achtkantige dakruiter. Het middenschip telt zeven traveeën onder zadeldak, geflankeerd door zijbeuken onder lessenaarsdaken. Het koor is één travee diep, de vijfzijdig gesloten absis heeft een omlopend schilddak. Alle daken zijn gedekt met leien. De gevels worden geleed door lisenen waarbij het middenschip bovenaan een tandlijst heeft. Op de begane grond lopen de lisenen uit in steunberen. De topgevels zijn van een getrapte band voorzien. De voorgevel van de kerk heeft een nieuwe invulling gekregen nadat deze in het zicht kwam als gevolg van sloop van oude delen van het klooster. In het metselwerk is de suggestie van een roosvenster en rondboogramen, vergelijkbaar met de indeling van de gevels van het transept, gemaakt. Tripletramen in de zijbeuken, dubbele rondboogramen in het middenschip, alles gevuld met glas-in-lood. Het koor heeft hoge staande rondboogramen, gevuld met glas-in-lood. De absis heeft ramen in dezelfde vorm, gevuld met figuratief glas-in-lood. De topgevels van de transepten hebben roosvensters met natuurstenen tracering en glas-in-lood vulling. Daaronder is een viertal smalle hoge ramen op doorlopende afzaat gezet. In het dakvlak van de absis is in het midden een dakkapelletje onder wolfdak geplaatst. Vanuit het klooster bestaat de entree van de kapel uit grote openslaande gecapitonneerde deuren. Het schip heeft een spitsbooggewelf, boven de viering is een bakstenen kruisgewelf met natuurstenen, beschilderde ribben gemaakt. Op de vloer liggen cementtegels met bloemmotief. De wanden zijn gepleisterd en groen geverfd met kruiswegstaties, daarboven is de wand in baksteen uitgevoerd. Pijlers en colonetten zijn voorzien van dekoraties en kapitelen met goudkleurig loofwerk. In het interieur is de oorspronkelijke polychromie bewaard gebleven. De schilderingen zijn van de hand van J. Collette. Glas-in-loodramen gesigneerd "Nicolas en zonen Roermond" dateren uit 1925. Belangrijke elementen uit de inventaris zijn de preekstoel en hoofd- en zijaltaren in neo-gotische stijl. Buitenom het klooster ligt een smalle strook groen, van de straat gescheiden door een eigentijds hekwerk met bakstenen pijlers, voorzien van een natuurstenen kapiteel.

Waardering

  • Het kloostergebouw met kapel is van algemeen belang.
  • Het geheel is van cultuurhistorisch belang als uitdrukking van de ontwikkeling van het internaatsonderwijs voor kinderen van de katholieke elite door congregaties in de late negentiende eeuw.
  • Het is tevens van belang als vertegenwoordiger van de typologische ontwikkeling van het katholieke congregatieklooster annex internaat. *Klooster en kapel hebben daarnaast nog belangrijke architectuurhistorische waarden wegens vormgeving, ornamentiek en materiaalgebruik en zijn in- en uitwendig voor grote delen gaaf bewaard gebleven.
  • Een dergelijk groot internaatsgebouw is langzamerhand zeldzaam aan het worden.
  • Ondanks de sloop van een aantal bouwdelen is het karakter van het geheel nog steeds zeer herkenbaar.

Gebouwomschrijving SKKN

De Zusters Franciscanessen van Dongen vormen een van de oudste congregaties van Nederland. De stichting had plaats in 1801. In dat jaar vestigden zich enkele Zusters Penitenten Recollectinen, die tijdens de Franse bezetting uit hun klooster te Leuven waren verdreven, in Dongen. Zij behoorden tot de Derde Orde van Franciscus volgens de hervorming die zusters Johanna van Jezus in 1623 had doorgevoerd en die een streven naar contemplatie in het religieuze leven behelsde. In Dongen kregen zij de beschikking over het uit ca. 1700 daterende 'Bollekens Slotje' aan de Hoge Ham, dat zij op 26 maart 1801 betrokken. Om redenen van praktische en politieke aard gingen de zusters zich in Dongen meer en meer bezighouden met onderwijs en opvoeding, met name gericht op de vrouwelijke jeugd. Men leidde de meisjes (zogenaamde 'pensionaires') intern op, terwijl men ook een lagere school en een bewaarschool runde en bovendien sinds het einde van de negentiende eeuw leiding gaf aan een kweekschool. De zusters hebben tweehonderd jaar lang het onderwijs in Dongen gestalte gegeven. Het Dongense klooster was daarnaast de bakermat voor de zelfstandige congregaties van de Franciscanessen van Etten (gesticht vanuit Dongen in 1823), de Franciscanessen van Roosendaal (gesticht vanuit Etten in 1832) en de Franciscanessen van Oudenbosch (gesticht vanuit Roosendaal in 1837). Verder stichtte het moederhuis van Dongen sinds 1856 een twintigtal succursaal- of filiaalhuizen met scholen, met name in Noord-Brabant en Zeeland, en ook in Zuid-Holland (Delfshaven) en Noord-Holland (Amsterdam), waarvan het merendeel inmiddels is opgeheven. Reeds in 1841 richtten de Zusters Franciscanessen van Dongen zich op de missie (die op Curacao), waarmee zij de eerste Nederlandse missiecongregatie werden. Vanaf 1923 werden ook in Indonesie (voormalig Nederlands-Indie) scholen en internaten voor opvoeding en onderwijs gebouwd en gerund. Vergrijzing binnen de congregatie was een van de redenen dat de Zusters Franciscanessen zich eind jaren tachtig van de vorige eeuw geheel hebben teruggetrokken uit het onderwijs. Sindsdien houdt men zich bezig met andere doelen in de charitatieve sfeer. In het huidige gebouw is niets meer te ontdekken van het oorspronkelijke Bollekens Slotje, waar de zusters in 1801 begonnen. Dit herenhuis is in de loop van de negentiende eeuw langzaam maar zeker geheel vervangen door nieuwbouw. Het middengedeelte van het huidige hoofdgebouw kwam in 1858 tot stand naar ontwerp van architect Oomen, in een eclectische stijl met kenmerken uit de neorenaissance en de neogotiek. De rest van het gebouw, met de naar voren springende zijvleugels, verrees in 1898 in neorenaissance-stijl. Het gehele complex bepaalt het straatbeeld in dit deel van Dongen. Ook de kloosterkapel werd in 1898 gebouwd. Dit is een forse driebeukige neogotische kruiskerk met dakruiter naar ontwerp van C.P. van Genk. Zij was een geschenk aan de congregatie van de heer Jac. Maassen bij gelegenheid van het zilveren kloosterfeest van de vicares Möre Antonine Maassen op 19 januari 1898. De kapel werd op 24 oktober 1899 ingezegend. In de jaren 1924-1925 werd de kapel inwendig beschilderd door de Werkplaats voor Kerkelijke Kunst P.J. Cuypers & Co te Roermond en Joan Collette. De bisschop van Breda, mgr. P. Hopmans, consacreerde de kloosterkapel op 25 augustus 1930. Tenslotte volgden in de jaren tachtig van de twintigste eeuw en in 2001 uitgebreide restauraties.

MIP omschrijving

  • Bouwperiode: 1801
  • Gevels en materialen: Samengestelde plattegrondvorm. Speklagen. Middenvleugel met zijvleugel. Neorenaissancistische middenrisaliet, rijke natuursteentoepassing, monumentale ingangspartij. Muuropeningen met segmentbogen sluit- en aanzetstenen.
  • Dak en bedekking: Zadel- en schilddaken.
  • Bijzonderheden: Kloostercomplex van de Zusters Franciscanessen. De belangrijkste delen van het complex zijn: de voorbouw (1856, 1898) en de kapel (1898). Het achtergedeelte van de oorspronkelijk carrevormige bouw gesloopt. In de tuitgevel een rondboognis met beeld van Sint Joseph met Kind op de arm.
  • Omschrijving: De kapel van architect C.P. van Genk is een driebeukige neogotische kruiskerk met vieringtoren en luidklok, vijfhoekige absis met vijf glas-in-lood vensters van glazenier Joep Nicolas uit Roermond met muurschilderingen (1924) van Johan Collette.

Externe links

Afbeeldingen

Exterieur complex

Exterieur klooster

Exterieur St. Joseph-kapel

Interieur St. Joseph-kapel