Ede, Verlengde Maanderweg 33 - Nieuwe Kerk
Uit Reliwiki
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam kerk: | Nieuwe Kerk |
Genootschap: | PKN Hervormde gemeente Ede |
Provincie: | Gelderland |
Gemeente: | Ede |
Plaats: | Ede |
Adres: | Verlengde Maanderweg 33 |
Postcode: | 6713LC |
Inventarisatienummer: | |
Jaar ingebruikname: | 1938 |
Architect: | Slijkhuis, T.G. |
Huidige bestemming: | kerk |
Monument status: | Rijksmonument 523578 |
Geschiedenis
Belangrijke, goed bewaarde, grote interbellumkerk met dakruiter op de kruising.
In gebruik als Gereformeerde Bond kerk.
Monumentomschrijving Rijksdienst
Vrijstaande Hervormde KRUISKERK `De Nieuwe Kerk' naar ontwerp van de architect T.G. SLIJKHUIS uit Apeldoorn uitgevoerd in 1937-38 in opdracht van het College van Kerkvoogden en Notabelen der Nederlandse Hervormde kerk te Ede. Het ontwerp van de kerk is beïnvloed door het zakelijk expressionisme en dan met name de Nieuwe Haagse School met invloeden vanuit de Delftse School. `De Nieuwe Kerk' bevindt zich binnen de bebouwde kom van Ede aan de noordoostzijde van de Verlengde Maanderweg. Tegen de achterzijde (noordoostgevel) bevindt zich een latere aanbouw van één bouwlaag met plat dak, De Rank genaamd. De aanbouw bezit geen monumentale waarde.
Omschrijving
Bakstenen KRUISKERK met een Grieks kruis als plattegrond, bestaat uit een lage basis, hoge topgevels, en steile, elkaar kruisende zadeldaken. De zadeldaken met geprofileerde bakgoten op klossen zijn gedekt met gesmoorde Romaanse pannen. Op de kruising van de zadeldaken bevindt zich een strak vormgegeven, spitsvormige, koperen dakruiter. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen in halfsteens verband met een diep liggende voeg. In de gevels bevinden zich stalen rechthoekige kozijnen met grotendeels vier-ruits glas-in-loodramen, enkele twee-ruits bovenlichten. Aan de bovenzijde worden de vensters afgesloten door een rollaag, aan de onderzijde door zwarte lekdorpeltegels. De bakstenen stijlen tussen de vensters worden aan de bovenzijde afgesloten door een strekse rollaag, aan de onderzijde door een natuurstenen lekdorpel.
De symmetrische VOORGEVEL bestaat uit een sterk risalerende middenpartij, die eindigt in een hoge topgevel met achterliggend zadeldak met aan weerszijden een terug gelegen geveldeel. In de sterk risalerende middenpartij bevindt zich centraal de ingangspartij met aan weerszijden drie gekoppelde vensters. In de geveltop bevinden zich vijf hoge, smalle meerruits glas-in-loodramen, opgezet in trapgevelmotief. De ingangspartij bestaat uit een brede steektrap met rood betegeld bordes en een geklampte, dubbele strokendeur met naar buitenslaande deurvleugels. De steektrap bestaat uit drie treden aan weerszijden afgesloten bakstenen muur met rollaag. De rondboogvormige deur met zwaar smeedijzeren beslag wordt omsloten door een brede band van bruine baksteen afgewisseld met natuursteen. In de terug gelegen geveldelen bevindt zich een identieke ingangspartij. De ingangspartij bestaat uit een rood betegeld bordes aan de buitenzijde afgesloten door een bakstenen muur en een rechthoekige, geklampte strokendeur voorzien van een ruitje met traliewerk. De lage gevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door een royaal overstek met geprofileerde bakgoot ondersteund door klossen.
De symmetrie in de LINKERZIJGEVEL wordt verstoord door de latere aanbouw tegen de achtergevel. De linkergevel bestaat uit een sterk risalerende middenpartij, die eindigt in een hoge topgevel met achterliggend zadeldak met aan de linkerzijde de latere aanbouw en aan de rechterzijde een terug gelegen geveldeel. In de sterk risalerende middenpartij bevinden zich centraal vijf gekoppelde vensters met aan weerszijden drie gekoppelde vensters. Uiterst rechts bevindt zich een hoog, smal, halfrond, uitgebouwd meerruits glas-in-loodraam aan de bovenzijde plat afgesloten. In de geveltop bevinden zich vijf hoge, smalle meerruits glas-in-loodramen, opgezet in trapgevelmotief. In het terug gelegen rechter geveldeel bevinden zich drie gekoppelde vensters met twee-ruits bovenlicht. De onderramen worden van de bovenramen afgesloten door middel van één natuurstenen kalf . De hogere gevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door een royaal overstek met geprofileerde bakgoot ondersteund door klossen.
De symmetrie in de ACHTERGEVEL wordt verstoord door de latere aanbouw. De achtergevel bestaat uit een sterk risalerende middenpartij, die eindigt in een hoge topgevel met achterliggend zadeldak met aan de linkerzijde een terug gelegen geveldeel en aan de rechterzijde de latere aanbouw. In de sterk risalerende middenpartij bevinden zich een aantal gekoppelde ramen, deels verdwenen door de aanbouw. In de geveltop bevindt zich één hoog, smal meerruits glas-in-loodraam. In het linker terug gelegen geveldeel bevinden zich twee gekoppelde vensters. De lage gevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door een royaal overstek met geprofileerde bakgoot ondersteund door klossen.
De RECHTERZIJGEVEL is van oorsprong identiek aan de linkerzijgevel, niet aangetast door de latere aanbouw. De gevel bestaat uit een sterk risalerende middenpartij, die eindigt in een hoge topgevel met achterliggend zadeldak met aan weerszijden een terug gelegen geveldeel. In de sterk risalerende middenpartij bevinden zich centraal vijf gekoppelde vensters met aan weerszijden drie gekoppelde vensters. Uiterst links bevindt zich een hoog, smal, halfrond, uitgebouwd meerruits glas-in-loodraam met uiterst rechts een rechthoekige, geklampte strokendeur. In de geveltop bevinden zich vijf gekoppelde, hoge, smalle glas-in-loodramen, opgezet volgens trapgevelmotief. In het linker terug gelegen geveldeel bevinden zich drie gekoppelde ramen met bovenlicht. De onderramen worden van de bovenramen gescheiden door één natuurstenen kalf. De hogere gevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door een royaal overstek met geprofileerde bakgoot ondersteund door klossen. In het rechter terug gelegen deel bevindt zich links één venster rechts twee gekoppelde vensters. De hogere gevel wordt afgesloten door een geprofileerde bakgoot. Het INTERIEUR bevindt zich in oorspronkelijke staat met onder meer een houten vloer, houten kerkbanken, preekstoel, lambrizering en decoratieve bakstenen afwerking van onder andere de achtzijdige pijlers met natuurstenen kapiteel.
Waardering
Vrijstaande Hervormde KRUISKERK `Nieuwe Kerk' naar ontwerp van de architect T.G. SLIJKHUIS uit Apeldoorn uitgevoerd in 1937-38 in zakelijk expressionisme met Delftse School invloeden.
- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een kruiskerk zowel qua interieur als qua exterieur uit eind van de jaren dertig naar ontwerp van de architect T.G. Slijkhuis uit Apeldoorn.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de vrijstaande ligging van de kerk aan de Verlengde Maanderweg binnen de bebouwde kom van Ede.
- Van cultuurhistorische waarde als gaaf voorbeeld van een kruiskerk uit de jaren dertig, kenmerkend voor de protestantse kerkenbouw in Nederland.
Orgel
Het orgel is in 1981 gebouwd door de firma Gebr. Van Vulpen (Utrecht). In 2005 wordt de nog ontbrekende Cornet van het Hoofdwerk geplaatst en de intonatie van de Subbas aangepast.
- Dispositie:
- Hoofdwerk (manuaal 1): Bourdon 16' - Prestant 8' - Roerfluit 8' - Octaaf 4' - Openfluit 4' - Quint 3' - Octaaf 2' - Mixtuur 1⅓' 4-6 sterk - Cornet 8' 4 sterk discant (2005) - Trompet 8'.
- Rugwerk (manuaal 2): Holpijp 8' - Prestant 4' - Roerfluit 4' - Octaaf 2' - Woudfluit 2' - Sesquialter 1⅓' 2 sterk - Scherp 4 sterk - Dulciaan 8' - Tremulant.
- Pedaal: Subbas 16' - Prestant 8' - Octaaf 4' - Bazuin 16' - Trompet 8'.
- Koppelingen: Hoofdwerk aan Pedaal - Rugwerk aan Pedaal - Manuaalkoppeling.
Mechanische sleepladen. Manuaalomvang: C-f3. Pedaalomvang: C-f1.
In de media
- Uit Het Nieuws van den Dag, 10 Juli 1942.
In een bijzondere samenkomst werd Woensdagavond het nieuwe kerkorgel in de nieuwe Ned. Herv. kerk alhier in gebruik genomen. Na opening door ds. H.A. Leenmans, droeg het oudste lid der orgelcommissie, de heer L. v.d. Bielerd, het orgel met een toepasselijk woord over aan de kerkvoogdij, welke bij monde van den heer O.C. van Hemessen het instrument in hartelijken dank aanvaardde. Ds. Leenmans voerde hierna het woord, waarna het orgel bespeeld werd door de organisten der kerk, de heeren H. van Zoelen en H. Thijsen. Ds. Japchen besloot den dienst met dankzegging. Het orgel is gebouwd door de firma Bern. Pels en Zoon te Alkmaar, met electrische sleepladen. De organist zit niet achter het orgel, doch achter de speeltafel, geplaatst op de gaanderij tegenover het orgel. Het orgel bevat 1821 pijpen.